Bijbeluitleg en Bijbelcommentaar
Bij uitgeverij Boekencentrum te 's-Gravenhage is een nieuwe bijbelcommentaar verschenen, getiteld 'Tekst voor tekst'. De redactie werd gevormd door dr. B. van Oeveren en dr. J. Vlaardingerbroek (voor het O.T.), wijlen prof. dr. J. P. Versteeg en dr. A. Noordegraaf (voor het N.T.) en ir. J. van der Graaf (redactiesecretaris). De medewerkers (34 in totaal) werden in hoofdzaak aangetrokken uit de Gereformeerde Gezindte in bredere zin.
Hieronder volgen enkele gedeelten van de toespraak, die dr. Noordegraaf hield bij de aanbieding van het boek op zaterdag 5 september te Barneveld, en van wat hij zei bij een door boekhandel Lindenberg te Rotterdam belegde bijeenkomst waar het ging over 'vragen rond de bijbeluitleg'.
Toen wij in 1982 met ons werk begonnen beseften we, dat het geen eenvoudige opgave was. Je bent gebonden aan een bepaalde omvang, wat de eis van beknoptheid met zich mee brengt. De doelgroep wordt primair gevormd door de belangstellende bijbellezer, en niet in de eerste plaats de wetenschappelijk gevormde theoloog. Dat stelt aan medewerkers de eis van duidelijkheid en verstaanbaarheid, terwijl het werk tegelijk wetenschappelijk verantwoord moet zijn.
Beknoptheid, duidelijkheid, wetenschappelijkheid… zie daar, drie eisen die vaak moeilijk te verbinden zijn. Wetenschappelijke werken op het gebied van de bijbeluitleg hebben de neiging steeds dikker te worden, waarbij auteurs zich van een begrippenapparaat bedienen dat voor de gewone bijbellezer moeilijk hanteerbaar is. Anderzijds bergt beknoptheid het gevaar in zich dat uitlegkundige knopen voortijdig doorgehakt worden zonder dat men rekenschap kan afleggen van de keuzes, die men maakt. (…)
Niet ieder van de medewerkenden mag de verschijning van dit werk beleven. De oudtestamenticus prof. dr. J. H. Kroeze, en de nieuwtestamenticus drs. J. J. de Heer zijn kort nadat zij hun aandeel hadden ingeleverd, overleden. Prof. Kroeze, die zich intensief heeft bezig gehouden met het boek Job, was als geen ander de aangewezen man om dit boek voor 'Tekst voor tekst' te bewerken. Drs. De Heer had zich in Rante Pao intensief beziggehouden met het laatste bijbelboek. Het lag voor de hand dat hij gevraagd werd voor het commentaar op de Openbaring van Johannes. Wij gedenken hen als theologen, die eerbied voor de Schrift paarden aan wetenschappelijke accuratesse.
Ook in de kring van de redactie is een lege plaats gekomen. Op Paaszondag overleed plotseling ons redactielid prof. dr. J. P. Versteeg. Zijn werk stond in het teken van de verbinding tussen theologische arbeid en het functioneren van de gemeente. Als er iemand was die wetenschappelijkheid wist te combineren met verstaanbaarheid dan was hij het. Met hart en ziel was hij betrokken bij ons werk. Zijn inbreng in de redactie was groot, juist door de bescheidenheid, waarmee hij zijn werk in ons midden deed. De verklaring van het evangelie naar Mattheüs van zijn hand maakt duidelijk hoeveel wij in Versteeg voor de beoefening van de bijbelwetenschap verloren hebben. Dat hij de verschijning van dit werk niet meer heeft mogen beleven werpt een schaduw op de vreugde van deze dag. Wij eren zijn nagedachtenis het best als wij in zijn spoor ons werk voortzetten. Versteeg wist een eerbiedige luisterhouding ten opzichte van de Schrift te combineren met openheid en invoelingsvermogen voor de vragen van de moderne bijbelwetenschap.
Door welke gezichtspunten hebben wij ons laten leiden bij de uitvoering van de taak, ons door de uitgever gesteld. Enerzijds moet een dergelijk werk een zekere eenheid vormen, anderzijds wilden we als redactie de eigen inbreng en aanpak van de medewerkenden respecteren. U zult dan ook binnen de gekozen opzet tal van schakeringen aantreffen, zowel in formeel als in inhoudelijk opzicht.
Bijbeluitleg is een zaak die steeds voortgaat. Niemand zal ooit kunnen pretenderen inzake de tekstuitleg het laatste woord te hebben gesproken. Ook ons werk is een fase in het proces van exegetiseren en becommentariëren. Wij hopen niettemin aan hen, die zich snel willen oriënteren inzake woorden, namen, begrippen of de betekenis van een pericoop, een handzaam instrument in handen te hebben gegeven, zowel voor persoonlijke bijbelstudie als voor verenigingen en bijbelkringen. Wij denken ook aan de velen, die bij allerlei gelegenheden geroepen worden om naar aanleiding van een tekst of pericoop kort iets te moeten zeggen. Daarnaast hopen we predikanten en studenten met dit werk een dienst te bewijzen als eerste oriëntatie naast de grote commentaren en monografieën. Prof. Van Unnik wees ons destijd erop van hoeveel betekenis dergelijke beknopte overzichten – en hij dacht daarbij concreet aan eendelige commentaren uit het Engelse taalgebied – ook voor de theoloog waren.
De bijbeltekst is niet in zijn geheel afgedrukt. Wij wilden de ruimte zoveel mogelijk benutten voor het commentaar. Daarom is gekozen voor een systeem van cursief gedrukte woorden en delen van zinnen met vermelding van het desbetreffende vers. Uitgegaan is daarbij van de vertaling van het Nederlands Bijbel Genootschap omdat deze het voordeel heeft gebaseerd te zijn op edities van het Hebreeuwse Oude Testament en het Griekse Nieuwe. Testament, die wetenschappelijk algemeen aanvaard zijn. Uiteraard zweert de uitlegger nooit bij één vertaling. U zult dan ook op vele plaatsen verwijzingen naar andere vertalingen, waaronder ook de Statenvertaling, tegenkomen.
Bijbelverklaren is geen onbevooroordeelde zaak. De visie die de uitlegger heeft op de Schrift, spreekt mee. De redactie heeft gestreefd naar een brede opzet en medewerkers uit verschillende kerken aangezocht, die zich in hun werk willen laten leiden door eerbied voor de Schrift als het Woord van God.
Erkenning van het gezag van de Schrift betekent niet, dat door hen, die onvoorwaardelijk begeren te buigen voor dit gezag, alle vragen inzake de aard van het Schriftgezag op dezelfde wijze beantwoord worden. Elke bijbeluitlegger staat voor de vraag, hoe je omgaat met de verschillen in de evangeliën, de vragen m.b.t. auteursschap, stijlvormen, relatie van de bijbelschrijvers tot de antieke wereld, enz. Ook binnen de reformatorische kerken en de evangelicale groeperingen wordt daar verschillend over gedacht. Het is hachelijk om met aanduidingen te werken, omdat ook die aanduidingen voor meer dan één uitleg vatbaar zijn. Toch waag ik het erop te zeggen dat redactie en medewerkers van Tekst voor tekst gekozen hebben voor een wijze van uitleg, die een eigen weg gaat tussen fundamentalisme en moderne schriftkritiek. Wij gaan onverkort uit van het gezag van de Schrift maar menen juist daarom de vragen, die de tekst zelf aan de exegeet stelt, niet te mogen ontwijken. Wij menen daarmee in de lijn te staan van de beste tradities van reformatorisch schriftonderzoek.
In deze lijn, waarop naast Calvijn namen te noemen zijn van geleerden als Noordzij, Bavinck, I. H. Marshall, D. Guthrie e.a., willen wij ons gaarne bewegen. Er zouden vele voorbeelden te noemen zijn. Ik beperk me tot één voorbeeld. Daar is de kwestie van het auteursschap van de hoofdstukken Jesaja 40-55 en 56-66. In het wetenschappelijk onderzoek wordt gesproken van respectievelijk Deutero- en Trito-Jesaja. de tweede en de derde Jesaja. Ook in dit werk wordt dit gedaan. Waarom? Niet uit rationalistische schriftkritische overwegingen, maar omdat naar de mening van de desbetreffende exegeet een gehoorzaam luisteren naar deze hoofdstukken laat zien, dat zij geheel verschillende tijdsomstandigheden weerspiegelen. Dat profetische woorden van verschillende profeten in één boek zijn samengebracht is op zich niet verwonderlijk, net zo min als het boek Spreuken uitspraken van verschillende wijsheidsleraars bevat. En terecht wordt opgemerkt: De vraag waar het om gaat is niet of alle profetieën in dit boek door dezelfde profeet zijn gesproken, maar of ze alle door Gods Geest zijn ingegeven, zodat we mogen zeggen: wat we in dit boek voor ons hebben is Woord van God. U ziet: de exegedsche keus, die gemaakt is, vloeit juist voort uit een nauwgezet willen luisteren naar wat de Schrift zegt. Uiteraard kan men een dergelijke keus betwisten. Maar dit zal dan moeten gebeuren op uitlegkundige gronden en niet vanuit een vooropgezette theorie.
Bezinningsavond boekhandel Lindenberg
Vele namen zijn te noemen van geleerden, die eerbied voor het gezag van de Schrift paren aan wetenschappelijke accuratesse.
Tekst voor tekst wil een bescheiden bijdrage zijn, in de lijn van deze reformatorisch-evangelicale traditie.
Een dergelijke benadering staat onder spervuur van kritiek. Vooral sinds de opkomst van wat we noemen de moderne schriftkritiek, ook wel historisch-kritisch onderzoek (een term die nogal misverstanden oproept) sinds de Aufklärung, de Verlichting. Enkele trekken daarvan zijn:
a) Rationalisme. Het Gezag van de Schrift moet plaats maken voor vertrouwen op de rede. Wat voor de rede niet kan bestaan, wordt geloochend. Daarom is er ook kritiek op de wonderen, kritiek op het Jezus-beeld, dat gereduceerd wordt tot een Jezus-figuur die de trekken van de eigen tijd aanneemt. Er is geen ruimte voor de heilsfeiten.
b) Evolutionisme. De godsdienst van Israël zou zich vanuit primitieve stadia ontwikkeld hebben tot ethisch monotheïsme van de profeten.
c) Historisme. De Bijbel zou een tendentieus en vervalst geschiedenisbeeld geven. De bijzondere openbaring werd als onhistorisch afgewezen. De verlichting opereerde met een werkelijkheidsbegrip, bepaald door de nieuw ontdekte onbreekbare natuurwetten, in het bijzonder die van oorzaak en gevolg. Wat niet in overeenstemming met die wetten was, kon niet als historisch aanvaard worden. Alles wat van een goddelijke activiteit in de geschiedenis sprak werd als onhistorisch afgewezen. Er is geen plaats voor de heilsgeschiedenis.
d) Relativisme. De Bijbel zou een godsdiensthistorisch document zijn, dat invloeden ondergaan had van de antieke godsdienstgeschiedenis en in feite op één lijn stond met die religieuze geschriften.
De schriftkritiek heeft zo verwoestend gewerkt in vele opzichten t.a.v. prediking en geloof en kerk-zijn. De Bijbel werd gedaagd voor de rechtbank van de moderne wetenschap en beschouwd als literair document op zich en als produkt van een voorbije geschiedenis. Een reformatorische visie op de Schrift als Woord van God zal tegen deze schriftkritische benadering neen zeggen.
Waarom? Vanwege de resultaten! Vanwege de vooronderstellingen (De Bijbel werd benaderd vanuit een bepaalde wijsgerige visie waarbij van tevoren vaststond wat wel of niet kon). De heilsgeschiedenis, waarvan de Schrift getuigt, werd gemeten aan een van buiten de Bijbel komende norm.
De Reformatie
Calvijn, uitgaande van de Schrift als Gods Woord, als getuigenis van de Geest, aanvaardend het goddelijk gezag, kon toch onbevangen constateren dat de bijbelschrijver zich hier en daar vergist heeft (b.v. Lucas, Hand. 7 : 16, de plaats van het graf). Hoe komt dat?
De Reformatie heeft geweten dat het God behaagd heeft
a) zich in de geschiedenis te openbaren. Ons geloof is gebaseerd op heilsfeiten, gebeurtenissen die voorwerp kunnen zijn van historisch onderzoek;
b) vanwege de historiciteit van de Schrift zelf. De Bijbel is geen uit de hemel gevallen boek. God heeft gesproken door de dienst van mensen en bij de teboekstelling gebruik gemaakt van mensen. Hier is sprake van wonder van Gods zelfopenbaring in het menselijk woord. In dit menselijk getuigenis spreekt de Heere. We spreken hier wel van organische inspiratie. Bavinck zei: 'De Heilige Geest heeft bij het beschrijven van Gods Woord niets menselijks versmaad om tot orgaan te dienen van het goddelijke. Geschriften van profeten en apostelen zijn niet ontstaan buiten, maar uit en in historie' (GD I, 469). Dit is moeilijk op formule te brengen. Misschien moeten we het ook niet proberen. Als de zaak maar duidelijk is. Wij gaan uit van de Schrift zoals zij tot ons gekomen is: ods getuigenis dat eeuwig zeker is. Maar het heeft de Heere behaagd ons de Schrift te geven door de dienst van mensen in een lang proces van ontstaan; mensen die in hun tijd en hun wereld spraken en schreven; mensen die vaak geschreven hebben op grond van eigen historisch onderzoek (vgl. Luc. 1 : 1-4); mensen die zelf in een traditie stonden. Natuurlijk, men kan zo nadruk leggen op de zg. menselijke factor dat men te kort doet aan het openbaringskarakter. Maar men verschraalt het werk van de Geest wanneer men voorbijgaat aan zijn gang in de geschiedenis m.b.t. Gods openbaring en de totstandkoming van de H. Schrift.
Daarom meen ik dat Gereformeerd Schriftonderzoek (zo u wilt bijbelgetrouw onderzoek) gebruik kan maken van de methoden van de bijbelwetenschap onder volstrekte afwijzing van de filosofische vooronderstellingen. We mogen gebruik maken van methoden, zoals de Israëlieten Egypte uittrokken met de zilveren en gouden vaten van de Egyptenaren. Zo maakte Bucer b.v. gebruik van rabbijnse bijbeluitleg met verwerping van hun ideeën. Het is te vergelijken met de wijze waarop de dogmatiek zich bedient van filosofische begrippen… zonder de inhoud over te nemen. Het zijn deze principes die m.i. ook achter 'Tekst voor tekst' liggen, waarbij de veelheid van auteurs schakering onvermijdelijk maakt. Er is vrijheid van exegese.
Het is een wonder dat in deze tijd de belangstelling voor het Boek der boeken levend is. Dat is voorrecht en genade. Er is tegen de secularisatie immers maar één wapen: de Schrift. Exegese mag de rijkdom van de Schrift laten zien. Juist een kritisch omgaan met resultaten van moderne bijbelwetenschap kan ook vvinst betekenen. We hebben elkaar daarin nodig.
Vandaar dat de redactie gestreefd heeft naar een brede opzet binnen een duidelijk aangegeven raam. Laten we niet onze krachten versnipperen door ons te verliezen in bijkomstigheden, wantrouwen en verdachtmaking. Maar gezamenlijk aan het werk blijven. Er staat veel op het spel. Het gaat om de toekomst van een samenleving waar ontkerstening voortgaat. Hier is sprake van cultuuropdracht. Bij alle accentsverschillen hebben we elkaar nodig en dienen we elkaar te zoeken. Om zo kerk en volk te mogen dienen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1987
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's