Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De preek en de dogmatiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De preek en de dogmatiek

Promotie ds. A. de Reuver

9 minuten leestijd

De promotie van ds. A. de Reuver vorige week te Utrecht leverde een aantal zaken op, waarover nog wel wat is verder gepraat. Aardig was bijvoorbeeld de opmerking van dr. J. van Oort, die naar aanleiding van het proefschrift (over dr. H.F. Kohlbrugge) de vraag stelde hoe het mogelijk was, dat een hervormd theoloog als Kohlbrugge in een gereformeerde gemeente (te Elberfeld) zo luthers preekte. Kohlbrugge was toch vooral door Luther beïnvloed, meende Van Oort. Ook dr. Locher (Bern) stelde dat, wie, zoals Kohlbrugge, wet en evangelie vervlecht een leerling van Luther moet zijn geweest. Hij noemde Kohlbrugge ook de verbinding tussen Luther en Calvijn.
Boeiend was ook de vraagstelling van prof. dr. Tóth Kálmán uit Boedapest. Als Kohlbrugge over het troostambt van de Heilige Geest spreekt, spreekt hij over de moederlijke aard van de Heilige Geest. Ligt hier – zo vroeg professor Tóth – bij Kohlbrugge een verbinding met de joods-christelijke wortels en hoe zit het met de moderne, feministische theologie? In dat verband zei prof. Tóth toen. dat het grondwoord voor de Geest in het Latijn mannelijk is (Spiritus), in het Hebreeuws vrouwelijk (Ruach) en in het Grieks onzijdig (Pneuma).

Terzijde zij hier opgemerkt, dat ds. C.B. Roos dezer dagen in een artikel in Kerk en theologie over 'Godsbeelden in het pastoraat', ook over dit moederlijke aspect spreekt en dan spreekt over een bundel van 42 liederen, ontstaan binnen de feministische theologie, waarin in één van de liederen de Heilige Geest ook vrouwelijk wordt geduid. Er staat dan overigens – zo zegt ds. Roos – 'ter verontschuldiging' als voetnoot bij: 'In de kerk van de eerste eeuwen, met name in de Syrische Kerk werd de Heilige Geest als een vrouwelijke aanwezigheid van God ervaren'.

Bij Kohlbrugge, aldus dr. De Reuver, is echter sprake van de diepe overtuiging, dat de Heilige Geest (als Persoon) eenswezens is met de Vader en de Zoon.


Het was prof. dr. M.J.G. van der Velden, die de rij van opponenten afsloot met de vraag of men – zoals De Reuver had gedaan – dogmatische conclusies mag trekken uit louter preken, waarop immers de studie van De Reuver goeddeels was gebaseerd. Van der Velden spitste zijn bedenking in deze vooral toe op een citaat over de 'welmenende roeping', die volgens De Reuver bij Kohlbrugge gelijkstaat met het 'naar het voornemen geroepen zijn'.
'Ik had niet meer dan z'n preken…', kon De Reuver nog net zeggen, toen de pedel onverbiddelijk het 'hora est' (het is tijd) liet horen. Ongetwijfeld zal prof. Van der Velden zelf wel een antwoord hebben op de vraag, die hij stelde. Zelf promoveerde hij ook ooit op preken, namelijk van wijlen prof. dr. K.H. Miskotte. Maar de vraag zelf is toch intrigerend genoeg. Want hierachter ligt de gedachte, dat er toch enige spanning is of zijn kan tussen dogmatiek en prediking.
We laten één en ander verder aan de deskundigen over. Hieronder volgen nog wat overwegingen, ingebed in opmerkingen, die onder andere ook in nagesprekken aan de orde waren.

Het dogma
'De Schrift bevat al de gegevens voor de dogmata, maar geeft zeker nog geen dogmata in eigenlijke zin', aldus prof. dr. A.D.R. Polman in de Christelijke Encyclopedie. Vanaf de tweede eeuw van onze jaartelling kwam de kerk pas tot dogmavorming. Bepaalde, zeer wezenlijke waarheden des geloofs werden als dogma's geformuleerd tegenover diegenen, die van buitenaf en van binnenuit wezenlijke elementen van de leer, die naar de Schriften was, weerspraken.
Omdat Rome de onfeilbaarheid van de kèrk ging leren, werd dáár het gezag van het dogma niet alleen op de Schrift maar ook op de afkondiging ervan door de Paus gefundeerd. Bij de Reformatie was alleen het Woord Gods gezaghebbend voor vaststelling van dogmata.
Nog weer later ontstond de dogmatiek als tak van theologische wetenschap.
Daarin ging het om de totale behandeling van leerstukken van het christelijk geloof. Het aantal dogma's, dat door Rome werd afgekondigd, is in de loop der eeuwen gestaag gegroeid. In de vorige eeuw werd overigens pas het dogma van de onfeilbaarheid van de Paus aangenomen. De oosters orthodoxe kerk bleef staan bij de uitspraken van de eerste zeven concilies.


Naarmate de kerk voortschreed in de geschiedenis breidde de dogmatiek steeds verder uit, omdat de bijbelse leer dàn hier, dàn daar moest worden verdedigd. Datzelfde geldt trouwens voor kerkelijke belijdenissen.
Dogmatieken zijn er intussen verder in soorten. Naarmate ook het protestantisme, met name het gereforméérd protestantisme verder versnipperde, zagen ook méér en méér verfijnde dogmatische studieën of dogmatieken het licht. Soms werd daarbij de dogmatiek, namelijk de eigen dogmatiek van een bepaalde kerk of stroming ook nog eens verabsoluteerd. De dogmatiek werd dan tot een afgerond systeem gemaakt.
Wat dit betreft is er in zekere zin sprake van een grote afstand tussen de grote dogmata, zoals die met name in de Oude Kerk, op de hoofdlijnen en de snijpunten van het christelijk geloof werden geformuleerd, en de gedetailleerde dogmatieken. Die bevatten weliswaar óók die grote dogmata, maar bergen verder in zich ook een wijd vertakt net van leerstelligheden of weerleggingen daarvan.

De preek
Genoeg over de begrippen als zodanig. Hoe functioneert de dogmatiek in de prediking? Die vraag bleef hangen na de promotie van De Reuver. Een preek is geen dogmatische verhandeling maar, als het goed is, verkondiging van het goddelijke Woord. En het Woord als zodanig is geen dogmatiek. De prediking moet wel dogmatisch verantwoord zijn, ervan uitgaande tenminste, dat de onderliggende dogmatiek bijbels is onderbouwd. Als zodanig valt uit de prediking van elke prediker wel op te maken hoe hij leerstellig over de dingen denkt en oordeelt. In de onderscheiden kerken is de prediking zelfs vaak gekenmerkt door de eigen dogmatische vooronderstellingen.
Maar in de verkondiging kunnen dogmatische schema's – want dogmatiek is altijd systematisering – soms heilzaam worden doorbroken. Dat komt omdat het Woord er eerder was dan het dogma, de Schriften zelf elke dogmatiek vóór waren. Met name als het gaat om het geheimenis van de verkiezing – in feite in geen dogmatiek volledig te vatten ofte bevatten – en om de roeping, die in de prediking tot de hoorders uitgaat, worden kaders nog wel eens doorbroken. Tenzij men prediking in deze opvat als dogmatische verhandeling van de verkiezing.
Befaamd is de preek van wijlen ds. L. Vroegindeweij over de Kananese vrouw, waarin hij zei, dat ze niet tot het uitverkoren volk behoorde maar er toch nog bij mocht. Zo zei ooit ds. H.G. Abma dat zó gepreekt moet worden, dat de verworpenen nog zalig kunnen worden.


Het betreffende citaat uit de preek van Kohlbrugge over 'het geroepen zijn naar Gods voornemen' werd overigens door De Reuver niet als een dogmatisch scheef hangend bordje maar als fundamenteel voor Kohlbrugges theologie inzake de verkiezinggezien. Het citaat luidt: 'Dit Evangelie doet u Gods voornemen weten: "welaan, allen die dorstig zijt, komt herwaarts tot het water…". Gods voornemen wordt u dus gepredikt, dat Hij alles geeft om niet; Zijn voornemen, dat Hij het alleen doen wil (…), alles voor u gedaan heeft en ook doen zal. Hier wordt geen onderscheid gemaakt. Wat arm en ellendig is (…), dat wordt geroepen; en wat zo geroepen wordt, dat is naar het voornemen geroepen; want God roept niet anders dan naar het voornemen'.

In het vervolg zegt De Reuver nog, dat Kohlbrugge geen 'zoetere naamgeving' kent dan wanneer God ons uitverkorenen noemt. Maar de gelovige leest zijn verkiezing vooral af 'aan het Woord, dat geloofszekerheid en bekering schept'.

Lied
Het Woord is de dogmatiek vóór geweest. Daarom is verkondiging méér dan dogmatiek. In de verkondiging gaat het om het lied van het dogma. Van een opeenstapeling van leerstelligheden wordt de gemeente niet geestelijk wijzer. Dat geldt ook in feite bij de uiteenzetting van de leer in de catechismusprediking. Ook dan gaat het, hoewel in de vorm van de leerdienst, om het element van de verkondiging. Op zichzelf is het daarom best goed als de catechismusprediking ook nader wordt gefundeerd in een Schriftwoord of een pericoop, die voor de betreffende uiteenzetting van de leer centraal staat in de onderhavige zondag of die daarvoor bepalend is.
In de verkondiging gaat het immers om meer dan het rationele, het puur verstandelijke! Het gaat om verstand en hart. Wij geloven met het hart. Zo wil ook het dogma geloofd en bezongen zijn.


Moet niet intussen worden gezegd, dat veel prediking dáárom zo bloedeloos is, omdat de leer des heils, zoals die in de grote dogmata, in de klassieke leer van de kerk der eeuwen klopt, vaak niet meer doorstraalt. Of men heeft 'eigentijds' alle schepen achter zich verbrand, òf de dogmatiek is het gaan winnen van de dogmata. Het leven is er uit.
In de dogma's, ontleend aan de Schrift, gaat het toch om de grote daden Gods in verkiezing en verlossing, de daden van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals die openbaar zijn gekomen in de genadige toewending van God tot de mens.
Prediking, waarin het lied van het dogma doorstraalt, zal prediking zijn van God uit naar de mens toe, waarin die genadige toewending door de Heilige Geest tastbaar en voelbaar wordt.

Al lezend in het proefschrift van De Reuver wordt voelbaar, dat zó bij Kohlbrugge het dogma in de prediking heeft gefunctioneerd, vanuit de Schriften namelijk en derhalve niet dogmatisch verstrakt.

De Schrift alleen
Als Paulus Timotheüs opwekt te blijven in hetgeen hem geleerd is, dan voegt hij eraan toe, dat hij van kinds af de Heilige Schriften geweten heeft, die alleen kunnen wijs maken tot zaligheid, 'door het geloof hetwelk in Christus Jezus is'. Calvijn zegt daarvan, dat men er niet gering van moet denken dat hij, Timotheüs, van zijn jeugd aan gewend geweest is de Heilige Schrift te lezen. Het lezen van de Schrift gaat nog altijd boven het lezen van de dogmatiek, hoe nodig ook, uit.

Als prediking alleen dogmatiek is zal de gemeente er niet warm of koud van worden. In het slechtste geval roept ze zelfs hete hoofden en koude harten op. Alleen de Schriften maken wijs tot zaligheid. Daaraan zal de dogmatiek ook ondergeschikt zijn. Het gaat om het lied van het dogma in de Schriften zelf.


Het proefschrift van De Reuver biedt, in het licht van de vraag van prof. Van der Velden, stofte over tot verdere overpeinzing in deze. Hoe verhoudt zich de preek tot de dogmatiek?

J. van der Graaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1992

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

De preek en de dogmatiek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 november 1992

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's