'Afgeschreven? ... toch niet!'

Een tollenaar was een belastingambtenaar. En wel: in dienst van de Romeinse bezetter. Onder diens bescherming zette hij zijn eigen landgenoten af. Verrijkte zich ten koste van zijn volk. Daarom was een tollenaar bij het volk gehaat. Een farizeeër zou liever een straatje omlopen dan dat hij een tollenaar zou ontmoeten. Zo'n tollenaar was uitgesloten van de geloofsgemeenschap. Er was voor zo'n man geen redding mogelijk. Zo dachten ongetwijfeld de godsdienstige joden.

Toen Jezus met Zacheüs was meegegaan, zeiden ze: 'Hij is tot een zondig man ingegaan'. Dat zullen ze vol afschuw geroepen hebben. Een tollenaar was voor hen afgeschreven. Welnu, zo'n man was ook Levi die we hier in de tekst ontmoeten.

Jezus zag die Levi zitten in zijn tolhuis. Hij ging niet aan hem voorbij, maar riep hem: 'Volg Mij'. Hij nam hem aan als Zijn discipel. Ja, voegde hem straks bij Zijn intieme kring van discipelen, de twaalf apostelen. Hij was zoals ik al schreef, voor de joden afgeschreven. Misschien zegt u: 'Dat is toch te begrijpen. Die man had het er ook naar gemaakt. Zo'n uitbuiter. Schrijven we soms niet wat al te gemakkelijk een ander af? 'Heere, die man is toch niet geschikt om in Uw dienst te zijn. Er zijn toch wel fatsoenlijker mensen dan die Levi. Die man benadeelde zijn eigen volksgenoten op grove wijze. Zouden wij ook niet in de kring van de schriftgeleerden geroepen hebben: 'Een zondig mens!'.

De Heere Jezus denkt en doet anders. Hij bemoeit Zich juist met mensen die zijn afgeschreven. Dat is nu juist de rijkdom van het Evangelie. Jezus zegt Zelf: 'Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering' (Luk. 5 : 32). Wat een rijke troost is dat! Afgeschreven, en toch, het is waar wat een dichter zingt: 'Jezus neemt de zondaars aan'.

Ja, wat een bemoediging voor u, die uzelf moest afschrijven. En uzelf plaatst naast die Levi. Bij het Licht van Woord en Geest ontdekte u, dat u van nature niet voor de Heere God kunt bestaan. Een doemwaardige zondaar (zondares). Terecht, afgeschreven. 'Zou er voor mij nog genade zijn?', vraagt u vol schuldbesef.

Wel, zie 't hier bij Levi. Jezus ziet naar Levi om. Naar die afgeschreven tollenaar? Ja, inderdaad. En dat mag u moed geven om met uw verdorven en schuldig leven naar Hem te gaan. Hij wil u helpen. Nog klinkt het kerstevangelie na: 'Want gij weet de genade van onze Heere Jezus Christus, dat Hij om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden' (2 Cor. 8 : 9).

De hemel heeft Hij verlaten. Is ingegaan in het zondige tolhuis van deze wereld om ons te roepen tot bekering. Er is redding voor de grootste der zondaren. Hij is het Lam Gods Dat de zonde der wereld wegneemt. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Hij is de enige Medicijnmeester, Die uw leven verlost van 't verderf, u geneest van de dodelijke kwaal, de zonde.

'En zag een tollenaar, met name Levi, zitten in zijn tolhuis'. Onderstreep vooral ook dat woordje 'zag' uit de tekst. In dat ene woord ligt al een rijke boodschap. 'Zag' dat is meer dan een louter zien met het oog. Het is het zien van de goede Herder Die bewogen is met verloren schapen. Vol liefde ziet Hij neer op verloren en schuldige mensen. Zijn zien is een omzien in ontfermen. Een begaan zijn met ellendigen. Ja, wat troostvol. 'En zag een tollenaar zitten in zijn tolhuis'. Nog is Christus Dezelfde in Zijn zondaarsliefde. Werkelijk, ook u ziet Hij in uw nood, in uw ellende. Hij ziet u in uw 'tolhuis'. Afgeschreven? ... toch niet! Zijn zien is een reddend zien. Hij komt naar u toe. Ook door middel van deze meditatie. Hij zegt: 'Volg mij'. Wat een wonder! Zulke afgeschreven mensen maakt hij tot Zijn discipelen. Hij neemt hun zonde weg. Reinigt ze door Zijn bloed, gestort op Golgotha. Vernieuwt uw leven zodat u Hem gaat volgen. Met Paulus vraagt u: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?'. Ja, het wordt uw hartelijke begeerte:

'Ik zet mijn treden in Uw spoor
opdat mijn voet niet uit zou glijden.
Wil mij voor struikelen bevrijden
En ga mij met Uw heillicht voor.
Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten
omdat G'o, God mij altoos redt'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen