Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over prediking en predikers (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over prediking en predikers (1)

Dr. D. Martyn Lloyd-Jones:

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Lezing predikantenconferentie Gereformeerde Bond op donderdag 7 januari 1993 te Zeist.)

Voorwoord
De titel van het onderwerp dat ik voor u mag inleiden geeft de omschrijving weer van wat u mag verwachten. Het zal in deze lezing niet zozeer gaan over Lloyd-Jones als prediker, noch over zijn eigen prediking, alswel hoe hij zelf tijdens zijn leven over prediking en prediker heeft gedacht en gesproken.
Ik ben mij ervan bewust dat we geen scheiding kunnen maken tussen Lloyd-Jones als lector en als predicator, immers zijn spreken over prediking en prediker typeert op buitengewone wijze zijn eigen prediking en predikant-zijn. Wie zich hiervan wil vergewissen bestudere de uitnemende tweedelige biografie van Iain H. Murray waarin een helder en minitieus portret van deze rijkbegaafde dienaar des Woords wordt getekend.
Ik acht het niet tot mijn taak en opdracht u nader in te leiden in de theologische positie die Lloyd-Jones heeft ingenomen, maar volsta vooraf met het trekken van enige grove biografische lijnen.

Levensloop
David Martyn Lloyd-Jones wordt in 1899 in Wales geboren. Hij ademt als kind in de ijle lucht van een liberaal calvinistisch-methodistische theologie.
Hij studeert medicijnen en na een zeer welvarende studie wordt hij reeds op 23-jarige leeftijd benoemd tot kliniek-assistent van de befaamde koninklijke lijfarts Sir Thomas Horder. Als hij 27 jaar is, beëindigt hij zijn veelbelovende medische carrière en wordt hij predikant-evangelist van de Methodist-Calvinistic Church te Sandfields. Zijn bediening in dit arbeidersdistrict van Wales wordt rijk gezegend. 'En de Heere wrocht mede.'
In 1939 krijgt hij een beroep uit Londen naar Westminster Chapel. Deze Londense gemeente met haar rijke verleden, vormt in die dagen een bolwerk van calvinistisch-evangelische prediking. In deze gemeente ontplooit hij zich tot een origineel denkend en eigenstandig prediker. Zijn prediking, die gedrenkt is in en bestempeld wordt door het puriteins-calvinisme, krijgt glans en gloed door zijn diepte en breedte. Vooral na de tweede wereldoorlog kenmerkt Westminster Chapel zich als een multi-culturele en internationale gemeente.
Naast zijn werk als predikant publiceert Lloyd-Jones veel en trekt hij er regelmatig op uit als apologeet van het christelijk geloof in het algemeen en als promotor van het calvinisme in het bijzonder. Veel van zijn preken en lezingen zijn in druk verschenen. Ook en vooral posthuum.
Een vermaard en praktisch boek dat uit zijn lezingen ontstond is het m.i. ongeëvenaarde 'Preaching & Preachers'.
Lloyd-Jones overleed, na een arbeidzaam en rijk gezegend leven, op 6 maart 1981. Wij horen hem vanmiddag spreken nadat hij gestorven is…

Over prediking en prediker
Wanneer wij willen nadenken over Lloyd-Jones' visie op prediking en prediker maken wij graag en dankbaar gebruik van de stof die hij ons aanreikt en nalaat in zijn voornoemde boek 'Preaching & Preachers'. Op geen andere plaats heeft hij zich zo duidelijk en expliciet over dit thema uitgesproken.
Voor degenen van u, die reeds kennis maakten met deze studie, zal er vanmiddag weinig nieuws te beluisteren zijn. Met het motto 'repetitio mater studiorum est' (herhaling is de moeder der wetenschap) in gedachten, meende ik dit onderwerp vrijmoedig aan de orde te kunnen stellen. Ik stel u voor het onderwerp in tweeën te behandelen; allereerst staan wij stil bij een aantal gedachten betreffende de prediking. Vervolgens geven wij Lloyd-Jones' visie aangaande de prediker.
Het is mijn hoop en wens dat wij als predikers, die wekelijks onze bemoeienis met de prediking hebben, persoonlijk en hartelijk door deze materie mogen worden aangesproken.

I. PREDIKING
Primaat
De christelijke Kerk, de gemeente van Christus heeft als primaat de prediking. Deze is haar van Godswege gegeven als eerst en ultiem. Wie kerk en gemeente zegt, zegt prediking. Zijn vormen een onlosmakelijke twee-eenheid.
De Kerk des Heeren bestaat bij de gratie van de verkondiging, omdat zij daaruit voortkomt. Omdat zij daaruit geboren is. Daarnaast wordt de Kerk gedurig door de prediking onderhouden. Zij wordt er door in leven gehouden en gevoed. Ontneem haar de prediking en zij zal weldra een gewisse dood sterven, omdat zij zonder voedsel geen Kerk meer is en zijn kan.
Duidelijk en klaar blijkt het prediking-primaat in en bij de Primaat van de gemeente, haar Hoofd Jezus Christus.
Tijdens Zijn wonen en werken op deze aarde centreert zich alles rondom en in Zijn prediking. Zijn wonderen en tekenen staan niet op zichzelf, maar hebben primair een uitwijzende funktie. Zijn wonderdaden zijn als 'signs' uitwijzers naar Zijn verkondiging en onderwijs. Zij wijzen uit naar de inhoud van Zijn predilang nl., het Koninkrijk Gods, waarvan Christus Zelf subject en object is. Tijdens Christus' aardse inwoning openbaart Hij Zich primair en principieel als de 'Minister'. Het totaal van Zijn optreden is 'ministry' en Zijn 'ministry' is prediking.
Bij Zijn heengaan draagt Hij Zijn 'ministry' over aan Zijn discipelen en als apostelen worden zij uitgezonden met het mandaatvan de prediking: 'Gij zult Mijn getuigen zijn'. Hoewel Hij hen ook andere krachten schenkt, blijkt het getuige-zijn, de verkondiging van het Koninkrijk Gods in al zijn gestalten de hoofdopdracht.
Op het pinksterfeest, de geboortedag van de gemeente, leidt de gave en vervulling met de Heilige Geest tot de prediking van Petrus. 'Petrus predikt, verklaart en licht de Waarheid toe.'
Het ontstaan, de geboorte van de Kerk des Heeren vloeit voort en gaat gepaard met prediking en onderwijs ('preachting and teaching').
In het bijzonder het boek Handelingen als 'acteboek van de Heilige Geest' legt hiervan helder getuigenis af.
Overigens ook Paulus' brieven zijn in en van zichzelf voorbeelden van 'preaching and teaching'.
Dit alles wordt bevestigd en onderstreept in de geschiedenis van de Kerk. Het mag meer dan toeval heten dat juist de meest armzalige, armoedige en decadente perioden in de Kerk, die tijden zijn waarin de prediking verstomt en/of ondermaats is. Lloyd-Jones verzucht: 'Wat kondigt steeds weer de morgenstond van een reformatie of een opwekking aan? Het is steeds opnieuw de prediking!'

Subsituut?
De vraag kan gesteld worden of er wellicht een vervangingsmiddel voor de prediking voorhanden is. Het antwoord luidt kort maar niet minder krachtig: 'Neen!'. Al hetgeen de Kerk als substituut denkt en dacht te kunnen aanwenden is surrogaat en lapmiddel. Zomin wij een dode pepmiddelen of medicijnen toedienen, zomin is iets anders dan de prediking van het levende Woord geschikt en aangewezen om de mens ten bate te zijn. De mens in zijn uiterst desolate toestand heeft niets meer en minder nodig dan het Woord als levenwekkend middel. Immers naar Gods getuigenis is de mens dood in de zonden en misdaden. Welk ander middel, hoe uitnemend ook, heeft die kracht in zich om doden tot leven te wekken? Slechts het levengevende Woord Gods, de prediking van de levende Christus is bij machte dode zondaren te doen leven.
Bovendien is de prediking het aangewezen en uitgelezen middel om de zondaar zijn verworden doodsstaat te tonen. Om hem daaraan te ontdekken. Prediking ontmaskert, ontbloot en ontdekt. In de prediking worden rebellen rebellen en vijanden worden vijanden. Aldus heeft de verkondiging een diagnostiserende funktie.
Tevens – en dit moet er gelijk aan toegevoegd worden – heeft de prediking een therapeutisch karakter. Met dat de diagnose wordt gesteld, wordt de remedie aangewezen. Terwijl enerzijds de vinger gelegd wordt bij de dodelijke wonde, wordt anderzijds met de vinger uitgewezen naar Hem die dodelijk verwond werd om onze zonde. Prediking bevat diagnose en remedie ineen.
Helaas komt het voor dat de verkondiging niet verder gaat dan wat afstandelijke symptoombeschrijving en -behandeling. Dit is in de meest diepe zin van het woord levensgevaarlijk. Dit euvel ontdekt Lloyd-Jones vooral in die kringen die een 'social gospel' voorstaan. Wij citeren de medicustheoloog:
'Een symptoom maakt een ziekte kenbaar. Op zich zijn symptomen zeer waardevol. Wanneer we symptomen zo maar wegwerken, doen we de patiënt wezenlijk tekort, omdat hij zich slechts tijdelijk beter voelt, zodat hij meent dat alles in orde is. Intussen is hij geheel niet genezen, maar ervaart hij slechts een tijdelijke verlichting, terwijl de kwaal nog steeds aanwezig is een voort bestaat.'

Joz.A. de Koeijer, Baarn

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Over prediking en predikers (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1993

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's