Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik had u toch geplant!'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik had u toch geplant!'

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Ik had u toch geplant, een edele wijnstok, een geheel getrouw zaad; hoe zijt gij Mij dan veranderd in verbasterde ranken van een vreemde wijnstok? ' Jeremia 2:21

In de komende weken, hopen wij met elkaar te gaan luisteren naar de stem van de profeet Jeremia. Nu ja, eigenlijk zeg ik dit verkeerd, wij hopen te gaan luisteren naar de stem van de Heere, en Jeremia mag de vertolker zijn van deze stem. Jeremia, een jonge man uit Anathoth, een plaatsje ten noord-oosten van Jeruzalem. Hij zal ongeveer twintig jaar oud zijn geweest, toen hij door de Heere geroepen werd tot Zijn heilige dienst. Reeds voor hij geboren was had de Heere hem al voorbestemd om profeet te worden. En al voert Jeremia aan veel te jong te zijn om in zo'n verantwoordelijk, gewichtig ambt te moeten staan, de Heere roept hem toe op te houden met het bedenken van allerlei tegenargumenten, maar spreekt tot deze jongeman, die verteerd zal worden door de dienst aan Hem, dat hij bekwaammakende genade zal ontvangen om zijn zware taak ten uitvoer te brengen. 'Jeremia, Hij die u roept is getrouw. Die het ook doen zal!' En dan wordt die jongeman weggeroepen uit de geborgenheid en veiligheid van het kleine Anathoth om te gaan naar Jeruzalem en deze stad Gods aan te zeggen haar schuld en ongerechtigheid! En straks zullen uit zijn mond woorden van oordeel en gericht over land en volk klinken. Wat moet het een zware dienst voor Jeremia zijn geweest. Hij was een zoon van het volk van God, hij was als rechtgeaarde zoon met alle vezels van zijn ziel met dat volk verbonden! En wde spreekt dan graag de vloek uit over hen die hij liefheeft? Vele eeuwen later zal de 'Rechtgeaarde Zoon van God' met een stem verstikt door tranen het uitroepen over diezelfde stad: 'Jeruzalem, Jeruzalem, gij die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn! Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijk een hen haar kuikens bijeenvergadert onder de vleugels; en gij hebt niet gewild'. Zou de Heere Jezus hier niet ook gedacht hebben aan Jeremia? In onze tekst wordt Jeruzalem vergeleken met een wijnstok, een wijnstok echter, die ontaard, die verbasterd is. Elke wijngaardenier zal ons kunnen vertellen wat een verbasterde wijiistok, een verbasterde rank is. Hij zal ons zeggen dat zo'n wijnstok eerst goed geweest is, ja, dat het een edele wijnstok was, waarvan hij in het begin de heerlijkste, de prachtigste vruchten geoogst had. Maar na verloop van een aantal jaren verminderde de opbrengst van de oogst, de druiven werden al zuurder en kleiner, ja, tenslotte kwam het vruchtdragen zelfs geheel tot stilstand. En ook al maakte de wijngaardenier zich najaar op najaar op om de oogst binnen te halen, het was tevergeefs. Welke zorg hij ook aan de wijnstok en de ranken besteedde, wat eens een edele wijnstok was. was verworden tot een wirwar van verwilderde ranken. En ik hoor boven onze tekst de echo van het woord van de profeet Jesaja uitklinken: 'In plaats van goede druiven, brengt hij stinkende druiven voort', hoor ik de droeve klacht van de Wijngaardenier: 'Ik had u toch geplant? ' Deze verwildering en verbastering nu wordt helaas gevonden in het leven van het volk van Juda, vandaar dat Jeremia de opdracht krijgt te gaan profeteren tot dat volk. rhaar deze stem van Jeremia is ook nu. anno 1987. van niet minder grote actualiteit! En nu moet u goed begrijpen, iets kan alleen maar ontaarden, verbasteren, als het voorheen edel en zuiver was. waarvan men terecht veel verwachten mocht. Dat zien we zo heel duidelijk aan het volk van Juda. waarover in onze tekst gesproken wordt. De Heere had dit volk van Hem met tere. liefdevolle zorg geplant in een wel toebereide wijngaard, het land van de belofte, met trouwe zorg had Hij Zijn volk omringd. Wat had Hij er alles aan gedaan opdat het volk als een edele wijnstok de wijngaard. Kanaan. zou maken tot een lusthof, tot een sieraad voor Hemzelf zoals een bruid versierd is voor haar Bruidegom! Maar in plaats daarvan verwisselde het volk vrijwillig en moedwillig haar bruiloftskleed voor de heidense klederen der ongerechtigheid. En een stem wordt gehoord in Juda. een klacht in Jeruzalem: 'Maar mijn volk wil niet naar Mijn stemme horen. Israël heeft verlaten Mij en Mijn geboón. het heeft zich andere goón naar zijn lust verkoren. De bruid des Heeren gaf haar hart aan de heidense afgoden, ging eigen gekozen wegen. In plaats van zichzelf rein en zuiver te bewaren en de vreze des Heeren te betrachten, zonk zij weg in de diepe put van afgoderij, hoererij en onreinheid! 'Ik had u toch geplant!' Wat eens een edele wijnstok was, een geheel getrouw zaad. is verworden tot een verbasterde rank van een vreemde wijnstok. Eens is dit woord gesproken tot Jeruzalem, maar geldt dit woord ten diepste niet ons allen? Eens heeft de Heere de mens geplant in een weltoebereide hof, die. zoals Hijzelf betuigde zeer goed was. O, de eerste vruchten die werden voortgebracht waren heerlijk en zoet. In volkomen harmonie leefde de mens met z'n Schepper! Maar de mens zei de dienst aan de Heere op en trad toe tot de slavendienst van de vorst der duisternis. De mens ontaardde, verbasterde. Van een zoon. een dochter werd hij. werd zij een bastaard! 'Ik heb u toch geplant!' Is het. en ik zeg het met veel schroom, is het met de Kerk van de Reformatie veel anders gegaan dan zoals het ging met het volk van Juda. met de mens. met u en mij? Hoe scheen in de begintijd van de Reformatie het licht van het Woord helder en stralend! Is de kerk echter getrouw gebleven aan haar heilige roeping! Is zij nog een geheel getrouw zaad dat vruchten zal geven op zijn tijd? Is zij een zoutend zout. een lichtend licht? Hebben wij de Schrift niet onderworpen aan ons eigen denken en kennen en kunnen? Hoe zien we dat almaar meer de waarheid prijsgegeven wordt aan het moderne denken en theologiseren! Wat een troost voor miljoenen is geweest de eeuwen door. een Lamp voor de voet. een Licht op het pad. wordt door allerlei rapporten gedegradeerd tot een aardig, romantisch verhaal waar een ieder mee kan en mag doen wat hij of zij wil! "Ik had u toch geplant!"

Horen we de stem van de Heere, lezer, lezeres, gemeente, kerk? De boetgezant van het Oude Testament heeft niets aan krachtige vermaning en waarschuwing ingeboet. Als wij de Heere Jezus Christus door genade hebben mogen omhelzen als onze Middelaar en Verlosser, geldt het ook van ons: 'Ik heb u toch geplant!'

Hoe staat het met u, met jou? Moet u het tot uw schaamte en schande belijden: "t Is niet meer als vroeger'. Geldt het van u: 'U hebt de eerste liefde verlaten? ' Mag ik u in herinnering brengen de zoete vrede, die u mocht smaken, de stille diepe godsvrucht in uw hart toen de Heere Zich aan u openbaarde in de Zoon van Zijn liefde als uw Zondevernieler, uw Redder, uw Vrijspraak! Hoe heilig, teer was uw verborgen omgang met de Heere. Hoe was Zijn Woord uw spijze dag en nacht. En hoe was het uw enige bede: 'Heere, tot Wien zou ik heengaan. Gij hebt de woorden des eeuwigen levens!' U mocht uw hemelhoge schuld verzoend weten in het bloed van het Lam Gods! Ja, ik, onwaardige, een planting van U! En nu? Geldt misschien van u, van jou: ontaard! verbasterd! O, wat kan de duivel, de wereld en ons eigen hart, ook na ontvangen genade ons aftrekken van de Heere en van Zijn dienst! 'Ik had u toch geplant!' Dit woord mocht ons allen, persoonlijk, als gemeente, als kerk maar tot verootmoediging brengen, als wij het moeten erkennen: 'ontaard, verbasterd'. Ja ik. ja wij! En de bede mocht geboren worden: 'Och. wierd ik derwaarts weer geleid! Dat kan die Geest, die een bastaard kan herscheppen tot een zoon, een dochter, tot een kindC Dat kan die Geest, die een verbasterde wijnstok opnieuw kan maken tot een edele wijnstok, een geheel getrouw zaad. dat vruchten voortbrengt tot verheerlijking en eer van de Heere. Dit lot is u beschoren, zo gij. met diep ontzag naar 's Heeren wet opnieuw gaat horen! Voor u zal dag aan dag. het heil uit Sion vloeien!

Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1987

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Ik had u toch geplant!'

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1987

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's