Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Impressie van een theologische studentenvereniging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Impressie van een theologische studentenvereniging

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met dit artikel doorbreekt de G.T.S.V Voetius te Utrecht de veilige en rustige omheining van haar teruggetrokkenheid en onbekendheid. Natuurlijk, velen zullen wel eens wat van Voetius gehoord hebben. Af en toe staat er wel eens iets in een dagblad en ook tijdens bruiloftrecepties duiken de Voetianen wel eens op, vaak uniform in donkerblauwe colberts, terwijl ze hun verenigingslied ('Cantemus Voetiani') aanheffen. Soms trekken ze het land in om samen met een gemeente een preekoefening van een Voetiaan te bespreken. Maar daarna duiken ze weer onder in de universiteitsstad Utrecht, waar ze pas weer vandaan komen als ze hun studie afgerond hebben.

Voetius door de jaren heen
In 1899 wordt de Gereformeerde Theologen Studentenvereniging Voetius opgericht. Het is een woelige tijd. De historisch-literaire bijbelkritiek is op haar hoogtepunt. Niet iedereen is hier blij mee. Enkele studenten willen de Bijbel als uitgangspunt voor de wetenschap nemen. En ze willen de Bijbel niet onder onbijbelse kritiek stellen: De vreze des HEEREN is toch het beginsel der wetenschap? (Sinds 1899 is deze tekst de lijfspreuk van Voetius). Zo ontstaat de Gereformeerde Theologen Studenten Vereniging Voetius. Haar leden willen in de eerste plaats op een gereformeerde manier theologie bedrijven. Daarnaast vinden ze ook de praktische vorming belangrijk.
Het ideaal is hoog. Onder meer de studiehaast belemmert het bereiken ervan (En dat in een tijd zonder tempobeurs. Maar wellicht trok de pastorie). In de jaarverslagen wordt steeds gesproken over de ziekte van het absenteïsme. De beginperiode is moeilijk en de situatie soms zelfs kritiek. Maar in de jaren twintig is Voetius het grootste dispuut van de theologische faculteit geworden en is dat sindsdien gebleven. De professoren dr. A. Noordtzij en dr. H. Visscher tonen in deze tijd een grote inzet voor Voetius. De Voetianen hadden bij de Gereformeerde Bond aangedrongen tot de benoeming van dr. H. Visscher als bijzonder hoogleraar. Dit was waarschijnlijk de eerste van de officiële contacten met de Gereformeerde Bond, die er sindsdien steeds zouden zijn. Bij de oprichting van de Bond in 1906 was het er niet van gekomen om een sympathiebetuiging te sturen. Sommige leden dachten misschien in de lijn van Hoedemaker en vonden de oprichting van een bond niet wenselijk. Maar het is ook heel waarschijnlijk dat de studentenvereniging het niet op haar weg zag liggen om zich over kerkelijke aangelegenheden uit te spreken. Deze houding is Voetius eigenlijk steeds blijven kenmerken, hoewel vele leden sympathiseren met de Gereformeerde Bond of de Confessionele Vereniging.
Ook na de jaren twintig blijft Voetius gestaag groeien. Aan het begin van de oorlog telt Voetius zesenveertig leden en stelt men een ledenstop in. In de oorlog wordt het verenigingsleven in het openbaar gestaakt, maar in het geheim voortgezet. Na de oorlog gaat de groei weer verder tot ze begin jaren '70 het hoogtepunt van ruim honderddertig leden bereikt. Daarna daalt het ledental van Voetius langzamerhand, tot ongeveer zeventig leden op dit moment.
Vanaf 1957 treden oud-Voetianen het docentenkorps van de faculteit binnen. Dr. S. van der Linde is de eerste en velen na hem volgen, zoals de laatst benoemde hoogleraren dr. F.G. Immink en dr. A. de Reuver.
Er wordt op Voetius heel wat afgestudeerd. Sommige onderwerpen laten zich raden: Calvijn, belijdenisgeschriften, Kohlbrugge, Hoedemaker, Het gezag van de Schrift. Vooral dogmatische onderwerpen lijken geliefd te zijn. Ook de eigentijdse theologie wordt opgepakt, soms zelfs aangepakt, Karl Barth wordt heel kritisch ontvangen. In de jaren '50 wordt het werk van prof. Van Ruler met grote waardering ontvangen. En nog steeds geniet hij grote belangstelling. De Nadere Reformatoren ontbreken nog in dit rijtje. Maar zeker de laatste jaren kunnen deze, in het bijzonder Wilhelmus à Brakel, zich in grote belangstelling verheugen.

Voetius nu
En zo komen we in 1993. De G.T.S.V. bestaat nog steeds en is erg actief. Dit jaar zijn er veel nieuwe leden bijgekomen, tweeëntwintig in totaal. De twee componenten, waarmee de vereniging startte, 'het bestuderen van theologie in gereformeerde zin' en 'praktische vorming' is de ruggegraat van het programma gebleven. De bijbel en de drie formulieren van enigheid vormen de basis van waaruit we bezig willen zijn. Met dat uitgangspunt willen we theologie bedrijven. Samen nemen we de studie en de wetenschap serieus, maar daarbij willen we wel het gezag van de bijbel laten gelden. En dat doen we niet op eigen houtje, maar vanuit een telkens weer verrassende traditie. Niet iedere Voetiaan denkt hetzelfde. Ieder heeft toch zijn eigen accenten. Dat maakt het echter ook heel boeiend. Er worden vaak heftige discussies gevoerd. Het kan er dan best wel hard aan toe gaan. Ook leer je op de vereniging je plaats te bepalen tegenover wat er aan de faculteit onderwezen wordt. Zeker wanneer je daar allerlei dingen hoort, die ingaan tegen wat je van huis uit meegekregen hebt, heeft dat een heel positieve uitwerking.
Zo biedt Voetius vele mogelijkheden, wanneer je vanuit de basis van de gereformeerde theologie wilt denken. Je leert met elkaar zien wat ze inhoudt en wat ze betekent. En waar het om draait. Professor Graafland vatte de kern voor ons zo samen: In de Bijbel spreekt God Zelf en in de gereformeerde traditie komt de zonde onzerzijds en de genade Gods radicaal aan de orde.
Het jaarthema gaat over de persoon en het werk van de Heilige Geest. De lezingen belichten het jaarthema van vele zijden. Verder hebben we dit jaar een nieuw fenomeen: de disputeeravonden. Twee Voetianen verdedigen allebei een theologisch standpunt, bijvoorbeeld de schriftvisie van H.M. Kuitert tegenover die van dr. J. Hoek. We hopen zo te leren discussiëren. Ook leer je daarmee zien wat precies de verschilpunten zijn en waar de theologische wegen uiteengaan. Zeker de studiekringen moeten hier niet vergeten worden. Daar bestuderen we in kleine groepjes uiteenlopende onderwerpen, zoals Belijdenisgeschriften, Van Ruler, Kierkegaard en John Owen.
Vooral de studiekringen zijn heel leerzaam en geven de mogelijkheid om intensief met elkaar door te spreken over de onderwerpen.
Voor de praktische vorming hebben we bijzondere vergaderingen. Waarop een Voetiaan bijvoorbeeld een lezing, meditatie of een preek oefent. De overige Voetianen voorzien die van commentaar. Er wordt dan gelet op de uitleg van de bijbeltekst, en wat de boodschap van de tekst is en hoe die overgebracht wordt.
Voetius is een studentenvereniging, met alle eigenaardigheden daarvan. Bestuursleden gaan bijvoorbeeld tijdens de bijeenkomst op de Dies Natalis, de 'verjaardag' van de vereniging, in jacquet. Bij de uitoefening van hun functie dragen ze een bestuurslint. En zo zijn er nog veel meer details te noemen. Maar veel belangrijker is de amicitia (= vriendschap), die bij een goede studentenvereniging hoort. Wanneer je intensief met elkaar omgaat, diepe gesprekken voert, veel gezellige en leuke dingen meemaakt, leer je elkaar kennen. Er ontstaan vriendschappen voor het leven. Op zich hoort dit niet bij de officiële doelstelling van Voetius, maar het blijkt wel van groot belang en grote waarde te zijn.
Toch vormen we geen elite-groepje. Want vele leden blijven actief in de kerkelijke thuisgemeenten. Daar blijven we betrokken bij het gewone alledaagse leven van de christelijke gemeente. Zo is te voorkomen, dat we theologische hoogvliegers worden. En die neiging is op de universiteit en de vereniging heel sterk.
Het is duidelijk: Het verenigingsleven is een bijna noodzakelijke aanvulling op de studie aan de faculteit.
In de bijna honderd jaar dat Voetius bestaat, heeft de opzet en doelstelling van de vereniging nog niets aan waarde ingeboet. Velen hebben de vruchten van hun lidmaatschap mogen plukken en we hopen dat velen dat nog zullen doen.

Utrecht
Johan Trouwborst, praeses
Bernard van Vreeswijk, ab actis
Marianne van Amerongen, assessor II

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1993

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Impressie van een theologische studentenvereniging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1993

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's