Torenspitsen-gemeenteflitsen
GROOT-AMMERS
Wie het dorp Groot-Ammers van westelijke zijde over de hoge dijk nadert, ziet aan zijn linkerhand de zilveren stroom van de Lek in een brede bocht stromen, terwijl aan de rechterhand het oerhollands landschap van groene weiden onder blauwwitte wolkenluchten zich wijds uitstrekt, met een rij van eeuwenoude molens als boeiende bakens. Recht vooruit ziet men tussen land en water een prachtige gotische kerktoren die al meer dan vijfhonderd jaar boven alles uit een wijsvinger is naar de hemel. Daaronder, verscholen achter de dijk, bevindt zich het kerkgebouw van de hervormde gemeente, het hart van een levendig dorp in de Alblasserwaard.
Er is over de oude geschiedenis van Groot Ammers niet zo veel bekend. Het was eeuwen geleden een dorp in de schaduw van het machtige Slot Liesveld, dat eigendom was van het huis van Oranje-Nassau. Onze koningin draagt nog steeds de titel van Barones van Liesveld. De Friese graaf Van Nassau, Willem Frederik, woonde tijdens zijn verblijf op het Slot in 1645 eens een dienst bij in de kerk van Groot-Ammers. Het was op de zondag dat ds. Henricus Goy het Avondmaal bediende. Niet lang daarna ontving de gemeente een bijzonder geschenk: een tweetal unieke zilveren avondmaalsbekers inscriptie, o.a. met de tekst van 1 Cor. 10 : 21 'Ghij en cont niet den drinckbeker des Heeren drincken ende den drinckbeker der duyvelen'. Deze waardevolle bekers worden nog steeds bij elke avondmaalsviering gebruikt, en symboliseren op bijzondere wijze de verbondenheid van de geslachten de eeuwen door.
Hoe het kerkgebouw er voor het jaar 1857 heeft uitgezien is niet bekend. In dat jaar werd besloten om het bouwvallige kerkgebouw, op de toren na, in het geheel af te breken en een nieuwe kerk te bouwen. Een deel van het puin heeft nog dienst gedaan om het land voor het altijd dreigende water te beschermen: het werd gebruikt om de Molenkade te versterken.
Deze nieuwbouw had plaats gedurende de ambtstermijn van de predikant die een groot deel van de vorige eeuw zijn stempel op de gemeente zette, ds. Jan Philipp Ott, die meer dan 56 jaar predikant van Groot-Ammers was. De indruk die wij uit de bronnen van hem krijgen is, dat hij een geleerde en vrede en rustlievende kerkbestuurder is geweest, die niet bij een bepaalde richting wilde behoren, maar die ook niet echt naar het hart van de gemeente heeft gesproken. Opmerkelijk is daarom toch dat de Afscheiding en de Doleantie in Groot-Ammers geen voet aan de grond hebben gekregen. Het dorp heeft het altijd bij één kerk gehouden. In 1892 kreeg Groot-Ammers een nieuwe maar ook andere predikant, ds. Cornelis Bouthoorn, onder wiens bediening Groot-Ammers binnen korte tijd van een liberale een rechtzinnige gemeente werd, met een bevindelijke inslag. Dat was ook te merken aan de kerkgang, die zozeer toenam dat er binnen korte tijd twee verbouwingen plaats moesten vinden om meer zitplaatsen te creëren. Eerst bouwde men in 1892 een galerij in de kerk en in 1898 werd de kerk nog eens uitgebreid met twee zijbeuken waardoor het gebouw een kruisvorm kreeg.
In het begin van de jaren zeventig, ten tijde van de rijk gezegende bediening van ds. W. L. Tukker, die in Groot-Ammers zijn laatste gemeente mocht dienen, werd er een ingrijpende restauratie van het interieur uitgevoerd. Het oude negentiende-eeuwse interieur maakte plaats voor een inrichting van meer moderne snit. De gebeeldhouwde kansel en de ramen van het koor staan in het teken van de woorden van Christus over de Wijnstok en de ranken. Ook werd de kerk verrijkt met een monumentaal orgel.
Zeer recent vond er opnieuw een uitbreiding van het kerkgebouw plaats, die op 16 april 1994 werd voltooid. Vanwege groei van de gemeente werd het middenschip zowel aan de noord- als aan de zuidzijde met een zijbeuk verbreed, met als resultaat 170 plaatsen extra. Het resultaat is een ruime kerk die door de verbouwing wat vorm betreft alleen maar verrijkt is, en waar de gemeente in gewone en bijzondere kerkdiensten weer alle ruimte mag hebben.
Er is onder de middeleeuwse toren van Groot-Ammers de eeuwen door al heel wat gebouwd en verbouwd. Maar de grondslag mocht door Gods genade gelegd zijn: het fundament van apostelen en profeten, waarop God Zijn gemeente bouwt in Christus Jezus. Veel belangrijker dan ons menselijk bouwen is dat de gemeente een Gebouw van God mag wezen, een Woonstede Gods in de Geest. De kerk die wij mogen zien, van hout en stenen, staat er met het oog op de kerk die wij mogen zijn, een gemeente waar God wil werken om levende stenen te voegen op de Hoeksteen Christus.
Bij de laatste uitbreiding is ook het avondmaalstel met twee bekers en schalen vermeerderd. Op de bekers, die precies hetzelfde model hebben als die van 1645, staat de afdruk van ons kerkzegel. De tekst die daarin opgenomen is, Psalm 65 : 10, luidt: 'De rivier Gods is vol water'. Die rivier van levend water mag door Gods genade ook nog stromen door Groot-Ammers. Zo mag het kerkgebouw in dit 'dorp aan de rivier' ook voor komende geslachten een plaats zijn waar velen, jong en oud, mogen komen om de wateren des levens te nemen om niet.
Ds. M. A. van den Berg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1994
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1994
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's