Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen blijvende stad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen blijvende stad

6 minuten leestijd

Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. Hebreeën 13 : 14

Op de drempel van oud en nieuw nemen wij ook de drempel van het huis Gods. De Heere is immers een Toevlucht van geslacht tot geslacht. En bij de wisseling van jaren beseffen wij de vergankelijkheid der dingen.

Oudejaarsavond staat in eeuwigheidsperspectief Het nieuwe jaar ligt als een onbetreden sneeuwveld voor ons. Waarheen gaat de reis van ons leven? Zal 1988 ons laatste jaar zijn? Wij hebben hier geen blijvende stad.

Wij zitten zo vast aan het aardse leven, aan het hier en nu, dat wij voortdurend losgemaakt moeten worden. Onze eeuwige toekomst moet ons telkens opnieuw onder ogen worden gebracht. Onze stad hier is niet blijvend. De apostel gebruikt het beeld van de stad. Om dat te verstaan, is het van belang te weten tot wie dit schrijven is gericht. Aan de Hebreeën.

Hebreeën, dat zijn joden, die Jezus als de Messias, de Christus leerden kennen. Ingeënt als levende ranken in de Ware Wijnstok. Christenjoden. Geen blijvende stad. In dit verband kan er maar één stad bedoeld zijn. Dat is de plaats die God Zich ter woning heeft verkozen: Jeruzalem. De stad waarvan de vaderen zongen: Jeruzalem, dat ik bemin...

In Jeruzalem stond de tempel. En in de tempel het altaar. Daar werd de dienst der verzoening verricht. Sion, dat is de plaats van het offer. Jeruzalem is de plaats waar de Grote Verzoendag werd gevierd. Op die dag offerde de Hogepriester het zondoffer. Terwijl van veel andere offers ook het vlees werd verbrand, mocht van dit offer alleen het bloed worden binnengedragen. De rest van het geslachte dier, het vlees, de huid en de mest moest buiten de poort worden gedragen en buiten de stad verbrand (Lev. 16). De zonde van het volk werd weggedaan.

In dit verband zegt de apostel: wij hebben hier geen blijvende stad. Blijkbaar leefde het heimwee nog naar de tempel en naar de stad. Hebreeën, verwacht het daar niet meer van. U weet toch van Christus? Hij is op DE Grote Verzoendag als de Grote ' Hogepriester met Zijn eigen bloed ingegaan in het binnenste heiligdom. En zoals het zondoffer eertijds de stad werd uitgedragen, zo heeft ook Christus buiten de poort geleden.

In Christus is er verzoening. De stad, de tempel en het offer zijn voorbij. Het voorhangsel in de tempel is gescheurd.

Geen blijvende stad, dat zet ons op het spoor van de prediking van Christus. Christus alleen! Hij is de Hogepriester naar de ordening van Melchizedek. Hij heeft een verse en levende weg geopend door Zijn bloed. Hij is de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Hij is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid.

Op de drempel van oud en nieuw komt het op één ding aan. Voor wiens rekening staan wij? De balans van 1987 laat rode cijfers zien. Kerkelijk, persoonlijk. Er is alleen verzoening te vinden in Christus' bloed. Buiten Christus is geen leven... Als eens Zijn Dag komt, dan valt de nacht over deze wereld en over allen die deze wereld hebben liefgehad tot het einde.

Wij hebben hier geen blijvende stad! En daarom zoeken wij de toekomende.

De toekomende stad. Johannes op Patmos mocht er al iets van zien. Het nieuwe Jeruzalem, nederdalende uit de hemel van God. De straten van goud de poorten als paarlen gelijk. De Hèere Zelf is haar licht. Eén ding ontbreekt: de tempel. Het Lam Zelf is haar tempel. Wij zoeken die stad. Zoeken wij die? Wij leven midden in de wereld, en wij zitten alle vezels van ons bestaan aan deze wereld vast. Wij laten het hier en nu niet los, tenzij de Heere ons trekt en onze ogen richt op de toekomende stad. Dat is bekering. Voelt u Zijn trekkende liefde niet in Zijn Woord?

De zoekers van deze stad, dat zijn degenen die tot Christus zijn uitgegaan. Zo laat ons dan tot Hem uitgaan, buiten de legerplaats. Zijn smaadheid dragende. Daar hebt u het beeld van de pelgrim. Zijn smaadheid dragende. Geen plaats voor Hem, geen plaats voor hen. De Vreemdeling van Galilea ondervond smaad en haat. Zullen zij u niet haten? Zij zijn niet van de wereld, anders zou de wereld hen liefhebben. Niet klagen dan, maar dragen.

Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden, Fil. 1 : 29. Een christen is een vreemdeling, de wereld zegt: en zonderling. Een christen is hier ten diepste niet thuis, omdat zijn thuis elders ligt. Zo kunnen wij hunkerend verlangen naar de toekomende stad. Niet vanwege de straten van goud, maar om Hem, Die ons is voorgegaan, de Hemelse Hogepriester.

En waar mijn schat is, daar zal ook mijn hart zijn.

Laat ons dan tot Hem uitgaan. We zijn zo traag, zo aardsgezind. Wij worden van het zoeken zo moe. Hoevelen zijn niet vergeten dat ze op doorreis zijn naar hun eeuwige bestemming?

Het is profijtelijk voor ons om herhaaldelijk heen en weer geschud te worden, omdat wij geneigd zijn tot traagheid en luiheid. Opdat wij, die teveel geneigd zijn om te zien op de dingen beneden, het mogen leren onze ogen op te heffen naar de hemel (Calvijn).

Intussen hebben wij onze taak. Als vader van ons gezin, als werkgever of werknemer, op school of thuis. Dat is zelfs onze Goddelijke roeping. En toch bezitten wij deze aarde als niet bezittende.

Relinquenda. Je ziet het soms op huizen staan. 'Dat weer verlaten moet worden' betekent dat. Dit huis moet weer verlaten worden. Mijn werk moet weer verlaten worden. Dit leven moet weer verlaten worden. Hier beneden is het niet. Wij zoeken de toekomende stad.

Is dat een onzeker leven? Een leven van altijd zoeken en nooit vinden? Nee, want in dit zoeken ligt het vinden besloten.

De toekomende stad heeft een vast fundament: Jezus Christus en Die gekruisigd. De

Hogepriester Zelf heeft een verse en levende weg tot die stad gebaand. Het is immers Grote Verzoendag geweest. En daar ligt de vaste grond. Niet in ons zoeken, maar in Gods trekken. Maar dan is het ook zekerder dan zeker: Al Gods pelgrims komen thuis.

Kom dan, ga met ons en doe als wij. Blijf niet achter. Slaap niet door. Wij hebben hier geen blijvende stad. Laat ons tot Hem uitgaan!

Wat een dag, als Gods vreemdelingen het Nieuwe Jeruzalem mogen betreden.

Hoe dat zal zijn? Wij weten het niet. Het zal alles nieuw zijn.

Als goud de portalen zijn, hoe zullen dan de zalen zijn?

Jeruzalem dat ik bemin, wij treden uwe poorten in.

Gaat u mee? Ga jij mee? Het is tijd. Hoog tijd.

Want wij hebben hier geen blijvende stad, daarom zoeken wij de toekomende.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1987

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's

Geen blijvende stad

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 december 1987

De Waarheidsvriend | 22 Pagina's