Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beoefening van het gebed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beoefening van het gebed

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nooit zullen wij een kleine gebeurtenis in onze eerste gemeente vergeten. Wij deden die middag huisbezoek. Wij kwamen over het brugje op het tuinpad en we naderden een open deur van het zogenaamde klompenhokje. Er hing een plastic vliegenscherm voor. Wij hoorden overluid van binnenuit, dat iemand aan het spreken was. Je kon van de deur zo dwars naar de keuken zien. Wij schoven het scherm wat opzij en gluurden voorzichtig. Er zat een vrouwengestalte aan de tafel, verder was er niets te zien. Ze had er geen erg in, dat er iemand aan de deur stond. Maar wij zagen, dat de vrouw de Bijbel met beide handen op haar borst drukte en wij hoorden een paar woorden van een afstand spreken. Het gezicht was naar boven gericht. Er sprak intense spanning uit haar ogen. Wij hoorden spreken: 'U heb ik lief, o Heere, geef mij al wat ik behoef.'


Eerbiedig traden wij terug. Hier was een mens tot God aan het bidden. Wij hebben dit gemeentelid goed gekend. Geheel haar leven was een openbaring van de gemeenschap met God door de Heilige Geest in Christus. Ze ging in grote stilte haar weg door het leven. Maar haar geheim was het gebed. Wij hebben ons bezoek maar een tijdlang uitgesteld. Het gebed behoort tot de tere dingen, die men bezeert door ze met grove vingers aan te raken. We hadden ongewild haar eigenlijke leven gezien. Maar de vrucht daarvan kwam openbaar in haar wandel. Nooit hebben wij beter begrepen dan toen, welke zegen het gebed geeft voor de geregelde vermeerdering van het geestelijke leven. Het telt onder de genade-middelen. De discipelen uit Jezus' dagen baden reeds toen eerbiedig: 'Vermeerder ons het geloof'.


Wij moeten trouwens evenmin vergeten, dat toen Paulus' ogen op de weg naar Damascus geopend werden, deze jong bekeerde aan het begin van de levensbaan, waarop hij moest voortvaren tot de volmaaktheid aan de aarzelende Ananias met deze geruststellende woorden werd voorgesteld: 'Zie, hij bidt!'. Gebed is voor wasdom in het geloof nodig. Wat meer zegt, is een behoefte, een drang van het nieuwe leven, door de Heilige Geest in het hart gewekt. Men heeft het daarom meer­malen de ademtocht der ziel genoemd. Zodra er geestelijk leven, hoe zwak ook, in ons aanwezig is, komt dit openbaar in de ademhaling van het gebed.


Hiermee is het niet bedoeld, dat het voldoende is, Gods aangezicht te zoeken, wanneer daartoe aandrang en ware behoefte bestaat. Zulk een persende dringende behoefte is tamelijk zeldzaam. Het drukke leven met zijn vele beslommeringen, zorgen en noden neemt ons dikwijls dermate in beslag, dat de gebedsaandrang erdoor ten onder gehouden in plaats van opgewekt wordt. Ook op dit heilig terrein is de gelijkenis van het zaad tussen de doornen van kracht. Wij zijn aan allerlei verstikkende machten blootgesteld. Het is daarom niet te vermijden, vaste gebedstij­den te hebben en een bepaalde regel te hebben, zoals de Heere dit voor de bediening des Woords heeft aangewezen.


Uiteraard ligt hier het gevaar van de sleur voor deur. Wanneer het gebed veruitwendigd wordt, brengt het geen zegen. Het werkt dan eerder een dodend formalisme in de hand. Om die oorzaak is het zeker niet aan te bevelen, naar roomskatholieke trant éénzelfde gebed eindeloos te herhalen en daarbij de rozenkrans door de vingers te laten glijden, om te kunnen tellen. Zulke gebedsoefeningen matten de geest alleen maar af. Ze werken verslappend, terwijl het ware bidden juist de hoogste zielsinspanning vereist, evenals een pijl slechts recht toe recht aan naar het doelwit vliegt, indien de boog strak gespannen wordt. Zulk een gebedspraktijk ontaardt in dode vormen. We moeten daarvoor bijzonder op onze hoede zijn.


Maar nu is het een oude waarheid: het misbruik heft het goede gebruik nooit op. Gewone, eenvoudige vormen behoeven volstrekt niet altoos dood te zijn. Er kan en moet een geestelijke inhoud in leven en dan zijn ze als hulpmiddelen geenszins te versmaden. Van een intens bidder als Daniël lezen wij, dat hij geregeld driemaal daags de knieën boog voor het venster naar de kant van Jeruzalem. Hij had deze vaste orde zeker minder nodig dan wij. Wij reiken in het geloof zeker niet tot aan zijn lendenen. En als de zwaarste dreiging die man nu niet kon verhinderen zijn gewoonte te kunnen blijven volgen, hoeveel te meer zijn wij er dan niet toe verplicht!


Aan de andere kant kunnen wij ook het spontane gebed niet ontberen op ogenblikken, waarin ons hart de bron van alle leven wordt gedreven. Het gebed in de morgen, in de middag en in de avond heeft eigenlijk met name de noden van het gewone dagelijkse leven tot inhoud. Deze zijn in hoofdzaak altijd dezelfde. Er ko­men evenwel ook uren van zware verzoeking. Wij moeten soms moeilijke wegen doormaken, waarvoor wij instinctief terug huiveren. Wij beginnen iets te verstaan van Jezus' huivering voor Gethsemané. Het spreekt dan geheel vanzelf, dat een levend discipel dan op de knieën komt en zich niet tot de gebruikelijke gebedstijden bepaalt. Trouwens, de apostel beveelt ons ook zonder ophouden te bidden. Daarmee is bedoeld de doorgaande gebedsonderhouding. Zonder de handen te vouwen of zonder in de eenzaamheid neer te knielen, zoeken wij het aangezicht des Heeren in het gebed. Wij gebruiken geen uitvoerige woorden, het is alleen een gebedsuitroep, een verzuchting, waarmee wij ons door Christus tot den Vader der lichten wenden. Alle ceremonieel is daarbij verdwenen. Het is het stille gesprek met de Heere onze God. Wij staan voor het aanrecht in de keuken, wij doen de afwas, wij zitten op de tractor, wij besturen onze auto, en daar schiet ons hart als een pijl naar boven. Wij leggen uiterst kort onze nood voor den Heere neer, of, wij loven en prijzen Hem om Zijn goedheid.


Het geregelde en het spontane vullen elkaar aan. Maar op die manier gaat er dan ook een niet te onderschatten heiligende kracht van het gebed uit. Deze komt ten goede aan de opbouw, de opbloei en de ontwikkeling van het geloofsleven in de breedste zin. Wij vinden in de bijbelse geschiedenis daar overal de bewijzen van. David sterkte zich in de Heere zijn God. Toen de moeilijkheden zich opstapelden, werd het gebed van hem een bron van nieuwe kracht. De gemeenschap met God staalde hem om niet te bezwijken. Mozes keerde van de berg Horeb terug met een glinsterend aangezicht uit het verkeer met de Heere. En wat was het merkwaardige daarvan? Het staan in de tegenwoordigheid Gods breidde een glans van genade en heerlijkheid over zijn leven uit. Het bleef niet onopgemerkt in Israël. Ja, dat is nu precies kenmerk van alle heiligen. Tot in de gezichtstrekken toe weerspiegelt zich het leven van de ware vroomheid. De vrede Gods straalt daarin uit.


Deze voorbeelden mogen ons optrekken uit de sleur van het biddeloze leven. Nehemia bad een schietgebed, toen hij als schenker voor de koning stond, en deze aan hem vroeg, waarom hij zo treurig was. Dit korte uitgesproken gebed werd hem een bron van wijsheid. De Heere gaf hem daarna de juiste woorden in de mond, om zijn verzoek tot herstel van de tempel aan de Perzische machthebber voor te dragen. Het is de ervaring van alle bidders, dat de Heere èn in de inhoud èn in de vorm ons onder een heilige discipline stelt, zodra wij onze nood aan Hem hebben opgedragen. De uitdrukking van de woorden, de toon waarop wij spreken, het ligt alles onder een tere band van de Heilige Geest. Ja, zelfs onze behoeften worden in maat gesteld. Het moet alleen maar worden betreurd, dat het gebedsleven wijd heen zo verflauwd en verzwakt is. Daarom ontbreekt het overal aan geestelijke kracht en leven.


Hoeveel malen heeft Christus de Zijnen niet vermaand om te waken en te bidden om niet in de verzoeking te bezwijken! En nu weten wij: het aardse leven is een kampperk, waarin wij door bezwaren en ook door boze machten worden bevochten. Maar al te veel en te snel vallen wij ten prooi aan de listige omleidingen des duivels. Wij waken te schaars. Wij doorzien de kuiperijen van de boze te weinig. Welnu, onder de stukken van de wapenrusting Gods, die wij niet kunnen missen om in de boze dag staande te blijven, is nu ook het gebed. Het is de verbinding van de kerk op aarde met de hemel. Het kanaal, waarlangs ons Gods gemeenschap toevloeit!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De beoefening van het gebed

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's