Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De inhoud van de Konkordie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De inhoud van de Konkordie

De Leuenberger Konkordie (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
Aangezien deze Konkordie in het ontwerp kerkorde van het Samen op Weg-gebeuren een centrale plaats heeft, is het een goede zaak om in enkele artikelen iets over deze Konkordie te zeggen. Het woord konkordie betekent: overeenstemming. De Leuenberger Konkordie is dus de overeenstemming die op de Leuenberg, een conferentie-oord bij Bazel verkregen werd. En het gaat dan om een overeenstemming tussen theologen van lutherse en van gereformeerde (= calvinistische) kerken, betreffende oude leerverschillen die er sinds de reformatie bestaan hebben. Deze verschillen betreffen in hoofdzaak de leer inzake het Heilig Avondmaal, de leer aangaande (de naturen van) Christus en de leer over verkiezing en verwerping.
Reeds sinds de vijftiger jaren zijn er, mede op initiatief van de Wereldraad van Kerken, gesprekken tussen lutherse en gereformeerde theologen geweest. In september 1971 kwam het op de Leuenberg bij Bazel, tot resultaat in het aanvaarden van de Konkordie. En in 1973 werd deze Konkordie door onze Hervormde Synode aanvaard, terwijl de Gereformeerde Kerken, de Remonstrantse Broederschap en de Evangelisch-Lutherse Kerk de Konkordie eveneens ondertekenden.
De bedoeling van deze overeenstemming tussen luthersen en gereformeerden is om via uit-de-weg-ruimen van de oude leerverschillen, te komen tot kerkelijke gemeenschap. En in de Konkordie wordt inderdaad gesteld dat de oude leerverschillen niet meer van toepassing zijn, omdat gemeenschappelijk nieuw inzicht ontstaan is. De weg naar kerkelijke gemeenschap ligt dus open. Ja, de kerken die de Konkordie ondertekenden hebben elkaar zelfs uitdrukkelijk kansel- en avondmaalsgemeenschap toegezegd.
Overigens moet worden gesteld dat de gesprekken tussen luthersen en gereformeerden nog steeds doorgaan, met de bedoeling kleinere nog levende verschillen door te spreken.
Van de Konkordie van Leuenberg nu, wordt in het ontwerp kerkorde van de Samen op Weg-kerken, in het artikel dat gaat over het belijden der kerk, gezegd, dat de kerk de betekenis van de Konkordie van Leuenberg voor de samenbinding van de lutherse en gereformeerde tradities, erkent. De Konkordie zelf wordt onderverdeeld in vier hoofdstukken: 1. Inleiding; 2. Het gemeenschappelijk verstaan van het evangelie; 3. De overeenstemming met betrekking tot de leerveroordelingen uit de tijd van de reformatie; 4. Afkondiging en verwerkelijking van kerkelijke gemeenschap.
Het is mijn bedoeling in deze artikelen de volgende werkwijze toe te passen: eerst een globale weergave van de inhoud van de Konkordie zelf, daarna een beoordelende afweging en tenslotte samenvattende conclusies.

Globale weergave van de inhoud van de Konkordie
In de inleiding van de Konkordie wordt gezegd dat het gaat om het vaststellen van het gemeenschappelijk verstaan van het evangelie. De Kerk wordt gezien als enkel gefundeerd op Jezus Christus, Die haar door Zijn heilzaam handelen in de verkondiging en de sacramenten vergadert en uitzendt. Voor de ware eenheid der Kerk wordt naar reformatorisch inzicht noodzakelijk en voldoende geacht, de overeenstemming in de zuivere leer van het evangelie en in de rechte bediening der sacramenten. Hoewel de luthersen en de gereformeerden in de reformatie-tijd veel gemeenschappelijks hadden, hielden zij het terwille van hun geloof en geweten voor onmogelijk om scheidingen te vermijden. In de Konkordie erkennen de deelnemende kerken echter dat hun verhouding tot elkaar zich sinds de tijd van de reformatie gewijzigd heeft.
Het gemeenschappelijke dat de kerken der reformatie in de reformatie-tijd hadden, bestond hierin dat ze uitgingen van een nieuwe evangelische ervaring, die bevrijding en zekerheid schonk. Door op te komen voor de waarheid die ze hadden leren kennen kwamen ze in oppositie tegen de kerkelijke overleveringen van die tijd en gingen ze belijden dat leven en leer genormeerd moeten worden aan het oorspronkelijke en zuivere getuigenis van het evangelie in de Schrift. Met elkaar hebben ze getuigenis afgelegd van de vrije en onvoorwaardelijke genade Gods in het leven, het sterven en de opstanding van Jezus Christus, voor ieder die in deze belofte gelooft. Daarbij hebben ze, samen met de gehele christenheid, de belijdenis van de Drieënige God en de god-menselijkheid van Jezus Christus, zoals die in de oud-kerkelijke belijdenissen beleden was, aanvaard en opnieuw beleden.
Sinds de reformatie-tijd zijn er echter nieuwe vormen van denken en leven ontstaan door o.a. de ontwikkeling van het onderzoek der Schrift, de kerkelijke vernieuwingsbewegingen en de opnieuw ontdekte oecumenische horizon. Vooral sedert de opwekkingsbewegingen zagen de kerken door een en ander zich genoodzaakt om op nieuwe wijze het getuigenis van de Schrift en de reformatie voor het heden actueel te maken en daarbij het fundamentele getuigenis van de belijdenissen der reformatie te onderscheiden van hun denkvormen, die historisch bepaald zijn.
In het hoofdstukje over het gemeenschappelijk verstaan van het evangelie, zegt de Konkordie dat het gaat om een gemeenschappelijk verstaan, voor zover dit vereist is om de kerkelijke gemeenschap te funderen. Het evangelie wordt verstaan als de boodschap van Jezus Christus, het Heil der wereld, als vervulling van de belofte aan het volk van het oude verbond geschonken. En in de leer der rechtvaardiging hebben de vaderen der reformatie het zuivere begrip van het evangelie tot uitdrukking gebracht. Hiertoe roept God door Zijn Woord in de Heilige Geest alle mensen tot bekering en geloof en belooft de zondaar die gelooft zijn gerechtigheid in Jezus Christus. Wie op het evangelie vertrouwt is om Christus' wil gerechtvaardigd voor God en bevrijd van de aanklacht der wet.
Met dit verstaan van het evangelie verklaart men zich te staan op de bodem van de oud-kerkelijke belijdenissen en aanvaardt men de gezamenlijke overtuiging van de reformatorische belijdenissen nl. dat het enige Heilsmiddelaarschap van Jezus Christus het centrum der Schrift is en dat de boodschap der rechtvaardiging als de boodschap van Gods vrije genade, de maatstaf van alle kerkelijke verkondiging is.
De kerk heeft de opdracht het evangelie te verkondigen, terwijl gezegd wordt dat Jezus Christus door de Heilige Geest tegenwoordig is, zowel in de verkondiging als in Doop en Avondmaal.
In de Doop neemt Jezus Christus de mens, die aan zonde en dood vervallen is, onherroepelijk in de gemeenschap van Zijn heil op, opdat hij een nieuw schepsel zij.
En in het Avondmaal schenkt Zich de opgestane Jezus Christus in Zijn voor allen overgegeven lichaam en bloed, door het woord van Zijn belofte met brood en wijn. Hij doet ons daardoor vergeving van zonden geworden en bevrijdt ons tot een nieuw leven uit geloof.
Het derde hoofdstukje van de Konkordie gaat over de overeenstemming met betrekking tot de leerveroordelingen uit de tijd van de reformatie. Hieruit geven wij het volgende weer. Er wordt gezegd dat de beslissingen van de vaderen inzake de leer over het Heilig Avondmaal, over (de naturen van) Christus en over verkiezing en verwerping, weliswaar serieus worden genomen, doch dat men er nu het volgende over kan zeggen.
Ten aanzien van het Heilig Avondmaal wordt gezegd dat Jezus Christus Zichzelf schenkt als de Opgestane in Zijn voor allen in de dood gegeven lichaam en bloed, door het woord van Zijn belofte met brood en wijn. Zo geeft Hij Zichzelf zonder reserve aan allen die brood en wijn ontvangen. Het geloof ontvangt het Avondmaal ten heil, het ongeloof ten gerichte.
Ten aanzien van de leer over (de naturen van) Christus stelt men dat in Jezus Christus, waarachtig mens, de eeuwige Zoon van God en daarmee God Zelf, Zich tot heü in de verloren mensheid begeven heeft.
Ten aanzien van de leer der verkiezing (en verwerping) heet het, dat in het evangelie de onvoorwaardelijke aanneming van de zondige mens door God beloofd wordt. Wie daarop vertrouwt mag zeker zijn van zijn heil en Gods verkiezing prijzen. Over de verkiezing kan daarom alleen gesproken worden met het oog op de roeping tot het heil in Christus.
Het geloof doet weliswaar de ervaring op dat de heilsboodschap niet door allen aanvaard wordt, maar het herkent echter hierin het geheimenis van het handelen Gods. Het getuigt tegelijkertijd van de ernst van menselijke beslissingen, alsook van de realiteit van de ernst van de universele heilswil van God. Het getuigenis der Schrift aangaande Christus maakt het ons onmogelijk een eeuwig raadsbesluit Gods tot uiteindelijke verwerping van bepaalde personen of van een volk te aanvaarden, zo wordt gezegd.
Als conclusie wordt o.a. gesteld dat hierdoor de verwerpingen in de reformatorische belijdenissen geen verband houden met de huidige stand van de leer. Daarmee worden de verwerpingen door de vaderen uitgesproken niet als onzakelijk aangeduid; zij zijn echter geen belemmering meer voor de kerkelijke gemeenschap.
Het slothoofdstukje van de Konkordie gaat over afkondiging en verwerkelijking van kerkelijke gemeenschap. Daarin wordt gezegd dat de leerovereenstemming betekent dat de kerken elkaar gemeenschap in woord en sacrament toezeggen en een zo groot mogelijke gemeenschappelijkheid in getuigenis en dienst aan de wereld nastreven.
Met de instemming met de Konkordie verlenen de kerken, met inachtneming van de binding aan de belijdenissen die bij hen gelden of met inachtneming van hun (eigen) tradities, elkaar kansel- en avondmaalsgemeenschap. Door de Konkordie raken de veroordelingen inzake de leer zoals deze in de belijdenisgeschriften zijn uitgesproken, de huidige stand van de leer niet meer in de kerken die ermee instemmen. De scheidingen die kerkelijke gemeenschap sinds de zestiende eeuw onmogelijk maakten, zijn opgeheven.
De Konkordie laat de verbindende kracht van de belijdenissen in de deelnemende kerken bestaan. Zij wil niet verstaan worden als een nieuwe belijdenis. Zij is een overeenstemming met betrekking tot het centrale, die kerkelijke gemeenschap tussen kerken van verschillende confessies mogelijk maakt. De deelnemende kerken laten zich bij het gemeenschappelijk verrichten van getuigenis en dienst door deze overeenstemming leiden en verplichten zich tot verdere onderlinge gesprekken over de leer. Het gemeenschappelijk verstaan van het evangelie, waarop de kerkelijke gemeenschap berust, moet verder verdiept, aan het getuigenis van de Heilige Schrift getoetst en voortdurend geactualiseerd worden. De Konkordie wil niet vooruitlopen op kerkordelijke regelingen, maar de kerken dienen bij deze regelingen de Konkordie wel in acht te nemen.
Wanneer organisatorische consequenties worden getrokken uit de verklaring van kerkelijke gemeenschap, dan mag geen afbreuk gedaan worden aan de vrijheid tot beslissing van minderheidskerken.
Tot slot wordt nog gezegd dat men hoopt dat de kerkelijke gemeenschap nieuwe stimulansen geven zal tot de ontmoeting en de samenwerking van kerken met andere belijdenissen. Men verklaart zich bereid gesprekken over de leer in deze bredere contekst te voeren.

R.H. Kieskamp, Leiden

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De inhoud van de Konkordie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's