Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik geloof de vergeving der zonden (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik geloof de vergeving der zonden (1)

De Apostolische Geloofsbelijdenis (17)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
'Welzalig hij wiens zonden zijn vergeven, die van de straf voor eeuwig is ontheven', aldus luidt de berijming van Psalm 32. Een lied dat velen als land al hebben geleerd en heel hun leven dikwijls zijn blijven zingen. Terecht, want de vergeving van zonden is één van de wezenlijke bestanddelen, zo niet het meest wezenlijke bestanddeel van het christelijk geloof. Hierin onderscheidt het christelijk geloof zich van andere godsdiensten en geestelijke stromingen. Die kennen de vergeving van zonden uit genade niet. Die kennen dus ook de echte vreugde niet. De vreugde in een vergevend God.
In de Schrift is het geloof in de vergeving van de zonden een gouden lijn. Behalve Psalm 32 zouden Psalm 103 en Psalm 130 genoemd kunnen worden. Daarnaast ademt heel de offerdienst in Israël het geloof in de vergeving van schuld en zonde. Jezus predikt in woord en daad, en bezegelt in kruis en opstanding dit geheim en Paulus en de andere bijbelschrijvers bezingen haar telkens weer als een van de hoogste dingen die er bestaan.
Ondertussen is het geloof in de vergeving van zonden in het moderne levensklimaat iets heel vreemds. Veel mensen vinden het dwaas om te geloven dat je zonden vergeven worden. Waarom zou dat moeten? Omdat je zondig bent soms? Dat is toch een veel te vernederende visie op de mens. Daartegen protesteert het humanisme met alle macht. Ja, meer dan dat. Ze acht deze leer gevaarlijk. Deze leer leidt er toe dat de mens zich van zijn verantwoordelijkheid afgaat maken en met een beroep op de vergeving niet voor zijn daden aansprakelijk gesteld kan worden. Reden waarom de dichter Marsman een christen een 'laf deemoedsdier' noemt. Daarnaast is er in het moderne levensgevoel ook verzet tegen de mens als zondaar, omdat de mens die faalt gezien wordt als het slachtoffer van spelingen van het lot, zijn omstandigheden. De falende mens is de tragische mens, die geworpen is in een net van tekorten, dat nooit ontrafeld zal worden. Kom in zo'n filosofie maar eens aan met de leer van de vergeving van zonden. Het is zo'n beetje hetzelfde doen als tegen een blinde zeggen: als je nu maar berouw toont over je blindheid, accepteren we je. Anders niet.
We moeten dus beseffen dat we met het geloof in de vergeving van zonden het levensgevoel van de mens van vandaag niet mee hebben. Er is niet minder dan een complete omkering van ons denken voor nodig om in te zien dat we mensen zijn die zondig en zondaar zijn en daarom alleen maar mens kunnen zijn op de wijze van de vergeving van zonden. En dat is nu juist wat de Heilige Geest ons leert. Daarom staat het geloofsartikel over de vergeving van zonden ook precies in het derde deel van de apostolische geloofsbelijdenis. Het deel over de Heilige Geest. Het is de Heilige Geest, Die mijn ogen opent voor wie ik ben voor God, een verdorven kind van Adam en Eva, veroordelenswaardig. Maar het is diezelfde Heilige Geest die me doet zien op Christus Jezus, op wie God al mijn zonden en schulden geworpen heeft in zijn peilloze barmhartigheid. Terwijl ik zelf nooit klaar kom met het herstel van mijn gebroken leven, zet God me door het geloof in de vergeving in de ruimte van een nieuw bestaan. 'Zo is er dan nu geen verdoemenis meer voor hen die in Christus Jezus zijn' (Rom 8 : 1).

Enkele Bijbelse lijnen
Zoals gezegd neemt het geloof in de vergeving van de zonden in de Bijbel een centrale plaats in. Het Hebreeuwse woord dat in het Oude Testament voor vergeven wordt gebruikt hangt samen met verzoening. De zonden moeten worden verzoend. Daar is een zoenmiddel voor nodig. Dat zoenmiddel is het plaatsvervangend offer dat voor de zondaar wordt gebracht. Heel sprekend wordt dat zoenmiddel uitgebeeld in het ritueel op de Grote Verzoendag uit Lev. 16. Een van de bokken die op de Grote Verzoendag worden gebruikt, is de zondebok. Aäron, de hogepriester legt zijn handen op de kop van dat dier, onder belijdenis van schuld en zonde. In die handoplegging worden de ongerechtigheden van het volk op het dier overgedragen. Dan wordt die bok weggestuurd in de woestijn, waar hij zal sterven in plaats van het volk.
Zoals de Grote Verzoendag het hart van het jaar is, zo is de vergeving van zonden door verzoening het hart van Israëls geloof. Het verzoendeksel op de ark der getuigenis in de verborgen stilte van het heilige der heilige is er een getuige van. Vergeving van zonden is bedekking van de ongerechtigheden, zoals het deksel de ark bedekt. Vergeving van zonden is kwijtschelding van schuld en straf. Er zit dus een juridisch (rechterlijk) aspect in de vergeving van zonden. G. H. Abma noemt als andere termen voor vergeven: wegenemen, voorbijgaan, uitwissen, afwassen, reinigen, niet gedenken, vrijspreken, niet toerekenen, achter de rug werpen, in de diepte der zee werpen (Kennen en vertrouwen, p. 202). De profeten hebben de vergeving van de zonden als Gods grote gave van de eindtijd geprofeteerd. Te denken valt aan Jeremia 31, waar in het kader van de oprichting van het nieuwe verbond gezegd wordt dat de Heere de ongerechtigheid van Zijn volk zal vergeven en hun zonden niet meer zal gedenken (vers 34).
Als de Messias wordt geboren luidt zijn Naam Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden (Matth. 1 : 21). Wanneer de Heilige Geest wordt uitgestort, proclameert Petrus in de naam van de verhoogde Jezus dat er vergeving van zonden is voor een ieder die in Hem gelooft (Hand. 2 : 38). Andere woorden voor vergeving zijn in het Nieuwe Testament: verlossing, verzoening, rechtvaardiging, vrijspraak, bevrijding. Dan wordt ook duidelijk dat de vergeving van zonden pure genade is. Tegen het vergeldingsdogma van de farizeeën in, volgens wie zonden alleen maar worden weggedaan als de mens genoeg berouw heeft en eerst zijn goede gedrag toont, prediken Jezus en al de apostelen dat een mens uit genade zalig wordt. Daar ergert een 'vroom' mens zich stuk aan, maar daarmee kan de grootste der zondaren het doen. De vergeving van zonden is dat 'we uit de peilloos diepe afgrond van de eeuwige verlorenheid gered worden en worden overgezet in het onvoorstelbaar hoge hooggebergte van de eeuwige zaligheid' (Van Ruler, Ik geloof, 149).
Als God de zonden vergeeft, vergeet Hij ze ook. Ze zijn er voor Hem niet meer. Hij schept het niets uit het iets.

Aspecten
Het gaat bij de vergeving van zonden altijd om twee kanten van dezelfe zaak. Ons wordt iets niet toegerekend en ons wordt iets wel toegerekend. Niet toegerekend wordt onze ongerechtigheid. We zijn dus wel onrechtvaardig in onszelf, maar die onrechtvaardigheid wordt ons kwijtgescholden. Om Jezus wil, die onze ongerechtigheden op Zich nam. Hij is het Lam dat geslacht werd voor de zonden der wereld. Omdat onze ongerechtigheden Hem worden toegerekend, worden zij ons niet toegerekend. We zijn gerechtvaardigd in Zijn bloed. Daarnaast gaat het om iets dat ons wel toegerekend wordt. Dat is de gerechtigheid van Christus en het leven dat Hij daardoor verdient. Dat gaat dus nog een stap verder. Niet alleen worden we ontslagen van schuld en straf, maar ook worden we bekleed met het kleed van Christus gerechtigheid. En daardoor tot kind van God aangenomen. Deze twee kanten van de vergeving van zonden bevatten het 'tegelijk' van onze eigen verlorenheid en ons eeuwig behoud buiten ons in Christus.
Verder is het goed te zeggen dat het geloof in de vergeving van zonden gepaard gaat met het beseffen van schuld en het belijden daarvan voor Gods aangezicht. Het geloof in de vergeving van zonden wordt een ijdele vertoning wanneer we dat kwijtraken. Dan gaat de diepte er uit en is het te begrijpen dat het geloof in de vergeving dan na verloop van tijd geen functie meer heeft. Besef van en belijdenis van schuld is nodig. Tegelijk moeten we zeggen dat dit besef en deze belijdenis nooit mogen gelden als een voorwaarde vooraf voor de vergeving van zonden. Het is niet zo dat wij daarmee voor de dag moeten komen en dat God op grond daarvan onze zonden vergeeft, ledere voorwaarde voor de vergeving van zonden komt in mindering op het volmaakte offer van Christus. Dan is het Evangelie geen echt Evangelie meer. Dan wordt de ruimte waarin het geloof adem vindt afgesnoerd. Dan is het niet meer: Christus alleen. En dat moet wel zo blijven. Van harte stemmen we in met artikel 23 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: 'En wij steunen en rusten op de gehoorzaamheid van de gekruisigde Christus alleen, die de onze is, indien wij in Hem geloven. Deze is voldoende om al onze ongerechtigheden te bedekken'.
Van de Catechismus van Geneve (1542) kunnen we leren dat het artikel van de vergeving van zonden niet voor niets volgt op dat van de kerk. Het is de kerk, die zelf levend van het evangelie van de vergeving deze boodschap mag doorgeven. Buiten de kerk wordt die boodschap niet gevonden. In die zin is er buiten de kerk geen heil. Vraag en antwoord 104 luiden: 'Waarom volgt dit artikel op dat van de kerk? Omdat niemand vergeving van zonden ontvangt, indien hij niet eerst behoort tot het volk van God en volhardt in de eenheid en de gemeenschap met het lichaam van Christus en dus een waar lidmaat van de kerk is'.
Tenslotte zij er nog op gewezen dat de vergeving van zonden iets radicaals in zich heeft. De Heidelbergse Catechismus spreekt over onze zonden en onze zondige aard. Als God de zondaar vergeving schenkt dan geldt dat niet alleen de afzonderlijke zonden, maar ook de aard, waaruit al die zonden voortkomen. Vergeving is vergeving totaal en helemaal, of ze is het niet. Omdat de vergeving van zonden zo radicaal is, bekent de gelovige: ik ben tegelijk helemaal zondaar (namelijk in mezelf) en tegelijk helemaal rechtvaardige (namelijk in Christus).

W. Verboom, Hierden/Harderwijk

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ik geloof de vergeving der zonden (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's