Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godsverduistering en gereformeerde spiritualiteit (3)

Bekijk het origineel

Godsverduistering en gereformeerde spiritualiteit (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bijstelling van de traditie
Professor Graafland verwacht hulp van de gereformeerde traditie om de geestelijke crisis van de Godsverduistering te boven te komen.
Doch dan moet die traditie bijbels herijkt worden. Ik noemde dat: bijgesteld.
Op niet minder dan vier punten moet dat gebeuren. Het zijn vier punten die met elkaar samenhangen, maar die toch onderscheiden moeten worden. Als ik Graafland goed begrijp ziet hij Calvijn op alle vier punten tekortschieten. In de loop van de geschiedenis wordt dat tekort groter. Het tekort op alle vier punten is echter al wezenlijk bij Calvijn te vinden.
Het eerste punt van kritische herijking van de traditie is daar, waar Graafland een positie midden tussen Berkhof en Boer kiest. Het gaat dan om de rechtvaardiging. Deze is bij Boer het een en het al. Graafland is het met Berkhof eens 'dat de Bijbel dit ene heil vervoegt in talloze verschillende situaties, en op allerlei niveau, heilshistorisch, cultureel-sociaal, psychologisch, persoonlijk. De Schrift blijkt zelf de mogelijkheid te bieden om ieder mens, wie dan ook en waar en in welke tijd dan ook, met het evangelie te bereiken. Tegelijk is dit ook de opdracht van de verkondiging om in dit dynamisch verstaan van de Schrift een zinvol instrument te zijn. Ik denk, dat ik op dit punt mij dicht in de buurt bevind van wat Newbigin het dynamische interpretatieproces in en van de Schrift noemt en wat Runia aanduidt met de "heractualisering" van de boodschap van de Bijbel. Terwijl mijn bezwaar tegen Boers gedachtengang is, dat hij deze dynamiek onderschat. Slechts in een tussenzin spreekt hij over "allerlei wegen", waarlangs God de mens leidt, maar gaat daarop niet verder in en verwerkt dit ook niet. Bij hem is altijd de aandacht gericht op het ene thema van de rechtvaardiging van de goddeloze. Het is de ene snaar, indringend, maar in haar geconcentreerdheid ook beperkt. Zelf ben ik ervan overtuigd, dat de Bijbel een veel gevarieerder patroon laat zien, dat ook om vertolking vraagt' (115). Het luistert hier nauw. Vandaar een wat lang citaat.

Bijbelse varianten van de rechtvaardiging
Berkhof heeft oog voor deze onderscheiden situaties. Dat is zijn 'gelijk'. Boer heeft dat oog niet. Dat is — onder meer — zijn 'ongelijk'. Dan rijst natuurlijk de vraag of Graafland Berkhof volgt en van Boer afstand neemt. Het antwoord op deze vraag is een uitermate boeiende èn belangrijke passage (108-123). Het slot is dat Graafland Berkhof en Boer beide bijvalt en beide afvalt. De rechtvaardiging moet centraal blijven (het gelijk van Boer). Alleen, We moeten dan wel oog hebben voor 'de bijbelse "varianten" van de rechtvaardiging' (121).
Graafiands bezwaar is dat Calvijn (op hem grijpt Graafland nu terug) geen of in elk geval te weinig oog heeft voor de sociale lijn in de bijbelse rechtvaardigheid. Er is bij hem geen sprake van strijd om de gerechtigheid, terwijl men deze laatste notie zo duidelijk aantreft in de Psalmen (115). Graafland pleit voor katholiek-gereformeerd zijn op dit punt. Hier treffen we een woord aan van dank aan en lof op de evangelicals, en aansluiting bij een opstel van Evert W. van der Poll (119/120). Calvijn wordt een versmalde rechtvaardigingsleer verweten (122).
Graafland stelt het zo: 'We zouden kunnen zeggen, dat de Schrift niet alleen de rechtvaardiging van de goddeloze kent, maar ook de rechtvaardiging van de rechtvaardige op grond van een heilig leven, dat ernst maakt met Gods geboden en zich weet gedekt en beschermd te zijn door Gods recht. In dezelfde lijn ligt het ook, wanneer de Schrift op zovele plaatsen oproept om gerechtigheid te oefenen, omdat dit beantwoordt aan Gods wil, opdat die op aarde geschiede' (121). Op blz. 127 wordt dit nog nader uitgewerkt: 'Deze ethische gestalte van de rechtvaardiging staat heel dicht bij die van de rechtvaardige, die wij in de Schrift tegenkomen, met name in de Psalmen, die zich niet alleen maar op Gods genade maar ook op Gods recht beroept'.

Rechtvaardiging van de rechtvaardige?
Dit is een uitermate belangrijk punt. We moeten elkaar goed verstaan. Ik doe er mijn best voor. Aan caricaturen hebben we niets. We mogen ons er ook niet schuldig aan maken.
Wat bedoelt Graafland met de rechtvaardiging van de rechtvaardige? Ik kan me er wel iets bij voorstellen, namelijk dit dat de rechtvaardige in zijn optreden metterdaad gerechtigheid betracht en als zodanig openbaar komt en herkend wordt. Naar mijn oordeel ligt dat in de buurt van wat ook aan de orde komt bij de sluitrede des geloofs, namelijk dat een gelovige ook zelf uit de vruchten van zijn geloof verzekerd wordt, en dat anderen daardoor voor Christus worden gewonnen.
Terwijl ik dit schrijf komt mij in gedachten het opstel van Graafland in de feestbundel voor professor Van der Linde 'Wegen en gestalten in het gereformeerd Protestantisme' (1976). Ik citeer uit dat opstel deze zinnen: 'Het komt ons voor dat wij te ver gaan, wanneer wij menen, dat bij Calvijn de syllogismus practicus wordt gevonden. Wij kunnen niet verder gaan dan te zeggen, dat Calvijn in zijn geloofsbeschouwing een volwaardige plaats geeft aan de heiliging als de vernieuwing van het leven in al zijn facetten. En dat die ook haar plaats krijgt in verband met de geloofszekerheid, omdat deze erdoor wordt bevestigd en versterkt' (107).
Bedoelt Graafland een uitbouw van het in dit citaat bedoelde, als hij vraagt om rechtvaardiging van de rechtvaardige? Is dan de term niet slecht gekozen? Zij doet ons immers denken aan de rooms-katholieke (analytische) rechtvaardigingsleer, die de grond voor het oordeel dat iemand rechtvaardig is, mede in de mens zoekt.
Ik kan me niet voorstellen dat Graafland deze kant op wil. De hamvraag van zijn boek noemt hij het antwoord op het geding tussen gereformeerden en remon­stranten: Begint het heil bij God of bij de mens (160/1)? Graaflands antwoord is niet onduidelijk. Het heil begint bij God.
Vanuit deze inzet zal hij toch het pad willen blijven volgen. Opkomen voor sociale gerechtigheid en dergelijke is roeping van iedere gelovige. Haar te betrachten is vrucht van het rechtvaardigend geloof Of rekent Graafland deze vrucht tot het geloof zelf? Ik kan het me niet voorstellen. Juist daarom acht ik de rechtvaardiging van de rechtvaardige een formulering die niet uit het bijbelse getuigenis is af te leiden. De zaak waar Graafland voor opkomt, is ook de mijne, maar niet in het door hem geschetste kader en de daarvoor gebruikte formuleringen.
Het doet mij vreemd aan dat Graafland juist in dit verband om een nieuwe hermeneutiek vraagt (117). Waartoe, met het oog waarop, voor welk resultaat, vraag ik dan. Dient deze hermeneutiek als een rechtvaardiging om Calvijn te corrigeren? Uit het betoog op blz. 114 zou men die indruk kunnen krijgen. Met belangstelling zie ik (en ik neem aan ook anderen) een nadere toelichting, respectievelijk uitwerking tegemoet.

De eenzijdigheid van Calvijn en de zijnen
Graafland werkt dit alles nog wat uit op blz. 124-134. Hij kritiseert daar zowel de eenzijdige gerichtheid op het eeuwige leven als het juridisch karakter van het heil bij Calvijn. In dit verband spreekt Graafland over een reductie, die vooral bij latere gereformeerde schrijvers toeslaat (129). Het beleven van de rechtvaardiging is in de gereformeerde spiritualiteit dan versmald tot een individueel geestelijk gebeuren.
Calvijn is van dit alles de oorzaak. Hij draagt er de schuld van. 'Uit het bovenstaande kan duidelijk worden, dat door Calvijn de theologische basis is gelegd voor de latere ontwikkeling van de gereformeerde spiritualiteit zoals zij zich concentreert in een persoonlijke, geestelijke, bevindelijke op de hemel gerichte vroomheid, waarbij alle aardse en op bredere levensverbanden gerichte aspecten van het christelijke leven middel tot het doel zijn en als zodanig een secundaire positie innemen' (125).
Er zijn nog enkele punten waarop bijstelling nodig is. Ik bespreek ze korter dan dit eerste. De bevindelijk-gereformeerden hebben de kosmische verlossing tekort gedaan ten gunste van de persoonlijke verlossing. Deze bijstelling moet plaatsvinden als uitwerking van de verbreding van de rechtvaardiging.

Aleid Schilder
In dit verband komt de kritiek van Aleid Schilder ter sprake. Zij beroept zich op gegevens van een artikel van de Middelburgse psychiater J.D. van Scheyen. Hij vermeldt met instemming het artikel van drs. P.J. Verhagen over de gereformeerde traditie en vindt Calvijns reactie verademend, evenals die van Luther. Hij vertelt hoe een 'doorgeleide christen' het levensverhaal van zijn moeder kritiseerde. Toen Graafland 15 jaar was, leerde zijn moeder de bewuste rechtvaardiging kennen. De bedoelde broeder gaf voor dat verhaal niet veel, omdat Graaflands moeder 'niet aan de kant van de sloot gelopen had' (143). We zullen het erover eens zijn dat deze kritiek uit een andere bron dan die van Calvijn kwam.
Graaflands advies aan Aleid Schilder is, dat zij maar beter de gereformeerde traditie moet leren kennen. Zij heeft zelf een semi-pelagiaanse zonde- en genadeleer (146). Ik kan de vraag niet achterwege laten of Graafland in dit geval met de traditionele traditie genoegen wil nemen, of met de door hem bepleite bijgestelde tra­ditie. Hij had Aleid Schilder er ook aan kunnen herinneren, dat dr. Van Scheyen in een artikel uit 1981, 'Psychogenie en religie', zijn eerder gedane uitspraken behoorlijk afzwakt. Men zie Tijdschrift voor Psychiatrie 23, 1981/10, blz. 590-610.
Er resten nog enkele punten van bijstelling.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Godsverduistering en gereformeerde spiritualiteit (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's