Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat 'geloven' onze catechisanten? (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat 'geloven' onze catechisanten? (3)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het leven in een tijd van ontzuiling gooit het bestaan, dat vroeger veel meer geborgen en gewaarborgd bleef en bleek in de duidelijk afgebakende groep met een doorzichtige groepscode, bijna geheel open naar de complete wereld toe. Hoe relativerend werkt dit niet terzake normen en waarden. Tradities en conventies betekenen veel minder dan voorheen. Jongeren weten soms nauwelijks iets meer van hun eigen groepstraditie af Er is immers zoveel aanbod en ook steeds weer iets nieuws. Vermoeiend zeker, maar wel van veel invloed op je denk-en ervaringswereld. Wat zegt hen nog een woord als bijvoorbeeld 'Hervormd-Gereformeerd'? Wat weten ze nog van achtergronden van een kerkelijke positiekeus? Het enige wat blijft hangen is: wij zingen geen gezangen, we gebruiken oude berijming en zingen graag niet-ritmisch en hechten sterk aan de Statenvertaling. Maar achtergronden van dit alles vermogen ze nauwelijks te boeien. Waarom zou je je daar nu druk over maken? Ik overtrek dit laatste wellicht enigszins en het is wat generaliserend gesteld. Toch meen ik niet ver van de realiteit af te zijn.

Nadere verheldering

Als we al deze verschijnselen binnen onze cultuur voor ogen zien, is het niet zo moeilijk de ervaringswereld van onze catechisanten bij benadering te peilen. Wie met jongeren omgaat, echt met ze spreekt, ze werkelijk ontmoet, komt genoemde zaken duidelijk tegen. Het is ook geen wonder dat er gevoelens openbaar komen als aan het begin genoemd. Ik zou de stelling willen overnemen die ik onlangs ergens las dat alle catechisanten direct of indirect te maken hebben met een vervagend of verdwijnend Godsbesef (K. A. Schippers).

Als we ons de vraag stellen waardoor dit alles komt, kunnen we verschillende antwoorden geven. U kunt een tijdloos antwoord geven, een theologische reactie: zo is een mens van nature, hij komt als een vijand van God in de wereld en heeft geen behoefte aan God. Op zich is zo'n antwoord geheel juist, waarheidsgetrouw. Schriftuurlijk, op de confessie geënt.

Wie echter meent daarmee van het hele probleem af te zijn om vervolgens op onze jongeren zijn dogmatische stellingname te kunnen loslaten, begaat een ingrijpende vergissing. En wel deze: alsof het er niet toe doet aan wie wij het Evangelie verkondigen. Alsof de contekst van ons leven onbelangrijk zou zijn. Alsof de Jan Jansen geboren in 1970 identiek zou zijn aan zijn naamgenoot geboren in 1940, om zomaar een voorbeeld te geven. Dan ontkennen we de ernst van de crisis in de Westerse cultuur, de omslag in ons hele wereld-en cultuurbeleven zoals al eerder aan de orde gesteld.

De bedoeling van deze dag is juist dat we met elkaar op het gewicht van een tijdbetrokken catechese worden gewezen, kruipend in de huid van onze jongeren. Trouwens, wie bewust in deze tijd staat en leeft, de lucht om zich heen opsnuift, voelt zich bij tijden niet verwant aan die jonge vriend vol twijfel en dat meiske zo vol bange vragen naar God en de zin van het leven en de toekomst van haar en ons aller bestaan?

Hoe worden jongeren zo? We hebben daar ook nog een ander antwoord op te geven dan het zoeven aangeduide. In welk een verschillende werelden verkeren onze jongeren. Allerlei vaak geheel tegenstrijdige informatiegolven storten zich over hen heen. In het gezin, op de school, op het werk, in militaire dienst, onder vrienden. De één zegt dit en de ander weer dat. Wat is nu waar? Wie heeft er gelijk? Welk criterium dien je daarvoor aan te leggen? Die vriend die zo heel anders is en denkt, misschien nauwelijks of helemaal niet of niet meer gelooft, is toch een oprechte vent, je weet wat je aan hem hebt. Maar sommige kerkelijke jongeren zijn vaak schijnheilig, leven in twee werelden, zitten wel vroom in de kerk, maar leven er buiten midden in de wereld. Bij jongeren roept dat soms het gevoel op: de wereld van de kerk en van kerkmensen is een schijnwereld. Jongeren zien de dingen zwart-wit, vegen veel op één hoop, dus alle kerkelijke jongeren en ouderen zijn zo. Conclusie: je mag het van mij hebben, het hoeft voor mij niet.

Er is een categorie jongeren die de neiging krijgt om af te haken in een periode van hun jonge leven waarin ze aanvoelen: nu begint ook voor mij de tijd dat ik tot een keus moet komen. Ik kan gelet op m'n leeftijd niet blijven zweven en aarzelen. Die keus kan verhaast worden door het contact met een onkerkelijke vriend(in), door militaire dienst, door studie, door veel lezen en onderzoeken. Als de integratie van het geloof in eigen leven aan de orde komt, komt er een breuk. Aan bewust afscheid nemen is vaak al een lange tijd vooraf gegaan van langzame erosie van waarden en normen, kortom van alles wat van thuis en via school en kerk is meegegeven (zo ongeveer geeft prof K. A. Schippers m.i. terecht aan in: 'Leren geloven' onder spanning). Je gaat ze missen op catechisatie of in de kerkdienst. Anderen komen nog wel, maar je merkt het: een proces van losmaking is aanwezig. Prof Schippers vermoedt dat hier twee processen van doorslaggevende betekenis zijn. Als eerste noemt hij het proces van vervreemding van de gemeente. De gemeente: is over het algemeen niet bijster populair bij haar nog jonge leden. U kunt dat terecht often onrechte vinden, maar een feit is het veelal wel. De gemeente wordt slechts in geringe mate ervaren als een gemeenschap waar je God leert kennen. Immers, waar zie je God terug in Zijn gemeente? Waar vang je een glimp van Hem op? Jongeren speuren daar naar, letten daar scherp op en het zijn niet de minsten die daar op attent zijn. Heel veel jongeren willen wel tot nader contact met God geraken, maar wie helpt hen?

Als het over de gemeente gaat, heb ik sterk het vermoeden dat veel jongeren zich ook in de kerkdienst een genegeerde groep voelen. Ik kan me heel goed vinden in wat ik iemand een dezer dagen hoorde zeggen dat 'de afstand tussen de vele woorden over God in de kerkdienst en datgene wat jongeren zich daarbij kunnen voorstellen steeds groter wordt'. Jongeren die tobben met de Godsvraag, hebben juist ook vaak moeite met de kerkgang. Ze weten zich niet werkelijk aangesproken in hun gevoelens. Er wordt vaak zo glad, zo vanzelfsprekend, zo formeel onder ons over God gepreekt, zonder enige spanning of emotie of nood. Het gaat eigenlijk maar zelden over mijn vragen in jullie preken, zei een jongere laatst tegen me. En hij was heus niet onverschillig of rancuneus. We hebben daar in de catechese ook alles mee te maken. Wij zijn in het catecheselokaal dezelfde man die 's zondags ook preekt. Ik zit hier wel, maar begrijpt die dominee me eigenlijk wel, denken jongeren. Ik ben me ervan bewust in sommige opzichten enigszins te generaliseren, maar ik doe dat om de hier liggende vragen scherp te krijgen. En omdat ik soms het beklemmende gevoel heb dat velen van u deze vragen niet of te weinig onderkennen. Dat wij toch nog veel te veel leven bij een gevoel van: die bui drijft bij ons wel over. Dat acht ik een fatale vergissing.

Is de gemeente een vindplaats van God voor onze jongeren? Laten we goed beseffen dat polarisatie die sommige gemeenten teistert, jongeren zwaar demotiveert terzake hun vragen naar God en het geloof in Hem. Woorden en daden liggen ook onder ons vaak zo ver uiteen. Waar wordt de pretentie die we hebben echt waar? Waar wordt het leven er werkelijk anders van, ook in de onderlinge verhoudingen? Dat over het eerste proces.

Prof Schippers geeft nog een ander proces aan. Jongeren leven sterk bij het idee dat je, als je in God wilt geloven, je dan moet zijn zoals de gemeente in doorsnee ook is. Dat je, om zo te zeggen, dan een copy moet worden van bijv. de kerkeraad of andere opvallende leden der gemeente. Daarom achten ze het veiliger de boot enigszins af te houden, anders komt alles over je heen. Jongeren huiveren voor dat hele pakket. Maar dat wil lang niet altijd zeggen, dat God ze niet interesseert. Er is een groep jongeren die werkelijk oprecht bezig is met de vraag naar God. Maar die, laat ik zeggen, die hele cultuur er om heen niet mee kunnen maken. Ze slikken niet zomaar meer alles wat op ze aan komt. Hier speelt ook weer mee de omslag van onze cultuur. De overgang van een gehoorzaamheidscultuur naar een mondigheidscultuur. Wij zijn te gauw geneigd hen in te delen bij de onverschilligen of de kritikasters en ze daarom maar te negeren. Maar ^vie hen werkelijk ontmoet vanuit een pastorale habitus, ontdekt bij hen juist de ervaring van een grote leegte. Ze zijn indringend op zoek naar iets. Vragen snijden door hen heen als: wie ben ik eigenlijk? Wat voor zin heeft mijn bestaan? Waarheen ben ik op weg? In deze keiharde, koude en kille samenleving voelen ze zich vaak zo geweldig eenzaam tot in de kerkbank toe, ook waar er zeer rechtzinnig wordt gepreekt. Waar vind je een stuk warmte en geborgenheid? Voor christelijk opgevoede jongeren spitsen al deze vragen zich dan toe op de vraag naar God. 'God, waar is Hij? God, wie is Hij? O God, bent U er eigenlijk wel? Ik merk soms zo weinig van U. Ze hebben het wel over U, mijn ouders thuis, op school, in de kerk, op de catechisatie en ze zeggen dat ik maar veel in mijn bijbeltje moet lezen.

maar ik vind die bijbel juist zo moeilijk. Het zegt me vaak helemaal niets. Ik zou U zo graag tegen willen komen in m"n leven. Maar U laat zo weinig van U merken? OGod. waar bent U toch? Bent u er eigenlijk wel? '

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Wat 'geloven' onze catechisanten? (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's