Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en vakantie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en vakantie

11 minuten leestijd

Nederlanders nemen hun kerk mee op vakantie. Dat geldt althans voor – globaal genomen – mensen uit de Gereformeerde Gezindte, die van jaar tot jaar over de grenzen trekken en dan 's zondags de mogelijkheid hebben om een Nederlandstalige kerkdienst bij te wonen. De elk jaar langer wordende lijst van kerkdiensten in De Waarheidsvriend – ooit begonnen met één enkele aankondiging van een dienst in Krattigen, in Zwitserland – legt daar duidelijk getuigenis van af.
Op zich is het een goede zaak, dat gezinnen 's zondags ook in den vreemde onder het Woord kunnen vertoeven en de dienst kunnen meemaken in de eigen taal. Hoevelen houden immers in vakantietijd de kerk een paar weken voor gezien? Als zodanig zijn in de loop der jaren velen teruggekomen van vakantie met rijke ervaringen. Er was vaak ook zegen onder de Woordbediening. Er was zeker ook díé zegen, dat men een aantal weken de muren tussen kerken als minder hoog mocht ervaren. Wat thuis onmogelijk is, kàn in den vreemde, tot het opbrengen van een predikant uit het éne kerkgenootschap door een ambtsdrager uit een ander kerkgenootschap toe.


De praktijk leert intussen ook, dat er schaduwkanten zijn aan deze 'interkerkelijke' diensten. Ik bedoel nu niet, dat in bepaalde kerken de vraag aan de orde is geweest of dat wel kon, namelijk het voorgaan van predikanten of het dienstdoen door ambtsdragers in interkerkelijke diensten. Dat verder mensen in vakantietijd niet altijd hun kittelachtigheid van gehoor in het thuisland achterlieten is óók niet zo verwonderlijk, al kan het – zo leert de ervaring – ook in vakantietijd pijn in de ontmoetingen met anderen met zich meebrengen. Maar vooral bedoel ik het feit, dat soms ook de gemeenten in het land, waar men vakantie houdt, buiten het gezichtsveld blijven. De schijn kan worden gewekt, dat de kerk er alleen in Nederland is en dat die moet worden geëxporteerd.

Wat dit laatste betreft moet worden gezegd, dat de gastvrijheid, die in het buitenland wordt verleend voor Nederlandstalige kerkdiensten verheugend is, maar geen recht is. Het vraagt dan ook om correcte omgang mèt en zicht òp die gemeente daar ter plaatse. De ervaring leert, dat het soms vanzelfsprekend wordt geacht dat 'we' het kerkgebouw krijgen. Moet bijvoorbeeld niet geïnformeerd worden naar de materiële welstand van de gemeente ter plaatse? Is er vaak niet bij voorbaat een collecte met een 'Hollandse' bestemming?

Men kan zich in dit verband de vraag stellen of zo maar groepen Zwitsers of Duitsers of Italianen – àls ze er al behoefte aan zouden hebben – ieder kerkgebouw in Nederland voor diensten in hun taal zouden kunnen krijgen. Beschikbaarheid van kerkgebouwen elders is dan ook geen vanzelfsprekendheid.

Ervaring
De ervaringen, die men overigens opdoet wanneer men diensten van gemeenten in het buitenland bezoekt, zijn – hoe kan het anders – net zo wisselend als wanneer men willekeurige diensten bezoekt in eigen land. De christenheid is verdeeld en dat uit zich in de kerkdiensten, uiteenlopend van zeer rechtzinnig tot zeer vrijzinnig. Daarom vraagt ook het bezoeken van buitenlandse kerkdiensten onderscheidingsvermogen. Toch is het – het is zo langzamerhand een gemeenplaats om het te zeggen – altijd weer verkwikkend om het goede Woord Gods in gemeenten in het buitenland te horen, wanneer daar is de herkenning van de gemeenschap der heiligen. Daar kan men soms ook verrassende ervaringen opdoen.

In deze vakantie-komkommertijd mag ik me wel een uitstapje over een persoonlijke ervaring permitteren. Ik herinner me ooit een kerkdienst in Indonesië onder een Chinese dominee te hebben meegemaakt. De preek handelde over de lengte, de breedte, de hoogte en de diepte van de liefde van Christus (Ef. 3 : 18). De breedte van de liefde was 'van eeuwigheid tot eeuwigheid', de lengte betekende, dat de liefde een mensenleven lang meegaat. En de diepte? Als een hond in een ravijn is gevallen en men gaat hem halen door in het ravijn af te dalen, dan gaat het dier gewillig mee. Maar een varken moet je aan de staart trekken wil hij vooruit gaan. De liefde van Christus is zó diep, dat Hij in onze ravijnen afdaalde, opdat òn-willigen, vijanden zouden worden opgehaald uit de diepte van hun verlorenheid. En de hoogte? De mens wordt hoger opgehaald dan tot aan de rand van het ravijn. Hij wordt opgehaald tot de hoogte van de hemelse gewesten. Toen ik van deze dienst later gewag maakte aan anderen hebben minstens twee predikanten in Nederland (zo) over deze tekst gepreekt.


In dit geval werd de dienst voor mij vertaald door een deskundige broeder. Die mogelijkheid is er niet altijd. Het kan echter nochtans soms ook al een rijke ervaring zijn, als men in andere talen, hoewel met verschillende accenten, toch die éne Naam hoort uitspreken: Jezus Christus. En als men die Naam in een vreemde taal hoort uitspreken kan men zich uit de tekst ook soms wel enige voorstelling maken van wat wordt gezegd.

Klein
Er zijn gebieden en landen in de wereld, waar òf geen kerk is òf waar geen protestantse kerken zijn. De kerk is er klein en als tot niet geworden (in de ogen der mensen) (N.G.B., art. 27). Of, om het met een bijbels woord te zeggen, het Woord Gods is er schaars. Als zodanig kan soms de vertwijfelde vraag opkomen of de zaak des Heeren er in de wereld niet hopeloos voorstaat. Met Elia echter mag men echter tot bemoediging weten, dat de Heere zichzelf een volk overlaat in de wereld, dat de knie niet buigt voor de Baäls van de tijd. Men kan het intussen als aangrijpend ervaren, dat er streken zijn in de wereld, waar duizenden en tienduizenden mensen leven zonder kennis van de ene Naam tot zaligheid gegeven. In vakantietijd kan dat ook bijzonder aanspreken.
In dit verband is het overigens opmerkelijk en veelzeggend, dat daar heel vaak evangelisatiegroepen van min of meer evangelische signatuur aanwezig zijn om de Boodschap door te geven. Vooral vanuit Engeland wordt veel gedaan om evangelisatieposten te vestigen in soms zeer onkerkelijke gebieden. Daarin hebben ze bepaaldelijk een voorbeeldfunctie. Het gaat er in zulke samenkomsten vaak gemoedelijk en hartelijk toe. Dat blijkt mensen, ongeacht de boodschap die gebracht wordt, aan te spreken. Persoonlijk maakte ik mee, dat in een dergelijke samenkomst een jongeman spontaan ging getuigen, dat hij een leven van vijftien-jaar-drugs door Christus had opgegeven. En een jonge vrouw vertelde in tranen, dat haar zoon gestorven was met dezelfde tekst als waarover de voorganger had gepreekt. In zulke ongedwongen samenkomsten kunnen mensen zelf hun emoties kwijt. Het doet denken aan mensen vroeger, die als ze door de preek werden aangesproken, even gingen staan, bijvoorbeeld met de pet voor het gezicht.
De voorganger was in die samenkomst overigens wèl zo eerlijk om mensen, die zeiden, dat het in die samenkomsten beter was dan thuis in de kerk, te zeggen dat ze hier wel onder bijzondere omstandigheden bij elkaar waren: gaande en komende mensen, men leert elkaar niet echt kennen. Alles is en blijft een paar weken alleen maar mooi.


Voor leden van kleine gemeenten in het buitenland kan het overigens een bemoediging zijn wanneer ze, juist tijdens de vakanties, broeders en zusters van elders op bezoek krijgen. In zulke kleine gemeenten valt soms ook best wat te leren. In De Wekker schreef prof. dr. W. van 't Spijker kort geleden over kleine gemeenten (in eigen land). Daar moeten 'de heiligen' (bij gebrek aan een voorganger) het zelf doen, schreef hij, met een kerkeraad, die hier en daar een hint geeft. Dit naar apostolisch vermaan, dat de heiligen moeten worden toegerust tot dienstbetoon. Het onderlinge pastoraat en het onderlinge dienstbetoon moeten daar tot hun recht komen. Zo treft men het inderdaad soms ook aan in kleine gemeenten in het buitenland. De gemeenschapsgedachte is vaak sterker dan in grote gemeenten, zeker in grote volkskerkgemeenten.

Avondmaal
Voor één punt wil ik nog graag aandacht vragen. Wie gewend is om in het buitenland bijeenkomsten van de kerk ter plaatse of van christenen ter plaatse te zoeken en te bezoeken, stuit soms op de kwestie van het avondmaal. Wij komen uit een traditie, waarin het avondmaal enkele keren per jaar wordt gevierd, terwijl er dan een week van voorbereiding aan de bediening vooraf gaat. Als zodanig is een avondmaalszondag altijd weer een 'bijzondere' dag. Er zijn echter gemeenten in het buitenland, waar het avondmaal vrij regelrriatig wordt gevierd. Maar hoe dan ook, men kan opeens in een dienst komen, waarin het avondmaal wordt bediend. Zo heb ik van tijd tot tijd het avondmaal mogen meebeleven in gemeenten achter het voormalige ijzeren gordijn. Dat was soms een indrukwekkende ervaring, juist omdat men het vierde met mensen, die het lijden om Christuswil kenden. Op heel bijzondere wijze werd de gemeenschap der heiligen, in gemeenschap met de Koning der Kerk beleefd.


Doorslaggevend is hier dan wel, dat het avondmaal plaatsvindt in een geméénte, waarin ook ambtelijk toezicht en opzicht aanwezig is. Maar niet altijd is dat het geval. Men kan zich zo ook als gast wel eens voor een probleem gesteld voelen, wanneer men namelijk opeens met het Heilig Avondmaal wordt geconfronteerd in een kontekst, die anders is dan waarin deze naar onze overtuiging behoort plaats te vinden.
Ik moet eerlijk zeggen, dat dit ook mijn grote moeite is met avondmaalsvieringen tijdens (internationale) conferenties. Het avondmaal vindt immers plaats in de gemeente, onder ambtelijk toezicht. En de ontmoeting met de Koning der Kerk vraagt ook om voorbereiding.


Hierboven noemde ik de presentie van evangeliserende groeperingen in diverse landen of gebieden, waar de kerk niet is. Voorgangers zijn daar soms evangelisten, die geen geordend predikant zijn. Het is kennelijk vrij gebruikelijk, dat in de samenkomsten van zulke groepen ook het avondmaal wordt bediend. Als men er dan op rekent, dat in de samenkomsten ook mensen aanwezig (kunnen) zijn, die nog met het Woord Gods bereikt moeten worden, dan is het op zich al een punt of het avondmaal dáár en zó kan worden bediend. Daar komt bij, dat er geen sprake is van een permanente gemeente, terwijl het diensten zijn zonder ambtsdragers. Ik spreek nu niet over de vraag of iemand zich geroepen (gerechtigd) weet het avondmaal te gebruiken. Het gaat me hier om de context, waarin het avondmaal wordt bediend. Die is bepaaldelijk niet altijd zo, zoals dat in de gereformeerde traditie gebruikelijk is.
Op kerkelijke vergaderingen wordt soms druk gedelibereerd over de vraag met wie, met welke andere kerken avondmaalsgemeenschap mogelijk is (gereformeerden en lutheranen bijvoorbeeld). Welnu, in allerlei samenkomsten wordt die vraag helemaal niet gesteld. Ieder neemt deel, van kinderen tot rand- of buitenkerkelijken toe. Wie aanwezig is krijgt het brood en de beker langs zich heen of direct aangereikt. Het zou dan niet juist zijn andere criteria aan te leggen dan 'thuis'.
Het kan dan overigens wel een spanningsvolle zaak zijn het brood en de beker te laten voorbijgaan, terwijl men in eigen gemeente deelneemt aan het avondmaal. Maar de contekst van het avondmaal is niet onbelangrijk. Het gaat immers om het gedenken van de dood des Heeren.

Reacties?
Het zou intussen boeiend zijn om iets van de ervaringen van anderen inzake de kerk in vakantietijd te weten. Als vakantie met 'leeg zijn' (vacuüm) te maken heeft, gaat het in die tijd toch vooral ook om geestelijk adem scheppen. Daarbij is de zondagse eredienst onmisbaar. Daarom is het ver­heugend als men daar, waar men normaliter 'bij de band' zou moeten leven, Nederlandstalige diensten onder bereik heeft. Maar daarnaast kan het ook verrijkend zijn om gemeenschap der heiligen te beleven met mensen in kerken elders, met christenen ook, die in een andere traditie staan dan wij. Voor bijzondere ervaringen van lezers met betrekking tot de zondag in vakantietijd houden we ons dan ook aanbevolen. We zouden er iets van door kunnen geven in een vervolgartikel.


Het massatoerisme in onze tijd heeft de vakantie ook tot een tijd van business en bedrijf en zeker van bedrijvigheid gemaakt. Gelukkig als zelfs in vakantietijd de kerk, met name in de samenkomsten, een oase van rust mag zijn. Luther sprak over luieren voor Gods Aangezicht. Als er één tijd is, waarin dat zou moeten (kunnen) is het de vakantietijd wel. Maar dan heeft daarin de vakantiekerkdienst als het goed is ook een bijzondere betekenis.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1992

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Kerk en vakantie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1992

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's