Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Politiek een zaak van heiliging

Bekijk het origineel

Politiek een zaak van heiliging

Kerkelijke verantwoordelijkheid voor de politiek (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vele apostolaatstheologen zijn in de naoorlogse jaren doorgebroken naar de P.v.d.A. Aanvankelijk waren er nog onderscheiden werkgemeenschappen, waaronder een protestants-christelijke. Maar de doorbraak bleek een doodgeboren kind en is een compleet fiasco geworden. Dat mòèst ook wel, want er zat geen beginsel meer achter. Sommige doorbraakchristenen beriepen zich op Hoedemakers 'Heel de kerk en heel het volk'. Maar Hoedemakers niet aflatend gevecht om de handhaving van artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (tegenover dr. A. Kuyper verdedigd, luidde een van zijn geschriften) werd daarbij dan volstrekt veronachtzaamd. Christenen en niet-christenen — zo heette het in de Doorbraak — zouden elkaar gewoon vinden in hetzelfde zakelijke doel en hun beslissingen niet motiveren als een volbrengen van Gods gebod maar gewoon op zakelijke gronden. Hoedemaker had het eens moeten horen!
Waar is vandaag binnen het Nederlandse socialisme nog enige affiniteit met de kerk? En intussen heeft de kerk zèlf — ik besef dat ik generaliseer — een geseculariseerd gerechtigheidsbegrip gecreëerd, dat niet meer gebaseerd is op het integrale gebod Gods. Als het maar socialistisch is. En in naam van gerechtigheid worden dan vooringenomen politieke keuzen gemaakt, waarvan niemand kan zeggen dat daar nog echte profetische bewogenheid achter zit. En de echte ethische vragen, naar het Woord Gods, worden terzijde geschoven.


Israël is — na Zuid-Afrika — momenteel een sprekend voorbeeld. Langzaam maar zeker heeft zich een anti-Israël, oftewel een pro-Palestijnse visie meester gemaakt van de kerken. Het gaat dan nog alléén om politieke categorieën, om politieke beoordelingen. Wat niet meer in het geding is, is de kwestie van de thora, van de gerechtigheid, die naar de Schriften is. We mogen inderdaad ook Israël de thora voorhouden. Israël moet naar haar wortel en oorsprong ook aanspréékbaar zijn op thora en profeten. De Arabische volkeren — grosso modo islamieten — zijn dat niet. Kan men dan verwachten, dat een boodschap van gerechtigheid bij die volkeren respons zal vinden, behalve wanneer het een politieke boodschap is, die past in hun straatje? Het gerechtigheidsbegrip, dat zo opgeld doet, bevordert intussen wat in joodse socialistische kringen als links antisemitisme wordt bestempeld.

Roeping
Ik besef dat ik een einde moet gaan vinden. Toch heb ik nog wel enkele dingen op mijn hart. Die stel ik verder nu maar puntsgewijs aan de orde. In tien korte punten, geen geboden.

1. Allereerst acht ik het een veeg teken, dat een kerk als de Nederlandse Hervormde Kerk recent bijna tegelijkertijd twee geschriften uitgaf, die met elkaar op gespan­nen voet staan. Het ene handelt over Godsverduistering. Het tweede over 'Gemeente zijn in een mondiale samenleving'. Welnu, als enerzijds over geloofscrisis gesproken moet worden en een appèl moet worden gedaan om weer terug te keren naar het bijbels ABC past enige bescheidenheid als het gaat over situaties ver weg in de wereld.
Moeten we niet zeggen, dat de politieke prediking, die niet meer uitging van de belijdenis van zonde en genade en die niet meer opkwam uit het hart van het Evangelie, namelijk het Evangelie van Kruis en Opstanding, mede de geloofscrisis heeft bevorderd? Maar alleen een levende kerk kan toch immers een sprekende kerk zijn?

2. En toch: het politieke leven valt onder de heiliging. Het gaat niet aan binnen de gemeente de politicus de rechtvaardiging va de goddeloze te verkondigen en tegelijk de politiek aan de macht van de zonde en de ongerechtigheid over te geven of te laten. Dat doet tekort aan de ethische betekenis van de politiek.

3. Met politieke prediking is niemand gediend. Integendeel! Het gaat om de prediking van zonde en genade en het trekken van ethische lijnen voor het leven. Wat dat betreft is de onvolprezen Heidelberger en de structuur daarvan voor de prediking genoeg. Het gaat om zonde en genade, gebod en gebed, verzoening en verlossing, wet en Evangelie. Maar een goede tijdpreek is nooit weg. Een tijdpreek staat altijd haaks op het tijdsbeeld. Maar de gemeente kan ervan ophoren met betrekking tot de wijze waarop ze staat in de wereld. En in een tijdpreek komt het politieke leven óók aan de orde.

4. We mogen ons afvragen of binnen kerken van Gereformeerde Gezindte wel altijd de ruimte van het Koninkrijk Gods aan de orde is en of de heerschappij van Christus, Triomfator óók over de eigentijdse machten, wel altijd voldoende uit de verf komt. Is de prediking voldoende theocratisch en daarin christocratisch? Want zo is profetische verkondiging ook koninklijk en zo ook bevrijdend, maar dan van de Kurios Jezus uit.

5. Naarmate de kerk kleiner wordt zal haar positie in de samenleving moeilijker worden. Ze zal steeds minder kunnen rekenen op steun of zelfs begrip van de overheid. Maar juist zo'n situatie betekent verdergaande secularisatie, verdergaande invloed van eigentijdse ideologieën, een verder afgroeien van het gebod Gods en de gerechtigheid van het Koninkrijk van Christus. Dan echter wordt juist de roeping van de kerk om getuigend, naar het Woord Gods te spreken pregnanter. Prof. Van RuIer heeft ooit gezegd, dat het een teken van de theocratie in de eindtijd zou kunnen zijn, dat we weer tot voor koningen en overheden Gods Naam hebben te belijden en dat we dit getuigenis met de dood zouden moeten bekopen.

6. Over het kerkelijk spreken hebben we dunkt me niet gering te denken. Wanneer echter gesproken wordt moet het gaan om záken van goddelijke ernst. En moet de kerk ook met goddelijke ernst spréken. Het gaat dan om zaken, die rechtstreeks het Woord Gods raken.
We denken overigens, als het over kerkelijk spreken gaat, meestal aan de Mozes en Aäronstraat, die loopt van Leusden of Driebergen of Apeldoorn naar Den Haag maar die straat is er als het goed is ook in Huizen of Pieterburen of wat denkt u van Finsterwolde? Ik bedoel te zeggen dat gemeenten, wanneer het gebod Gods in het geding is, zich tot de burgerlijke overheid kunnen richten, zoals kerken zich tot de Hoge Overheid, zoals dat heet, kunnen richten.

7. Over een aantal zaken zijn we het — althans als mensen van gereformeerde overtuiging — spoedig eens met betrekking tot het spreken van de kerk naar buiten toe. We kunnen denken aan ethische kwesties rondom het leven, aan zondagskwesties, aan het onheiligen van de Naam des Heeren in de ether, aan de kansspelen, aan zedelijkheidskwesties. Maar de sociale kwestie is er ook nog. Is dat bij ons niet vaak een blinde vlek? Of behandelen we die niet in de sfeer van het: natúúrlijk, máár. Natúúrlijk is dat een aangelegen kwestie, máár direct zijn we weer bij de vragen van het persoonlijk geloof. Me dunkt dat we van dat 'natuurlijk, maar' af moeten. De nieuwe armoede, de daklozen, de verslaafden, ze behoeven onze aandacht even zeer als de andere ethische kwesties. Ds. J.C. Sikkel sprak eens dit woord: 'Een ware reformatie van de kerk bestaat uit twee zaken. Vooreerst dat de kerk weer Jezus Christus erkent als haar enig Hoofd en in de tweede plaats, dat ze zich richt tot het ellendige om dat te behouden. Een kerk, die zegt het eerste te willen en het tweede niet doet mist het bewijs der oprechtheid'.

8. Hoe we het ook wenden of keren, we zijn vandaag meer dan ooit wereldburgers geworden. Daarom hebben we in al onze kerken op enigerlei wijze te maken met de noden en het onrecht in de wereld. Het gaat om Gods schepping en iedere kerk, die doet aan internationale hulpverlening, staat voor de gerechtigheidsvraag in de wereld, ook omdat de hulpverlening in politieke kaders geschiedt. Het kwalijke van de ideologisch gekleurde gerechtigheid mag geen alibi zijn om te verzuimen op bijbelse wijze de gerechtigheid in de wereld te doordenken. We kùnnen en mòèten ons druk maken om bescherming van ongeboren leven maar moeten we ons niet even druk maken om leven, dat direct na de geboorte weer sterft? Zal de wereldarmoede ons niet ter harte gaan? De christelijke waarachtigheid van een politieke partij is er mee gemoeid. En zeg ik teveel als ik eraan toevoeg: ook de geloofwaardigheid van de kerk?

9. Ten diepste ligt de hoogste roeping van de kerk, wat haar politieke verantwoordelijkheid betreft, in de politieke voorbede. Waar het gebed versterft heeft de kerk naar buiten toe niets meer te bieden. 'Och dat Gij de hemelen scheurdet en nederkwaamt. Dat van Uw aangezicht de bergen vervloten' (Jes. 64 : 1).
Ik kan mij levendig voorstellen dat een politicus, die in de kerk wekelijks moet aanhoren wat hij allemaal zou moeten doen en onder welke wet hij moet doorgaan en volstrekt de troost van de voorbede mist het op den duur voor gezien houdt.

10. Tenslotte. Ik heb een uur lang gesproken over kerkelijke verantwoordelijkheid voor de politiek. Verantwoordelijkheid van welke kerk eigenlijk? Naar welke kerk moet de overheid nog luisteren? Onze verdeeldheid is er de oorzaak van dat de kerk naar de overheid toe een zouteloos zaakje is geworden. En als dat al van de kerk moet worden gezegd: wat is christelijke politiek dan nog?
Is dit een negatief slot? Och, mocht het ooit nog eens komen tot een nieuw begin. Het volk zou er wel bij varen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Politiek een zaak van heiliging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's