Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus is de hovenier

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus is de hovenier

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een hoogbejaard dichteres
De dichteres Ida Gerhardt is hoogbejaard. Ze werd geboren in Gorinchem, het stadje gelegen in een oer-Hollands landschap: onafzienbare weilanden, sloten en wilgen, rietkragen, en vooral: brede rivieren. Dit landschap is uit haar poëzie niet weg te denken.
Het feit dat ze 85 jaar geleden — 11 mei 1905 — het levenslicht zag, is de aanleiding om aan haar poëzie aandacht te schenken in dit artikel rond Pasen.
Was zij aanvankelijk weinig bekend en kwam ze als dichteres traag op gang, — haar eerste bundel Kosmos verscheen pas toen ze al 35 jaar was — vanaf de zeventiger jaren is haar ster langzaam gerezen. De waardering voor haar 'klassieke' poëzie groeide en ze mocht diverse belangrijke prijzen in ontvangst nemen, waaronder de P.C. Hooftprijs. Een juryrapport spreekt van 'poëzie van allure' die 'volop staat in de poëtische traditie'.
Ida Gerhardt: een hoogbejaard, maar ook een hoogbegaafd dichteres.

Symbolische gedichten
De meeste christelijke gedichten van Ida Gerhardt zijn te vinden in de bundels Het levend Monogram en De hovenier, al ontbreken ze ook in de vroegere en latere bundels niet. Wie deze gedichten wil lezen als calvinistische poëzie, moet ik teleurstellen. Ze heeft nooit een calvinistisch dichteres willen zijn. Maar wèl getuigen haar gedichten van God als Schepper, Jezus Christus als Redder en van een christelijke toekomstverwachting.
Een deel van Ida Gerhardts poëzie heeft een symbolistische inslag. In de natuur, de schepping, herkent de dichteres wetten en regelmaat, die verwijzen naar een hogere werkelijkheid, naar de Schepper die deze wetten in de natuur heeft gelegd, een verborgen Hand achter de zichtbare werkelijkheid.
Het gedicht 'Ichthys' in de bundel Het levend Monogram laat dit duidelijk zien. Het zet in met een beeld uit de zichtbare werkelijkheid: een vis op het strand die weldra door de golven zal worden weggewist. Via deze vis komt de dichteres tot de Vis, dat wil zeggen Jezus Christus. Het Griekse woord voor 'vis' is 'ichthys' en dit woord is een oeroud christelijk symbool: het is opgebouwd uit de beginletters van de woorden Iesous Christos Theou Hyios Soter (= Jezus Christus, Gods Zoon, Heiland).
Christus is in het gedicht het 'Monogram' en van deze Vis wordt gezegd: 'Hij zal op alle kusten staan', dat wil zeggen: Zijn macht is niet plaatsgebonden, de hele wereld en 'alle kusten' behoren tot Zijn domein.

Ichthys
De vis, getrokken door mijn hand
en éven vrij nog van de golven,
zal straks gewist zijn van het strand
en door de grote vloed bedolven.
Maar in het water, dat hem nam
zwemt levende het Monogram.
Geheime trek van tij en maan:
Hij zal op alle kusten staan.

Licht uit licht
Wie is Jezus Christus? De bijbel staat vol met beelden die proberen uit te drukken wie en wat Hij is. Zo wordt hij in het Nieuwe Testament vaak het Licht genoemd, het 'Licht der wereld'. In de belijdenis van Nicea lezen we de omschrijving: 'Licht uit Licht'.
In de bundel De hovenier treffen we het gedicht 'Licht uit licht' aan. Deze titel maakt duidelijk dat Jezus de hoofdpersoon is. In het vers komt nog een tweede beeld voor: liefde. Jezus Christus is liefde: 'alzo lief heeft God de wereld gehad...' Christus als de gepersonifieerde liefde bidt voor degenen die Hem kruisigen, keert terug na de opstanding tot de Zijnen die treuren en zit aan bij de Emmaüsgangers. En... Hij zit nog steeds aan bij de Zijnen.

Licht uit licht
De liefde bidt voor wie
niet weten wat zij doen;
gekruisigd blijft zij stil
voor wie de hamer heft.

En na de sabbath keert
zij tot de treurenden,
verrezen uit het graf
wandelt zij in de hof.

Onherkend zit zij aan,
met hen, met u, met mij
te Emmaüs, tot het brood
door Hem gebroken wordt.

Christus als hovenier
Een prachtig opstandingsgedicht is 'Christus als hovenier'. Uitgangspunt is een afbeelding van Rembrandt. In Ida Gerhardts poëzie komt vaak het beeld voor van een tuin of hof. Het is een bijbels beeld. God heeft deze wereld geschapen als een prachtige tuin. Hij heeft de mens in een hof geplaatst. In Genesis 3 lezen we dat er met de mens en die hof iets is gebeurd... God die heilig is heeft echter de wereld, verzondigd en verloederd, en de mens, doortrokken van het kwaad, niet weggestoten. Hij heeft dat getoond in Jezus Christus. Hij blijft zorgen voor de tuin van deze aarde.
Daarom spreekt het de dichteres zo aan dat Maria Jezus voor hovenier aanziet. Op de vernieuwde aarde zal eenmaal de hof weer bloeien, zonder dood, zonder smet en zonder wanklank.
Op geraffineerde en diepzinnige wijze varieert de dichteres de slotregels van de diverse strofen. De eerste strofe eindigt met de regel: 'Hij was een hovenier.' Het woordje 'een' is vaag en onbepaald. Het maakt nogal wat uit of iemand Jezus 'een' herder of 'de' herder noemt. De tweede strofe eindigt dan ook met de regel: 'Hij was de hovenier.' Maar daarmee wordt het gedicht niet afgesloten. Immers, 'was' is verleden tijd. Christus' zorg en liefde voor mensen in deze zondige wereld blijven niet beperkt tot het verleden. Er staat niet voor niets in de bijbel: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid' (Hebr. 13 : 8). Dit is de slotregel van het gedicht, die extra opvalt omdat hij helemaal apart wordt gezet: 'Hij is de hovenier.'

Christus als hovenier
Zij dacht dat het de hovenier was. (Joh. 20 : 15)

Eén Rembrandt kende als kind ik goed:
de Christus met de grote hoed
wandelend in de ochtendstond.
En, naar erbij geschreven stond:
Hij was een hovenier.

En nòg laat ik mijn tranen gaan
als in de gaarde ik Hem zie staan,
en — wat terzijde — in stille schrik
die éne, zij die dacht als ik:
Het was de hovenier.

O kinderdroom van groen en goud —
géén die ontnam wat ik behoud.
De laatste hoven naderen schier
en ijler wordt de ochtend hier.

Hij is de hovenier.

Hij die Zijn leven gaf, die de dood inging en de dood overwon. Hij draagt zorg voor de tuin van deze wereld, hoezeer wij ook die tuin verknoeien. Hij leidt de Zijnen door de dood heen naar de nieuwe hof waarin gerechtigheid woont.
Hij plant en snoeit. Hij rukt dorre takken uit. Hij geeft de wasdom.
Jezus Christus was èn is de hovenier.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 1990

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Christus is de hovenier

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 april 1990

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's