Sions Koning bespot

De rechter Pilatus verklaart Jezus voor onschuldig en toch geeft hij Hem over om gekruisigd te worden. Het grootste onrecht wordt Hem aangedaan door mensen. Intussen wordt hierdoor de Raad van God tot behoud van zondaren vervuld. Alle dingen moeten meewerken ten goede. Hij overgegeven om gedood te worden, opdat Hij een groot volk van dood en verderf kan redden. Wie in Hem gelooft, zal niet sterven, maar leven. Leven om Zijn heilrijke daden te verkondigen. Het nieuwe leven kan niet verborgen blijven. Bij u niet en bij jou niet.
Wanneer Pilatus Hem overgeeft, hebben zijn soldaten de taak, het vonnis uit te voeren. Voordat zij dat doen, hebben zij hun wreed spel met Jezus. Niemand is neutraal ten opzichte van Hem. Wie niet voor Hem is, is tegen Hem. Ons hart openbaart wat er in ons leeft. Wat deze soldaten doen, is de uiting van ons aller natuurlijk hart. Wie dat ontkent, kent zichzelf niet. Genade maakt ons klein en houdt laag bij de grond. Wij zijn nergens te goed voor.
Hoeveel soldaten erbij betrokken zijn, is niet duidelijk. Het is de ganse bende op dat moment aanwezig in de burcht Antonia. Zij ontkleden de Heiland en doen Hem een purperen mantel aan, zetten een krans van doornen gevlochten Hem op het hoofd, geven een rietstok in de rechterhand. Vallend op de knieën voor Hem, bespotten ze Hem. Sions Koning bespotten zij. De Koning, die ons van Israëls God gegeven is.
De Heere Jezus, waarschijnlijk zittend voor de Romeinse soldaten, als spotkoning, is het beeld van ons mensen. Wij zijn door de zonde diep gevallen. Grote veranderingen vonden plaats in ons en buiten ons. De mens als hoogste in Gods schepping heeft zich veel laten ontnemen. Hij is aan de zonde en aan de ijdelheid onderworpen. Hij is een karikatuur geworden van wat hij eerst was. Onze koningseer zijn we kwijt. We zijn daar vanuit onszelf blind voor. Maar zodra de Heilige Geest komt met Zijn ontdekkend licht, worden we dat gewaar. We staan buiten het Rijk van God, alleen door wedergeboorte kunnen we er weer inkomen. We zien in de Heere Jezus ons eigen beeld. Zoals Hij daar staat, zijn wij. Hem wordt dit aangedaan, maar bij ons is het door eigen schuld.
De Heere Jezus, als spotkoning gekleed, zittend voor de soldaten, omdat Hij de Borg zijn wil voor ons. Hij laat Zich gewillig de oude soldatenjas aantrekken, de doornenkroon op het hoofd zetten, de rietstok in de hand drukken, opdat Hij ons die een karikatuur zijn van wat we eerst waren, kan kleden met de klederen van Zijn gerechtigheid. Gevallen mensenkinderen worden door Hem gemaakt tot koningskinderen. Wat we van onszelf niet zijn en nooit worden, ontvangen we van Hem. Uit vrije goedheid raapt Hij mensen op, die het alles verzondigd hebben en plaatst Hij naast Hem in Zijn heerlijkheid. Wat we zingen uit Psalm 113: 'Wie is aan onze God gelijk? Die armen opricht uit het slijk. Nooddruftigen van elk verstoten, goedgunstig opheft uit het stof, en hen verrijkt met eer en lof', is te danken aan de Heere Jezus, die Zich als spotkoning laat kleden.
Koningskinderen zijn, iets groters en heerlijkers is er niet denkbaar. Voor altijd bij Hem behoren, delend in Zijn persoon en gaven. Niemand die u uit Zijn hand kan losrukken. Zijn lof zingend. Krijgt u er geen zin in om mee te zingen?
De spot treft de Koning. Op Hem wordt gespuwd. De rietstok wordt uit Zijn hand genomen, slagen worden Hem hiermee gegeven op het hoofd. Wat zal het worden, als wij straks voor Gods troon moeten verschijnen en we hebben deze Koning niet ons hart gewijd? Dan zal God met ons spotten. Dan zal de straf op de zonde tot in eeuwigheid op ons hoofd zijn. Geen wending in ons lot kan meer plaatsvinden. Niemand kan z'n leven meer overdoen. Hebt acht op hetgeen waarmee Gods Woord ons bedreigt. Het zal blijken waar te zijn, waarvan de Schrift ons spreekt.
Zalig wie de stem van Sions Koning hoort en er gehoor aan geeft. In het geloof achter Hem wegschuilend, ziet God in ons geen zonde en schuld meer. De spot heeft Hem getroffen. Daarom kan de Heere God met Zijn volk niet meer spotten, wil Hij met hen niet spotten. In plaats van spot zijn er zegeningen en gunstbewijzen tot in eeuwigheid.
De rietstok maakt striemen op Zijn hoofd en gelaat. Het speeksel van de soldaten kwam op Zijn gelaat en droop af. Hij werd veracht. Maar voor Zijn volk is de verachting bij God geweken. Door Zijn striemen is hun genezing geworden.
Ziet daar, Sions Koning tegenover wrede soldaten. Hij wordt ons aangewezen en aangeprezen. Hij doet Zich kennen aan zondaren. Het enige dat we doen moeten is Hem te voet vallen en erkennen als Heere. Kent Hem in al uw wegen en Hij zal uw paden recht maken. Zijn Naam is niet voor niets Zaligmaker.
Spoedig komt Hij als Rechter terug op de wolken van de hemel. Op dat ogenblik zal ieder z'n knie voor Jezus buigen en alle tong Hem als Heere belijden (Fil. 2). Wanneer u behoort tot Zijn volk, zult u het gewillig en met blijdschap doen. Anderen worden daartoe gedwongen. Dat is het grote verschil en dat zal blijken in het vonnis, dat Hij als Rechter velt. Deze worden in de hel geworpen, die zullen met Sions Koning voor altijd op de nieuwe aarde wonen, door Hem geregeerd rechtvaardig, wijs en zacht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen