Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God ontmoeten in de disco?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God ontmoeten in de disco?

Met het oog op de jongeren

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hèt gesprek van de zaterdagavond
'Ma, ik ga weg hoor!'
'Waar ga je heen?'
'Ik ga weg!'
'Ik zou graag willen weten, waar je naar toe gaat.'
'Ik ga gewoon weg... Maakt u zich maar geen zorgen. Ik ben oud genoeg om op mezelf te passen!'
'Ga je soms weer naar die disco...?'
Aarzeling...
'Daar doe ik toch niets verkeerds mee?'

Verlopen zo ongeveer niet erg veel gesprekken tussen ouders en opgroeiende landeren?
In veel gezinnen gaat het hier om hèt gesprek van de zaterdagavond!
En in een poging om zoon of dochter ervan te overtuigen, dat de disco geen plaats is voor een christenjongere, wordt misschien een gewetensargument gebruikt: 'Kun je er God ontmoeten?'

God ontmoeten
'God ontmoeten' is een bijbels gegeven.
Nu wordt er op verschillende manieren over 'God ontmoeten' gesproken.
In de eerste plaats: deze ontmoeting is iets van nu. We denken dan aan de ontmoeting met God in Zijn Woord, in Christus.
In deze zin ontmoeten wij Hem daar waar Zijn Woord opengaat, waar Hij tot ons spreekt en waar Zijn Geest werkt, en waar wij in onze gebeden antwoorden.
Dat kan in de kerk zijn, of thuis, of in een vergadering waar uit de Bijbel gelezen wordt, of in een gesprek tussen twee of drie mensen die in Zijn Naam vergaderd zijn.
In deze tweede plaats: deze ontmoeting is ook iets van straks. We denken dan aan de ontmoeting met God op de oordeelsdag, de dag waarop wij verschijnen voor de rechterstoel van Christus.
Om deze ontmoeting gaat het, als de vraag 'Kun je er God ontmoeten?' wordt gesteld.

Als ongelovige God ontmoeten op de oordeelsdag
Het maakt alles uit, of je God op de oordeelsdag ontmoet als gelovige of als òngelovige.
Als je Hem dan als òngelovige ontmoet... Daar kun je alleen maar met huivering aan denken. Wat een verschrikking en schade!
In principe maakt het geen verschil, waar je op het moment van deze ontmoeting bent. Als je geen geloofsrelatie hebt met Christus... als je niet door het geloof in Hem gerechtvaardigd bent, dan kun je God nergens en nooit ontmoeten!
Laten we dit als volgt toespitsen.

Vragen met het oog op een ongelovige
Kan een ongelovige God thuis ontmoeten?
Nee.
Op school of op zijn werk?
Nee.
Op de fiets of in de auto?
Nee.
En als hij vol liefde zijn leven aan zijn naaste wijdt?
Nee.
Ook dan niet, als hij juist zo goed z'n best doet?
Nee.
En als hij in de kerk is?
Nee.
Zelfs in de kerk niet?
Nee.
Waarom niet?
Omdat hij niet met God is verzoend.

Als gelovige God ontmoeten op de oordeelsdag
Als gelovige kun je God altijd en overal ontmoeten. De relatie met Hem is fundamenteel goed.
Niet het tijdstip van deze ontmoeting of de plaats waar je bent is beslissend, maar de geloofsband met Christus, die onverbrekelijk is.
Laten wij ook dit als volgt toespitsen.

Vragen met het oog op een gelovige
Kan een gelovige God thuis ontmoeten?
Ja.
Op school of op zijn werk?
Ja.
Op de fiets of in de auto?
Ja.
En als hij ruzie maakt?
Ja.
Ook als hij ruzie maakt?
Ja.
En als hij in de disco is?
Ja.
Zelfs in de disco?
Ja.
Waarom ook daar?
Omdat hij met God is verzoend.

Sola gratia: niet verdienen en niet verliezen
Als je met God verzoend bent, dan hoef je er niet over in te zitten, of je Hem wel kunt ontmoeten.
Dit mogen wij zeggen op grond van de zekerheid van Gods werk en de vastheid van Zijn Woord.
Wij leven immers van het 'sola gratia'!
Dit houdt in, dat wij door onze goede werken het heil niet kunnen verdienen. Maar dit houdt ook in, dat wij door onze verkeerde werken het heil niet kunnen verliezen.
Niet verdienen en niet verliezen... dat zijn twee zijden van één hand, de hand die God, de Heere, in Zijn genade naar ons en onze kinderen uitstrekt.
Aan dat 'niet verdienen' besteden wij in onze traditie heel veel aandacht. Aan het 'niet verliezen' veel minder. Maar dat hoort ook echt helemaal bij de belijdenis van het 'sola gratia'.

Makkelijk?
We voelen in ons de tegenwerping, dat dit allemaal heel makkelijk klinkt.
Ik denk dat Paulus deze tegenwerping zo zou verwoorden: 'Kun je dan zeggen, dat het er niet toe doet, hoe je als christen leeft en waar je je ophoudt?'
En in zijn geest zeggen wij: 'Dat zij verre!' Het doet er zéker toe. Maar niet in de zin, dat ons heil en onze toekomst ervan afhangen. Het doet ertoe in de zin, dat de Heere Zijn eer zoekt in ons leven. Het doet er ook toe in de zin, dat het geloof in Christus de vraag met zich meebrengt, of we Hem in de ogen kunnen zien op het moment waarop Hij terugkomt of op het moment waarop wij van het leven hier scheiden.

Schaamte
We leren uit de Schrift, dat het mogelijk is, dat je je als gelovige schaamt op het moment van de wederkomst van Christus of op het moment waarop je uit dit leven wordt weggenomen (dat maakt in principe geen verschil). Johannes heeft het hier over in zijn eerste brief (2 : 28).
Het kan zijn, dat er op dat moment dingen in je leven zijn — en Johannes doelt hier op bewuste ongehoorzaamheid — waarvoor je je moet schamen en waardoor je Christus niet in de ogen durft te zien.

Ontmoeten en in de ogen zien
In de Bijbel wordt onderscheid gemaakt tussen 'God ontmoeten' en — we duiden het nu zo maar even aan — 'Christus in de ogen zien'.
Je kunt God ontmoeten, als je door het geloof in Christus met Hem verzoend bent. Maar dat wil nog niet zeggen, dat je Christus onder alle omstandigheden in de ogen durft te zien. Je kunt van genade weten in je leven, maar er niet altijd van léven. Je kunt als kind van God — uit zwakheid — in zonde vallen. Je hoeft dan aan Gods genade niet te twijfelen (zie ook het doopsformulier). Maar wat moet je zeggen, als Christus op zo'n moment terugkomt?
Nog anders gezegd: het kan zijn, dat je als kind van God niet waakt met het oog op de wederkomst van Christus. Niet dat je dan verloren bent, als Hij terugkomt. Nee, je blijft behouden. Maar wat is het verdrietig, als de Bruidegom de bruiloftsgasten slapend aantreft. Vandaar de herhaalde oproep om te waken en bereid te zijn.

Toetsstenen
In deze lijn zouden we nu vragenderwijs allerlei concrete situaties aan de orde kunnen laten komen, zoals: omgaan met elkaar, met onze roeping, met onze tijd, met de wereld waarin wij leven en de nood waarmee wij worden geconfronteerd...
En dat zijn even zoveel toetsstenen in verband met de vraag, of je je als gelovige zult schamen op het moment van de terugkomst van Christus. Met andere woorden: of je wakende bent en of je in je leven gericht bent op Christus en op de eer van God.

Een gelovige in de disco?
Misschien dacht u toen het zoëven over een gelovige in de disco ging (het ging hierbij overigens slechts om een voorbeeld): 'Een gelovige in de disco? En dan God kunnen ontmoeten? Dat kàn niet! Iemand die echt gelooft, kòmt daar niet!'
Nog afgezien van ons oordeel over de disco als zodanig... (we blijven met onze gedachten nu niet bij de disco 'hangen')... in het voorgaande hebben we aangegeven, dat een gelovige in situaties terecht kan komen, die niet sporen met het leven met God.
We kennen hier bijbelse voorbeelden van. We denken o.a. aan Abraham, David en Petrus, die van die schaamte-momenten of -perioden in hun leven kenden.
Liet God ze los? Nee, dat deed Hij niet. Want zo is Hij niet. Toen niet. Nòg niet. Nooit.
En gelukkig maar!

Openbaar en verborgen amusement
De disco biedt een vorm van openbaar amusement die veel jongeren aantrekt. We wijzen deze vorm van amusement af. Het is léég amusement.
Maar hoe wij er ook over denken, het is een gegeven, dat veel van onze jongeren deze leegte zoeken en er ook heel veel in beleven!
En hoe komt dit?
We zullen nu zeggen, dat de 'wereld' zoals zij in glitter en glamour naar onze jongeren toekomt, verleidelijk is. En dat is waar! Maar het is ook goed om ons af te vragen, wat zij bij ons thuis en in de kerk missen, waardoor zij zich misschien extra tot de disco aangetrokken voelen.
Natuurlijk, wij kunnen en willen niet met de disco concurreren. Maar wat hebben wij zelf onze jongeren te bieden? En hoe zit het met onze manier van amuseren? Nee, wij hebben daarvoor wellicht de openbare amusementsgelegenheden niet nodig. Maar hoe zit het met onze privésfeer? Hoe vullen wij onze vrije tijd? En hoe zit het met onze vakanties en met eventuele conferenties die wij bezoeken? Is er wat dit betreft niet sprake van veel verborgen amusement? Verborgen in de zin, dat anderen ons niet naar allerlei openbare gelegenheden zien gaan, maar dat wij gewoon thuis onze vrije tijd op een bepaalde manier vullen, die misschien ook wel ontzettend leeg is.
Hoe zeer de discosfeer ook af te wijzen is, we moeten ervoor oppassen, dat we het kwaad van bepaalde vormen van amusement alleen in de disco localiseren. Want is het niet zo dat, hoe meer wij in eigen hart en leven het kwaad leren kennen, hoe meer wij ook zien hoeveel 'wereld' wij in eigen huis hebben?

Twee vragen
'Kun je er God ontmoeten?'
Zoals deze vraag vaak bedoeld is, kunnen we bij 'er' ook denken aan 'thuis' of aan welke andere plaats ook.
We kunnen 'er' beter weglaten. Want of we God kunnen ontmoeten, hangt niet af van de vraag waar we ons bevinden op het moment van de terugkomst van Christus — we zouden dan vanuit de werken en niet vanuit de genade denken — maar van de vraag of wij in Christus met God verzoend zijn.
En de volgende vraag is, of we ons zouden schamen, als Christus nu zou terugkomen... of we in verwachting van Hem leven. En hierbij gaat het om het geheel van Zijn navolging.
Het is goed om deze twee vragen — voor onszelf, maar ook in de omgang met onze kinderen — te onderscheiden.
En de tweede vraag raakt — om zo te zeggen — niet alleen de disco waar onze kinderen misschien heengaan, maar ook waar wij in onze gedachten mee bezig zijn, hoe wij ons gezinsleven inrichten en hoe wij met ons geld omgaan, om maar eens enkele voorbeelden te noemen.

De grootheid van de genade
Als we zo — mediterend en onszelf toetsend — over een en ander onze gedachten laten gaan, dan beseffen wij iets van de grootheid van Gods genade. Uiteindelijk moeten wij het allemaal van deze genade hebben.
En ik zou zeggen: laten wij maar barmhartig zijn ten opzichte van de jongeren, ook ten opzichte van hen die met de vragen van het geloof bezig zijn en toch ook de keus voor bijvoorbeeld de disco maken. Waarmee overigens niet gezegd is, dat wij hen niet zouden moeten proberen te weerhouden, dat we hen niet zouden moeten wijzen op allerlei gevaren waaraan zij zich blootstellen en dat opmerkingen over levensstijl niet gemaakt zouden mogen worden.
Maar hiermee staan wijzelf ook onder de kritiek van het Woord. In ons leven is het dan misschien geen disco, maar iets anders dat op dezelfde wijze niet harmonieert met een leven met en voor God.

Inmiddels is ons meer en meer duidelijk geworden: vragen die wij onze kinderen stellen, zijn ook vragen aan onszelf.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

God ontmoeten in de disco?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's