Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handoplegging en ziekenzalving (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handoplegging en ziekenzalving (2)

7 minuten leestijd

De vorige keer hebben we gezien dat de handoplegging vele malen in de Heilige Schrift voorkomt, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Niet alleen als liturgische vorm. Maar ook bij de genezing van zieken. Vele zieken zijn door Jezus genezen met handoplegging. Ook Paulus geneest iemand met handoplegging. Terwijl Jezus van de gelovigen heeft gezegd: 'Op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden' (Markus 16 : 18).
Daarnaast lezen we ook dikwijls dat Jezus iemand bij de hand neemt (Matth. 9 : 25) of hem aanraakt (Matth. 8 : 3 en 15). Het tekent Zijn bijzondere aandacht voor degene die Hij genezen wil. Een hand is veel: en ingrijpende hand, een hand op iemands schouders, of een strelende hand. Hoe dikwijls wordt in het Oude Testament niet van Gods hand gesproken. Gods rechterhand is hoog verheven, des Heeren sterke rechterhand. De dichter van Psalm 139 zegt: 'Gij legt Uw hand op mij' (vers 5).

Ziekenzalving
Wat heeft dat echter met de ziekenzalving te maken? Zo dikwijls in de Bijbel gesproken wordt van handoplegging, zo weinig lezen we van het zalven van zieken. Goed beschouwd lezen we er maar één keer van in het Evangelie, namelijk in Markus 6 : 13, waar van de discipelen gezegd wordt: 'Zij zalfden vele zieken met olie en maakten hen gezond'. En de bekende woorden in Jakobus 5 : 14: 'Is iemand ziek onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen van de gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in de Naam des Heeren, en het gebed des geloofs zal de zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten'. Wat moeten we iriet die woorden aan? Bedoelt Jakobus ze ook voor onze tijd?

Verzachtend
De zalving van zieken kwam in de tijd van de Bijbel veel voor. Zalfolie (olijfolie) was verzachtend en verkwikkend. We lezen ervan in Jesaja 1 : 6 en in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan: hij goot olie in zijn wonden (Lukas 10 : 34). Het feit dat Jezus erover spreekt in een gelijkenis, betekent dat het in Zijn dagen algemeen gebruik was.
In Jakobus 5 gaat het echter om iets anders. Daar is het niet verzachtend, maar genezend, althans: de zalving is er het teken van, dat de Heere wil genezen.

Geschiedenis
De ziekenzalving is in de geschiedenis veel voorgekomen. We lezen ervan in geschriften uit de eerste christentijd, o.a. in de Didachè en bij Irenaeus. In 416 werd het door paus Innocentius I voor de eerste keer een sacrament genoemd. Bovendien kreeg het langzamerhand een ander accent: de zieken werden gezalfd vlak voor hun sterven, als teken van de vergeving van de zonden. Om het risico van opnieuw zondigen zo klein mogelijk te maken, werd de zalving zo lang mogelijk uitgesteld, soms tot de zieke buiten kennis was. Het werd ook steeds meer voorbehouden aan de priesters. Het concilie van Florence (1418) sprak van 'het laatste oliesel'. De volksmond noemde het het 'sacrament der stervenden'. Het concilie van Trente (1545-1563) sprak van uitboeten van de zonde, versterking voor de zieke en vermeerdering van zijn geloofsvertrouwen, waardoor hij zijn ziekte en sterven gemakkelijker kon dragen.

Deze laatste lijn is de lijn van de roomskatholieke kerk geworden. De ziekenzalving werd steeds meer zalving van de stervenden, tot hun eeuwig heil. Zo spreekt de Nieuwe Katechismus van de rooms-katholieke kerk (1966) van 'een sacrament voor ziekte met levensgevaar' en zegt 'Dat hoeft niet te betekenen dat men voor een zekere dood staat, maar dat er enige kans op sterven is. Vaak ervaart de zieke na het ontvangen van dit sacrament juist terugkeer van levenskrachten. Zo kan het behalve voorbereiding op de dood ook in feite voorbereiding op het leven zijn.'
De laatste jaren, met name sinds het 2e Vaticaans Concilie, is de ziekenzalving weer meer het sacrament der zieken geworden.

Calvijn, Luther
Vanwege de ontwikkeling in de roomskatholieke kerk schafte Calvijn de ziekenzalving af. Luther kende wel de handoplegging bij zieken, zij het in beperkte mate. Bekend is zijn brief aan Pfarrer Severin Schulze (1545), waarin hij o.a. schrijft (het gaat om een ernstige zieke): Ga met de koster en twee of drie goede mannen naar hem toe, leg hem de handen op in het vaste vertrouwen dat u in het openbare ambt staat, en zeg: Vrede zij u, broeder, van God onze Vader en van onze Heere Jezus Christus'. Bidt dan met hoorbare stem over hem de geloofsbelijdenis en het Onze Vader (...). Leg dan, voordat ge vertrekt, de zieke nog eens de handen op en spreek: De tekenen, die de gelovigen volgen, zijn deze: op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden (Mark. 16 : 18).' Duidelijk is, dat het hier niet om ziekenzalving gaat, maar om de handoplegging.

Jakobus 5
We moeten, als we Jakobus 5 : 14 lezen, verschillende dingen bedenken. In de eerste plaats dat het hoofdwerkwoord 'bidden' is. Het 'zalven' is een participium, dat wil zeggen: et gaat allereerst om het gebed, het zalven is een bijkomende handeling. De ouderlingen zullen bidden 'over' de zieke, d.w.z.: de zieke ligt, de ouderlingen spreken letterlijk 'over hem' een gebed uit.
In de tweede plaats: er is sprake van ouderlingen. Dat is dus anders dan we lezen in Markus 16 : 18, waar gesproken worden van 'degenen die geloofd hebben'. Jakobus beperkt de zalving dus tot de vertegenwoordigers (ambtsdragers) van de gemeente.
In de derde plaats: Jakobus spreekt van 'oprichten'. Dat duidt op lichamelijk herstel. Het gaat niet om geestelijk behoud (dat ook!), maar om lichamelijke genezing. God is een Hoorder van het gebed. De zieke zal genezen.
In de vierde plaats: Niet de zalving zal de zieke behouden, maar het 'gebed des geloofs'. Alle nadruk valt op het gebed. De zalving is een bijkomende handeling, die in de tijd van Jakobus zinvol en versterkend was.
En in de vijfde plaats: wat Jakobus schrijft, staat op een hoog geestelijk plan: Jakobus spreekt ook over de zondenvergeving (vers 15).

Zinvol?
Zijn de woorden van Jakobus ook bedoeld voor ons? Is het zinvol of zelfs noodzakelijk om de ziekenzalving in te voeren? Maar waarom lezen we er dan zo weinig van in het Nieuwe Testament? Goed beschouwd wordt er, naast de woorden van Jakobus, alleen van gesproken in Markus 6 : 13. Bij vele genezingen speelde zalving geen rol. Van Jezus lezen we het geen enkele keer. Het heeft in de Heilige Schrift geen enkele nadruk.
Wil dat zeggen, dat het niet meer kan voorkomen? Of, dat we het, als het voorkomt, zoals bijvoorbeeld in de charismatische beweging, van de hand moeten wijzen? Ook daarvoor is geen grond in de Schrift. Dan zouden we danig in de knoop komen met de woorden van Jakobus. Het gaat erom, dat, als het gebeurt, het niet de nadruk heeft. Ook in de Schrift heeft het niet de nadruk.

Nog?
We moeten bedenken dat in de tijd van de Bijbel meer behoefte aan symbolen was dan bij ons. Een eenvoudig gebaar of een eenvoudige handeling sprak bijzonder aan in de heidense wereld van die dagen. Dat wil niet zeggen, dat die symbolen altijd nodig zijn. Ziekenzalving is geen door Jezus ingesteld sacrament. Veel belangrijker is het gebed van de gemeente. De wekelijkse voorbede van de gemeente in de samenkomsten is van hoge waarde. Ook het gebed voor elkaar, met name voor de zieken en lijdenden.
Vraagt een zieke echter om zalving, dan zou ik daar best oog voor willen hebben. In onze vorm-arme tijd kan het in een zeer bijzondere situatie zeker versterkend zijn. Ik weet van zieken, die op hun verzoek gezalfd werden. Maar laten we bedenken: het gaat niet om de zalving, maar om datgene wat het uitdrukt: de belofte van de Heilige Geest, Die helpend en sterkend op het gelovig gebed aanwezig wil zijn.
Past de zalving nog wel in onze huidige cultuurpatroon? Wordt het geloof van de gemeente er werkelijk door versterkt? Ik wil niet uitsluiten, dat dat mogelijk is. Maar ik leg liever de nadruk op het gebed en de belofte van de Geest. Mist de zieke iets wezenlijks als er alleen met hem gesproken. Bijbel gelezen en gebeden wordt, zonder handoplegging en zalving? Dat laatste moeten we maar doen: een zieke woorden aanreiken vanuit de Schrift en het gebed voor en met hem kennen. En hem wijzen op de beloften van de Schrift en van Gods Geest.

H. Veldhuizen, Zoetermeer

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1993

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Handoplegging en ziekenzalving (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juni 1993

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's