Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de erve der vaderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de erve der vaderen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk en Samen op Weg, ir. J. van der Graaf, Kampen 19 Prijs f 19, 90

Inleiding

In de Reformatiereeks — een reeks boeken die vanuit het reformatorisch belijden allerlei aktuele thema's aan de orde stelt — is een nieuw deel verschenen (nr 24). Het is van de hand van Ir. J. van der Graaf, algemeen secretaris van de Ger. Bond in de N.H. Kerk en draagt als titel: Om de erve der vaderen. Het boek, mede leesbaar en betaalbaar vanwege zijn bescheiden omvang (111 blz.) bevat een bundeling artikelen en referaten, die de auteur schreef en hield inzake het proces Samen op Weg. Als lid van de Raad van Deputaten Samen op Weg (S.o.W.) is hij zeer nauw bij dit proces betrokken en heeft hij mede daarom aanleiding gevonden om vanuit het gereformeerde belijden zijn visie en die van het Hoofdbestuur van de Ger. Bond op S.o.W. te geven. De taal van de schrijver is, zoals we dat van hem gewend zijn, duidelijk en functioneel. Wanneer dan ook op de achterwijze van het boek gezegd wordt dat dit boek op uitstekende wijze informatie geeft inzake S.o.W., is daarmee niets teveel gezegd.

De inhoud

Na een 'ten geleide' volgt eerst een algemeen artikel over de beweging S.o.W. en in het bijzonder de positie van de Ger. Bond daarin. Het is geen geheim dat de Ger. Bond de 'huidige' samenwerking niet begeert om redenen van principiële aard, namelijk vanwege de zorg om de plaats van de belijdenis in dit proces van éénwording (13). Er is beduchtheid dat de reformatorische erfenis van de kerk wordt prijsgegeven (idem). Anderzijds is er een dure plicht zich niet te onttrekken aan de verantwoordelijkheid ten aanzien van het geheel van de kerk. Het is dan ook de taak van de herv. gereformeerden om zich ook in het proces S.o.W. in te zetten voor het ­ voortbestaan van de N.H. Kerk als vaderlandse kerk en voor een duidelijk norma­ 88. tieve plaats daarin van de klassieke belijdenis der Reformatie (16).

Daarna volgt een artikel in RES Theological Forum, febr. 1986, getiteld: De Ger. Bond in de N.H. Kerk en S.o. W. Hier vinden we informatie over het ontstaan en de doelstelling van de Ger. Bond en een kritische beschouwing van de ontwikkelingen in de Geref. Kerken. Vooral de in deze kerken vigerende opvatting van een dynamische binding aan de belijdenis biedt ongeoorloofde ruimte ^ m van de confessie af te wijken.

Het derde artikel gaat in op de vraag hoe de Ger. Bond staat tegenover de visie van A. Kuyper op de kerk (artikel in Radix en de Waarheidsvriend, 1987). A. Kuyper wordt getekend als de grote strateeg van de Doleantie (31). Bij hem wordt de kerkvernieuwing beheerst door aktie, planning, strategie. Kuyper achtte zich wel gebonden aan de belijdenis van de kerk der Reformatie, maar niet aan haar geschiedenis. Binnen de herv. gereformeerden leeft de overtuiging dat de Doleantie is mislukt, daar ze geen herstel heeft ge-' bracht van de vaderlandse kerk. Schuldbesef daarover is nauwelijks nog te vinden (idem).

Een op de aktuele stand van zaken toegespitste visie vinden we in het volgende hoofdstuk: Samen op weg, een positiebepaling (Referaat gehouden op de jaarverga-1 dering van de Geref. Bond in 1985 te Nijkerk).

Het proces van S.o.W. dat onomkeerbaar is, is naar het gevoel van de auteur teveel van bovenaf opgelegd. Het komt niet echt op vanuit de gemeenten. Is het eigenlijk wel een Geestelijk proces? Niettegenstaande deze kritische vragen blijft onverlet het besef van medeverantwoordelijkheid. Als er 'nee' gezegd moet worden te-, gen het proces S.o.W., dan altijd een 'nee, , tenzij'. Ook wordt heel duidelijk de hand , in eigen boezem gestoken.

In 1986 hield ir. J. van der Graaf een refe-, raat op de jaarvergadering van de Geref. - Bond onder de titel: Doleantie en schuldbelijdenis. Vanuit het verbond ontkomen we niet aan de schuldvraag. Wij en onze vaderen hebben gezondigd is een bijbelse waarheid (50). Helaas vinden we dat besef vandaag nauwelijks. Nazaten van Kuyper voelen daar ook niet voor. Hier speelt heel duidelijk een verschil in kerkbesef race, zoals dat in de tijd van de Doleantie ook al speelde tussen Kuyper en Hoedemaker (58). In 1987 (jaarvergadering van de Geref. Bond) volgde het volgende referaat, getiteld: A'Ö de staat van hereniging. Gepleit , wordt voor een garantie dat gemeenten die • niet mee kunnen gaan met S.o.W, hun vrijheid blijven behouden en niet in een isolement terecht komen. Moeten deze gemeenten een 'Unie van gemeenten' vormen? Weer wordt er de nadruk op gelegd dat wij als hervormd gereformeerden zelf moeten haken naar waarachtige vernieuwing van de kerk (75).

Tenslotte volgt het (hoogstaand) referaat Om de erve der vaderen, gehouden op de vergadering van de Herv. Ger. ambtsdragers, najaar 1987 in Bameveld. Fundamentele noties inzake S.o.W. worden opnieuw gestipuleerd. Afgewezen wordt de mentaliteit van het slaan van 'spijkers met koppen'. Laten we het veel meer van onze trouwe Verbonds-God verwachten (85). Onze kracht ligt niet allereerst in het nee tegen S.o.W. maar in het ja tegen de confessie (92). Op deze vergadering werd een Manifest opgesteld, waarover uitvoerig in dit blad is geschreven. Als bijlage, naast andere, is het manifest achter in dit boek : opgenomen.

De Bond en het verbond

Dit boekje is om meer dan één reden belangrijk. Eén ervan willen we nu naar voren halen. De Ger. Bond wijst in haar spreken over het proces S.o.W. voortdurend op haar verantwoordelijkheid voor de vaderlandse kerk of de kerk der vaderen. Veel mensen, in en vooral buiten de Herv. kerk verstaan dat 'Anliegen' niet. Men vindt dat een stuk romantiek, een drome-; 'i rij ten aanzien van het verleden dat voorgoed voorbij is. Of men acht deze gedachtengang, zoals ds. Tj. Boersma, een 'menselijk gedachtenspinsel', waarmee men 'afgoderij' kan bedrijven (61).

Wat nu zo heel duidelijk uit de verf komt ; in dit boek is dat de zorg om het voortbe-' staan van de vaderlandse kerk met deze verwijten niets te maken heeft. Er is bij de hervormd gereformeerden een hoge eerbied voor het verbond van God, zoals dat zichtbaar is geworden in de 'planting' van de Gereformeerde kerk hier ten lande in de zestiende eeuw. Dat is maar geen historische toevalligheid, maar daarin licht Gods hand op. Dat deze kerk de vaderlandse kerk genoemd wordt, of de kerk der vaderen of de 'erve der vaderen' betekent dat men de unieke waarde ziet die deze . kerk heeft gehad voor ons volk in de loop i.; der eeuwen. Zonder het bestaan van deze kerk zou de geschiedenis van ons volk 'totaliter aliter' geweest zijn. Het gaat dus niet om de Ger. Bond, maar om het verbond van God. Om Zijn trouw. Vanuit dat besef kunnen de hervormd gereformeerden niet ja zeggen tegen een proces dat het hart uit het verbond, dus uit de kerk, dus uit het volk wegsnijdt. Namelijk de gereformeer­ de belijdenis. Beter gezegd de religie van de belijdenis. D.w.z. het leven uit de belijdenis. Anderzijds kunnen de hervormd gereformeerden onmogelijk ja zeggen tegen de overmoed om de herv. kerk der vaderen, hoe verworden ook, vaarwel te zeggen. Daarin zien zij een hoogmoedig aantasten van het verbond van God met ons volk, met de kerk onder dat volk. Een ontlopen van de solidariteit in de schuld. Vandaar de overtuiging te moeten blijven staan in de worsteling van de kerk, de worsteling om S.o.W. Je niet durven onttrekken aan de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het verbond. Dit is een dubbele lijn die door heel dit boek heenloopt. Ik acht het een gouden lijn.

Over weglopen gesproken... iemand uit mijn voorgeslacht woonde in de vorige eeuw in een vrijzinnige gemeente met een moderne predikant. Ten tijde van de Doleantie kwam iemand op bezoek die zei: ga je mee onder het hervormde juk vandaan? Het antwoord luidde: goed broeder, maar niet eerder dan nadat wij hier samen onze knieën gebogen hebben en net zo lang bidden tot God onze predikant bekeert. Nu... dat was niet de bedoeling van de gast. Hij was snel verdwenen.

De hand in eigen boezem

De Hervormd Gereformeerden wordt nog al eens een houding van hoogmoed verweten in haar opstelling in S.o.W. Nu is dat een groot gevaar, waarvoor we bewaard moeten worden. Maar wie van mening is dat de houding van de Ger. Bond inzake S.o.W. uit hoogmoed voortkomt, die moet toch eens onbevangen dit boekje lezen. Als er één ding duidelijk wordt dan is het wel dat niemand vrijuit gaat inzake het verval van de kerk. Telkens en telkens weer wordt er gewezen op ons eigen falen. Wij waren niet die we moesten zijn. Wij weenden niet om 'het gruis van Sion'.

Ik denk dat deze notie heel belangrijk is en tot ons allen door moet dringen. Want heel ons opkomen voor de belijdenis, heel ons op de bres staan voor de kerk der vaderen wordt een ijdele vertoning, wanneer in onze eigen gemeenten en in ons eigen leven het leven uit de belijdenis, het leven uit de Schrift ontbreekt. Wee ons als hervormd gereformeerden als we roepen: 'De belijdenis, de belijdenis, de belijdenis', maar we vergeten b.v. wat de belijdenis zegt over ambtelijke roeping (b.v. in het bezoeken van de classicale vergadering). Wee ons als ambtsdragers en gemeenteleden wanneer we louter formeel willen vasthouden aan de belijdenis, maar we leven zelf niet uit de bron van Gods genade in Jezus Christus. Dat is verbondsbreuk, nog veel erger dan die van anderen die er openlijk voor uitkomen.

Ik acht het de kracht van dit boekje dat het deze toon van ootmoed kent en een zuiver appèl tot zelflnkeer bevat. De houding van de vertegenwoordigers van de herv. gereformeerden zal dan werfkracht en werkkracht bevatten in de kerk, die ons lief is, als wij allen zelf in leer en leven, in geloof en bekering, naar binnen toe en naar buiten toe, het verbond van God leren beantwoorden.

Ik geloof met ir. Van der Graaf in een heilige algemene christelijk kerk, omdat ik geloof in God, die de trouw bewaart van geslacht tot geslacht. Van harte beveel ik dit geschrift aan bij allen die de kerk liefhebben, niet alleen ouderen, maar vooral ook de jongeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juli 1988

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Om de erve der vaderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juli 1988

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's