Lezen en verstaan

De kamerling is op de terugweg. Teleurgesteld heeft hij Jeruzalem verlaten, de plaats, waar hij gedacht had vrede en rust te vinden voor zijn onrustig hart. Tijdens zijn bezoek daar heeft hij de boekrol van Jesaja gekocht. Hij heeft zijn bedienden bevel gegeven om de weg te nemen, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza. Een eenzame en woeste weg. Dan kan hij rustig de inhoud van die rol lezen en overdenken. Hardop, naar oosterse gewoonte, leest hij Jesaja 53, het wonderschone hoofdstuk van de lijdende Knecht des Heeren. Hij leest met aandacht, maar hij begrijpt niets van alles wat hij leest.

Van wie wordt dit gezegd? Voor wie is dit bestemd? Hij tast als een blinde in het duister en dat zegt ons, dat we aan het Woord alleen niet genoeg hebben, maar dat het aan ons hart moet worden verklaard. Velen zeggen vandaag de dag: geloof het toch, neem het toch aan, maar ze vergeten, dat niemand iets kan aannemen, zo het hem uit de hemel niet gegeven zij. We hebben de Geest nodig om het Woord te verstaan.

De kamerling gaat dus de weg in gezelschap van Gods Woord, al verstaat hij het niet.

Al lezende wordt hij plotseling opgeschrikt door iemand, die hem vraagt: 'Verstaat gij ook hetgeen gij leest?'

En eerlijk zegt hij: 'Hoe zou ik kunnen, zo mij niet iemand onderricht.' Ootmoedig belijdt hij zijn onkunde. En dan vraagt hij Filippus om naast hem te komen zitten op de wagen. Daar zitten ze dan naast elkaar: de machtige heer en de eenvoudige diaken, de zoon van Cham en het kind van Abraham. Nu gaat het Woord in vervulling: want het zal geschieden te dien dage, dat de heidenen naar de wortel van Isaï, die staan zal tot een banier der volkeren, zullen vragen en Zijn rust zal heerlijk zijn.

De kamerling krijgt dus een gids mee op de weg.

De wagen, die daar rijdt, wordt een kansel. Filippus is die dienaar van het Woord. Hij opent zijn mond en verkondigt hem...

Een stelsel van deugden en plichten? Een oppervlakkige geloofs- of verbondsbeschouwing? Neen.

Hij verkondigt hem Jezus, Die Zijn volk zal zaligmaken van hun zonden. Jezus, Die Zichzelf heeft doodgeliefd aan het kruis voor al de Zijnen. Met welk een liefde zal Filippus deze Jezus hebben aangewezen en aangeprezen als het Lam Gods.

O, Moorman, je kunt je huid niet veranderen, maar Jezus' bloed kan je zwarte ziel witter maken dan sneeuw. En o wonder, dan mag deze Moorman ervaren door de werking van de Heilige Geest, dat niet alleen anderen, doch ook hem vergeving van zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid geschonken is uit louter genade, alleen om de verdiensten van Christus. Hij, de Moorman, met zijn zwarte huid, is in Isrel ingelijfd en mag de naam van Sions kinderen dragen.

'Van de zijde der rivieren der Moren zullen Mijn ernstige aanbidders Mijn offeranden brengen' (Zef 3 : 10).

'Verstaat gij ook, hetgeen gij leest?'

Deze vraag mag ook ons wel op het hart gebonden worden. We lezen allen de Bijbel en we gaan trouw op onder de prediking van het Woord. Maar verstaan we het ook?

Dan alleen als de Heilige Geest ons hart opent voor het Woord en het Woord voor ons hart en het ons tot een eeuwige zegen wordt.

Daar gaat het toch om, dat we het verstaan, het beleven, hetgeen we lezen. 'Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwe Geest! Mocht die mij op mijn paân ten leidsman strekken!'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen