Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

J.J.C. Dee, K. Schilder, zijn leven en werk (deel 1). Uitg. Oosterbaan en Le Cointre. 429 blz. Prijs ƒ 49,50.
Een biografische studie die de (hervormde) auteur diende als proefschrift aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (Vrijgemaakt). De promotieplechtigheid vond plaats op 19 december 1990: de honderdste geboortedag van Schilder. Deze gebeurtenis vormde tegelijk de (waardige) afsluiting van het 'Schilder-jaar'. Dit werk geeft iets blijvends aan die herdenking.
Het ontbrak tot nu toe aan een wetenschappelijke biografie over deze gereformeerde theoloog. In deze leemte heeft dr. Dee willen voorzien. In Kampen was men er (nog) niet aan toegekomen. Iets wat, blijkens uitlatingen tijdens de promotie, werd betreurd.
Dit boek dan, wil een beschrijvende en samenvattende inleiding zijn tot leven en werk van K. Schilder tot 1934 en van de gereformeerde wereld waarvan hij deel heeft uitgemaakt en waaraan hij zelf mede vorm heeft gegeven (blz. 14). Na een inleidend hoofdstuk (over de kerkelijke ontwikkelingen tussen 1834 en 1926) beschrijft de auteur Schilders jeugden studiejaren. Vervolgens gaat hij zijn gang door de kerken na, vanaf Ambt-Vollenhove tot en met Rotterdam (Delfshaven). Het loopt uit op Schilders promotie, zijn benoeming tot hoogleraar (unaniem, al was hij ook toen al niet-onomstreden) en zijn inaugurele oratie. Niet alleen de levensgang, ook Schilders preekarbeid, zijn publicistische arbeid (waarbij de polemiek!) in artikelen en geschriften, krijgt ruime aandacht. Een samenvatting wordt gegeven van 'Christus in Zijn lijden' (blz. 182-205); het hoogtepunt van Schilders omgang met de Heilige Schrift en een exempel van gereformeerde vroomheid (Stelling III).
Zo komt een beeld van een man voor ons, die gereformeerd was, dat wilde zijn en daar ook voor uitkwam. Hij had een grote eerbied voor het Woord van God, waarmee gepaard ging de liefde tot de gereformeerde belijdenis. Hij was een man die 'het steeds meer als zijn taak ging zien om uit te werken wat zijns inziens echt en waarachtig gereformeerd was. Centraal stond daarbij voor hem de verkondiging van de boodschap van de Heilige Schrift, want de prediking was voor hem het hart van het kerkelijk leven, en zo van alle leven... Reagerend op de dingen van de dag in kerk en maatschappij, was hij vooral een kerkelijk journalist, die in al zijn werk ambtelijk bezig was.' (blz. 281). De ontwikkeling van de dingen zoals die zich aan Schilder voordeed, markeerde steeds scherper zijn opstelling. Hij signaleerde verslapping en verwereldlijking over de gehele linie en constateerde daarbij een zich neerleggen bij het bestaande; de eis van absoluutheid verdween. Dat Schilder steeds meer omstreden werd, kan, dunkt me inderdaad te maken hebben met zijn naar het absolute neigende opstelling (blz. 280). Al kan evenmin ontkend worden dat een dergelijk oordeel al spoedig gegeven wordt aan hen die willen rekenen met het volstrekt gezaghebbende Woord van God en daarvoor willen staan. Tot en met de konsekwenties (de gehoorzaamheid).
Dr. Dee heeft een congeniaal proefschrift ge­schreven. Dat had een 'vrijgemaakt' theoloog hem niet kunnen verbeteren. Een van de punten van kritiek op dit werk was dat het zo weinig kritiek op Schilder bevatte. Het boek is dan ook meer beschrijvend dan evaluerend.
In enkele bij het proefschrift gevoegde stellingen klinkt kritiek door op de Hervormde Kerk. Zoals in stelling XVIII: Door Artikel 2 van de Kerkorde, waar naast lidmaten en doopleden ook tot een Hervormde gemeente gerekend worden te behoren 'zij die uit Hervormde ouders zijn geboren', wordt de Nederlandse Hervormde Kerk belemmerd in haar functioneren als kerk. En in stelling XIX: De belijdenis van de Christus der Schriften is onverenigbaar met het in de Nederlandse Hervormde Kerk gemeengoed geworden spreken over de 'Christus-belijdende volkskerk'. Daarbij zien we op de achtergrond een andere stelling (VIII) dat de bestudering van de theologie van K. Schilder voor keuzen stelt, niet in de laatste plaats inzake de kerk.
We wensen de auteur van harte geluk met de bekroning van zijn studie. Het moge hem als hervormd theoloog gegeven zijn, zijn plan tot het schrijven van een trilogie over de gereformeerde Schilder te voltooien.
Graag onderschrijven we zijn wens, dat dit boek mag bijdragen tot het aan de Schrift genormeerd gereformeerd denken en theologiseren, geloven en leven (blz. 14). Dat is nodig en geboden in een tijd van dogmatische onverschilligheid en confessioneel relativisme.
K. ten Klooster

Dr. A.J. Onstenk, Als het dak lek is, uitg. J.H. Kok, Kampen, 71 blz., prijs ƒ 14,90.
Als ondertitel kreeg dit boekje mee: Over kerkverlating en herstel van de kerk. Het legt uitgevers kennelijk geen windeieren dat er de laatste jaren zoveel sprake is van wat heet kerkverlating. Er is intussen een boekenplankje vol verschenen met literatuur over dit thema. Ook dr. Onstenk voegt er een publikatie aan toe. Hij schrijft geen wetenschappelijke studie of theoretische verhandeling, maar meer een discussiestuk. Hij heeft anderhalfjaar lang kranten en tijdschrijften nagespeurd op het onderhavige thema. Zijn conclusie uit al wat hij las, is dat het dak van de kerk lek is. Je kunt van mening verschillen over de vraag naar de ernst van de lekkage en naar de oorzaken die ertoe hebben geleid dat er lekken in het kerkdak zijn ontstaan. Maar dat het lekt, staat vast. Hoe reageren mensen in de kerk op de geconstateerde lekkages? Onstenk geeft 3 mogelijke reacties aan: je kunt helemaal niets doen, je kunt ook steeds klagen over de ernst van de situatie en verder ook eigenlijk niet èn je kunt met grote haast allerlei pannetjes en teiltjes onder de lekkende punten zetten en daarin het water opvangen. Gevolg: er verandert niets, ja, het wordt met het jaar erger. Onstenks' conclusie is dat we als kerken nog veel te veel ons ophouden met genoemde lapmiddelen, zonder werkelijk de oorzaken van het lekkende kerkdak op te speuren en te behandelen. Tot de lapmiddelen rekent hij o.a. het instellen van allerlei commissies, het schrijven van overigens goedbedoelde artikelen in kerkbodes, het hanteren van lokmiddelen om mensen (weer) tot kerkgang te bewegen, stunts in kerkdiensten, werkgroepen om kerkdiensten voor te bereiden, liturgische veranderingen etc.
Hoe zou het dan wel moeten? Uiteraard kan ook dr. Onstenk niet voor alle situaties en op alle gemeenten toepasbare wijzigingen voorstellen. Als algemene richtlijn geeft hij aan dat de kerk en vooral ook de kerkleiders wat stappen naar beneden moeten komen van hun vaak zo hoge podium en gewone klare taal moeten gaan spreken. Voorts dient er meer samenwerking en saamhorigheid te komen in kerken en gemeenten. En tenslotte, er zal meer enthousiasme dienen te komen en we zullen minder het verstand en meer het gevoel ruimte moeten geven, tot de mogelijkheden om het lekke dak van de kerk te helpen dichten ziet de schrijver als eerste de kunst van het preken (homiletiek). De predikant dient in onze tijd een zowel logisch als warm betoog te houden, maar al te veel kabbelen preken als een stil saai beekje voort, zo het betoog al niet geheel verzandt. Predikers dienen enthousiasme uit te stralen. Het gaat erom dat de communicatieve vaardigheden van de theologische studenten meer en beter worden ontwikkeld tijdens de opleiding. Dr. Van Brummelen wordt geciteerd vanwege zijn opmerking op een contio van de Geref. Bond in 1989 over de tekortschietende kwaliteit van de preek. Er zijn veel plichtsgetrouwe predikanten, die echter te veel op een eiland van hun eigen denken leven. Evaluatie en voorbereiding van de prediking samen met anderen, enkele kerkeraadsleden b.v. verdient daartoe ten zeerste aanbeveling, aldus dr. Onstenk en ik acht dat hij gelijk heeft. Tenslotte, ook het persoonlijk pastoraat van de predikant in de gemeente wordt terecht van het allergrootste belang geacht in het kader van het dichten van het lekkende kerkdak. Daar kunnen we minstens de helft van de vergaderingen voor laten schieten, want die leveren in de meeste gevallen nul komma nul op aan werkelijk geestelijk rendement. In plaats van het droge vergaderen, zouden we eerder en beter met elkaar in gebed kunnen gaan en samen de bijbel gaan lezen. Want dáár ligt m.i. de eigenlijke weg tot een oplossing van de geestelijke nood van de kerk in onze tijd. Het gemeenschappelijk gebed tot God, het erkennen van onze verlegenheid, het belijden van onze schuld en het pleiten op Gods belofte voor Zijn kerk. Dat dr. Onstenk dit aspect niet met zoveel woorden noemt, vind ik jammer. Overigens acht ik het een verrassend en voor bezinning in kerkeraad of welk ander verband dan ook een bruikbaar boekje.
J. Maasland, Kootwijkerbroek

Ds. L.M. Vreugdenhil, Dopen — Waarom? Boekencentrum, 's-Gravenhage, 1990, 54 blz., prijs ƒ 13,90 (korting bij meerdere exemplaren)
De schrijver van dit boekje heeft zich diepgaand met de betekenis van de doop bezig gehouden. Hij is van mening dat een grondige vernieuwing van de dooppraktijk nodig is. In dit boekje biedt hij daartoe een handreiking. De rijke, maar niet vrijblijvende betekenis van de kinderdoop wordt uiteengezet. Daarnaast biedt het boekje verschillende doopvragen, een eigengemaakt dooplied en voorstellen voor een doopcatechese. Vooral dat laatste spreekt me enorm aan. Het is een fijn boekje, dat zeker zijn weg in de kerk zal vinden.
W. Verboom, Hierden/Harderwijk

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's