Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze tijden zijn in Gods hand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze tijden zijn in Gods hand

Wijs naar het Woord (6)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alles heeft zijn tijd
Gelukkig de mens die leeft in harmonie met de orde die ten grondslag ligt aan de schepping. Hij is wijs naar het Woord. Daarop ligt de nadruk in het boek der Spreuken. Maar nu de Prediker. Bij hem overheerst de disharmonie. Wat hij zegt is bepaald geen vrólijke wijsheid. Om alle misverstand bij voorbaat uit te sluiten: hij leert ons niet dat het leven zinloos is maar confronteert ons wel mèt zinloos leven:

IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker,
ijdelheid der ijdelheden,
het is al ijdelheid, Pred. 1 : 2.

Harmonie is in Spreuken het gebod. Disharmonie is volgens de Prediker de werkelijkheid:

Alles heeft een bestemde tijd,
en alle voornemen onder de hemel heeft zijn tijd.
Er is een tijd om geboren te worden,
en een tijd om te sterven;
een tijd om te planten,
en een tijd om het geplante uit te roeien;
een tijd om te doden,
en een tijd om te genezen;
een tijd om af te breken,
en een tijd om te bouwen;
een tijd om te wenen,
en een tijd om te lachen;
een tijd om af te kermen,
en een tijd om op te springen;
een tijd om stenen weg te werpen,
en een tijd om stenen te vergaderen;
een tijd om te omhelzen,
en een tijd om verre te zijn van omhelzen;
een tijd om te zoeken,
en een tijd om verloren te laten gaan;
een tijd om te bewaren,
en een tijd om weg te werpen;
een tijd om te scheuren,
en een tijd om toe te naaien;
een tijd om te zwijgen,
en een tijd om te spreken;
een tijd om lief te hebben,
en een tijd om te haten;
een tijd van oorlog,
en een tijd van vrede, Pred. 3 : 1-9.

God regeert
Dit zijn 28 'tijden', verdeeld over 14 tegenstellingen. Hier domineert het getal 7. Een herinnering aan de scheppingsweek? In het tekstverband is daarvoor wel een aanknopingspunt te vinden:

Hij heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd;
ook heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd,
zonder dat een mens het werk, dat God gemaakt heeft,
kan uitvinden, van het begin tot het einde toe, Pred. 3 : 11.

We kunnen in deze tekst de echo horen van het refrein uit Genesis 1:

En God zag al wat Hij gemaakt had,
en ziet, het was (zeer) goed.

De werkelijkheid van ons leven hier en nu steekt daar schril tegenaf:

Wat voordeel heeft hij, die werkt,
van hetgeen hij arbeidt? Pred. 3 : 9.

'Arbeiden' heeft hier duidelijk een negatieve klank. De Groot Nieuws Bijbel spreekt van 'tobben en zwoegen'. Daarmee is het sfeerbeeld goed getroffen. Maar hoe is deze ongelukkige situatie ontstaan? De Prediker ziet daarin de hand van God:

Ik heb gezien de bezigheid,
die God de kinderen der mensen gegeven heeft,
om zichzelf daarmee te bekommeren, Pred. 3 : 10.

Dus niet alleen de positieve 'tijden' in de reeks van 'geboren worden' tot 'vrede' maar ook de negatieve 'tijden' in de reeks van 'sterven' tot 'oorlog' zijn door God bepaald. Alles heeft een bestemde tijd. Hier gaat de bijbelse wijsheid ons menselijk verstand te boven. Het is een thematiek die in de geloofsleer behandeld wordt bij het hoofdstuk over de voorzienigheid van God. Drie onderwerpen komen dan ter sprake: de onderhouding, de medewerking en de regering. Bij Prediker 3 zouden wij kunnen denken aan de 'regering'. God regeert.
Nog één vraag blijft over. Als niet alleen onze geboorte maar ook onze dood, niet alleen ons liefhebben maar ook ons haten, niet alleen de vrede maar ook de oorlog tijden zijn door Hem bepaald, wat heeft Hem daartoe bewogen? Maar juist die éne, láátste vraag, roept weer tal van andere op. Wie is deze God? Wat is hier nog herkenbaar van het Evangelie? Is in dit bijbelboek het joodse denken onder invloed gekomen van de Griekse filosofie? Vertoont daardoor het beeld van God trekken van het heidense noodlot? Is dat de reden waarom de Prediker – heel ònjoods – een pessimist geworden is? Bijna een rebel? (G. von Rad).
Ook nu wijst m.i. de tekst ons de weg. Zoals vers 11 ons herinnert aan Genesis 1, zo is er nog veel meer in Prediker 3 dat ons doet denken aan Genesis 3:

Want wat de kinderen der mensen wedervaart,
dat wedervaart ook de beesten;
en allerlei wedervaart hun beiden;
gelijk die sterft,
alzo sterft deze,
en zij allen hebben enerlei adem,
en de uitnemendheid der mensen boven de beesten is geen;
want allen zijn zij ijdelheid.
Zij gaan allen naar één plaats,
zij zijn allen uit het stof,
en zij keren allen weer tot het stof, Pred. 3 : 19v.

Vergelijk hiermee het oordeel van God in Genesis 3:

In het zweet van uw aanschijn zult gij brood eten,
totdat gij tot de aarde weerkeert,
aangezien gij daaruit genomen zijt;
want gij zijt stof,
en gij zult tot stof weerkeren. Gen. 3 : 19.

De zondeval wordt hier niet met name genoemd maar wel het oordeel over de zonde. Het wordt al voltrokken. We 'zien' het aan de wereld om ons heen. Pred. 2 : 1-11, en we 'zien' het aan onszelf, Pred. 12 : 1-7. Het is opvallend hoe vaak het woordje 'zien' wordt gebruikt in dit bijbelboek. De Prediker 'merkt op'. Hij léért ons opletten. Niet wègvluchten voor de werkelijkheid in een oeverloos theoretiseren over het 'waarom' en het 'waartoe' van onze 'tijden'. Maar er wijs mee omgaan. Professor Beek brengt Prediker 3 in verband met Psalm 31:

Mijn tijden zijn in Uw hand, Ps. 31 : 16a.

Er gebeuren onbegrijpelijke dingen. Toch gaan ze niet buiten God om. Maar we kunnen Hem niet narekenen. Laten we het ook niet proberen. Is dat het einde van het verhaal? Moeten we het daarmee dan doen? Nee, nu begint het pas ècht. We mogen òp God rekenen. Dat is 'vrezen voor Zijn aangezicht':

Ik weet, dat al wat God doet,
dat zal in eeuwigheid zijn,
en er is niet toe te doen,
noch is er af te doen;
en God doet dat,
opdat men vreze voor Zijn aangezicht, Pred. 3 : 14.

Het is ook de slotconclusie van héél dit bijbelboek:

Van alles wat gehoord is,
is het einde van de zaak (de hoofdsom):
Vrees God en houd Zijn geboden,
want dit betaamt alle mensen, Pred. 12 : 13.

Zo blijft voor de Prediker de vreze des HEEREN het beginsel der weten-schap en helpt hij ons dat opnieuw te ontdekken als schokkende ervaringen ons in verwarring hebben gebracht. Het is of wij van verre al het zegelied van Paulus horen: Ik ben verzekerd, dat niets ons kan scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere, Rom. 8 : 31-39. Want Gòd regéért.
In het verlengde van de reeks 'Alles heeft een bestemde tijd' uit Prediker 3 ligt ook zondag 10 van de Catechismus:

(God regeert mij alzo), dat
loof en gras,
regen en droogte,
vruchtbare en onvruchtbare jaren,
spijze en drank,
gezondheid en krankheid,
rijkdom en armoede,
en alle dingen,
niet bij geval,
maar van Zijn vaderlijke hand ons toekomen.

De Prediker een spreukenboek
De Prediker stelde vele spreuken op, 12 : 9b. Zijn boek is dus geschreven in de stijlvorm van de maasjaal. Karakteristiek voor de spreuk of maasjaal is – zoals we bij de inleiding reeds hebben gezien – dat we geconfronteerd worden met een bepaald aspect van het Woord van God en daarmee ook klaar moeten komen. Hier en nu.
Bijbelse wijsheid maakt een einde aan onze afstandelijkheid. We krijgen geen kans meer om redeneringen op te zetten op de manier van 'enerzijds' – 'anderzijds'. Een beproefd recept om zelf je handen vrij te houden. Bijbelse wijsheid is de consequentie van 'zeg nu heden wie gij dienen zult'. Dat kan leiden tot schijnbaar tegenstrijdige uitspraken:

één man uit duizend heb ik gevonden;
maar een vrouw onder die allen heb ik niet gevonden, Pred. 7 : 28b.

Geniet het leven met de vrouw die gij liefhebt,
al de dagen van uw ijdele leven;
want dit is uw deel in dit leven,
en van uw arbeid, die gij arbeidt onder de zon, Pred. 9 : 9.

Hebben we geen oog voor de maasjaal-vorm van deze teksten, dan kunnen we ons gemakkelijk laten verleiden tot het stellen van vragen als: wat is nu de visie van de Prediker op de vrouw, positief of negatief? Zulke vragen zijn echter niet aan de orde. De eerste tekst wil zeggen: je kunt niet genoeg op je hoede zijn voor het gevaar van de ontrouw in het huwelijk, en de tweede tekst: wees dankbaar als je gelukkig getrouwd bent, want dat is een gave van God. Dit is de 'hoofdsom' van de waarschuwingen uit het boek der Spreuken tegen de 'vreemde vrouw', Spr. 2 : 16-19; 5 : 1-23; 6 : 24-35; 7 : 1-27. Hoe aktueel in onze tijd! Nog een voorbeeld:

Het hart der wijzen is in het klaaghuis;
maar het hart der zotten in het huis der vreugde, Pred. 7 : 4.

Ga dan heen, eet uw brood met vreugde,
en drink uw wijn van goeder harte;
want God heeft reeds een behagen aan uw werken, Pred. 9 : 7.

Weer zeg ik: herkennen we hier niet de maasjaal-vorm, dan komen we tot vragen als: wat voor mens is nu de Prediker? Heeft hij een melancholisch karakter? Of behoort hij tot die zeldzaam oppervlakkige typen die op het éne feestje al uitkijken naar het andere? Is hij een pessimist of een levensgenieter? Zulk soort vragen versluieren zijn intentie. Met de eerste tekst bindt hij ons op het hart. God te zoeken voor het te laat is. Het gaat erom dat wij met lichaam en ziel het eigendom des Heeren zijn. Hier geven de Prediker en de opstellers van onze Catechismus elkaar de hand. Door middel van de tweede tekst leert hij ons, dankbaar te zijn voor de fijne dingen van het gewone leven: brood en wijn, goed gekleed gaan, je lichaam goed verzorgen, gelukkig zijn met je vrouw, je man.
Nogmaals, dit is de 'hoofdsom': onder de vreze des Heeren is onze tijd zinneloos, ijdelheid der ijdelheden. Zelfs de ordening die uitgaat van de schepping heeft ons dan niets meer te zeggen, Pred. 1 : 2-11. Het leven, ons werk, geluk, rijkdom, alles verliest zijn waarde, Pred. 2 : 1-26. Er blijft niets van over.
Maar in de vreze des Heeren bloeit het leven open:

maar de uitnemendheid der wetenschap is,
dat de wijsheid haar bezitters het leven geeft, Pred. 7 : 12b.

Ook de Heere Jezus heeft in Zijn onderwijs gebruik gemaakt van de maasjaal. Eén voorbeeld:

Want er zijn gesnedenen,
die uit moeders lijf alzo geboren zijn;
en er zijn gesnedenen,
die zichzelf gesneden hebben
om het Koninkrijk der hemelen.
Die dit vatten kan, vatte het. Mat. 19 : 12.

Origenes, de grootste leraar van de kerk vóór Augustinus, kon in de situatie van zijn persoonlijk leven niet onder dit woord van Jezus uit en heeft het letterlijk op zichzelf toegepast. In dezelfde lijn ligt de keuze van de apostel Paulus om ongetrouwd te blijven. Voor ieder van ons ligt dat weer anders. Als wij alles in ons leven maar ondergeschikt maken aan het Koninkrijk van God. Dat is: Gòd regéért.

Tijd en wijze
Onze tijden zijn in Gods hand. Die afhankelijkheid leidt ons tot een nieuw verstaan van onze verantwoordelijkheid. Wij leren ook in moeilijke situaties op de juiste manier te reageren:

het hart van een wijze zal tijd en wijze weten, Pred. 8 : 5b.

In het tekstverband gaat het erom dat een onderdaan de juiste houding moet zien te vinden tegenover zijn koning. Maar dit voorbeeld kan dienen als model voor het oplossen van tal van precaire situaties. Dan komt het erop aan op het juiste moment de juiste beslissing te nemen en de juiste woorden te spreken. Leerlingen op de school van Salomo worden daarin getraind:

De tong van de rechtvaardige is uitgelezen zilver;
het hart der goddelozen is weinig waard, Spr. 10 : 20.

Een man heeft blijdschap in het antwoord van zijn mond;
en hoe goed is een woord op zijn tijd! Spr. 15 : 23.

Men zal de lippen kussen van hem,
die rechte woorden antwoordt, Spr. 24 : 26.

Een rede, op zijn pas gesproken,
is als gouden appelen in zilveren geheelde schalen.
Een wijs bestraffer bij een horend oor
is een gouden oorsiersel,
en een halssieraad van het fijnste goud, Spr. 25 : 11.

De waarheden van het Woord van God zijn inderdaad te vergelijken met gouden appelen. Maar ze moeten te pas gesproken worden en niet te onpas. Ik denk nu aan degenen die nog niet gekomen zijn tot de zekerheid van het geloof. Ze leven tussen hoop en vrees. Wat is voor hen het juiste woord op de juiste tijd? Een verwijzing naar de uitverkiezing? Hun de vraag voorleggen of ze al weten dat hun naam geschreven staat in het boek des levens? Dat zijn gouden appelen voor allen die de Heere vrezen. Maar de armen van geest voelen zich daardoor nog armer en ellendiger dan tevoren. Hier is het juiste woord op de juiste tijd de belofte van het Evangelie. De Heere laat Jozef niet in de put, Israël niet in het diensthuis en David niet in diepten van ellenden. Er zijn ook christenen voor wie het geloofde meest vanzelfsprekende zaak van de wereld is. Het is 'halleluja' voor en na. Temidden van al die blijdschap kan de vraag naar de zelfbeproeving het juiste woord zijn op de juiste tijd.
Het pastoraat kent tijd en wijze. En dat is – zegt de Prediker – een zaak van het hart.

Een loofhut
Het boek de Prediker wordt in de synagoge gelezen op het loofhuttenfeest. Dat is het grote oogstfeest en wordt daarom ook 'hèt feest' genoemd, Ez. 45 : 25. Dit gegeven maakt het op zichzelf al onmogelijk in de Prediker de pessimist te zien waarvoor hij zo vaak wordt gehouden. Zijn slotconclusie luidt: wijs naar het Woord is worden als een kind. Vrees God en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen, Pred. 12 : 13. Alles wat daar buiten valt is volstrekte zinneloosheid, ijdelheid der ijdelheden, ijdelheid in het kwadraat. Alles wat daaruit voortvloeit mag een bron van vreugde zijn. Die vreugde kan verstoord worden door tal van vragen. De disharmonie van de werkelijkheid staat haaks op de harmonie van het gebod. Schokkende ervaringen kunnen ons in verwarring brengen. Valt er wel iets te 'oogsten' in het leven? Maar wie – toch wéér – wijs geworden is naar het Woord raakt niet uit balans. God regeert. Onze tijden zijn in Zijn hand. Dat schept rust. Daarom mag ons leven op aarde een loofhut zijn.
Broos en teer. Maar tot Zijn eer.

H.J. de Bie, Huizen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1993

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Onze tijden zijn in Gods hand

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 1993

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's