Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wedergeboorte in Paaslicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wedergeboorte in Paaslicht

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een paaslied
Hooggestemd en diep verwonderd zet de apostel Petrus het Paaslied der Kerk in: 'Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levend hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden'. Het Paasleven, aangeduid met het woord wedergeboorte, is als een fontein, die openspringt bij het geopende graf van Hem, Die Zich dè Opstanding en het Leven noemt, die krachtig bewezen is de Zoon van God te zijn, door de opstanding uit de doden. Op de Paasmorgen heeft Hij het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht, door het Evangelie.
Ooit schreef iemand een boek over 'Het lied der schepping'. Zouden wij de herschepping lager toonzetten, dan op de toonhoogte van het lofprijzen Gods? De levende, de levende, die zal U loven, zo zong Hiskia toen hij gewaar werd dat God zijn leven als uit het verderf had opgevoerd.
Voor wie bezorgd is dat hij deze toonhoogte niet haalt blijft de bede over: Laat mijn ziel leven en zij zal U loven.

Lof aan de Vader
Wie wedergeboren wordt dankt dit nieuwe leven aan de God en Vader van onze Heere Jezus Christus. Hij heeft aan Zijn Zoon de vrucht van Diens doodsprijs volledig uitgekeerd, door Hem op te wekken uit de dood. Christus is opgewekt tot heerlijkheid Gods des Vaders. Hij is wel gedood in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest (1 Petr. 3 : 18). De opstanding van Christus ligt aan de wedergeboorte ten grondslag. Op de vraag echter, hoe krijgen wij deel aan het opstandingsleven van Jezus Christus, tast de apostel Petrus ten diepste naar de grote naar de hele, de onbegrijpelijke barmhartigheid van God de Vader.
Wedergeboorte is een daad van Gods barmhartigheid in Christus. In die barmhartigheid krijgt Gods verkiezende liefde gestalte. Wie worden er geroepen om God te loven voor het wonder van de wedergeboorte? De uitverkorenen naar de voorkennis van God de Vader, in de heiligmaking des Geestes, tot gehoorzaamheid en besprenging des bloeds van Jezus Christus. Daarmee zet Petrus de wedergeboorte geheel en al op naam van de drieënige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
De Vader het eerst. Want het strekt tot Zijn eer en lof als een zondaar wederom geboren wordt. Het nieuwe leven, het Paasleven is uit Hem, die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad, ook toen wij dood waren, door de misdaden en de zonden, heeft Hij ons levend gemaakt met Christus. Ook toen wij dood waren wil zeggen: uit zichzelf taalt de mens niet naar wedergeboorte Barmhartigheid Gods werpt helder licht op het woordje 'ons'. Onze ellende, onze zware schuld, onze dood ging de Vader van alle barmhartigheid ter harte. Dat Hij nochtans ons heeft wedergeboren, ondanks dat we verstoken lagen van alle ware leven voor God... Eén en al wonder. Wie zou die God en Vader van onze Heere Jezus Christus dan niet met eerbied prijzen? Barmhartigheid, in dit woord alleen al omspoelt ons een oceaan van eeuwige liefde.

Wedergeboorte, een Paasgebeuren
De wedergeboorte is alleen werkelijk in de opstanding van Jezus Christus uit de doden. In Zijn opstanding ligt de vaste en onwrikbare rechtsgrond van de wedergeboorte, waarvan Gods grote barmhartigheid de eeuwigheidsgrond is.
Toen Christus gestorven is, is Zijn gemeente in Hem gestorven, toen Christus is opgewekt heeft de Vader ons mede opgewekt en mede levend gemaakt. Elke wedergeboorte rust in het feit van Jezus' opstanding. Maar de wedergeboorte van Gods kinderen is op zichzelf ook een paselijk gebeuren. De opgestane Christus deelt in de wedergeboorte ons Zijn kruis en opstanding mee, in die zin dat Hij ons het nieuwe leven toeëigent. Wat wordt ons toegeëigend? De verzoening, die Hij tot stand gebracht heeft in Zijn dood, maakt Hij door de kracht van Zijn opstanding ons deelachtig. Van wedergeboorte kan nimmer sprake zijn buiten Christus om.
De gelovigen zijn met Christus levend gemaakt. Met Christus! De wedergeboorte is niet minder dan een nieuwe schepping en levendmaking uit de doden. Op deze unieke wijze doet God onze geestelijke doodstaat te niet, en brengt Hij het waarachtige leven in ons aan. Ons geeft Hij aan Hem en Hij vlecht een allemauwste band tussen Hem en ons, en verenigt beide tot één lichaam, waarvan Christus het Hoofd is.
Wat aan Christus geschied is, namelijk als God Hem uit de doden heeft opgewekt en Hem gezet heeft aan Zijn rechterhand in de hemelse gewesten, dat geldt ook ons als wij worden wedergeboren. Dat werkt zich van Hem uit in ons uit en door. Zijn opwekking is dus onze opwekking. In Hem zijt gij ook medeopgewekt door het geloof aan de werking Gods, Die Hem uit de doden heeft opgewekt.
Buiten Christus blijven wij dood in de zonden en misdaden. Er is geen nieuw leven voor de mens die buiten Christus blijft. Die in Hem gelooft, en die alleen heeft het eeuwige leven. Het nieuwe leven des Geestes doet ons opstaan uit de dood van de zonde in de waarachtige bekering. Dat bedoelt Jezus als Hij zegt: Ik leef en gij zult leven.

De Heilige Geest maakt levend
Vindt de wedergeboorte haar eeuwigheidsgrond in Gods barmhartigheid, haar rechtsgrond in de opstanding van Christus, het is de Heilige Geest, Die ons levend maakt. 'Christus ligt in zekere zin werkeloos terneder, totdat onze harten gericht zijn op de Geest, en de Heilige Geest is de wortel en het zaad van het hemelse leven in ons, want voordien aanschouwen wij Christus slechts onverschillig buiten ons en daarom ver van ons' (Calvijn). Van onszelf kunnen we dit nieuwe leven niet waarderen, noch begeren. Wij hebben er geen behoefte aan, geen verlangen naar. Dat is even èrg als èrnstig. En als we dit dood-zijn in zonden en misdaden niet voluit ernstig nemen, dan zal de wedergeboorte voor ons nooit worden wat zij is en zijn wil: een wonder van Gods liefde. Als ooit iemand onze natuurlijke doodstaat ernstig neemt, dan is het de Heilige Geest, Die het niet langer kan aanzien dat wij in die dood blijven liggen. Hij vindt immers in de mensen tot Wie Hij komt, en die Hij levend maakt, geen enkel aanknopingspunt. Zijn levendmaking op grond van Christus' opstanding is doorbreken door het kille pantser van onaandoenlijkheid, en zegevieren over een geestelijke dode. De Geest breekt de machten van de ontbindende krachten, die in de mens werken, om de dood vruchten te dragen. De Geest vernieuwt door Zijn herscheppende werking ons hart en leven radicaal, tot in de wortels van ons bestaan toe.
Wedergeboorte is geen restauratie, maar regeneratie, een nieuwe schepping. Nieuw leven dat glanst in het licht van de Paasmorgen. Een diepborende samenvatting van dit wonder der wedergeboorte wordt ons aangereikt in de Dordtse Leerregels (III-IV- 11) Hij, (de Heilige Geest) opent het hart dat gesloten is. Hij vermurwt wat hard is; Hij besnijdt wat onbesneden is. In de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt, die boos was goed wordt, die niet wilde nu metterdaad wil, die wedespannig was gehoorzaam wordt...'
De wedergeborene roemt aldus: uit gena­de zijt gij zalig geworden!

Gebaard door het Woord der waarheid!
De gewone weg die de Heilige Geest gaat is dat Hij de zondaar wederbaart door middel van het Woord van God, nòg strikter door de verkondiging van het Woord van kruis en opstanding (1 Petr. 1 : 23-25). De Geest legt het zaad van het Woord in het hart van de mens. Het evangelie is een kracht Gods tot zaligheid. Het heeft opstandingskracht in zich. Zoals een zaad de levenskiem in zich bergt. 'Het wordt niet gepredikt om alleen van ons gehoord te zijn, maar opdat het als een zaad des onsterfelijken levens, onze zielen in de grond vemieuwe en verbetere' (Calvijn).
Naar Zijn wil heeft God ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen. Hier wordt over de werking van Gods Woord gesproken in Paastermen. Door geen andere deur dan die der wedergeboorte gaan wij het Koninkrijk Gods binnen. Woord en Geest zijn onlosmakelijk op elkaar betrokken. In Handelingen 16 lezen wij dat de Heere het hart van Lydia opende, zodat zij acht nam op wat van Paulus werd gesproken. Toen werd het Pasen voor Lydia, want God gaf haar door het Woord verlichting des Geestes 'zodat de stem des mensen, die zich anders in de lucht zou verloren hebben, in haar door goddelijk licht bestraald verstand binnendringt' (Calvijn).
Met de krachtdadige roeping schept de Heilige Geest ook het geloof in het hart, zodat het werkt in u, levend en krachtig, door het geloof. Het woord wil geloofd zijn en het Woord brengt door de Geest het geloof voort, zo krachtig en zo levendmakend dat het schept, wat er niet is. 'Het is de belofte des Evangelies alleen, welke de vruchtbare baarmoeder is, waaruit alle kinderen Gods hun wedergeboorte ontvangen'.
'De belofte schept het geloof en wekt het op' (R. Erskine).
Behoudens de verborgen wijze waarop de Heilige Geest zuigelingen en kinderen, die het Woord nog niet kunnen horen, wederbaart in hun kindsheid, wat we over mogen laten aan de vrijmacht van Gods Geest, houden we naar luid der Schrift deze regel des geloofs aan. Aldus wedergeboren gaan we niet uitzoeken wat eerst of laatst is, eerst het geloof en daarna (liever daardóór) de wedergeboorte, of eerst de wedergeboorte en daarna het geloof, maar ik zou liever willen dat u mede levend gemaakt het uit gaan zingen:
Op Uw Woord o Leven van ons leven.
Werpen wij het doodskleed af.
Door de kracht Uws Geestes uitgedreven,
Treden we uit ons zondegraf. Geloofd zij de God en Vader.

Sterven en opstaan met Christus
Worden wij door Woord en Geest wedergeboren, en zo de kracht van Christus' opstanding gewaar, dan is de kern der zaak dat wij sterven en opstaan met Christus. Tot dit sterven behoort ongetwijfeld de overtuiging van zonde, waarvoor de Heilige Geest de ogen opent. De wedergeborene komt tot ontdekking van schuld en verdoemenis, van verlorenheid, zonde en ongerechtigheid. Noodzakelijk is dit wel. Gevaarlijk wordt het als we van deze 'beginvrees', zoals Calvijn dit noemt, een bewijs voor onze wedergeboorte maken.
Hoe nodig boetvaardighied ook is, hoe werkelijk ook het sterven aan de zonde ook is, er is méér nodig. Dezelfde Geest wekt door het geloof in de belofte van het Evangelie, smachtend verlangen, honger en dorst naar de gerechtigheid van Christus, schreien en roepen om genade en ontferming. Want wie het woord Zijner veroordeling gelooft, schrijft op het zijne de dood en wendt zich tot de levende Christus om behoud. Tot het wezen der wedergeboorte brengt de Heilige Geest ons zo dat men uit de Wet, en het drijven daarvan, aan de hand des Geestes, overgaat in het geloof in Jezus Christus... zijn zaligheid in geen enkel opzicht meer verwacht van de werken der gerechtigheid, die wij gedaan mochten hebben, maar van de grote ontfermingen van onze God en Zaligmaker' (Kohlbrügge).
Nu behaagt het God Zijn Zoon, de levende Christus, in mij te openbaren en sta ik met Hem op in een nieuw leven. Er is geen ander geldig kenmerk van wedergeboorte, dan het bewustzijn in de Heilige Geest, het getuigenis dat de Heilige Geest aan onze geest geeft dat wij kinderen Gods zijn: dat wij daarboven een genadig God en Vader hebben. Die ons om Christus' wil, al onze zonden vergeeft, ons leven verlost van het verderf en ons kroont met Zijn goedertierenheid en barmhartigheid. En dit leven hebben wij in Zijn Zoon de Gekruiste en Opgestane.
Zo wederbaart God de Vader naar Zijn grote barmhartigheid ons tot een levende hoop. Een levende hoop met betrekking tot de vergeving der zonden, de vrijspraak en de schuldvergeving. Een levende hoop ten aanzien van het hele christenleven, dat strijdend, worstelend, biddend en gelovend voortgaat op de weg van het heil. Gij zijt gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Nu krijgen Paulus' woorden voor ons de betekenis die zij verdienen. Ik ben met Christus gekruist en ik leef, doch niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij. En hetgeen ik nu leef, dat leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij liefgehad heeft en Zich voor mij heeft overgegeven (Galaten 2 : 20). Eenmaal in Christus, door het geloof overgegaan vanuit de dood in het leven, blijft de hoop steeds levend. Leven der opstanding en leven der hoop zijn in de wedergeboorte één. Hiermee begeven we ons in de lijn van Calvijn, die de wedergeboorte ziet als een voortdurend sterven en opstaan met Christus. Wedergeboorte is niet in één keer afgelopen. Calvijn spreekt graag over blijvende boetvaardigheid, die ten doel heeft dat wij dagelijks sterven met Christus en leven door Hem, opdat zo het beeld Gods in ons hersteld worde en wij dagelijks hervormd worden, totdat ons vlees vernietigd is, de wedergeboorte voltooid en de hoop op de eeuwige erfenis, waartoe Gods kinderen worden wedergeboren, in vervulling gaat.
'Wij geloven dat dit waarachtig geloof in de mens gewrocht zijnde door het gehoor van het Woord Gods, en de werking des Heiligen Geestes, hem wederbaart en maakt tot een nieuw mens, en hem doet leven in een nieuw leven, en maakt hem vrij van de slavernij der zonde' (Art. 24 Ned. Gel. Bel).

Eenmaal volop Pasen
De wedergeborene leeft in en uit Christus een nieuw leven. Hij leeft in de hoop. En de levende hoop stelt nieuwe perspectieven in het uitzicht, die breder en meer omvattender zijn dan het persoonlijk heil en de uistaande erfenis der individuele vromen. Christus' kruis en opstanding hebben universele trekken, en zij liggen beide aan de wedergeboorte der ganse schepping ten grondslag.
Bij een vernieuwde mensheid, behoort een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Deze verwachting maakt als Paasverwachting deel uit van het leven der weder­geboorte. Christus spreek hierover met Zijn discipelen, die Hem er op wijzen alles verlaten te hebben en Hem hebben gevolgd.
Dat is een volgen op de weg der wedergeboorte en het is een volgen van Hem in de wedergeboorte aller dingen. Dat is – aldus de Kanttekening op de Statenvertaling – de wederoprichting aller dingen, wanneer de gelovigen naar lichaam en ziel volkomen zullen vernield worden...
Maar dat niet alléén. Het totaal van de wedergeboorte is een vernieuwing door de Geest van de mens en óók van deze wereld. De mens, die op aarde door de Geest Gods wedergeboren wordt, vindt in deze wereld een sfeer waarin zich het nieuwe leven niet ten volle kan ontplooien. Hier zijn Gods kinderen in vreemdelingschap. Maar daarom zucht de Geest èn in de gebroken schepping, èn in het hart van Gods wedergeboren kinderen naar de Paasdoorbraak, de geboorte van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont.
Zoals bij de eerste mens in het paradijs de hof van Eden behoorde, zo behoren bij de dan naar ziel en lichaam herschapen mens de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. De tegenwoordige gedaante der wereld gaat voorbij. Hoewel... God vernietigt Zijn schepping niet – netzomin als Hij een mens die Hij wederbaart vernietigt, maar wel vernieuwd – zo behoudt Hij Zijn schepping als door vuur.
Eenmaal is het volop Pasen en voluit; en dan zal God het heel breed laten hangen. Zo breed als de nieuwe aarde, zo hoog als de nieuwe hemel.
Een onbewegelijk Koninkrijk, weggelegd van voor de grondlegging der wereld. 'De nieuwe aarde, die God de mens tot een erfelijke bezitting gegegeven heeft, zal het instrument zijn waarop hij zijn eeuwige lofaccoorden stemt, tot glorie van de drieënige God. Alle heerlijkheid, die hij in de nieuwe wereld zal hebben, zal hij als een volkomen dankoffer neerleggen aan de voeten van zijn hemelse Vader, en aan de voeten van Christus die de sleutels heeft van hel en van dood' (D.J. de Groot). Wat is het Paasvooruitzicht schoon!

Onderschrift foto:
De prediking van Johannes de Doper, op één van de Goudse Glas-in-lood ramen, in 1557 vervaardigd door Dirk Krabeth.
Uit: Mensenwereld Dierenwereld, Grafisch Nederland 1986.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1991

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Wedergeboorte in Paaslicht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 maart 1991

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's