Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus voor ons gestorven, als wij nog zondaars waren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus voor ons gestorven, als wij nog zondaars waren

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren'. (Romeinen 5 : 8)

De enige grond van onze zaligheid is de dood van onze Heere Jezus Christus. De apostel Paulus spreekt daar uitvoerig over in Romeinen 5 : 6-11. Van deze verzen vormt vers 8 het centrum. Daarin vertolkt de apostel op duidelijke wijze het geloof van Gods Kerk. Hij zegt: 'Christus is voor ons gestorven, als wij nog zondaars waren'. Zijn dan de gelovigen nu geen zondaars meer? O, jawel hoor! Ieder ogenblik zijn zij gereed tot hinken en tot zinken. De uitdrukking 'als wij nog zondaars waren' moeten wij verstaan vanuit het verband, waarin onze tekst staat. Dan blijkt, dat met zondaars ongelovigen bedoeld worden, mensen die nog leven in hun natuurstaat. Paulus kijkt terug. En dan verwondert hij zich. Want toen hij nog ongelovig, onbekeerd was, nog volop leefde in het farizeïsme, toen stierf Christus, stierf ook voor hem. Hier schittert het Evangelie van Gods genade. Het is alles van Hem uitgegaan. Hij heeft de grond der zaligheid al gelegd, toen Paulus nog voortleefde in ongeloof. Datzelfde geldt ook voor ons. Toen Christus op Golgotha stierf, waren wij er nog lang niet. Maar toen reeds werd de grond der zaligheid gelegd. En als de Heere naar ons omziet, dan vindt Hij ons ook in onze natuurstaat. Want niemand wordt als een gelovige, bekeerde geboren. Maar als de Heere onze blinde zielsogen komt te openen, gaan wij zien dat de grond der zaligheid er al lang was, lang voor onze geboorte en lang voor onze bekering. Juist tegen de donkere achtergrond van dat 'als wij nog zondaars waren' licht het Evangelie van Gods genade op. Mochten wij dan de donkere achtergrond van onze staat van nature maar kennen. Paulus weet goed hoe de mens van nature is. Met verschillende woorden drukt hij het in ons schriftgedeelte uit. In onze tekst heeft hij het over zondaars. In vers 6 over krachtelozen en goddelozen: 'Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven'. Van nature zijn wij krachteloos om Gods wil te doen, krachteloos om onszelf te verlossen. Van nature zijn wij ook goddeloos. Wij leven zonder God in de wereld en gaan onze eigen gang. In vers 10 heeft Paulus het over vijanden: 'Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon'. Van nature zijn wij God vijandig gezind vanwege onze zonden. Wij zijn kinderen des toorns. In de Schrift wordt dat ons voorgehouden. En wat een zegen is het, als wij daaronder mogen buigen. Dat heeft een mens niet van zichzelf. Dat is het werk van de Heilige Geest. Dan belijden wij: 'Heere, uit en van mijzelf ben ik een zondaar, een krachteloze, een goddeloze, een vijand van U'. Dan vind je bij jezelf geen enkele grond der zaligheid meer. Maar juist dan gaat het Evangelie van onze Heere Jezus Christus voor ons spreken. Hij is niet gestorven aan het kruis voor goede mensen, maar voor zondaars, krachtelozen, goddelozen. In Hem worden vijanden met God verzoend. Hebt u het moeilijk met uzelf, met uw zondigheid? Blijf dan niet op uzelf staren. Vlucht tot Christus. En belijd heel eenvoudig voor Gods aangezicht: 'Heere, bij mijzelf is het niet. Ik ben van mijzelf een zondaar, een krachteloze, een goddeloze, een vijand van U. Maar er is toch verzoening in het bloed van Uw lieve Zoon, onze Heere Jezus Christus. En ik mag toch tot Hem komen. Op Hem steun ik, op Zijn dood, op Zijn bloed, dat reinigt van alle zonden.' Dan weerklinkt onze tekst: 'God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.' Dan gaan wij verstaan, dat de grond der zaligheid al lang gelegd was. Daarop steunen wij en wij verwonderen ons.
Het is ook een wonder. Want wie sterft er nu voor vijanden? Dat is niet te begrijpen. Paulus zegt: 'Voor een rechtvaardige zal nauwelijks iemand sterven' (vers 7). Stel iemand is onschuldig ter dood veroordeeld. Het zal niet gemakkelijk zijn een ander mens te vinden, die bereid is in zijn plaats te sterven. Paulus zegt verder: 'Voor de goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven' (vers 7). Stel iemand, die veel goeds gedaan heeft, is ter dood veroordeeld. Mogelijk is voor zo'n mens iemand wel bereid te sterven. Mogelijk! Maar nu sterven voor vijanden. Dat is onbegrijpelijk. Maar dat is de boodschap van het Evangelie. 'God bevestigt, bewijst Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.' Uit liefde tot zondaren gaf God Zijn eniggeboren Zoon. Die liefde werd niet door iets in de mens opgewekt. Toen Christus stierf, was Paulus nog een felle farizeeër. En als de Heere naar ons omziet, vindt Hij ons ook als krachtelozen, goddelozen, vijanden. Zijn zondaarsliefde kunnen wij niet verklaren. Over deze liefde, die opkomt uit Zijn welbehagen, kunnen wij ons alleen maar verwonderen. Te Zijner tijd, op Gods tijd is Christus voor goddelozen gestorven (vers 6). Zijn dood is de enige grond van onze zaligheid. In het geloof steunen wij op Christus alleen. Hij heeft de schuld betaald en de wet vervuld voor allen, in de plaats van allen die in Hem geloven. Paulus zegt in vers 9 : 'Gerechtvaardigd zijnde door Zijn bloed'. En in vers 10: 'Met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon'. Dan zijn wij geen vijanden meer van God, maar vrienden. Dat is een wonder. Te begrijpen is het niet. Het is een geloofszaak. In het geloof mag er geroemd worden. Neen, niet in onszelf. Maar in God door onze Heere Jezus Christus, door wie wij nu de verzoening gekregen hebben (vers 11).
Als wij zo in het geloof met Christus verbonden mogen zijn, kan het nooit meer verkeerd met ons aflopen. Niet omdat wij zo sterk en getrouw zijn, maar omdat Christus dat is. Hij waakt over ons en houdt ons vast. Wij moeten door dit aardse leven heen met al zijn moeite, strijd, twijfelingen en aanvechtingen. Ons wacht de dood met het oordeel Gods over ons. Ons wacht de jongste dag, de dag van Gods toorn. Vreselijk voor allen, die het Evangelie van Christus in ongeloof verworpen hebben. Maar als wij op Christus steunen, behoeven wij niet bang te zijn. Dikwijls is er nog wel angst voor de dood en voor de jongste dag. Maar dan zien wij te weinig op Christus en te veel op onszelf. Wat zegt Paulus namens heel Gods Kerk? 'God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren. Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van den toorn' (vers 8, 9). Paulus zegt als het ware: 'Wat een zegen als wij op Christus betrouwen, op Zijn dood, op Zijn bloed. Daardoor zijn wij voor God rechtvaardig. Hij heeft voor ons Gods toorn gedragen. Daarom behoeven wij niet bang te zijn voor Gods toorn na onze dbod en op de jongste dag. Christus, Die op Golgotha voor ons stierf, zal ons daarvoor bewaren. Dat zal Hij zeker doen. Het is voor Hem zelfs nog gemakkelijker dan het betalen voor onze zonden voor Hem was. Dat was het grootste. Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van de toorn.' Door Christus behouden van de toorn. In vers 10 zegt Paulus: 'Behouden door Zijn leven. Indien wij, vijanden zijnde met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven' (vers 10). Wij hebben een levende Christus, aan Wie gegeven is alle macht in hemel en op aarde. Hij zal niemand verloren laten gaan, die op Hem betrouwt. Hij bidt voor ons en leidt ons door het leven heen. Zo is er uitzicht op het Vaderhuis hierboven en op de wederkomst van Christus. In de hoop op de heerlijkheid Gods mag er geroemd worden. Een roem, die gefundeerd is in Christus' bloed. Daarom is er bovenal een roemen in God door onze Heere Jezus Christus, door wie wij nu de verzoening gekregen hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Christus voor ons gestorven, als wij nog zondaars waren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's