Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

C. H. Spurgeon en Calvijn (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

C. H. Spurgeon en Calvijn (1)

6 minuten leestijd

Calvinisine
Spurgeon had een grote bewondering voor Calvijn. Naast Puriteinse lectuur had hij reeds in zijn jeugd de Institutie van Calvijn gelezen. Calvinisme betekende voor Spurgeon in de eerste plaats, dat het in alles en allen moet gaan om de eer van God. Daarom benadrukte hij de souvereiniteit van de genade: 'In de harten van ons allen is er een natuurlijke vijandschap tegen God en tegen de souvereiniteit van Zijn genade'.
Spurgeon wist dat hij daarmee tegen de geest van zijn tijd inging: 'Ik heb mensen gekend, die op hun lip beten en hun tanden knersten in woede, als ik de souvereiniteit van God preekte'.
Vergeleken met deze souvereiniteit van God, leerde hij de nietigheid en de onmacht van de mens: 'Het feit, dat bekering en zaligheid van God zijn, is een verootmoedigende waarheid. En vanwege zijn verootmoedigend karakter houden de mensen er niet van. Verteld te worden, dat God me moet redden, als ik behouden word, en dat ik in Zijn hand ben als klei is in de handen van een pottenbakker – daar houd ik niet van, zegt iemand. Wel, dat dacht ik al dat u daar niet van zou houden; wie zou er ook maar over gedroomd hebben, dat u dit wel zou doen?' In het laatst van zijn leven verklaarde hij nog eens nadrukkelijk zich helemaal te kunnen vinden, in de Calvinistische beginselen: 'Als alle mensen, die nu leven of ooit zullen leven het oude Calvinisme zouden opgeven, dan blijft er nog één over, die er aan vasthoudt, en wel om deze reden, dat hij nergens anders houvast aan zou kunnen vinden. Ik zou uit dit bestaan weggevaagd moeten worden, voordat mijn overtuiging van de waarheid van de leerstukken van de genade in de ouderwetse vorm van mij afgenomen kan worden'.
Het Calvinisme stemde voor Spurgeon overeen met de leer van Augustinus en – wat meer is – met de Heilige Geest zelf; en van dit Calvinisme was zijn prediking in Londen doorademd, ook al was hij daarop aangevallen en daarom belachelijk gemaakt: 'Bijna twintig jaar geleden begon onze bediening in deze stad, onder veel tegenstand en vijandige kritiek… elk van onze preken was vol van het ouderwetse Evangelie… wij kwamen voor de dag met de oude leerstukken van de Hervormers, Calvinistische waarheid, de leer van Augustinus en het Paulinische dogma (door het geloof alleen). We schaamden ons niet de 'echo van een afgedaan evangelie' te zijn, zoals de een of andere wijsneus ons noemde'.

Kritiek
Toch valt het nog te bezien of Spurgeon wel genoeg 'greep' op Calvijn heeft gehad. In ieder geval lijkt het er op, dat Spurgeon de gangbare afwijkingen van het Calvinisme soms verwarde met en ongemerkt hield voor de echte theologie van Calvijn zelf: 'Ik ben er van overtuigd, dat op sommige punten alleen de Calvinist gelijk heeft, en dat de Arminiaan alleen gelijk heeft op andere punten. Er is een grote kern van waarheid aan de positieve kant van beide leerstelsels, en er is ook en groot stuk dwaling aan de negatieve zijde van beide leerstelsels. Als mij gevraagd werd: Waarom wordt een mens verdoemd? Dan zou ik antwoorden, zoals een Arminiaan antwoordt: Hij verwoest zichzelf! Ik zou de ondergang van de mens niet op rekening durven brengen van de goddelijke souvereiniteit. Aan de andere kant, als mij gevraagd werd: Waarom wordt een mens behouden? Dan zou ik alleen het Calvinistische antwoord kunnen geven: Hij wordt behouden vanuit de souvereine genade van God en helemaal niet vanuit zichzelf'.

Wat Spurgeon hier de negatieve kant van het Calvinisme noemt, dient in feite op rekening te worden gebracht van het Hypercalvinisme. Of bedoelt Spurgeon dat het Calvinisme in zich duidelijke aanzetten heeft en geeft tot Hypercalvinisme? ! Dan is Spurgeon op zijn beurt toch al te verstandelijk-beschouwend bezig geweest, want het totaal-beeld van Calvijns theologie rechtvaardigt het Hypercalvinisme geenszins!

In geen geval zag Spurgeon het Calvinisme als een gesloten systeem – terecht! Maar het was onjuist om, ten aanzien van de Bijbelse verkondiging, het Ariminianisme datgene te laten aanvullen, waarin het Calvinisme, mogelijk op een meer verborgen wijze, reeds had voorzien.
Immers, wanneer Spurgeon een Calvinist sprekende invoert, dan is er in werkelijkheid vaak een Hypercalvinist aan het woord: 'Wanneer een Calvinist zegt, dat alle dingen gebeuren volgens de goddelijke praedestinatie (voorbestemming van eeuwigheid), dan spreekt hij de waarheid, en dan wil ik een Calvinist genoemd worden; maar wanneer een Arminiaan zegt, dat wanneer een mens zondigt, deze zonde van hem zelf is, en dat, als hij in zonde volhardt en verloren gaat, de verdoemenis geheel voor zijn rekening zal liggen, dan geloof ik, dat hij ook de waarheid spreekt, hoewel ik geen Arminiaan genoemd wil worden. De zaak is deze, dat er enige waarheid is in beide theologische stelsels'. Maar wat Spurgeon hier een Arminiaan laat zeggen, dat zal dan ook een rechtgeaarde Calvinist beamen.

Overeenstemming
Evenwel, Spurgeons wezenlijke verbondenheid met Calvijns wijze van theologiseren kwam vooral daarin tot uitdrukking, dat hij de rede (ratio) en de logica verwierp als maatstaven om de theologische waarheid te bepalen. Principiëel weigerde hij Gods waarheid zodanig te beredeneren, dat hij daarmee tot een gesloten systeem kon geraken: 'Als ik in Gods Boek twee waarheden zie, die ik niet met elkaar in overeenstemming kan brengen, dan geloof ik ze beide. Er moet ergens een middenweg zijn, hoewel ik niet weet waar ik die dan moet vinden; en voor dat moment geloof ik zonder die verklarende waarheid. Daar liggen de twee zaken. God heeft ze gezegd, en zij moeten waar zijn, en het is aan mij om ze te geloven'.
Evenals Calvijn, legde ook Spurgeon een respectable zelfstandigheid van theologiseren aan de dag. Naar zijn eigen zeggen had hij de Christenreis van John Bunyan meer dan honderd keer gelezen en had hij voor deze Baptist een geweldige bewondering, maar dat belette hem niet om in de Christenreis een geduchte correctie aan te brengen: 'Ik ben een groot liefhebber van John Bunyan, maar ik geloof niet dat hij onfeilbaar is… John Bunyan plaatste het kwijtraken van de last te ver van het begin van de pelgrimsreis vandaan. Als hij bedoelt aan te tonen wat gewoonlijk gebeurt, dan heeft hij gelijk; maar als hij bedoelt te laten zien hoe het behoort te gebeuren, dan heeft hij ongelijk… het kruis dient rechtvoor het poortje te staan…'.

C. A. van der Sluijs, Veenendaal

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

C. H. Spurgeon en Calvijn (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 januari 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's