Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Global bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Global bekeken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een lezenswaardige levensbeschrijving van ds. A. Verhagen, ooit predikant bij de Gereformeerde Gemeenten (uitgave Den Hertog, Houten), troffen we de volgende briefwisseling tussen deze pastor en de vermaarde prof. G. Wisse:

'In november 1951 bevond ds. Verhagen zich onder het gehoor van een oude bekende: professor Wisse. In Middelburg kwamen ze regelmatig bij elkaar over de vloer. Professor Wisse moest tot zijn spijt constateren dat ds. Verhagen na afloop van de samenkomst onmiddellijk huiswaarts was gekeerd en schreef hem een briefje met de volgende inhoud.

Waarde Broeder!
Er moet me iets van 't hart. Wat was dat een teleurstelling voor mij, dat ik voor mijn afrit geen gelegenheid kreeg om u even de hand te drukken. Hoe kwam dat? Was het woord tegen uw instemming? Neen toch! Dat zou mij spijten. En hebt ge mij kunnen verstaan? Gezien het verschrikkelijke weer, viel de opkomst mij enorm mee. Nu, ik hoop dat ge mij even een lettertje verwaardigt. Dan kan ik dit zaterdagmorgen nog hebben met de nachttreinlichting.
Vele hartelijke groeten van huis tot huis.
Heilbiddend uw toegenegen in Christus.'
Doorn, 29-11-'51
G. Wisse

Ds. Verhagen reageerde als volgt.

Kampen, 30-11-1951

'Aan den Zeergeleerden Heer Prof. G. Wisse, Doorn

Waarde Broeder!
Wat WISSE preekt is zeker waar,
Toch, broeder, er dreigt een groot gevaar!
Want toch die preekstoel is zo hoog,
Blijft men wel klein in eigen oog?

De prediker is als een kaars,
Die brandende, toch moet verteren!
Dit is de grote les des Heeren,
Die al Zijn knechten moeten leren!

Uw prediking was gereformeerd,
Daar heeft u zelf iets van geleerd!
Maar wees bevreesd voor de remonstrant,
Die maakt toch alles contraband!

Het grote voorrecht dat u geniet,
Is werkelijk iets, wat men zelden ziet!
Gelet op de veelheid uwer jaren,
Zo'n schare rondom u te vergaren!

De inhoud van uw betoog was af,
U scheidde duidelijk het koren van het kaf!
De Roomse leer een vervloekte afgoderij,
Daar vielen wij van ganser harte bij!

Maar dat de belofte gaat voor de wet,
Daar heb ik zelf nooit op gelet!
Dat kon ik zo maar niet aanvaarden,
Verklaar u nader, zeer eerwaarde!

Dat ik u, na de dienst, niet kwam groeten,
Daar moet u toch niet in gaan wroeten!
Ik deed dit uit bescheidenheid,
Dus, broeder, mij treft geen verwijt!


In het boek De Grote Kerk Maassluis 1639-1789 (uitgave maassluiseDrukkerij) van T. Mastenbroek en J.J. Bosman, troffen we de volgende aardige dingen aan.

• In 1627 schreef men:

'... alzo deze tegenwoordige kerke veel te eng ende naauw is, onbequaam tot het gehoor, vol drangs ende geruchts, ende doende veele menschen, inzonderheyt onze vrouwen ende kinderen door bangicheyt ende benauwtheyt van de menichvuldige aamtochten, dikwijls ende menichmaals tot deernisse van veelen, d'een achter d'ander beswijken, ende bijna verstikken...'

• Toen Prins Willem V in 1774 in de Haagse Kloosterkerk preekte liet de predikant Psalm 78 vers 33 zingen in de berijming van Datheen:

'Maer Gelijck een dronkigh mensch hem opmaket
Als de wijn wel verteert is en ontwaket
Die seer luyd' tiert en maekt een seltsaem wesen:
Alsoo is oock onse Godt opgeresen
En sloegh 't achterdeel der vijanden quaet
't Welk hen een eeuwige schand' is smaet.

Dit vond de Prins toch te vergaan. God te vergelijken meteen "dronkigh mensch". Hij sloeg meteen flinke klap zijn kerkboek dicht en deed er verder demonstratief het zwijgen toe.'

• 'Op 9 maart 1662 nam de kerkeraad het besluit de Kleine Kerk weer in dienst te stellen. Na een grote opknapbeurt werd op Goede Vrijdag van 't jaar 1664 het historische gebouw weer in gebruik genomen.
Eén van de toenmalige predikanten, ds. Petrus van Staveren maakte een nu zeldzaam gedicht: "Hellwensch aan de Gemeente van Maessluys over 't openen van haer tweede kerk Anno 1664'. Over de kerkelijke situatie in die dagen lezen we ondermeer:

Zoo wassen op Maassluys, de menschen neering huizen
De weid in straat verhuizen.
En daar het Vee wel eer
Ging weiden in het groen, daar zijn geen weiden meer
Dit alles raakt het aards: God zegent ook zijn Kerke,
In 't midden van dees werken:
En die wel eer te klein
Was voor een Kerk, is nu te groot voor een; een plein
Moet elders zijn gezogt. Maar waar die plaats gevonden
Om zulk een Kerk te gronden
Waar in al 't Volk te zaam.
Dees groeyende Gemeente, zal prijzen 's Heeren naam?
Waar zoo veel gelts gehaalt? waar zoo veel gouts gegraven?
Al d'inkomst hangt aan d'haven
En Schip en Hoek en Net,
En alles aan de Zee, daar men zijn Netten zet.
Hou moet: daar is geen nood daar God begeert te zeeg'nen
En schatten neer te reeg'nen,
Daar God des Menschen geeft
Maakt tot het geven mild, tot leenen onbevreest
Het gelt word aangeleit, en die op eigen kosten
't Capelleken begosten,
Bestaan een groter KERK,
Te klinken in elkaar door Tras en Metzel-werk.
Dit doet ook boven hoop op nieuw de Kerke krielen,
Van meenig hondert Zielen.
En boven dit getal,
Is daar een menigte, die buiten staat; en zal
Die, 's Heeren dag en dienst Godzaliglijk bewaar en.
Zoo moet die elders vaaren,
Bij nabuur en bij vriend,
Op dat die in den geest en waarheid Gode dient,
Nog is daar ongemak! men zal geen plaatze vinden,
Ten zij men zig verbinde
Een uur of twee voorheen,
Eer Godes dienst begint. De Psalmen en gebe'en,
De beste raatslag is 't slotvonnis van hun allen,
Een aller welgevallen,
Dat men een tweede Kerk
Zal openen ten dienste van Godes Akkerwerk.
Daar staat nog d'ouwe Kerk, ruim groot genoeg voor heenen,
Maar naamaals veel te kleene,
Nu tot een School bereit,
Daar nu de Jeugd ter deugd, en kennis word geleit
Dees zal ten tweedemaal, den Godes dienst ten goede
En om 's Vol ziel te voeden,
Verwisselen van lot.'


De laatste rondzendbrief van dr. G. H. Cohen Stuart, heologisch adviseur vanwege de Nederlandse Herormde Kerk in Jeruzalem, zou op zich best een integrale opname in deze kolommen waard zijn. Uit deze brief, geschreven na beëindiging van de Golfoorlog, de volgende passage:

'De Iraakse scuds zijn (voorlopig en hopelijk definiief) tot zwijgen gebracht Syrië bezit er 3000-4000. et is een verbeterde versie, op veel kleine afstand an Israël. En nog steeds wordt gevraagd, waarom et Iraakse leger zijn chemische wapens niet heeft inezet In de Jerusalem Post van 1 maart werd het volende gezegd: "Grote hoeveelheden van het gifgas oeten nauwkeurig en op het juiste moment worden elanceerd, wil het militair van betekenis zijn. En de wind moet zacht en de lucht moet redelijk stabiel zijn. eze week waren de weersomstandigheden in Koeweit niet geschikt voor gif-en zenuwgassen. Er viel ware regen, er was grote turbulentie en winden kwaen niet uit de gebruikelijke seizoensrichtingen. hemicaliën zouden of zich snel verspreid hebben n geneutraliseerd zijn, of de Iraakse troepen meer waad gedaan hebben dan de geallieerden. Vice-admlraal Stanley Arthur, de commandant van de Amerikaanse marine in de Golf, gelooft dat Saddam Hoessein chemische wapens tegen de oprukkende geallieerde troepen zou hebben gebruikt, als de wind niet gedraaid was kort voordat de aanval op maandagmorgen 25 februari werd gelanceerd. De admiraal vertelde een groep verslaggevers aan boord van de Blue Ridge, dat hij vermoedt dat Saddan Hoessein chemische wapens had willen gebruiken, maar door de draaiende wind daarvan was weerhouden".

In Israël was gedurende de hele oorlogsperiode het weer ongebruikelijk. Het was of heel droog en heel warm, of er woeien harde winden of het regende. Alle drie de weertypes zijn ongeschikt voor gasaanvallen. Toeval, samenloop van omstandigheden of wonder? "Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan" zegt een kerklied. "Het is een wonder in onz' ogen, wij zien het maar doorgronden 't niet" een ander.

Een chassidisch verhaal vertelt, dat een wetenschapper op bezoek kwam bij de Baal Shem Tov, de stichter van het chassidisme. Hij vertelde hem: Uit mijn onderzoek is gebleken, dat toen de joden door de Schelf zee trokken, de zee spleet door zuiver natuurlij­ g huizen ke oorzaken (vgl. Ex. 14:21). Wat blijft er dan over van het beroemde wonder? " De Baal Shem Tov antwoordde: Weet u niet dat God de natuur heeft ge­ meer schapen? Hij heeft haar zo geschapen, dat de zee rke, juist op het moment spleet, dat de Israëlieten erdoor moesten trekken. Dat is nu juist hei wonder".

Als een wonder is het door velen in Israël ervaren dat plein er zo weinig slachtoffers gevallen zijn bij de scud-vonden aanvallen. IVIaar, wordt eraan toegevoegd, het wonder als ingrijpen door God, maar Hij betrekt daarbij ook mensen. God zendt de wind die de Schelfzee n naam? splijt, maar het wonder gebeurt pas, nadat IVIozes zijn gegraven? staf over de zee heeft uitgestrekt Nu mogen we zeggen, dat Israëli's en Palestijnen ook gespaard zijn gebleven door het ingrijpen van de geallieerde troepen. Het is niet te overzien, wat er zou zijn gebeurd, als niet zeeg'nen was ingegrepen na de annexatie, Anschluss van Koeweit door Irak. In een terugblik zei prof Emil Fackenheim, dat de Amerikanen nu op tijd hebben ingegrepen, terwijl ze in de Tweede Wereldoorlog te laat waren. Daardoor heeft Hitler voor een zo groot deel zijn programma van uitroeiing van joden kunnen volvoeren. Toen als nu hebben vredesbewegingen in Europa de aard van het kwaad onderschat. De macht van len. het kwade laten bestaan is een groter kwaad dan vuile handen maken met de bestrijding ervan. (...)'

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Global bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's