Wijsheid

Het diepste wat we in de Schrift van het woord 'Wijsheid' kunnen lezen, wat ons mensen betreft, is te vinden in 1 Korinthe 1 : 30: 'Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking, en verlossing;' Christus is de inhoud en de oorsprong van alle ware wijsheid. De wijsheid van de wereld, waarin het niet om Hem gaat, is door God tot dwaasheid gernaakt.
Wijsheid is geen natuurlijke eigenschap van mensen, maar een gave van de Drieënige God. Het is de Vader, die door Zijn wijsheid de wereld, en alles wat daarin woont, geschapen heeft en onderhoudt. Het is de Zoon, die gegeven is tot wijsheid en Die de openbaring van Gods verlossende wijsheid op aarde is, Die in de Spreuken al sprekend tot ons komt. Het is de Heilige Geest, de Geest der wijsheid. Die op de Christus rustte. Door de Geest der wijsheid worden wij wijs gemaakt tot zaligheid.
De wijsheid komt van God en wordt aan mensen geschonken. Soms is dat in algemene zin. Alle vaardigheid en kunde, die mensen kunnen bezitten, stammen ten diepste van God. Zo heeft God aan Aholiab en Bezaleël de wijsheid in het hart gegeven, zodat zij als kundige werklieden het heiligdom konden bouwen. En het grote voorbeeld van wijsheid in het Oude Testament, koning Salomo, blonk daarom in zijn rechtspraak, politiek en economie zo uit, omdat God hem wijsheid gaf 'groter dan de wijsheid van al die van het oosten, en dan alle wijsheid der Egyptenaren.' (1 Kon. 4 : 29).
Meer echter gaat het in de wijsheid om de betrokkenheid op God de Heere, die in een nauw verband staat met de vreze des Heeren. Wijsheid is alleen daar waar de Heere gekend wordt, en waar Zijn geboden en beloften de vreugde en rijkdom van het hart zijn. Het boek der Spreuken zingt van haar schoonheid en onmisbaarheid: 'De wijsheid is het voornaamste; verkrijg dan wijsheid, en verkrijg dan verstand met al uw bezitting.' (Spr. 4 : 7) En ook: 'Want wijsheid is beter dan robijnen, en al wat men begeren mag, is met haar niet te vergelijken.' (Spr. 8 : 11)
Daarom is wijsheid niet iets waarop een mens zich beroemen mag: 'Zo zegt de Heere: en wijze beroeme zich niet in zijn wijsheid'. Belangrijk is om te bedenken dat de wijsheid die God geeft niet opgaat in pure beschouwing, maar ook de spits heeft in de praktijk van het leven. Een mens kan de diepten van de wijsheid niet doorgronden. Dat heeft God aan Zichzelf voorbehouden. 'Maar tot den mens heeft Hij gezegd: Zie, de vreze des Heeren is de wijsheid, en van het kwade te wijken is het verstand.' (Job 28 : 28)
De houding tot God wordt erdoor bepaald, maar ook tot elkaar, zoals Jacobus getuigt: 'Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd.' (Jak. 3 : 17)
Er ligt tenslotte een rijke belofte voor allen die deze wijsheid missen: 'En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere. Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden.' (Jak. 1 : 5)

M.A. van den Berg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen