Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als alle spreken over boven van beneden komt... (1)

Bekijk het origineel

Als alle spreken over boven van beneden komt... (1)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een vreemde titel?
Voor sommige lezers zal de titel vreemd klinken; voor andere lezers zal hij direct herkenbaar zijn. De titel is ontleend aan de uitspraak van een hedendaags theoloog. Ik heb het oog op prof. Kuitert die de uitdrukking reeds in 1974 gebruikte. Volgens berichten is deze stelling ook de grondslag voor zijn binnenkort verschijnend boek over het algemeen betwijfeld christelijk geloof. Dat boek heb ik nog niet gelezen. De basis wil ik bespreken. Men weet dan wat men te verwachten heeft. Ik licht de stelling kort toe.
Het is niet zo dat God tot ons spreekt. Wij denken en spreken over God. Daarin gaat onze Godskennis op. Wat wij van God denken en zeggen, is de enige vorm, waarin wij God kunnen kennen. Wij zullen die menselijke vormgeving en verwoording volstrekt serieus moeten nemen. Dat betekent dat wij alles wat zich als openbaring aandient, kritisch moeten onderzoeken. Juist de menselijke factor en vormgeving van wat openbaring wordt genoemd, noopt tot een kritische doorlichting van de openbaring. Wij zijn die kritische toets aan ons mens-zijn verplicht, willen wij ons zelf niet voor de gek houden. Juist als mensen dienen we ons kritische vermogen te gebruiken. Dat moeten we ook doen ten aanzien van wat we geloven en ten aanzien van ons vieren, ons bidden en ons belijden. De grondstelling waarop deze kritiek berust is deze: Alle spreken over Boven komt van beneden. Er zit dus altijd een menselijke factor in, die kritisch bekeken moet worden.

Wat zit er achter?
Deze artikelen zijn bedoeld om over deze grondstelling na te denken. We willen onderzoeken wat eigenlijk met deze grondstelling wordt gezegd; welke de vooronderstellingen en de consequenties ervan zijn. De lezer bedenke wel dat we het hebben over God, hoe wij Hem kennen en wat wij van Hem kennen; hoe betrouwbaar de kennis van God is; waarop zij rust en waartoe zij leidt. Met deze uitspraak is gezegd dat er geen directe, rechtstreekse kennis van God mogelijk is. Er is geen kennis die door God Zelf ons wordt geopenbaard. Als mensen zeggen: God is Almachtig, dan spreken zij over hun voorstelling van almacht. Zij passen hùn voorstelling van almacht op God toe. Datzelfde geldt van Gods rechtvaardigheid en goedheid, van Zijn gestrengheid en barmhartigheid, van Zijn liefde en van Zijn straf. Wij kunnen over God niets zeggen, dat niet eerst door ons zelf is gezegd. De kennis van God is altijd indirect. Zij is bemiddeld. Zij is er alleen met behulp van onze ervaring. Wij zeggen hoe wij God ervaren en wat wij van God vinden of wat wij in Hem zien.

En de openbaring dan?
De lezer zal vragen: is er dan geen sprake van openbaring? De term laat Kuitert niet vallen. Het woord openbaring mag nog wel gebruikt worden. Echter alleen op een heel speciale manier. Niet zo, dat God Zich rechtstreeks aan ons openbaart; niet zo dat Hij tot ons spreekt. Wie dat beweert, doorbreekt immers de grondstelling, die we in de titel aantreffen. Hij verloochent dat alle spreken over Boven van beneden komt. Hij draait de titel om. Dat is een streep door de grondstelling van de moderne theologie. Wat is dan de bedoeling en de strekking van het woord openbaring? Geen andere dan wat we met de titel uitdrukken. Als wij mensen, van beneden af, dus van onszelf uit, over Boven, over God spreken, dan is dat openbaring. Dan vindt openbaring plaats.
De openbaring is dus van richting veranderd. Zij is niet langer een spreken van Bovenaf, van God uit naar de mens toe. Neen, openbaring geschiedt van beneden af. Zij richt zich op wat Boven is: op God. Van ons mensen uit benoemen wij God en zeggen wij fundamentele dingen over Hem. Er is geen openbaring zonder ons spreken van beneden af. De openbaring is dus fundamenteel van richting veranderd. In plaats van door God op ons gericht, is zij door ons op God gericht. Wij mensen zijn er de oorsprong van. Ons spreken komt immers van beneden.
Wat betekent dit? Ik kan alleen maar iets over God zeggen vanuit mijzelf. Alles wat openbaring wordt genoemd, openbaart iets omtrent mijzelf.

'Van Gods geslacht'
Ik kan God niet kennen buiten mijzelf om. U zult vragen: maar hoe komt een mens dan aan de gedachte dat God er is: dat er een God bestaat? Waar heeft de mens die gedachte vandaan, als God Zelf er niet de oorsprong van is?
Ja, dat is het beslissende, zwakke punt in deze theologie. De mens, zo zegt Kuitert in een opstel dat hij in de feestbundel voor prof. Schillebeeckx schreef, is van Gods geslacht. Daarom leeft in hem de gedachte aan God. Daarom weet de mens dat God er is. Kuitert zegt dan ook dat elk mens weet van Gods bestaan. De mens is van nature religieus. Dat wil zeggen: ieder mens weet van God. Dat is de eerste vooronderstelling: Wij hebben de kennis van God in ons, omdat we van Zijn geslacht zijn.
Hierop volgt direct een tweede stelling: wij zijn in staat om uit onszelf de rechte, ware kennis van God op te brengen. Daarvoor hebben we geen openbaring van Boven of van buitenaf nodig. Daarvoor hebben we nodig dat we ons verstand gebruiken bij al de ervaringen die we doormaken. De norm voor wat van God gezegd, 'geloofd' en beleden kan worden, is of 'God' ons iets doet, of 'God' ons bevrijdt, of we het leven ermee aan kunnen; òf we onszelf kunnen zijn, of wij echt mens kunnen zijn.
Wel, als we bepaalde voorstellingen over God hebben, die ons in onze vrijheid en zelfontplooiing, die ons in ons autonome menszijn belemmeren, dan moeten we die gauw loslaten. Daar kunnen we niet mee leven. Dan moeten we niet alleen ons Godsbeeld bijstellen. Dan zullen we God, zoals die in ons Godsbeeld gekend wordt, veranderen.
Inderdaad, God verattdert met onze culturele voorstellingen, omdat ons Godsbeeld product is van ons en van onze cultuur. Er is geen on­veranderlijke God. Zoals de mens verandert, verandert zijn denken over God. Ja, God Zelf verandert, met de verandering van ons denken over Hem.

Reactie op kritiek dr. Schoon
Vindt u dit vreemd? Ik kan het verduidelijken aan de felle reacties in het dagblad 'Trouw' over een boek van dr. Simon Schoon.
Deze gereformeerde predikant heeft een boek over Jezus geschreven ('De weg van Jezus'). Hij verklaart Jezus vanuit het jodendom. Hij ziet Jezus als mens. Het waarachtig God-zijn van Jezus valt bij dr. Schoon weg. Het functioneert niet. Het speelt geen enkele rol meer. Jezus is jood en als jood mens, een bijzonder mens, maar niet waarachtig God.
Tegen deze voorstelling heeft een oosters-orthodoxe priester (die rooms-katholiek is geweest), namelijk Jakob Willebrands, bezwaar ingebracht. 'Simon Schoon wijst niet de weg van Jezus', is de titel van zijn boekbespreking in Trouw.
Verschillende predikanten uit de Gereformeerde Kerken, ook de geëmiriteerde Leidse Oudtestamenticus, prof. J.M. Mulder, zijn zeer ontstemd over dit oordeel. Zij vinden dat de integriteit van dr. Schoon is aangetast. Dr. Schoon mag kennelijk de Godheid van Jezus geheel terzijde laten, en toch voluit een betrouwbare getuige van het evangelie heten. Vanouds heeft de Kerk de loochening van het waarachtig God-zijn van Jezus Christus als ketterij veroordeeld.
Nu lopen gereformeerde predikanten te hoop om deze ketterij als orthodox te verdedigen.
Hoe is het zover gekomen? Ik zie hier de titel van dit artikel zijn invloed uitoefenen. Als alle spreken over Boven (dus ook over de Godheid van Jezus) van beneden komt, dan heeft iemand het recht om Jezus alleen maar als mens te zien. Hij kan zeggen: 'God en mens in enen is onvoorstelbaar. Ik heb genoeg aan de mens Jezus, die een bijzondere weg is gegaan.'
Er is een geestelijk klimaat ontstaan, waarin mensen met hun inzichten oordelen over wat wel of niet geloofwaardig is. Mensen schuiven terzijde wat zij onaanvaardbaar vinden.
Dat mag — want alle spreken over Boven komt van beneden. Wij mensen hebben het recht over God te spreken, zoals wij ons Hem kunnen voorstellen. Wij mogen weglaten, laten vallen, wat wij niet meer kunnen accepteren. Wij bepalen wat waar is. Wij maken uit wat openbaring is — ook met betrekking tot Jezus Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Als alle spreken over boven van beneden komt... (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's