De opening van het hart van Lydia
(…) welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.Hand. 16 : 14b
Geen man stond te wachten. Macedonië was zich van geen kwaad èn van geen heil bewust. Paulus had het wel gedroomd. God had het te zien gegeven. Ziende de onzienlijke dingen… Tot in het meest letterlijke toe. Door geen mens verwacht lopen ze twee plaatsen voorbij tot in Filippi, de eerste stad van dit deel van Macedonië. Zoiets kan teleurstellend werken misschien. Zullen ze mensen van goede moed en grote verwachting zijn geweest? In verwachting van Gods grote daden in Europa? Ongetwijfeld. Maar het begint intussen zo heel gewoontjes… Het loopt via vertrouwde bekende sporen daar in Filippi als God harte-deuren gaat openen. Dat alleen al zegt ons genoeg over Gods bijzondere werk van genade. God trekt Zijn lichtende sporen vaak onverwacht – maar krachtig en machtig – door de vaak uitgesleten sporen van ons bestaan. Plotseling spreekt Zijn Woord. Onverwacht zet de Geest er vaart in en schenkt Hij visie. Visie op de inhoud van het Woord.
Paulus en de zijnen zijn te vinden aan de rivier. Daar waar het gebed 'placht te geschieden'. De plaats van samenkomst van joden en jodengenoten. Die plek is niet zonder diepere betekenis. Volgens vers 20 zijn de joden niet de meest geliefde mensen in Filippi. Repressieve tolerantie. Ze zullen in alle rust en stilte hun plek gezocht hebben. En gevonden aan de rivier. Waar het water komt en gaat, op je afkomt, lokt en trekt, maar op het beslissende moment aan je voorbijgaat… Waar de stem van het water soms plotseling te machtig kan worden… het kan beide: een rusteloze ziel vindt er rust of voelt er zijn onrust juist des te sterker. De omstandigheden van ons gebed en onze gebedsplaatsen blijven van invloed, met en zonder pet… Daar wekt de Schrift gevoel voor op, en onze gevoelens mogen meekomen in het werk Gods, in de verborgen omgang met Hem in het gebed. De hele situatie straalt de afhankelijkheid van de gemeente uit, van de mensen aldaar. Een groepje aan de rivier, als eertijds Israël aan Babylons stromen. Vreemdelingen hier beneen. Burgers van een ander Koninkrijk, mensen van andere verwachtingen en dromen dan deze wereld. Zo vindt Paulus deze groep. Zo stuurt God Levend Water aan het water van Filippi door het Woord dat Zijn knecht spreekt. Er komt leven in de brouwerij. In wat zo gewoon en gewend was. Die verwachting is toch nog altijd de Hoop van de gemeente, het geloof waarin en waaruit wij leven? Er is al zoveel sleur, doodsheid en dorheid. Dan doen wij het niet eens een keer wat anders, maar dan doet God het Anders! In de weg van het Woord, in de greep van de Geest. Het voor-werk ligt er. Men las de Schriften, zocht de gebeden. Voor-werk van God. Verborgen. Majestueus. Ontegenzeggelijk. Veracht het niet. Ook nu niet, in de sporen van uw leven. Voor-werk wordt door Gods verkiezing Door-werk. God werkt door met Zijn Woord. Aan dat Woord hield men Hem de eeuwen door. Houden wij Hem er nog altijd aan? Geeft zo acht op hetgeen gesproken wordt door wie dan ook van Hem.
Zo opent God harten. Het hart van Lydia. Een vrouw met werk, aanzien en middelen. Niet alles is voor haarzelf. De man Gods, de man van het Woord zal het later merken. Een vrouw intussen ook met een eigen hart: gesloten. De deur dicht. Jezus staat buiten. Dat tekent de nood. Dat tekent ook de nood van een biddend mens. Ook Lydia droomde van zichzelf andere dromen dan die van de Hulp Gods. Al het water van de rivier zou haar eeuwige honger en kommer niet hebben kunnen verzadigen. Onze dorst is niet te lessen. De deur van ons hart is als een stuwdam om het Levende Water te keren. God opent echter de sluizen. Zijn Woord stroomt niet langer langs ons leven, maar bevloeit de akker van ons hart. Leven ontkiemt. Het zaad van het Woord kan niet anders dan Christus' Vruchten voortbrengen. Geloof en bekering. Hoe vaak liep het Water langs ons heen, van ons af misschien? Krijgen we de damwand zelf niet doorbroken al zouden we willen? En achter de damwand dor en donker water… Zuurstofarm, waarin het leven het aflegt. En in de wateren de stenen van schuld en nood, soms zwaar op het hart… Luther bad: haal die steen van mijn hart, hij is mij te zwaar. Waar zouden wij blijven als wij aan deze kant van de wand, de deur van ons hart zouden beginnen? Als wij blijven vissen in eigen, troebel water? Dat doen we als we nog steeds denken, dat wij van God moeten dromen, dat ons gebed beslissend is. Dan blijven we nergens en komen we nergens. Het hart blijft dicht. Jezus blijft buiten. Paulus bracht het Woord omdat God hem deed zien. God opent het hart, zodat mensen, zondaren gaan zien. Zijn heil. Zijn genade. Zijn Zoon. Daarvan is later de Filippenzenbrief nog vol! Christus was en werd verkondigd. Dat, Hij opent harten. Hij doet het Levende Water stromen. Juist waar wij leven in de vreemdelingschap, juist waar wij voortlopen of zelfs ons voortslepen in uitgesleten sporen. Het hart moet open. Van Europa, van Lydia, van ons. En God? God doet het open. Geeft acht daarom op wat u van Godswege van Christus' zege over zonde en dood wordt gezegd.
W. P. van der Aa, Herwijnen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1994
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's