Wat werkt het geloof uit?
Kenmerken van het geloof (2)
Geloof en rechtvaardiging
Rechtvaardiging is eigenlijk dé vrucht van het geloof. Een gelovend mens mag voor God weer rechtvaardig zijn.
Het geloof zelf is de vrucht van de Heilige Geest. De rechtvaardiging is eigenlijk een vrucht van het geloof, en dan zo natuurlijk ook van de Heilige Geest.
Wat werkt het geloof uit? Dat we voor God weer rechtvaardig zijn!
'Hoe zijt gij rechtvaardig voor God?' vraagt Zondag 23 van de Heidelberger.
Het antwoord is heel eenvoudig: 'Alleen door een waar geloof in Jezus Christus'. Alleen door een waar geloof ben ik rechtvaardig. Al is het dat m'n geweten me aanklaagt, dat ik tegen al de geboden van God zwaar gezondigd heb en dat ik er niet één gehouden heb, en nog steeds tot alle boosheid geneigd ben, rekent 'nochtans God', zonder enige verdienste van mijn kant, me uit louter genade de volkomen gerechtigheid van Christus toe en zijn heiligheid.
Ook hier wordt weer gesproken over waar geloof.
Ook hier wordt er dan de nadruk erop gelegd, dat geloof geen verdienste is van mezelf. Maar dan toch die omslag: door het geloof zó rechtvaardig voor God, alsof ik zelf nooit zonde had gedaan. Dankzij Christus. Hier vinden we ook, zoals altijd in onze gereformeerde belijdenissen, de centrale plaats van Christus. Christus alleen heeft al de gehoorzaamheid vol-bracht, vóór mij.
Hoe en wanneer ben ik dan intussen door het geloof rechtvaardig voor God? Moeten we dan eerst een stadium van rechtvaardiging bereikt hebben? Het einde van antwoord 60 luidt: 'in zoverre ik zulk een weldaad met een gelovig hart aanneem'. Er staat niet, dat de rechtvaardiging een aparte fase is in het geloofsleven. Nee, het geloof op zich rechtvaardigt voor God. Ook het kleinste geloof rechtvaardigt voor God. We hebben er de rijkdom van, we hebben er de vrucht van naar de mate, in zoverre we zulk een weldaad met een gelovig hart aannemen.
Er zijn trappen in het geloof, er is meer of minder geloof, er is klein geloof, er is sterker geloof. Er is dan ook groei in het geloof. Maar het geloof op zich rechtvaardigt voor God. Van Abraham lezen we in het Oude Testament: Hij geloofde in de Heere; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid' (Genesis 15 : 6).
Romeinenbrief
Door het geloof in de belovende God is de mens rechtvaardig. Daar is eigenlijk de hele Romeinenbrief vol van. Het is opvallend, dat elke keer als er in de kerkgeschiedenis oplevingen zijn geweest, de kerk terug kwam bij de diepe ontdekkingen, die ook de Reformatie gedaan heeft vanuit de Romeinenbrief. Daarin gaat het steeds over 'de rechtvaardiging door het geloof', terwijl al het ònze in de wortel wordt afgesneden: niet rechtvaardiging door de wet, niet rechtvaardiging door onze werken. Rechtvaardig is een mens alleen door het kale, naakte, zondaarsgeloof.
De rechtvaardigheid van God, zo lezen we in Romeinen 1 : 17, wordt geopenbaard 'van geloof tot geloof'.
In Romeinen 3 vers 31 en verder staat: 'Maar nu is de rechtvaardigheid van God geopenbaard zonder de wet: namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid'.
In Galaten 2 : 16 lezen we: 'Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken van de wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Jezus Christus'.
Geloof rechtváárdigt! En dan geloven we niet de rechtvaardiging zelf, maar we geloven God, in God, Die rechtvaardigt. Romeinen 4 : 4, 5 zegt, zo zagen we eerder: 'Abraham geloofde God en het is hem tot gerechtigheid gerekend'. Dan staat er verder: niet degene, die werkt 'maar gelooft in Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof tot rechtvaardigheid gerekend'. Dus het gaat niet om het geloof in de rechtvaardiging zelf, maar het gaat om het geloof in de belovende God, waardoor de goddeloze wordt gerechtvaardigd.
Daarbij is het uiteindelijk zo, dat wie de Zoon gelóóft het eeuwige leven hééft (Joh. 3 : 36). 'Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons. Want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes zouden verkrijgen door het geloof (Galaten 3 : 13, 14).
Ter afsluiting van dit gedeelte citeer ik, wat ds. Blok schrijft in zijn boekje: 'De Eerste en de Laatste'.
'Gods Woord raakte Abram innerlijk; de kracht van de waarheid overwon zijn eigen denken en legde beslag op hem.
Daar zien wij wat het geloof eigenlijk is. Gods Woord niet alleen horen met het oor, maar de kracht der waarheid ervaren zodat wij innerlijk gaan verstaan: "Uw Woord is de waarheid", Johannes 17 : 17. God eist eigenlijk geen onmogelijke dingen. God vraagt geloof in wat Hij belooft en doen zal.
Geloven is geloven wat God zegt: geloven in wat God om niet aanbiedt in Christus. Dus: GEloven in Gods BEloven; dat is het! Dat God heil belooft is geweldig; dat wij geloven is niet zo geweldig: het is dankbaar en ootmoedig 'Amen' zeggen op Gods beloften ons in het Woord geopenbaard. Beloften, die in Christus verankerd liggen; die in Hem ja en amen zijn, 2 Corinthe 1 : 20.'
J. van der Graaf
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1993
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 oktober 1993
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's