Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over een dun psalmboekje...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over een dun psalmboekje...

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In De Waarheidsvriend van 3 oktober 1991 was een overzicht opgenomen, ontleend aan het bekende, onlangs opnieuw uitgegeven boek 'Bavianen en Slijkgeuzen' van prof. dr. A.Th. van Deursen. De tabel had betrekking op 'Psalmen gezongen in de gewone kerkdiensten te Hoornaar'. Gedurende een tijdvak van acht jaar heeft men kennelijk in die gemeente bijgehouden, welke psalmen werden gezongen en het blijkt duidelijk, dat ook in die tijd slechts een kleine selectie uit ons psalmboek in de eredienst werd gebruikt.
'Het zou interessant zijn', aldus een onderschrift van ir. J. van der Graaf, 'na te gaan hoe het vandaag in de onderscheiden gemeenten ligt'.

Toppers van toen
Nu is een overzicht als het bovengenoemde uiteraard niet representatief. In Hoornaar kunnen psalmen gezongen zijn, die bijvoorbeeld in Hoog-Blokland niet gezongen werden en omgekeerd. Maar een peiling over een tijd van acht jaar zegt natuurlijk toch wel iets. Wat in ieder geval duidelijk kan zijn, is dat ook in de 17e eeuw sommige psalmen zeer frequent, andere minder vaak, en vele nooit gezongen werden.
Opvallend is wel dat de 'toppers van toen' — althans wat de gemeente Hoornaar betreft — niet altijd de toppers van nú zijn. Weliswaar staan de psalmen 103, 119, 118, 116, 68, 42, 130 en 25 bovenaan de ranglijst, maar evenzeer komen de nummers 37 en 50 voor onder de veelgezongen psalmen. Maar bij de vele psalmen, die in acht jaar nooit werden gezongen zijn bijvoorbeeld ook 43, 84, 89, 122, 146 en 150 en dat zijn stuk voor stuk psalmen die in onze diensten een ereplaats innemen.
Helaas staat ons van deze tijd geen vergelijkingsmateriaal tot onze beschikking. Toen ik laatst als gastpredikant in een gemeente voorging, trof ik daar een organist aan, die voor zijn gemeente een overzicht had gemaakt van de gezongen psalmen. Maar waarschijnlijk zal dat wel een uitzondering zijn en bovendien gaat het dan nog maar over die éne bepaalde gemeente. Het staat in ieder geval vast, dat het psalmboek dat we gebruiken aanmerkelijk dunner is dan dat waarover we de beschikking hebben.

De psalmkeuze
Wat is de oorzaak van het feit dat sommige psalmen veel, en andere weinig of nooit worden gezongen? Dat is een vraag die alleen de predikanten kunnen beantwoorden, want zij zijn het die de te zingen psalmen opgeven.
De keuze van de psalmen heeft natuurlijk alles te maken met de tekst voor de preek of het onderwerp dat behandeld wordt. Ook aan dit onderdeel van de dienst moet de nodige zorg worden besteed. Het bekende 'briefje voor de organist' mag geen sluitpost zijn op de kanselbegroting!
Ik kan uiteraard niet beoordelen of alle collega's ook voldoende zorg aan dit werk besteden. Al denk ik, eerlijk gezegd, weleens, bij het kennisnemen van een uitgegeven preek, of tijdens het bijwonen van een kerkdienst: 'Nou, die laat óók maar wat zingen'. Misschien dat de betreffende dienaar van het Woord zijn keuze kan motiveren, maar voor mij is er soms geen verband tussen tekst en psalmen te ontdekken. Men krijgt in dat geval de indruk dat de dominee 'voor het gemak' maar een paar bekende, graag gezongen psalmen heeft uitgezocht.
Het is ook mogelijk dat de predikant wel andere, meer toepasselijke verzen had willen laten zingen, maar dat hij zich heeft laten afschrikken door de onbekende of moeilijk zingbare melodie. Dat argument doet nog weleens dienst: 'die kunnen ze hier toch niet zingen'. Wanneer dat zo is, zou ik dan zeggen, dan wordt het tijd dat ze het leren! Want als je het niet eens probeert, dan blijft die melodie onbekend.
Dan zijn er ook nog de predikanten, die voor een noodoplossing kiezen. Ze laten een moeilijke Psalm zingen op de melodie van een bekende. Psalm 45 op de wijze van Psalm 32, Psalm 80 op de wijze van Psalm 105 en zelfs de Avondzang op de wijze van de Morgenzang! De vindingrijkheid is 'tot verbazing der beschouwers' — in dit geval van de zangers! — maar het lijkt natuurlijk nergens naar. De inhoud van een psalm en de melodie horen wezenlijk bij elkaar, je kunt een psalm niet zomaar op een willekeurige melodie zingen.

Moeilijk?
Hiermee zijn we gekomen op het punt, waarom het in deze bijdrage moet gaan. Uit destijds gevoerde en mij nu toegezonden correspondentie blijkt namelijk, dat het probleem van de weinig gezongen psalmen reeds een kwart eeuw geleden aan de orde is geweest binnen het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Het toenmalige H.B.-lid, de heer H. Bos te Dirksland, had becijferd dat 53% van de psalmen goed zingbaar is, 20% matig en 27% slecht. Tengevolge daarvan wordt ongeveer een derde van ons psalmboek nooit gebruikt. Bij nieuwe berijmingen werden steeds de oude melodieën weer overgenomen, wat tot gevolg had dat ze wéér ongebruikt bleven.
Wanneer ik het goed zie, zou volgens de heer Bos de oplossing zijn dat er iets werd gedaan aan die 'onzingbare melodieën'. Het ontbreekt ons niet aan muzikaal talent, dus misschien ligt hier een taak. Het is een zaak, die natuurlijk alle kerken en groepen raakt, waarin uitsluitend psalmen worden gezongen, maar waarom zou de Gereformeerde Bond niet het voortouw nemen? Aldus de notities van de heer Bos, weliswaar van 1967, maar ook na 25 jaar nog aktueel.
Om te beginnen deel ik de zorg over het feit dat vele, overigens mooie psalmen voor de gemeente onbekend blijven, doordat ze weinig of helemaal niet opgegeven worden. Als wij om principiële en historische redenen vasthouden aan het gebruik van uitsluitend psalmen in de eredienst, dan moeten we ze ook allemáál zingen. Alléén psalmen, dan ook àlle psalmen.
In alle bescheidenheid mag ik dan ook opmerken, dat ik voor mezelf deze regel tamelijk strak heb gehanteerd. Ik sta nu ongeveer even lang in het ambt als de nota van de heer Bos oud is, maar er zullen niet veel psalmen zijn, die ik nooit heb laten zingen.
En dan is mijn ervaring, als ik het een beetje populair mag uitdrukken: 'het valt best mee!' Want — en hiermee ben ik bij het volgende punt: er zijn gewoon geen moeilijk zingbare melodieën. Mijns inziens schuilt de fout van de heer Bos daarin, dat hij de niet-gezongen psalmen identificeert met de zogenaamde 'moeilijk-zingbare' psalmen. Maar wat is de oorzaak van die moeilijkheid? Dat is alleen het onbekende. Ik weet niet hoe vaak het me gebeurd is, dat ik een onbekende psalm opgaf en dat ik later te horen kreeg: 'Wat een mooie melodie, en hij is helemaal niet moeilijk!'

De oplossing?
Ik ben dus niet van mening dat de oplossing ligt in het 'zetten' van de woorden op andere, beter in het gehoor liggende melodieën. Dat zou ook een behoorlijke ingreep zijn in ons psalmboek. De melodieën zijn meer dan vier eeuwen oud en vormen een stukje van het Reformatorisch erfgoed. Daar kun je niet zomaar aan gaan sleutelen. Tekst en melodie horen wezenlijk bij elkaar en kunnen niet dan met schade van elkaar gescheiden worden. Afgezien van het feit dat het weer een nieuwe twistappel zou gaan vormen tussen de kerken, waarvan het bestaan teruggaat tot op de Reformatie, die nu althans nog het 'Psalter' met elkaar gemeen hebben.
Een betere oplossing is mijns inziens, dat de predikanten ruimer te werk gaan bij de keuze van de psalmen. Dat ze hun gemeenten de onbekende melodieën léren zingen.
In vele gemeenten is het, soms al jarenlang, een traditie vóór de dienst de psalmen op volgorde te zingen, van 1 tot 150 en dan weer van voren af aan. Zo komen alle psal­men een keer aan de beurt. Maar daarnaast is het gewoon nodig, ook tijdens de diensten die psalmen op te geven, die horen bij de stof van de preek. Dan komen ze van tijd tot tijd allemaal aan de orde. En dan voldoet de gemeente wat beter aan haar opdracht: 'Prijst Hem in uw psalmen'.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Over een dun psalmboekje...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's