Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrijzinnigheid in de Hervormde Kerk en in de Gereformeerde Kerken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrijzinnigheid in de Hervormde Kerk en in de Gereformeerde Kerken

Gemeenschappelijke schuld

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is de Hervormde Kerk vandaag vrijzinnig of anders gezegd: is ze dat ooit geweest? Het antwoord moet nee luiden. Maar wel is er tijdenlang sprake geweest van een brede vrijzinnige stroming, die haar wortels met name heeft in de vorige eeuw. Overigens heeft die zogeheten vrijzinnigheid zich altijd dan ook beroepen op erflaters uit het verdere verleden zoals Erasmus, Coornhert en Spinoza.
Het is ook niet goed mogelijk om ongenuanceerd over de vrijzinnigheid te spreken. Er zijn, evenals dat voor gereformeerden geldt, ook vrijzinnigen in soorten. Met name echter het modernisme van de vorige eeuw, met theologische leidslieden als Scholte en Opzoomer, wordt als het prototype van kern-vrijzinnigheid aangemerkt. Dat modernisme voerde een harde strijd mèt en werd zelf heftig bestreden dóór de orthodoxie van die dagen. De meest centrale waarheden der Schrift, met name de Heilsfeiten, werden door het modernisme ontkend en bestreden. Soms kwam het tot ondubbelzinnige acties, bijvoorbeeld om de viering van hemelvaartsdag af te schaffen. Alles wat op het terrein van het wonder lag werd als strijdig met de menselijke rede ontkend.
In moderne oftewel vrijzinnige gemeenten werd niet zelden ook de klassieke doopformule terzijde gesteld en werden kinderen bijvoorbeeld gedoopt in de naam van 'geloof, hoop en liefde' of op de tranen van de moeder.
Dit militante modernisme heeft in delen van de Hervormde Kerk verwoestend gewerkt. Hele gemeenten, die in de greep van dit modernisme waren, zijn verdwenen (Noord-Holland), hoewel het ook her en der is voorgekomen (en nog voorkomt), dat gemeenten een reuze-ommezwaai maakten in de richting van de rechtzinnigheid (in de vandaag hervormd gereformeerde gemeente Meerkerk heeft b.v. in de vorige eeuw Scholte nog gestaan).


Intussen kan men niet spreken over het vrijzinnig karakter van de Hervormde Kerk. De vrijzinnige stroming bestond naast andere richtingen. Ze werd wèl ook in haar harde kern gedùld. De Hervormde Kerk was in deze tuchteloos. Dat wel.

Ontwikkelingen
In de latere ontwikkelingen is wel onderscheid gemaakt tussen rechts en links modernisme. In het rechts modernisme kwam meer openheid naar de Openbaring Gods in de Schriften. Daarmee was die vrijzinnigheid echter nog niet orthodox of gereformeerd. Maar met name in 1951 kwam er toch ook een tweedeling openbaar in de gelederen der hervormde vrijzinnigheid. Bij de aanvaarding van artikel X van de hervormde kerkorde ('gemeenschap met de belijdenis der vaderen') gingen ook de vrijzinnigen, zoals die georganiseerd zijn in de 'Vereniging voor Vrijzinnige Hervormden', mee. Een deel zei evenwel radicaal 'nee' tegen deze kerkorde, omdat men die te rechtzinnig achtte. Die vrijzinnigen, die niet met de kerkorde van 1951 meegingen, zijn vandaag terug te vinden in de kring rondom het (niet uitsluitend hervormde) blad Zwingli, orgaan voor 'principieel-vrijzinnigen'. De Odoornse ds. H. van Lunzen was jarenlang hun strijdvaardige voorman. Uit die kring hebben mensen zich soms aangesloten bij andere kerken, die wel van een duidelijk vrijzinnig type zijn. Ds. L.J. van der Kam bijvoorbeeld brak een aantal jaren geleden met de Hervormde Kerk en ging over naar de Doopsgezinde Broederschap. Van tijd tot tijd komt men van zijn hand nog notoir vrijzinnige bijdragen in Zwingli tegen. Het Samen op Weg proces wordt door hem en anderen nog als te gereformeerd beschouwd. Deze kern-vrijzinnigheid is overigens in de Hervormde Kerk de jarendoor zeer gesmaldeeld. Er zijn nog slechts kleine restanten van het oude modernisme over.


Anderzijds moet worden gezegd, dat met name de interpretatie, die vrijzinnigen in de jaren vóór de invoering van de kerkorde van 1951 aan het begrip gemeenschap met de belijdenis toekenden (geen binding áán of overeenstemming mèt de belijdenis), er de oorzaak van is geweest, dat die kerkorde niet met algemene stemmen werd aangenomen. De wijze waarop over de belijdenis als zodanig in de kerkorde van 1951 wordt gesproken, werd door hervormd gereformeerden niet als echt gereformeerd te bestempeld. Op dat punt is er wat de visie van de middenorthodoxie en de vrijzinnigen betreft sprake van graduele verschillen en vloeiende overgangen. De Hervormde Kerk is met haar kerkorde van 1951 niet weer een kerk van echt gereformeerd type geworden. Gegeven echter de plaats van de belijdenisgeschriften in die kerkorde bleef ze wel op haar gereformeerd karakter aanspréékbaar.

Ook vandaag is er intussen sprake van grote verscheidenheid in vrijzinnige kring. Prof. dr. P. Smits kwam met zijn visie op de verzoening ('geef mijn portie maar aan Fikkie') in conflict met de kerk. Anderzijds betuigde de vrijzinnige prof. dr. G. Sevenster in 1971 adhesie met het toen verschenen Getuigenis.
En tenslotte: opvattingen over de verzoening of over de heilsfeiten als zodanig, zoals die in de oude vrijzinnigheid leefden (met name de ontkenning van de lichamelijke Opstanding van Christus), duiken soms daar weer op, waar men de naam vrijzinnig nooit heeft willen dragen.

De Gereformeerde Kerken
Waarom dit alles geschreven? Omdat er een verhaal rond zingt met betrekking tot uitlatingen, die ik in alle rumoer rondom Samen op Weg de laatste tijd zou hebben gedaan over de Gereformeerde Kerken en de vrijzinnigheid. Prof. dr. K. Runia met name heeft er in Centraal Weekblad de staf over gebroken, dat door mij de Gereformeerde Kerken als zijnde vrijzinnig zouden zijn getypeerd. Ik zou hebben gesproken – hij weet dat uit 'verschillende kranten' – over het vrijzinnig karakter van de Gereformeerde Kerken.
Laat ik in deze op voorhand heel duidelijk zeggen, dat men nergens uit datgene wat door mij is geschreven of bij bepaalde gelegenheden is gezegd, ook maar één keer die kwalificatie kan citeren. Als ik heb gesproken over vrijzinnigheid binnen de Gereformeerde Kerken heb ik gesproken over vrijzinnige tendensen en niet over het vrijzinnige karakter. Prof. Runia zegt, dat hij in het verleden zelf ook wel in kritische zin over vrijzinnigheid in de Hervormde Kerk heeft geschreven maar nooit over het vrijzinnige karakter van de Hervormde Kerk. Welnu, dat geldt mutatis mutandis voor wat ik gezegd heb over de Gereformeerde Kerken. Wel moet men er rekening mee houden, dat in vrije weergaven in de pers gemakkelijk niet-(meer)-gereformeerd zijn wordt gelijk gesteld met vrijzinnig. Een (niet door mij bedachte) kop boven een vraaggesprek in Trouw ('Gereformeerde vrijzinnigheid ligt bonders zwaar op de maag') kan in dat opzicht op het verkeerde been hebben gezet, hoewel ook in die kop niet gesproken wordt over het vrijzinnig karakter van de Gereformeerde Kerken.


Nu wordt van gereformeerde zijde regelmatig wel toegegeven, dat de theologie van dr. H. Wiersinga over de verzoening vrijzinnig is, maar er wordt dan tevens op geattendeerd dat diens visie door de gereformeerde synode is afgewezen. Daarmee zou de vrijzinnigheid binnen de Gereformeerde Kerken dan zijn geweerd. Dat de Schriftvisie van prof. dr. H.M. Kuitert ook niet veraf staat van de vrijzinnige opvattingen over de Schrift ontkent prof. Runia intussen ook niet. En hier nu mag de vraag worden gesteld hoe breed deze theologie om zich heen heeft gegrepen of hoe groot de sympathie is, die Kuitert met zijn laatste boek ('Het algemeen betwijfeld christelijk geloof') ook heeft geoogst in de Gereformeerde Kerken. Kuitert is toch méér, veel meer dan een vrijzijnnig incident.

Het midden
Intussen is wel één en ander maal van hervormd gereformeerde zijde betoogd, ook door mijzelf, dat de Gereformeerde Kerken van vandaag grosso modo aansluiten bij het brede midden van de Hervormde Kerk. (Men leze hiervoor bijgaand een deel van een vraaggesprek voor de NCRV-radio, samen met ds. P. Boomsma). Mij dunkt dat, gezien de wijze, waarop de Gereformeerde Kerken vandaag met de belijdenis omgaan en dat ook uitdragen in de nieuwe kerkorde, niet meer gesproken kan worden over het gereforméérd karakter van de Gereformeerde Kerken. Of men moet dat ook op de middenorthodoxie in de Hervormde Kerk toepassen. En waar dan de grenzen vloeiend wòrden of zijn geworden naar de vrijzinnigheid toe laat zich moeilijk in kaart brengen
Als we vandaag dan ook over een bepaald karakter van de Gereformeerde Kerken spreken, moet worden gesproken over het middenorthodoxe karakter van deze kerken met vrijzinnige tendensen. Vrijzinnig karakter gaat te ver, voor zover immers ook vandaag wordt vastgehouden aan de belijdenis van Kruis en Opstanding. Maar gereformeerd karakter kan ook niet. Dat is strijdig met de feiten, namelijk beweging-van-de-belijdenis-af.
Dat er echter ook vandaag binnen de Gereformeerde Kerken wordt geleden aan de ontzinking van deze kerken aan haar eigen belijden, is onmiskenbaar. Maar bij hen, bij wie dat het geval is, wordt dan ook vaak affiniteit aangetroffen met de opstelling van de Gereformeerde Bond in het Samen op Weg-proces, omdat van gereformeerde zijde niet te ontwaren is een breed kèrkelijke zorg om het gereformeerd karakter.


Hopelijk is op deze wijze onzerzijds ondubbelzinnig duidelijkheid verschaft met betrekking tot het zicht, dat hervormd gereformeerden vandaag hebben op de Gereformeerde Kerken: een kerk van middenorthodox type.
En werd nu nog maar gezegd, dat we als hervormden en gereformeerden elkaar vandaag in deze ontmoeten in een gemeenschappelijke schuld, dan zou er nog uitweg kunnen zijn uit het dal. Dan zou het dal, waarin we ons in confessioneel opzicht bevinden, nog een dal der verootmoediging kunnen worden. Maar veel eerder wijzen de tekenen erop, dat het loslaten van de belijdenis als symptoom van vernieuwing en bevrijding wordt gezien.

Niet-gereformeerd meer betekent nog niet vrijzinnig. Dan moet er heel wat ontkend worden. Maar wie de, belijdenis loslaat, komt maar al te gemakkelijk in vrije wateren, waarop ook vrijzinnige schepen drijven. En er zijn in het verleden ook in de Hervormde Kerk nogal wat van die schepen gestrand. Deze zijn bakens in zee.
En verder, er kan ook zóveel uit het gereformeerde erfgoed verzwegen worden, dat daarmee alleen al het belijdend karakter diffuus en vaag wordt. Intussen zijn vrijzinnige tendensen in de ene kerk geen vrijbrief voor soortgelijke tendensen in de andere kerk.

J. van der Graaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Vrijzinnigheid in de Hervormde Kerk en in de Gereformeerde Kerken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's