Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Pers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verenigde Staten van Europa?
Wie kranten en nieuwsberichten nauwlettend volgt, kan op de hoogte zijn van het feit dat de Europese eenwording steeds dichterbij komt. De plannen om per 1 januari 1993 de binnengrenzen van de EG op te heffen, waardoor er een vrij verkeer van goederen, personen en kapitaal mogelijk is, komen al dichter bij hun realisering. We lezen van een EMU (Europese Monetaire Unie) en van een EPU (Europese Politieke Unie) waar o.a. onze eigen regering zich heel sterk voor maakt o.l.v. onze minister-president Lubbers. Wat zullen de gevolgen van eenwording zijn voor ons volk? Wat de gevolgen voor de positie van de kerken en daarin vooral ook van de Gereformeerde stroming binnen de kerken? Ligt er een nieuwe uitdaging of zal in een verenigd Europa de Rooms-Katholieke Kerk overheersend blijken te zijn? In het jongerenblad van de Gereformeerde Gemeenten 'Daniël' van 22 november 1991 stond over al dit soort vragen een interview te lezen met ons hoofdbestuurslid, tevens Europarlementariër, ir. L. van der Waal. Hem wordt o.a. deze vraag voorgelegd.

De kleine christelijke partijen die u vertegenwoordigt, staan negatief tegenover verdere Europese eenwording. Is het niet moeilijk om vanuit die overtuiging uw werk te doen?
Wij zijn inderdaad bang, dat door verdere Europese eenwording het eigen karakter van Nederland zal vervagen. De Nederlandse geschiedenis is voor een belangrijk deel gestempeld door de Reformatie. Dat is in onze samenleving nog steeds merkbaar, denk maar aan de plaats van de zondag, het christelijk onderwijs, de mogelijkheden om op velerlei gebied christelijke organisaties te hebben, en op velerlei gebied zijn er de christelijke partijen.
Ik ben niet blind voor het feit, dat er van binnenuit ook slijtage optreedt, maar één groot Europa zal dat alleen maar versnellen.
Overigens is de zelfstandigheid van Nederland voor mij niet het laatste woord. Het laatste woord is Gods Woord; wij willen een politiek voeren, genormeerd aan Gods Woord en daarvoor zie ik in een verenigd Europa niet veel mogelijkheden, in ieder geval minder dan in Nederland.

Ook naar de positie van de kerk in een Verenigd Europa wordt gevraagd.

In hoeverre heeft de Europese eenwording gevolg voor het kerkelijke leven?
Ik kan niet direct gevolgen zien voor het functioneren van de plaatselijke gemeenten. Wanneer het gaat om de invloed van de kerk in de samenleving, dan zijn die gevolgen er wel. Als in Europees verband over de kerk gesproken wordt, dan is dat de Rooms-Katholieke kerk. Verschillende kopstukken in het EP zijn rooms-katholiek. De Rooms-Katholieke kerk is internationaal georganiseerd en heeft een centraal gezag. Zij kan daardoor meer invloed uitoefenen dan de protestantse kerken, die vooral nationaal georganiseerd zijn.

Zouden de protestantse kerken zich wat meer in Brussel moeten presenteren?
Dat is een interessante vraag. De kerk heeft toch ook de taak om de overheid en de samenleving te wijzen op het heilzame van Gods geboden? Die opdracht is niet gebonden aan de grenzen van een nationale staat. Zo speelde on­langs in het EP een verslag over euthanasie en van verschillende kardinalen hebben wij toen verontrustende reacties gehad. Protestantse kerken hebben mij in ieder geval niet weten te bereiken. Zeker wanneer het gaat om zo'n belangrijk onderwerp, dan zouden de protestantse kerken hun boodschap moeten laten horen. Ik ga dan niet voorbij aan de geweldige inspanning, die de Nederlandse Pro-Life organisaties hebben geleverd richting het Europese Parlement. Maar deze organisaties kunnen de kerk zelf niet vervangen.

'Transparant', orgaan van de Vereniging van Christen-Historici, november 1991, brengt een heel themanummer uit, gewijd aan de Europese eenwording. Ook daarin staat een uitvoerig gesprek te lezen met ir. Van der Waal. Er worden praktische en principiële zaken doorgenomen betreffende het Europese Parlement. Aan het slot van het gesprek, dat dhr. G.P.P. Hogendoorn met hem heeft, vraagt hij aan Van der Waal: Waarom bent u tegen een Verenigde Staten van Europa?'

Van der Waal is vooral beducht voor wat er achter het streven van velen naar dat ene Europa zit. 'Als ik naar de doelstellingen kijk, die achter dat streven naar de Verenigde Staten van Europa schuilgaan, dan ontdek ik daarin toch wel heel sterk een materieel welvaartsstreven en machtsambities. Ik hoor op het ogenblik veel over het grote Europa, dat economisch al een reus is, maar politiek een reus op lemen voeten. Europa moet ook op het wereldtoneel mee kunnen spreken, vindt men. Ik ben wat huiverig voor die grote machtsconcentraties. De hoogmoed van de Torenbouw van Babel zit ten diepste in ieder mens. Je moet voorzichtig ­ zijn met gegevens uit de Openbaring te willen toepassen op wat je om je heen meent te zien, maar ik vind het wel opmerkelijk, dat in deze tijd, waarin de mens der zonde en der wetteloosheid steeds meer doorbreekt, je ook hoort spreken over het bouwen aan een wereldorde en een wereldbestuur. Ik vind dat erg bedenkelijke kanten hebben.
We zijn veel beter af met een mozaïek-structuur van verschillende landen, die onderling goed samenwerken. De zelfstandigheid Van Nederland is voor mij, gezien zijn geschiedenis, een gave en tegelijk een opgave. We hebben Nederland uit Gods hand ontvangen, maar voor een christen-politicus is dat niet het laatste woord. De soevereiniteit van een land is geen doel, maar een middel. Daarom moeten we de integratie van Europa ook toetsen aan de vraag, of de doelstellingen van een bijbels genormeerde politiek daarmee worden gediend. De vroegere voorman van het GPV, Jongeling, moet eens gezegd hebben: "De voortgang van het Koninkrijk Gods is voor mij belangrijker dan het voortbestaan van het koninkrijk der Nederlanden". Met die uitspraak stem ik in.'

VS van Europa:
roeping en uitdaging Prot. kerken?

In het al geciteerde 'Transparant' geeft drs. C. Blenk een 'Christelijk-historische visie op Europa'. Culturele en nationale verscheidenheid wordt in de bijbel niet bekritiseerd, vindt hij. De Nieuwtestamentische gemeente is van alle talen, volkeren en natiën. Het NT kent geen enkele kritiek op de internationale constellatie als zodanig, die Romeinse Rijk heet, aldus drs. Blenk. Geen wonder, zo vindt hij verder, de Romeinse vrede diende het Evangelie. Pas met de Franse Revolutie komt het nationalisme opzetten. Gedurende zijn bloeitijd was het Calvinisme Europabreed, internationaal. Drs. Blenk sluit zijn bijdrage aldus af:

De Christendemocratie is overtuigd Europees. Klein-rechts in Nederland niet. Het is al heel wat, dat zij samen (!) een man in het Europees Parlement hebben. Men wil niet verder dan samenwerking van soevereine staten. Men is beducht voor het verlies van nationale soevereiniteit, van het reformatorische erfgoed. Men waarschuwt voor een Torenbouw van Babel, een toren van welvaart en macht. En een klein land komt in zo'n Europa gauw in de knel.
Ik kan mij hierin goed vinden. Het is al een hele opgaaf om het thuisfront, de rechtervleugel, te overtuigen van dit wijze standpunt. Publicaties doen dit bekwaam. Toch mis ik iets. De paus claimt de kerstening van Europa als basis. Van de weeromstuit vergeten wij die. Eén publicatie springt van de Bijbelse fundering direct over naar de Vaderlandse geschiedenis! Ik wil voorstellen de paus het recht te betwisten op de annexatie van de kerstening van Europa. Willibrord is ook van ons! Het is mijns inziens uiterst zinnig bijvoorbeeld in het Europees Parlement te herinneren aan de 'making of Europe', de kerstening van ons werelddeel als basis van onze cultuur. De Reformatie heeft de basis niet ongedaan gemaakt, maar (gedeeltelijk) hersteld! De Reformatie was Europa-breed. Het Reveil trouwens ook! Men merkt aan kleinrechts, dat zij kerkelijk gesproken nationaal bepaald is: de oecumene is — begrijpelijk — langs ons heengegaan. Contacten met buitenlandse kerken zijn persoonlijk, incidenteel. Gelukkig hebben we achter het IJzeren Gordijn wel zusterkerken herkend en geholpen, via stichtingen. Dat was onze 'oecumene'. Lag in de voormalige DDR niet de bakermat van de Reformatie, het land van Luther? Kent het Hongaarse taalgebied geen Gereformeerde zusterkerken?! Deze band moet nu niet verslappen, maar verdiepen! Zoiets kan ons — politiek — dan weer stimuleren, om bij de Europese integratie op te komen voor de Oosteuropese landen.

Het Europees Parlementslid Catherwood, collega van ir. Van der Waal, schrijft, dat ook in zijn land, Groot-Brittannië, met name bij de christenen precies dezelfde huiver leeft voor een verenigd Europa: waar blijven dan de nationale (Britse) tradities, waar blijft dan het reformatorisch stempel (op Engeland), is het continent niet Rooms, is deze integratie niet het beest uit Openbaringen? Is Engeland niet bijzonder gezegend door God? Al onze bezwaren leven dáár dus ook! Maar Catherwood antwoordt dan dat de Rooms-Katholieke kerk bondgenoot is in de strijd tegen secularisatie, dat juist in Nederland, in Amsterdam, de grootste drugsmarkt van Europa floreert, dat in Spanje en Griekenland juist vrijheid van godsdienst is gekomen, dat zelfs in Turkije iets begint te veranderen ten goede. Catherwood vervolgt: 'Als we geloven in de kracht van het Evangelie, zouden we niet zo defensief moeten zijn. Als dit Evangelie waarheid is, en de kracht van God tot behoud van hen die geloven, dan past het ons, de heropening van de grenzen, die de Reformatoren zo vaak overstaken, te verwelkomen. De joden waren de Romeinen liever kwijt dan rijk; maar dankzij het feit, dat Juda een deel was van het 'grenzeloze' Romeinse Rijk, konden de apostelen het Evangelie verkondigen aan alle volken, die daarbinnen vielen. De Europese Gemeenschap hoeft niet gezien te worden als een bedreiging van het christelijk erfgoed van een land, maar juist als een mogelijkheid om die rijke traditie te delen met anderen.

In elk geval zullen de godsdienstige verhoudingen nog wel wat veranderen in de komende tien jaar. Nu Oost- en West-Duitsland zich hebben verenigd, staan ze samen garant voor hun protestantse erfgoed, dat nog is versterkt door alles wat christenen hebben moeten lijden vanwege hun geloof. Zeer waarschijnlijk wordt het protestantse Noorwegen ook lid van de EG, eenland met een sterke en actieve evangelische protestantse vleugel binnen de Lutherse kerk. En wellicht worden Zweden, Finland en zelfs Zwitserland lid...'
'Nationalisme is gevaarlijk. (...) laat niemand een lans breken voor christelijk nationalisme', aldus Catherwood.
Met zo'n man in het Europees Parlement is het goed praten.

De opvattingen van de hier geciteerde Catherwood worden niet gedeeld door L.M.P. Scholten, die eveneens in 'Transparant' zijn visie geeft op de Europese eenwording. Boven zijn verhaal staat het duidelijk genoeg: 'Nederland en de Europese dreiging'.

VS van Europa: geestelijke bedreiging
Scholten ziet in het huidige eenheidsstreven een dictaat van materialistische doeleinden vanuit een geseculariseerd machtsstreven. Hij legt dan in zijn bijdrage sterk de nadruk op het nationaal eigene.

Elk volk heeft zijn eigen wordingsgeschiedenis. De onze ligt in de strijd om de vrijheid. God te dienen naar Zijn Woord. Dat heeft in sterke mate onze geschiedenis tot op heden bepaald en daarmee tevens de inrichting van ons maatschappelijk bestel. De ruimte om een leven naar het Woord van God niet alleen individueel te belijden, maar daaraan ook in groepsverband uitdrukking te geven in christelijke politiek, christelijk onderwijs, christelijke kranten, christelijke instellingen, verplegings- en verzorgingstehuizen, is een verworvenheid, waarop geestverwanten in andere landen jaloers zijn. Dat komt onder zeer zware druk te staan, wanneer ons nationaal eigene zou opgaan in de smeltkroes van een post-christelijk, geseculariseerd Europa.
De Reformatie heeft in ons land sterker doorgewerkt dan elders. Veel wat zich thans in Nederland voordoet, is lijnrecht in strijd met Schrift en belijdenis. Toch zijn er in ons bestel nog zoveel herinneringen aan het stempel, dat het gereformeerd protestantisme op onze samenleving drukte, dat het waard is daarvoor te strijden.
Wat zal de toekomst van onze taal zijn in een verenigd Europa? Is er nog een reële plaats voor het Nederlands naast Frans, Duits en Engels? Wat zal er dan gebeuren met het grote cultuurgoed, dat in onze Nederlandse literatuur ligt opgetast? Zullen onze kleinkinderen onze oude schrijvers nog kunnen lezen?
Dit artikel verschijnt in een blad voor historici. In 1998 zal het 350 jaar geleden zijn, dat de vrede van Münster gesloten werd. Een belangrijk Europees jaartal, dat de verhoudingen in ons werelddeel voor lange tijd bepaalde. Een lange periode van politieke onrust en oorlog werd afgesloten. Voor Nederland betekende het, dat onze onafhankelijkheid definitief werd erkend. Zal er in 1998 nog wat te vieren zijn? Gefinancierd met ECU's? Geconvoceerd met Europese postzegels? Met een Europees paspoort, onder de blauwe twaalfsterrenvlag van Maria?

Scholtens alternatief is veelmeer een 'Europa der vaderlanden' (term van De Gaulle). Het behoud van de nationale zelfstandigheid lijkt hem de beste waarborg voor het behoud van wat hem in de Nederlandse samenleving lief en dierbaar is. Een standpunt, dat sterk blijft zien naar het eigen nationale volksbestaan en liever vasthoudt aan wat men nog heeft, dan zich open te weten naar nieuwe uitdagingen, die een verenigd Europa aan christenen biedt. Misschien wordt zo onbewust bevestigd, hoe verzwakt innerlijk zeker ook de calvinistische stroming in onze samenleving is geworden.

VS van Europa:
nieuwe spanningsverhouding

In de onlangs verschenen bundel studies 'Gereformeerden en het gesprek met de cultuur', uitgegeven ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de CSFR, opent dr. Chr. Fahner met een essay, waarboven hij schrijft 'Europees panorama'. Hij sluit zijn breed opgezette bijdrage over de grote tradities, die het eigene van Europa vormen, af met een aantal lijnen naar de toekomst, naar het Europa van morgen. We citeren daar twee wat verkorte fragmenten uit.

In het grote Europa van de toekomst komen de Nederlandse gereformeerden voor andere uitdagingen te staan. Ooit was de invloed van het calvinistisch Nederland in het protestantse deel van Europa groot. Europa was voor de gereformeerden geen heilige koe, maar terrein van actie. (...) Wellicht staan de gerichtheid naar binnen, de eigen groepering en het innerlijk leven, en de gerichtheid naar buiten, de Nederlandse samenleving, Europa, de wereld, in de gereformeerde traditie in een zekere spanningsverhouding. Ze kunnen elkaar ook niet missen. Wanneer het grote Europa de ruimte wordt, waarin vanuit innerlijke beleving en kracht vorm wordt gegeven aan de verkondiging, zal de reformatorische traditie een belangrijke kracht blijven.
Lescrauwaet citeerde de Belgische premier Tindemans (in Europa, gemeenschap in wording) met het oog op de rol van christenen in het algemeen in Europa als volgt: 'Een christen wordt ontrouw aan zichzelf, als hij deze uitdaging van onze tijd niet meer met de christelijke dynamiek tegemoet treedt'. Als dat voor christenen geldt, gaat het dus ook op voor reformatorische christenen in het bijzonder. En veronachtzaming van die uitdaging zou niet alleen ontrouw zijn aan zichzelf, maar vooral aan het Woord van God en de kostbare schatten, die in de gereformeerde traditie bewaard worden. De 'monumenta reformatoria' zijn niet bedoeld als museumstukken.

Het mag duidelijk zijn, dat Fahner anders tegen de toekomstige ontwikkelingen aankijkt dan bijv. Scholten en in mindere mate Van der Waal doen. Anders in de zin van: we hebben in onze traditie schatten, die de moeite waard zijn ook in een verenigd Europa uit te dragen.
We sluiten af met de volgende regels uit Fahners essay.

Zo is dan de reformatorische groepering in het Europees panorama een stroming, die voortdurend teruggrijpt op de bijbelse boodschap. Terwijl secularisatie niet halt hield bij de grenzen van de kerken en er in de twintigste eeuw zelfs gesproken werd van 'geseculariseerd christendom' en 'geseculariseerde theologie', is de reformatorische traditie lang in staat gebleken, haar eigenheid te bewaren. Die eigenheid wordt ook wel in uiterlijke stijl zichtbaar, maar is pas echt en krachtig, als ervan een levend geloof sprake is. Anders zouden de gereformeerden voornamelijk lege hulzen omdragen. Terwijl de secularisatie lange tijd iets scheen van de buitenwereld, is nu sprake van een 'Godsverduistering', die ook de Gereformeerde Gezindte diep lijkt te raken, als verwereldlijking die misschien nog niet de leer, maar wel de praktijk aangaat. Godsverduistering bestaat vooral in de hoofden en harten van de mensen. Door Gods genade kan gereformeerd belijden ook gereformeerd beleven worden of zijn, dat zich in het laatste decennium van de twintigste eeuw met waarachtig enthousiasme — in de volle zin van dat woord — uitspreekt in de Europese samenleving.

Wie vooral rekening houdt met de praktische omstandigheden van een reformatorisch Europarlementariër in een uitermate geseculariseerd Europees parlement, kan begrijpen, dat de zorg over de toekomst van Europa en haar geestelijk welzijn sterk overheerst. Wie daarnaast vanuit de eeuwenlange geschiedenis van Europa lijnen ziet lopen waarlangs onze God soms in voor ons grote verrassingen Zijn machtig werk doorzette, die mag nochtans vol vertrouwen op die God en Zijn belofte de toekomst tegemoet zien, ook al zal er wellicht voor de kerken, zeker ook die van gereformeerde signatuur, veel veranderen. We hebben als christenen elkaar meer dan ooit te zoeken. En onze voorbede zij er ook voor hen, die op voorname posten gesteld in Straatsburg en in Brussel werkzaam zijn.

Voor wie geïnteresseerd is in het themanummer van 'Transparant', volgt hier het adres: VCH-Secretariaat, Postbus 24062, 3502 MB Utrecht.
Gereformeerden en het gesprek met de cultuur is een uitgave van Boekencentrum BV in Zoetermeer, 231 pagina's, prijs ƒ 33,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Uit de Pers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1991

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's