Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hermeneutiek: Leesbril of toverstaf (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hermeneutiek: Leesbril of toverstaf (3)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer zagen we hoe ook een gereformeerde kijk op de Schrift zijn winst kan doen met allerlei resultaten van het bijbelonderzoek en hoe de nieuwe hermeneutische bezinning op een aantal punten onze blik scherpt voor zaken waar niemand aan voorbij kan gaan. Tegelijk vraagt de reformatorische belijdenis aangaande de Schrift ook om een kritische benadering van deze hermeneutische posities. We geloven van ganser harte dat de Heilige Geest ervoor instaat overeenkomstig de belofte van Johannes 14 : 26 dat we te allen tijde met de Schrift uit de voeten kunnen en dat de tijd waarin wij leven, ons nooit de norm van de Schrift kan ontnemen. Daarom willen we in onze vertolkende arbeid voortbouwen op het fundament van de Schrift en wat ons daarin geschonken is. Dat plaatst alle vertolking onder de kritische toets van de Schrift. Nu kan zo'n kritische toetsing van de moderne hermeneutiek al snel iets betweterigs krijgen of zo overkomen, alsof wij met ons beroep op de Schrift en de belijdenis het allemaal zo goed zouden weten en de antwoorden paraat hebben.
Ik hoop dat wij daarvoor bewaard blijven. Wanneer we alleen maar denken aan het bijbelberoep in allerlei ethische vragen zullen we zo eerlijk moeten zijn om te erkennen dat ook wij vaak tastend en aarzelend onze weg gaan. En het helpt niet als zouden we die aarzelingen — in de overdracht van waarden en normen aan onze jongeren bijvoorbeeld — 'overschreeuwen' met stoere parolen, en nog minder als we onze verlegenheid zouden 'maskeren' door bepaalde 'gevoelige' zaken maar te laten rusten.
Een kritische toetsing zal alleen dan waarde hebben, als we voortdurend bedenken dat ook wijzelf daaronder vallen en allerminst immuun zijn, voor gevaren die we bij anderen aanwijzen.
Dat wil ik graag voorop stellen in deze wat kritische bijdrage. Kritisch, omdat ik van mening ben dat de nieuwe hermeneutiek met haar vele uitlegsleutels ons in het slop voert en allerminst aanleiding biedt de reformatorische positie vaarwel te zeggen.

De mens bepalend
Wat is het voornaamste bezwaar van de hermeneutische benadering zoals deze sinds Schleiermacher in de theologie opgeld doet? Ik zou dit, enigszins generaliserend, zo willen uitdrukken: de tekst gaat onder in wat wij daaronder verstaan. Niet wat er geschreven staat is bepalend en gezaghebbend, maar wat de vrome of verlichte of twintigste-eeuwse mens in zijn mondigheid ervaart, is normatief. Het 'tegenover' van het bijbels getuigenis dreigt daardoor weg te vallen. Waarheid is wat ik als waarheid ervaar of wat mij bevrijdend aanspreekt.
Nu wil ik het motief in dit soort beschouwingen wel honoreren. Men zoekt naar een vertolking die zo dicht mogelijk de moderne mens raakt in zijn ervaringswereld en men wil hem niet belasten met verouderde voorstellingen zodat we struikelblokken op de weg leggen die, zo zegt men, met de echte ergernis van het evan­gelie niets te maken hebben.
Daar zit iets geweldig sympathieks in. Het draagt iets in zich van het bijbelse verlangen 'de joden een jood en de Grieken een Griek te zijn'. En dat de vertolking van de bijbelse boodschap iets existentieels dient te hebben, dat echte vertolking nooit buiten mijn eigen leven en bevinding omgaat, is ongetwijfeld juist. Met name de gereformeerde theologie met zijn brede aandacht voor het werk van de Geest en de bevinding zal daar gevoelig voor zijn. Maar het sein dient op rood gezet te worden als de existentie, het 'ik', of de vrome mens bepalend wordt voor wat waar of niet waar is. Het resultaat is dan, dat we een bijbel krijgen op maat gesneden van de moderne mens.
Gaat het aan om bijvoorbeeld de wonderen van Jezus te reduceren tot 'gelijkenissen' en het feitelijk karakter eraan te ontzeggen, omdat de mens van vandaag niet meer geloven kan aan een almachtig God en het wonder als feit een aantasting zou zijn van 's mensen vrijheid? Mag men de realiteit van hemel en hel herinterpreteren omdat het strijdig is met ons werkelijkheidsverstaan aan te nemen dat er een eeuwige straf zou zijn? Ik meen dat men op die manier niet ontkomt aan een aanpassing van de bijbelse boodschap die leidt tot een geweldige reductie. Het 'vreemde' en aanstotelijke wordt op die wijze aan het getuigenis ontnomen.

Uitleg en inleg
In de moderne hermeneutiek is de bijbeltekst begrepen in een voortdurende, zich steeds wisselende stroom van interpretatie en vertolking. De uitleg verandert met de mensen die de bijbelse teksten lezen. De tekst op zich is stom en heeft een tolk nodig om hem tot spreken te brengen. Onze ervaringswereld 'kleurt' het verstaan.
Nu willen we ook hier het motief honoreren. Stellig is het waar dat er in elke uitleg iets subjectiefs meekomt. Laat in een kring maar eens vijf mensen vertellen hoe zij bijvoorbeeld de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan verstaan, dan zal ieder zijn eigen accent leggen. En wanneer het je als predikant overkomt dat je in een gastgemeente preekt over een tekst waar de zondag tevoren over gepreekt is door een collega, dan plegen kerkeraadsleden steevast te zeggen: 'Dat geeft niets, dominee, want ieder legt de tekst weer verschillend uit'.
Maar dat betekent niet dat de tekst daarmee haar karakter als gezaghebbende boodschap verliest. Elke vertolking dient ook getoetst te worden aan de vraag: staat er ook echt wat gezegd wordt?
Men kan met een tekst niet alle kanten uit. Er zijn stellig vele interpretaties en belichtingen mogelijk, maar er zijn ook valse interpretaties, waarbij de tekst op maat van de uitlegger gesneden wordt.
Ik denk bijvoorbeeld aan de wijze waarop teksten als Handelingen 4 : 12 of Johannes 14 : 6 worden uitgelegd 'door hen die op deze wijze ruimte willen scheppen voor de moderne gedachte dat ook niet-christelijke godsdiensten heil verkondigen en eventueel wegen tot God zijn.
Of ik denk aan de wijze waarop soms in de zogenoemde materialistische exegese teksten uitgelegd worden vanuit een marxistisch klassenstrijd-model. De bijbel wordt dan gelezen als verzetsliteratuur van de armen en onderdrukten. Het echte, profetische verhaal van Jezus als partijganger van de armen wordt 'uitgepeld' uit het economisch systeem van de rijken, waar de evangelisten of zij die verantwoordelijk zijn voor de eindredactie van een evangelie, in verstrikt zaten. Uitleg wordt dan inleg.

Selectief lezen
Men ontkomt op deze wijze niet aan een zeer selectief bijbelgebruik. Teksten die dan bv. 'vrouw-onvriendelijk' klinken of die niet passen in het 'systeem' van de tegenstelling 'onderdrukkers/onderdrukten' of die niet bevrijdend klinken worden weggeëxegetiseerd, of zonder meer terzijde gelegd. De bijbelse boodschap is dan alleen relevant voorzover deze mij in mijn horizont aanspreekt.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit gevaar voor selectief lezen ook bij een orthodoxe visie ons geweldig parten kan spelen. We dreigen allemaal een 'bijbeltje' in de Bijbel te hanteren. Men neme eens de moeite om na te gaan waar in een bepaald jaar in een gemeente over gepreekt wordt. Misschien is aan een zekere selectiviteit ook niet te ontkomen. Wie zal durven beweren de volheid van de Schrift uit te putten? Maar het maakt nog wel verschil of dit selecteren voortkomt uit de beperkingen die ons nu eenmaal eigen zijn of dat dit bewust geschiedt vanuit een vooropgezette kijk op de tekst als dode letter, een literair product dat dan door onze verstaansmodellen tot leven gebracht moet worden. Hermeneutiek wordt dan inderdaad tot een toverstaf die het dode moet bezielen.
Wanneer H.M. Vroom ergens opmerkt: de tekst heeft een tolk nodig die hem tot spreken brengt, dan is mijn vraag: wie is die tolk? Ik kan met die stelling instemmen als bedoeld is dat de Geest van God ons tot verstaan brengt en het Woord opent voor ons hart. Maar het lijkt me hachelijk om de bijbel te beschouwen als een dode letter, die geen betekenis in zich heeft maar aan wie door de vertolking betekenis wordt toegekend. Terecht schrijft Van Bruggen ergens: 'Er is een groot verschil tussen de situatie dat de bijbel iemand niets meer zegt en de stelling dat de bijbel geen betekenis meer heeft. De bijbel heeft wel degelijk betekenis. De stelling dat zij die niet meer heeft voor vandaag is een waarde-oordeel over die betekenis en geen hermeneutisch uitgangspunt.'

Modieuze theologie
Ik wil de kwestie van de tijdbetrokkenheid niet bagatelliseren. We lezen en proberen te verstaan in de horizont van onze tijd. Toch zou ik willen opmerken dat juist vele moderne sleutels die gehanteerd worden, zo tijdgebonden zijn. Wanneer bijvoorbeeld het vierde evangelie anti-judaïstisch genoemd wordt en er vervolgens een kritische selectie op dit evangelie wordt toegepast terwille van het gesprek met Israël, zegt dit m.i. meer over de tijdgebondenheid van een bepaalde Israël-theologie dan over het Evangelie. We zijn niet blind voor de vragen die de moderne bezinning op verstaan en vertolken naar voren brengt. We zullen ze serieus moeten nemen. Maar de aangewezen ontsporingen zijn naar mijn overtuiging niet een bagatel. Wanneer de bijbel wordt uitgeleverd aan de verschillende 'sleutels', hetzij van feministische of materialistische snit of van existentialistische aard, wanneer de uitleg ondergaat in een subjectief verstaan, dan dreigt de gemeente de Schrift kwijt te raken. De vele interpretatiemodellen, de vele sleutels, de veelheid van hypothesen ten aanzien van 'waar' of 'niet waar', 'echt of onecht' oefenen een verwarrende invloed uit. Geen wonder, dat gemeenteleden wel eens vragen: wat kan ik nog geloven? Kun je met de bijbel dan alle kanten uit? Iemand moet eens gezegd hebben dat als het aan hem lag er geen bijbel meer zou mogen worden uitgegeven zonder wetenschappelijk gefundeerde ge­bruiksaanwijzingen.
Nu ben ik de laatste om het nut van kanttekeningen te ontkennen. Maar het is juist de verdienste van de Reformatie dat ze de Schrift weer in handen gegeven heeft van het gewone kerkvolk en onttrokken heeft aan de ketting van het kerkgezag. Tegenwoordig bekruipt je wel eens het gevoel dat de bijbel weer opnieuw aan de ketting wordt gelegd en de gemeente afhankelijk wordt gemaakt van de wetenschappelijke-hermeneutische deskundigen. Zo wordt de gemeente opnieuw onmondig. Maar welke weg dienen we dan wel te gaan? Daarover graag in een volgend artikel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hermeneutiek: Leesbril of toverstaf (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's