Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

GOUDSWAARD

5 minuten leestijd

Het dorp
Goudswaard, een klein dorp dat op de westelijke punt van de Hoekse Waard. Verder kun je niet rijden en daarom zei ds. Doornenbal eens: 'Goudswaard ligt aan het einde van de wereld, verder kun je niet, daar houdt het op'. De bedijkingsoorkonde van 15 april 1439 kunnen we zien als de geboorteakte van het dorp Goudswaard, met de bedijking zal een 'korenlant' tot standkomen, een polder waar het buitenwater niet meer kan binnenstromen. Voorheen bestond het gebied uit een aantal gorzen die van elkaar gescheiden waren door kleine kreken. Bij deze bedijking werd door Jacob van Gaesbeek, heer van Putten, tevens vergund een kerk te bouwen. De parochie heette eerst Goutsweert, later meest Corendijck, ook wel Goudswaard sive Korendijk. Op de dijk stond de korenmolen al in het jaar 1575. Voor 1653 (inpoldering van Piershil) was Goudswaard een eiland, naar Piershil moest men overvaren. Vele overstromingen zijn er geweest sinds 1439. De bevolking van Goudswaard vond haar broodwinning voor het grootste gedeelte in de landbouw. Door de ligging langs de grote rivier kwam daar ook de riet- en biezencultuur bij. Aan het laatste kwam een einde door de uitvoering van het Deltaplan. Goudswaard heeft ook ernstig te lijden gehad van de Watersnood. Veel vee is verdronken en vele woningen beschadigd. Twee mensen werden slachtoffer.

De kerk
Het oudste kerkgebouw dateert dus van vlak na de bedijking (1445). De parochie Goudswaard ressorteerde toen onder het Bisdom Utrecht. Om de kerk stonden iepebomen en op het dak van de kerk lag de hele 17e eeuw een ooievaarsnest. Heel oud zijn de 2 torenklokken. De kleinste en oudste zonder opschrift dateert uit de 15e eeuw. De grote klok is van 1503 en heeft als opschrift: 'Johannes euangelist ben ie geghoten van Peter Wagenens int Jaer ons heeren MCCCCCIII'. De Duitsers hebben deze klokken willen omsmelten. De schipper die ze vervoerde heeft zijn schip bij Urk met zijn lading laten zinken. Op Goede Vrijdag 1946 werden ze weer in de toren gehangen.
De toren is vrijwel zeker de originele middeleeuwse toren, alleen de torenspits is in 1637 vernieuwd. De kerkeraadsbanken, preekstoel en doopvont dateren uit de 2e helft van de 18e eeuw, mogelijk tussen 1760 en 1780.
Wat het kerkelijk leven betreft, blijkt dat in de 18e eeuw van een aantal ds. met zekerheid is vast te stellen dat zij behoorden tot het geref. piëtisme. Met name ds. Johannes Temminck, die van 1721-1725 hier predikant was en van wie diverse boekentitels bekend zijn. Bij zijn begrafenis sprak de prediakant ds. Boskoop over de goede jaren in Goudswaard, zijn eerste gemeente.
Ook van ds. Cornelius van Oosterwijk (1744) zijn enkele boekentitels bekend, waaronder een met de zeer uitgebreide naam: 'De eere van de openbare Godsdienst verdedigt en gehandhaaft tegen de zulke die onder de oeffening van denzelven beroering aanrigten. Ter gelegenheid van het geene in de kerk den 5 april 1750 te Koorndijk is voorgevallen'. Het laatste kwart van de 18e eeuw staat bekend wegens de burgertwisten van patriotten en prinsgezinden. De Korendijkers waren oranjegezind. Ds. Hermannus Wachter werd afgezet omdat hij weigerde een verklaring van gehoorzaamheid aan het nieuwe (Franse) bestuur af te leggen. Hij protesteert hier heftig tegen met pamfletten en geeft een prachtig getuigenis van de Korendijkers: 'De ingezetenen van den Korendijk zijn stille den arbeid beminnende menschen. Vrienden van den Godsdienst, vaderland. Psalmgezang en het openbaar onderwijs der jeugd en vijanden van alles dat het hart en de zeden kan bederven. Openbaare verschillen, vegten, het verkwisten van den tijd, en doorbrengen van den dag aan God gewijd, in de herbergen en ander daar mede verbondene of daar uit voortvloeiende ongeregeldheden zijn hier zeer zeldzaam'.
De predikanten uit de eerste helft van de 19e eeuw zijn meestal kinderen van hun tijd en aanhangers van de heersende theologie. Goudswaard vormt geen uitzondering. Toch is de meerderheid van de bevolking de oude gereformeerde leer toegedaan. De afscheiding heeft maar enkele aanhangers gehad, wel bleven een aantal mensen thuis en kwamen in gezelschappen bijeen. Meestal brak men de band met de Ned. Herv. Kerk niet. Predikanten die duidelijk beïnvloed zijn door Reveil zijn ds. W. A. v. d. Linden en ds. P. J. Steenbeek. De doleantie heeft hier geen invloed gehad, hoewel bij vacatures kandidaten en ds. werden beroepen die later in de doleantie een vooraanstaande rol speelden zoals ds. J. C. Sikkel.
In 1897 na het behalen van de doctorstitel werd ds. Jan C. van Ronkel bevestigd te Korendijk. Hij is familielid van de bekende bekeerde jood dr. Ph. S. van Ronkel. In 1899 wordt Johannes Mechelinus Coops bevestigd, bekend geworden om zijn concordantie op de psalmberijming van 1773. De meeste ds. rond de eeuwwisseling zijn van confessionele richting.
In het kerkgebouw herinnert een plaquette naast de kansel aan de in het concentratiekamp overleden ds. E. J. Fokkema. Hij deed op 16 mei 1943 intrede en hield zijn laatste preek op 20 febr. 1944. Hij protesteerde krachtig tegen de bezettende macht, kwam uiteindelijk in Bergen-Belsen en stierf op 29 april 1945 aan de tyfus. In de naoorlogse periode verdienen nog 2 namen de aandacht. De eerste is ds. H. van Amstel die in 1949-1950 alhier hulppredikant was i.v.m. het verblijf van ds. Schipper als legerpredikant in voorm. Ned. Indië. De tweede is die van ds. G. de Pater die van 1971 tot 1974 als bijstand in het pastoraat alhier de gemeente diende tijdens de langdurige vacante periode tussen ds. J. Vroegindeweij en
ds. M. Goudriaan.
Verder zijn in Goudswaard ook twee markante personen geboren, ten eerste de bij Gods volk zo beminde Pleun Kleijn, bekend om zijn boek: 'Onderscheidene Gangen des geestelijken levens van des Heeren volk, voorgesteld in de vijf zalen van Bethesda'. Ten tweede de bekende oud-gereformeerde predikant ds. W. Blaak.
ds. M.M. van Campen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Torenspitsen-Gemeenteflitsen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's