Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God, de Allerhoogste, de Schepper  van hemel en aarde (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde (I)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij belijden dat de Heere Schepper is van hemel en aarde. Voor die geloofskennis vragen we de aandacht in deze artikelen.

Met de kerk van alle eeuwen belijden we dat God zich met ons verzoent in Jezus Christus. En wij belijden ook dat de Heilige Geest is uitgestort en ons leven vernieuwt. Maar daarmee is alles nog niet gezegd. Want er gaat nog iets vooraf: Wij belijden dat de Heere de Schepper is van hemel en aarde. Die belijdenis raakt ons hele bestaan, ons leven, ons werk, ons staan in de wereld. Juist de plaats van die belijdenis zou wel eens beslissend kunnen zijn voor de manier waarop we geloven.

In de bijbel treft ons de belijdenis van de Heere als Schepper. Daarbij denken we niet alleen aan de eerste bladzijden van de bijbel, want heel de Schrift is vervuld van het besef dat de Heere de Schepper is, en dat wij schepsel zijn. Dat besef bepaalt het geloof, de lofprijzing en de dienst van de mens aan de Heere.

Schepper van hemel en aarde

Wanneer Melchisedek Abram tegemoet komt om hem te zegenen, dat zegt hij: Gezegend zij Abram voor God, de Allerhoogste, de Schepper van hemel en aarde.' (Gen. 14 : 19). Ook Abram zelf belijdt dat de God, die hem riep, de Schepper van hemel en aarde is (22). Wanneer de Heere zich bekend maakt en de mensen roept, en zo tegenwoordig wil zijn, dan is er bij dè mens onmiddellijk besef van het ontzagwekkende van Gods tegenwoordigheid. Hij, die tot mij komt, is de Almachtige. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Dit besef van de grootheid en majesteit van God kunnen we niet los zien van het feit dat Hij de Schepper van hemel en aarde is. Immers, als Hij de Schepper is, en wij het maaksel zijner handen zijn, dan is er een grens gesteld tussen de Heere en de mens. En juist wanneer de Heere zich bekend maakt, wanneer zijn tegenwoordigheid wordt opgemerkt, juist dan beleeft de mens dat onderscheid. Met name Jesaja brengt die majesteit Gods heel krachtig onder woorden: Bij wien dan zult gijlieden Mij vergelijken, dien Ik gelijk zij? , zegt de Heilige. Heft uw ogen op omhoog en ziet. Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner kracht, en omdat Hij sterk van vermogen is...' (Jesaja 40 : 25-26). Klinkt die verhevenheid Gods niet door in de ontmoeting tussen de Heere en Mozes? God zegt: Ik zal zijn. Die Ik zijn zal.' En Mozes verbergt zijn aangezicht, want hij vreest God aan te zien.

Loflied op de Schepper

Met name de psalmen bezingen de heerlijkheid van God in de schepping. De zon en de maan, ja de hemelen moeten de Heere loven, 'want als Hij het beval, zo

werden zij geschapen. En Hij heeft ze bevestigd voor altoos en in eeuwigheid.' (Psalm 148 : 5). Heel die geschapen werkelijkheid is er om de Heere te loven, om de grootheid van Zijn Naam uit te roepen. 'Dat zij de Naam des Heeren loven; want Zijn Naam alleen is hoog verheven; Zijn majesteit is over de aarde en de hemel.' (13) Deze lofliederen omvatten heel de geschapen werkelijkheid. Zij geven aan dat de Heere de Schepper van hemel en aarde is. 'Door het Woord des Heeren zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.' (Psalm 33 : 6). Verre is de gedachte als zou de wereld eeuwig zijn, als zou ze er altijd geweest zijn.

'Want Hij spreekt en het is er; Hij gebiedt en het staat er' (33 : 9). Alleen de Heere is eeuwig: Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.' (Psalm 90 : 2).

In Psalm 136 (weer een lofpsalm) wordt eerst de Heere bezongen als Schepper, 'Die de hemelen met verstand gemaakt heeft, want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.' En dan wordt vervolgens de uitredding uit, Egypte bezongen. De Schepper van hemel en aarde, deze machtige God, is namelijk dezelfde die Zijn volk leidt door de woestijn. Maar dan keert aan het einde van de psalm toch weer terug dat de Heere Zijn schepping onderhoudt: 'Die allen vlees spijs geeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.' (25)

Voorrang aan de schepping

In het geloof doen we uitspraken over heel de werkelijkheid, over het totale leven, over ziel en lichaam. Ook de cultuur, de geschiedenis, de samenlevingsvragen kunnen we niet los zien van de bemoeienissen van de Heere.

Het merkwaardige is dat die wereldwijde, universele, kosmische bemoeienis van de Heere sinds geruime tijd in verband werd gebracht met Christus. Christus heeft de machten overwonnen en Zijn Koningschap is universeel. Men spreekt dan ook graag over de kosmische betekenis van de opgestane Christus (b.v. prof Berkhof). Christus is het Hoofd van alle dingen. Door en tot Hem zijn alle dingen geschapen.

In onze dagen wordt het universele meer en meer in verband gebracht met de Heilige Geest. Prof. Van de Beek spreekt over de Heilige Geest die de kosmos doorademt. De Geest bewoont de hele wereld en op die manier is alles vervuld van de goddelijke tegenwoordigheid.

Als het gaat om de universele aspekten • van het geloof denkt men dus niet vanuit de schepping, maar vanuit Christus, of vanuit de Heilige Geest. Het gevolg is dat men ook de Godsleer van daaruit benadert. Dat blijft niet zonder gevolgen voor de manier waarop er over de relatie tussen God en mens gedacht wordt.

Vanouds speelt in dé gereformeerde traditie het geloof in God de Schepper een belangrijke rol. Toch is er gedurende een lange periode weinig aandacht besteed aan de plaats van de schepping en aan de waardering van het geschapene. Zou dat komen door de invloed van de Barthiaanse theologie? Misschien, daardoor was er een grote concentratie op Christus als het vertrekpunt en middelpunt voor ware theologie. Maar, in onze kring was die invloed toch niet zo groot. Maar zou ook hier niet een oorzaak kunnen liggen dat in eigen kring het theologisch accent voornamelijk op de werking van de Heilige Geest, en dan vooral op de wedergeboorte ligt? Wie zal het zeggen? In ieder geval is duidelijk dat het geloof in God, de Schepper van hemel en aarde, niet onze eerste aandacht had. Als gevolg hiervan stonden thema's zoals schepping en onderhouding (zondag 10) en de algemene genade niet zo in de belangstelling, of werden ze zelfs als dubieus beschouwd.

Ik meen echter dat deze universele aspekten allereerst thuishoren in de scheppingsleer. De Heere is de Schepper van hemel en aarde en Zijn zorg strekt zich uit over heel de werkelijkheid. En wanneer het geloof in God de Vader, de Schepper van hemel en aarde, voorop gaat, dan heeft dat ook zijn invloed op de manier waarop wij denken over de aard van de relatie tussen God en mens. Het heeft te maken met de manier waarop we de eredienst beleven. Het heeft invloed op onze gedachten over de verzoening.

Nieuwe bezinning nodig?

Ik noem enkele redenen voor een nieuwe bezinning:1. We komen onder de indruk van de vervuiling van milieu en klimaat. Nu kunnen we niet zeggen dat we in de zorg daarvoor zelf voorop liepen. Maar goed, het dringt meer en meer tot ons door, en dat roept bij ons het besef wakker dat de wereld waarin wij leven schepping Gods is. Daarom raakt het ons nu we gaan zien dat Gods schepping aan grote verloedering onderhevig is. Dat vraagt om bezinning.

2. Niet alleen vanwege milieuvragen dienen we ons te bezinnen op de betekenis van de schepping. Juist in onze dagen komt er een groeiende beweging op die de natuur 'vergoddelijkt' en het onderscheid tussen Schepper en schepsel dreigt te vervagen of zelfs te ontkennen ('new age movement').

3. Dat brengt ons bij de vraag: Wie is de Heere voor ons? Is Hij primair de God van de uittocht (Exodus), van de bevrijding? Of is Hij primair de God die ons wederbaart door de Heilige Geest? Of kennen we Hem ook als Schepper en Onderhouder van de wereld? Ik heb de indruk dat daarmee wezenlijke vragen aan het geloofsleven worden gesteld. Want wanneer we geloven in God de Schepper, dan zeggen we dat Hij onafhankelijk, verheven, majestueus, heilig is. Voor Zijn aangezicht voelt de mens zich klein en ootmoedig. Wanneer Abraham bidt voor So-

dom, dan zegt hij: Zie toch; zie toch ik heb mij onderwonden tot de Heere te spreken, hoewel ik stof en as ben.' (Gen. 18:27).

Schepping door de Geest?

Binnen de theologie wordt er opnieuw aandacht gevraagd voor de scheppingsleer. In 1985 verscheen Gott in der Schöpfung van Jürgen Moltmann. In ons land vraagt prof. Van de Beek in zijn boek De Adem van God, aandacht voor de kosmische betekenis van de Geest. Je zou verwachten dat bij een nieuwe belangstelling voor de schepping de aandacht zich zou richten op God de Vader, op de schepping en de onderhouding van de wereld. Maar blijkbaar is er weerstand tegen een denken vanuit 'in den beginne'. Van de Beek legt een verbinding tussen de schepping en de Heilige Geest. Hij legt een sterk accent op het scheppende werk van de Geest. Volgens Van de Beek schept God de wereld in en door de kracht van zijn Geest.

'Zijn Geest vervult de kosmos'. En dan gaat het vooral om de inwonende Geest, die in een proces van vernieuwing de geschiedenis voortstuwt.

Het valt me op dat schepping en onderhouding heel dicht bij elkaar komen te liggen, want het gaat om de voortdurende werking van de Geest. In die werking van de Geest is de geschiedenis opgenomen als belangrijke factor en is er ook ontwikkeling.

Dagelijks voegt de Heere, volgens Van de Beek, nieuwe rijkdom aan de schepping toe. God en de wereld zijn heel nauw verbonden, want God heeft de wereld geschapen in Zichzelf Alles is vervuld van de goddelijke tegenwoordigheid.

De kritische vraag die we hierbij stellen is deze: mogen we God en Zijn schepping zo dicht naar elkaar toetrekken? Schepping betekent toch allereerst: er is & en grens tussen Schepper en schepsel! De Heere is toch de Hoge en Verhevene, Hij is toch een persoonlijke Tegenover van de mens! Daarover de volgende keer mee.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

God, de Allerhoogste, de Schepper  van hemel en aarde (I)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1989

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's