Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. G. Puchinger, Kuyper-herdenking 1987 (de religieuze Kuyper), uitg. Kok, Kampen, 56 blz., ƒ 12, 50.

Dit kleine boekje biedt erg veel. Je zou het een introductie kunnen noemen tot vooral de religieuze Kuyper. Het bevat een bundeling van vijf opstellen en lezingen die dr. Puchinger hield in het jaar waarin de honderdvijftigste geboortedag van Kuyper werd herdacht (1987). In elke lezing of elk artikel valt wel de naam van het Betuwse dorp Beesd. Daar is de religieuze leider van de 'kleine luyden' tot het 'echte en ware' leven herboren. Hoe men over Kuyper en al zijn acties ook moge denken, zijn verworteling in de religie is bepalend gebleven heel zijn leven. De citaten uit Kuypers Confidentie maken indruk. Indruk maakt ook Kuypers grootheid door vasthoudend contact te zoeken in zijn eerste gemeente met hen die hun geestelijke voedsel niet zochten onder zijn prediking maar in de conventikels waar men geschriften van 'oud-vaders' las. Predikanten kunnen zo snel geïrriteerd raken als iemand ook maar iets durft te zeggen over de inhoud van de prediking. Mensen worden genegeerd of zelfs uit kerkeraden weggewerkt omdat ze het 'aangedurfd' hebben de weleerwaarde academicus enige kritische vragen te stellen over diens opvattingen. Kuyper echter zocht het 'oud-gereformeerde' volk op, ook al weigerde één van hen hem de hand als predikant en kon ze hem slechts begroeten als mens (Pietje Baltus). God zegende deze betoonde ootmoed met Zijn genade die ook Kuyper diep in het hart zonk. Puchinger stelt de nazaten van Kuyper soms ontdekkende vragen. Met welke Kuyper houden wij het vandaag? Met die van voor Beesd of die van na Beesd? Zou Kuyper zich vandaag nog thuis voelen aan de universiteit die hij oprichtte, in de partij die hij als voorman diende, in de kerk die door zijn toedoen ontstond? Zou hij er het volk nog vinden om wie het hem in alles steeds begonnen was? In dit verband roert de schrijver ook het Samen-op-Weg proces aan. Zij die zo ijveren om de voortgang van dit proces (en dr. Puchinger juicht dat toe!) mogen in hun haast en ijver niet de Gereformeerde Bond vergeten. Zij staan in confessionele ernst dichter bij Kuyper dan menige nazoon van Afscheiding en Doleantie voor wie leervrijheid en tuchtvrijdom geen problemen meer zijn. Samen-op-Weg zal pas zin hebben, aldus Puchinger, als ook de kleinere confessionele gemeenschappen (Ger. Bond, verontruste Gereformeerden, Chr. Geref, Vrijgemaakten, Ned. Geref en Geref Gemeenten) aanvaard worden als volwaardige deelgenoten van het Evangelisch belijden waarmee zowel de Hervormde als de Gereformeerde kerken in hun ontstaan verbonden waren. Een boekje dat mij over de streep trok om het eerste deel van Puchingers' biografie over dr. Abraham Kuyper aan te schaffen en te gaan lezen. We hopen dat hij de tijd vindt deze biografie te voltooien.

J. Maasland

C. E. M. Struyker Boudier, Wijsgerig leven in Nederland en België, 1880-1980, In Godsnaam, Ambo, Baarn, 366 blz.

Dit is het derde deel van de studies van de schrijver over het wijsgerig leven in Nederland en België gedurende de laatste 100 jaar. Prof Struyker Bouder (Nijmegen) heeft eerst een deel laten verschijnen over de Jesuieten (1985), daarna over de Dominicanen (1986), en nu over de Augustijnen, de Carmelieten en de Minderbroeders, die hij in dit deel niet op één hoop gooit maar wel bij zijn historische behandeling in één greep neemt.

Wat van de vorige delen gezegd werd kan ook van dit deel gelden: het is bijzonder nauwge­ zet werk. De schrijver volgt namen en ontwikkelingen op de voet, karakteriseert publicatie op publicatie, en voegt aan het geheel niet alleen een personenregister toe, maar ook een geschriftenregister wat de veelheid van zorgvuldig bijeengegaarde informatie bijzonder toegankelijk maakt.

Vooral het vierde, vijfde en zesde hoofdstuk hadden mijn aandacht. Ieder van de drie orden op eigen wijze bezig zich te ontwikkelen naar de eigen tijd toe. Een baringsproces waarbij men de moederschoot van de neoscholastiek verlaat en de aansluiting zoekt bij de moderne wijsbegeerte. Bij de Augustijnen via grote verwarring, bij de Franciscanen via een veel duidelijker zelfcorrectie, en bij de Carmelieten via een blijvende concentratie op de concrete dienst aan de naaste.

Deze studie hoort tot de onmisbare naslagboeken voor wie zich met een concreet onderwerp bezighoudt dat betrekking heeft op het roomskatholieke leven van de laatste 100 jaar. De wijsgerige excursen er tussendoor, zoals over Augustinus, Spinoza, Kierkegaard en Newman zitten er wat verstopt tussen, en dienen om ontwikkelingen te adstrueren. Het zijn dan ook geen verkapte essays geworden. Het boek is door en door historisch van opzet gebleven. Dat is de schrijver niet aan te rekenen, maar soms vond ik dit gewoon jammer.

S. Meijers

H. G. de Graaff, Zalving met de Heilige Geest. Serie Pasmunt. Uitgeverij De Groot Goudriaan, Kampen 1988, 74 blz., ƒ12, 75.

De auteur geeft in een zevental hoofdstukken een weergave van het geloofsleven. De titels geven dit vanzelf aan. Vanwaar komt zulk een geloof? Zijt getrouw tot de dood. De Gezalfde en de gezalfden. Omgang met God. Gods gebod en onze situatie. Geloofsgroei. Leven met de Geest.

Het is de bedoeling van de schrijver de zalving met de Heilige Geest expliciet aan de orde te stellen. Daarnaast wenst hij de jongeren, die belijdenis van het geloof afleggen, er bij te bepalen dat het werk van de Heilige Geest veel breder is dan het leiden tót Christus en het verbinden met Hem. Christus wil ons, naar zijn belofte, zalven met de Heilige Geest. De lezer wordt gevoerd langs het thema van de kerkverlating, die een gevolg is van de Godsverduistering (11).

Opmerkelijk is de aandacht voor de pendelbeweging, van omgang met God naar christelijk leven in deze wereld èn omgekeerd. Bekwaammaking is nodig om in die pendelbeweging te leven. Wij dienen toegerust te worden om echt met Christus te mogen omgaan èn wij moeten geholpen worden om als Christen te leven (24). Zalving met de Geest is niet een extra gave voor enkele bevoorrechte christenen. ledere gelovige behoeft die zalving. Vervolgens fundeert de schrijver dit met een heldere Schriftuitleg (25-35). Geheel toepasselijk komt dan een praktische uiteenzetting van deze zalving voor het dagelijks leven in de omgang met God. Geen wonder dat het leven met God bij ons telkens op allerlei voorvragen stuit. Daar zit vaak achter een poging om ons te onttrekken aan de concrete gehoorzaamheid. Het is moeilijk om praktikaal de wil van God te weten te komen. Indachtig zijn en aandachtig zijn voor het Woord van God kan ons daarbij helpen. De zalving brengt ons somtijds tot de aanvaarding van een compromis (51-54). De geloofsgroei van een Christen kent naar twee zijden groei. Naar omlaag en naar omhoog. Meer levensverbinding met Christus en onlosmakelijk daaraan verbonden het voortbrengen van vruchten (62). De Heilige Geest is het bruidsgeschenk. De Geest houdt als een vuurhaard het verlangen naar de Bruidegom wakker. Helaas horen wij over 1 Corinthe 12 niets. Met de opsomming van deze themata willen wij de lezer een indruk geven van de rijke verscheidenheid, die dit boekje aan de orde stelt op het punt van de Geest. De auteur wil niets liever dan de lezer daarvan doordringen. Hij streeft er naar wanbegrippen te bestrijden. Met name betoogt hij hoe het er in de omgang met God op aan komt allereerst naar God te luisteren, in plaats van te zeggen dat God niet antwoordt. De Graaff schroomt niet in heldere taal de oude klassieke dingen over oorsprong van het geloof, geloofsvolharding en wasdom in het geloof aan de orde te stellen. Als zodanig vindt de lezer hier grondige voorlichting, hoe beknopt het boekje ook is.

Op dit punt is evenwel ook kritiek geoorloofd. De kompositie van - het geschrift achten wij niet de sterkste zijde. Het wervelt alles dooréén. Oorsprong en wasdom van het geloof wordt onderscheiden. Maar sluit het leiden tót Christus en het verbinden mèt Hem nu niet vanzelf in het zalven met Hem? Daardoorheen is de pastorale toon telkens hoorbaar. Zo komt een veelheid aan de orde, die de helderheid schade doet. Wij vragen ons dan ook af of de zalving met de Heilige Geest nu zo zeer expliciet moet worden gesteld. Goed, het is een bijbels begrip. Maar wanneer de zalving nu als principium divisionis aan de orde was gekomen, zou de orde klaarder doorbreken.

Wij denken daarbij bijvoorbeeld aan deze orde: oorsprong, betekenis, beleving en vrucht van de zalving.

Maar ja, dat zijn nu eenmaal onze gedachten. Wij bewonderen de pastorale toon. De schrijver beleeft zijn onderwerp. Het boekje zet aan het denken. Mij dunkt, er zit in de stof voldoende ruimte oin een breder geschrift te presenteren, maar dan strakker opgezet.

Hartelijk aanbevolen voor peinzende lezers.

A. v. Br.

Ds. J. D. Barth, Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, uitg. Kool, Veenendaal, 426 blz., ƒ 49, 95.

Ds. Barth was vóór de Tweede Wereldoorlog een bekend predikant in de Gereformeerde Gemeenten. Eerst echter was hij een 18-tal jaren predikant in de Chr. Geref kerken en begonnen in Sliedrecht (1910). In 1928 legde hij in deze kerken zijn ambt neer en onttrok zich aan de genoemde kerken 'daar ze zich in een richting begaven, al meer en meer afglijdend van de aloude, bevindelijke waarheid'. Hij zocht toenadering tot de Gereformeerde Gemeenten en werd toegelaten en beroepbaar gesteld. In deze gemeenten nam hij, zoals al gezegd, een grote plaats in. Was jarenlang een bekend medewerker aan De Saambinder, hield zich intens bezig met de SGP, werd zelfs benoemd tot docent aan de Theologische School.

Als zodanig is hij echter niet meer werkzaam geweest vanwege een zwakke gezondheid. Hij overleed in 1942 op het station van Rotterdam-Feyenoord aan een hartstilstand onderweg naar Katwijk voor een preekbeurt. Het boek over de Ned. Geloofsbelijdenis is een tweede druk. Kennelijk is er nog vraag naar deze toelichting bij dit belijdenisgeschrift. Het is een vrij dogmatische, leerstellige uitleg die ds. Barth geeft. Grondig en degelijk wordt getracht het reformatorische gehalte van dit belijden aan te geven. Het vereist wel de nodige kennis al was het alleen maar van het begrippen-materiaal dat wordt gebruikt.

Echt een studieboek voor hen die willen onderzoeken wat de inhoud van de Confessie Belgica is gelezen door iemand die de inhoud van dit geschrift geheel voor z'n rekening neemt. De uitgever heeft er een fraaie uitgave van gemaakt qua vormgeving: je hebt echt een boek in je handen. Aan ds. J. van der Haar is gevraagd een register samen te stellen van namen, van aangehaalde bijbelteksten en van citaten uit belijdenisgeschriften en D.K.O. Zo'n register verhoogt de waarde en bruikbaarheid van dit boek zeer. Mocht er ooit nog een herdruk nodig zijn, dan moet de uitgever twee merkwaardige drukfouten uit de inhoudsopgave verwijderen.

J.M.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's