Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (6)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het model van Joseph Alleine
In het tweede artikel viel de naam van de apothekersknecht Thomas Mowsley, in wiens (door Jac. Koelman vertaalde levensbeschrijving) wordt opgemerkt: Thomas Mowsley gaf zich aan den Heere over op een ernstige en solemneele (zeer bijzondere, v. d. K.) wijze in een Verbondt; en hy onderschreef het met zijn Naam, en bewaarde het als een getuigenis voor den Heere, en om zijn ziele te verwakkeren tot een nauwkeuriger wandel met Godt, volgens de artikelen van dat Verbondt; de woorden en vorm van dat Verbondt had hy genomen uit het Boek van Mr. Richard Allein, genaamt de Bescherming van de Godtzaligheid, 't welk ingestelt was van Mr. loseph Allein, na het voorbeeldt van dat van Mr. Guthry, in zijn boekjen, genaamt, Eens Christens groote Interest; pag. 166 &c. hy veranderde geen van de woorden, hy zettede alleen zijn naam daaronder…' (Jac. Koelman, 'Twintig Zonderlinge Exempelen', Amsterdam 1679, blz. 195/196; het verbond afgedrukt op blz. 196- 200..)' (zie L. F. Groenendijk in 'Guthrie's vademecum en de door Koelman toegevoegde illustraties', appendix bij: William Guthrie, 'Des christens groot interest', Utrecht 1981; geciteerd is uit noot 12, p. 480).

Opvallend verschil
Het voorbeeld van Joseph Alleine waarnaar wordt verwezen, is te vinden in het boek 'An alarme to unconverted sinners' (1671, eerste Nederlandse vertaling onder de titel 'Een Alarm voor onbekeerde Zondaren' 1735; gebruikt is de Engelse uitgave Edinburgh 1978). Duidelijk is dat Guthrie aan de wieg van dit voorbeeld heeft gestaan. Er is derhalve overeenkomst met deze Schotse prediker, maar ook een opvallend verschil. Bij Guthrie immers is de verbondssluiting een zaak van gelovigen. Weliswaar zwak gelovigen die vaak twijfelen en van hun deel in Christus niet zeker zijn. Juist om die reden reikt Guthrie hun de verbondssluiting aan als een middel dat onder Gods zegen veel kan bijdragen om te komen tot zekerheid aangaande hun zaligheid. Bij Alleine echter krijgt de verbondssluiting al een plaats nog voor er sprake is van geloof en de daarbij behorende oefeningen. De titel van het boek waarin bedoeld model te vinden is, spreekt in dit verband duidelijke taal: alarm aan onbekeerden! De hele inhoud van het boek wordt daardoor bepaald. Wij zien hierin dan ook de puriteinse prediker van Taunton, die werd verteerd door het verlangen om zondaren voor Christus te winnen, in zijn hart. Zijn prediking, verbonden met zijn bezoeken huis aan huis en straat na straat en daarmee gepaard gaande catechese, had tot gevolg dat in enkele jaren velen tot God werden bekeerd die voorheen vreemdelingen van God waren. Genoemd boek ademt geheel en al deze geest en is om die reden gaan behoren tot de geliefde lectuur van bekende predikers als George Whitefield en Charles Haddon Spurgeon. Wie het leest, bespeurt het heilig vuur dat brandde in het hart van Alleine: de man die de duivel geen mens gunde.

Richtlijnen aan onbekeerden
Eén van de hoofdstukken uit genoemd boek is getiteld 'Directions to unconverted' (Aanwijzingen voor onbekeerden). Maar dan wel te verstaan als dringende adviezen die het alleszins verdienen te worden opgevolgd. Alleine heeft het dan al gehad over misverstanden aangaande de bekering, over de natuur en de noodzaak van de bekering. Verder over de merktekenen en de ellende van de onbekeerden, waarop het hoofdstuk volgt dat een aantal dringende adviezen bevat. Dringend inderdaad, want de inzet van dit hoofdstuk luidt: 'Vóór u deze aanwijzingen leest, raad ik u aan, ja, vermaan ik u voor God en Zijn heilige engelen dat u besluit deze (aanwijzingen) te volgen, zo ver als (uw) geweten zal zijn overtuigd van hun overeenstemming met Gods Woord en uw staat; en roep Zijn bijstand en zegen in dat zij mogen slagen.' En verder: 'Hoor dan, o zondaar, en als u ooit bekeerd en gered wilt worden, luister naar de volgende raad.'
Welke raad zouden wij geven? Zoiets als: je moet er maar veel om vragen? Dat is zeker een goede raad. Maar Alleine gaat op deze weg een aantal beslissende stappen verder en u kijkt er misschien van op als u van hem hoort: stel voor u zelf als een ontwijfelbare waarheid vast dat u onmogelijk naar de hemel kunt gaan in uw onbekeerde toestand; werk eraan om een grondig gezicht en levendig gevoel van uw zonden en van uw huidige ellende te krijgen; laat de overtuiging zich in uw hart vastzetten dat u moet afzien van uzelf en van al uw pogingen om uzelf te helpen; maak een ernstige en plechtige keuze om God tot uw deel te krijgen. Op die manier gaat Alleine verder met het aanreiken van nog meer goede raadgevingen die er blijk van geven dat hij met erkenning van de doodstaat van de mens diens verantwoordelijkheid tegenover God voor 100 procent laat gelden.

Hoe zwaar die verantwoordelijkheid bij Alleine weegt, blijkt vooral uit de tiende richtlijn. Daarin bindt hij zijn lezers op het hart om de voorgaande adviezen dermate ernstig te nemen dat er een plechtig verbond gesloten wordt tussen 'God en uw ziel'. Wie zich afvraagt hoe dat in zijn werk gaat, ziet zich door Alleine tot in detail de weg gewezen. Men dient te beginnen met afzondering voor de Heere en Hem ernstig te bidden om Zijn bijzondere hulp en genade. Men dient verder eigen hart te onderzoeken of men van harte bereid is alle zonden te verzaken en zichzelf geheel en al te brengen onder de dienst van God om Hem te dienen in heiligheid en gerechtigheid alle dagen van ons leven. Alleine vervolgt: 'Schik uw geest in een zo ernstig mogelijke gestalte, in overeenstemming met een handeling die van zo groot belang is. Verlaat u op Gods verbond en vertrouw op de belofte van Zijn genade en sterkte waardoor u in staat zult zijn uw belofte gestand te doen. Rust vooral niet in uw eigen kracht of in uw beslissingen, maar in des Heeren kracht.' Na deze voorbereidingen kan de eigenlijke verbondssluiting voor Gods aangezicht plaatsvinden. Om de geest van zo'n document te proeven, geven we hier de vertaling weer die grotendeels letterlijk is en in ieder geval de geest ervan weergeeft.

Hoe het verbond gemaakt wordt 
'O, driemaal heilige God, bij het lijden van Uw Zoon smeek ik U mij aan te nemen. Uw arme verlorene die nu verslagen aan Uw deur ligt. Ik ben van U afgevallen door mijn zonde en ben van nature een kind des doods en nog duizendvoudig meer een helwaardige door mijn goddeloze leven. Maar in Uw oneindige barmhartigheid hebt Gij mij in Christus genade beloofd als ik mij tot U wend met heel mijn hart. Daarom kom ik tot U overeenkomstig de aanbieding van Uw evangelie en terwijl ik mijn wapens neerwerp, onderwerp ik mij aan Uw genade. En daar als voorwaarde van de vrede met U door U wordt vereist dat ik mijn afgoden zal wegdoen en strijden zal tegen al Uw vijanden (ik erken dat ik vaak goddeloos aan hun kant heb gestaan en mij tégen U heb gesteld), verloochen ik hen allen nu hartgrondig en verbind mij standvastig aan U. Ik sta mijzelf niet toe om enige mij bekende zonde te volgen, maar nauwgezet te gebruiken alle mij bekende middelen die U hebt voorgeschreven om te doden en weg te doen al mijn overtredingen. En terwijl ik voorheen mijn genegenheden ongeremd en afgodisch gericht heb op de wereld, onderwerp ik nu mijn hart aan U die het gemaakt hebt. Ik verklaar nederig voor Uw verheven Majesteit als het vaste voornemen van mijn hart dat, als U mij hiertoe zult roepen, ik mijn besluit door Uw hulp zal uitvoeren om eerder alles wat mij in de wereld dierbaar is te verzaken dan mij van U af te keren naar de wegen der zonde. Met het oog hierop verlang ik ongeveinsd genade van U. (Ook verklaar ik nederig) dat ik op m'n hoede zal zijn voor alle verleidingen van de zonde in voorspoed of in tegenspoed, opdat zij mijn hart niet aftrekken van U. Ik smeek U ook mij te helpen tegen de verzoekingen van satan en ik besluit door Uw genade dat ik mij nooit als een dienstknecht over zal geven aan zijn goddeloze voorstellen. En omdat mijn eigengerechtigheid is als vuile lompen, herroep ik al mijn vertrouwen dat ik daarop heb gesteld en erken dat ik van mijzelf een hopeloos, hulpeloos, verloren schepsel ben, zonder gerechtigheid en kracht.
Gij hebt bij Uw grondeloze barmhartigheid Uw genade aangeboden aan mij, een ellendige zondaar, om (indien ik U aanneem) weer mijn God te zijn door Christus. Daarom roep ik hemel en aarde tot getuigen om deze dag te registreren waarop ik plechtig verzeker dat U de Heere, mijn God bent. Met alle mogelijke eerbied kniel ik innerlijk neer aan de voeten van Uw driemaal heilige majesteit. Ik neem U, Heere Jehovah, Vader, Zoon en Heilige Geest nu aan als mijn deel en hoogste goed en ik geef mijzelf, lichaam en ziel, over om Uw dienaar te zijn. Ik beloof, ja zweer U te dienen in heiligheid en gerechtigheid alle dagen van mijn leven.
En daar U de Heere Jezus Christus hebt aangesteld als het enige middel om tot U te komen, begeef ik mij nu plechtig in een huwelijksverbond met Hem.
O, gezegende Jezus, ik kom tot U hongerig en dorstig, ann en diep ongelukkig, ellendig, blind en naakt, (als) een uiterst walgelijke en bezoedelde ellendeling, een schuldig verklaarde boosdoener, onwaardig de voeten van de dienaren mijns Heeren te wassen, nog onwaardiger om plechtig te treden in een huwelijksverbond met de Koning der heerlijkheid. Maar zulks is Uw onvergelijkelijke liefde, die ik nu dan ook met al mijn kracht aanneem en ik aanvaard U als mijn Hoofd en Bondgod (letterlijk: echtgenoot) om U lief te hebben, te eren, te gehoorzamen boven alles in goede en slechte, rijke en arme (dagen), ja in alle tijden en onder alle voorwaarden tot de dood toe. Ik omhels U in al Uw ambten, verzaak mijn eigen waardigheid en erken U als de Heere mijn Gerechtigheid. Ik verzaak mijn eigen wijsheid en aanvaard U heden als mijn enige Leidsman. Ik verzaak mijn eigen wil en neem Uw wil tot mijn wet aan.
En daar U tot mij hebt gezegd dat ik moet lijden als ik wil heersen, verbind ik mijn lot aan het Uwe, kome wat komt. En door Uw genade geholpen verwacht ik, dat wat er ook gebeurt, dood noch leven scheiding zal maken tussen U en mij.

En omdat het U behaagd heeft mij Uw heilige wet als regel voor mijn leven te geven en als de weg waarin ik moet wandelen naar Uw Koninkrijk, buig ik gewillig mijn nek onder Uw juk en zet mijn schouder onder Uw last. En terwijl ik al Uw geboden als heilig, rechtvaardig en goed onderschrijf, neem ik ze plechtig aan als de regel van mijn woorden, gedachten en daden. Ik beloof ernaar te streven dat mijn hele leven door Uw geboden geordend en geregeerd zal worden en ofschoon mijn vlees onwillig en opstandig is, zal ik niet toestaan dat ik mijn plicht verwaarloos.
Vanwege de zwakheid van mijn vlees ben ik echter onderworpen aan veel gebreken. Met gepaste vrijmoedigheid bid ik U dat onopzettelijke tekortkomingen, die haaks staan op de vaste overtuiging van mijn hart, dit verbond niet zullen vernietigen, want zo hebt U het gezegd (beloofd).
Nu, almachtige God, Onderzoeker der harten, U weet dat ik op deze dag dit verbond met U maak zonder dat er sprake is van enig bedrog of voorbehoud. Als U enig spoor van onoprechtheid hierin (d.i. in deze verbondssluiting) bespeurt, smeek ik U dat U het aan mij wilt openbaren en dat U mij wilt helpen om het oprecht te doen.
En nu, O, God de Vader, op Wie ik vanaf deze dag en voortaan vrijmoedig zal zien als mijn God en Vader, glorie zij U! dat U zo'n weg voor het herstel van verloren zondaars hebt uitgedacht. Glorie zij U! o. God de Zoon, die mij hebt liefgehad en hebt gewassen van mijn zonden in Uw eigen bloed en nu bent geworden Mijn Zaligmaker en Verzoener. Glorie zij U! o, God de Heilige Geest, die door de vinger van Uw almachtige kracht mijn hart van de zonde hebt gekeerd tot God.
Verheven en heilige Jehovah, Heere God almachtig, Vader, Zoon en Heilige Geest, U bent nu mijn Bondgenoot geworden en ik ben door Uw oneindige genade uw dienaar in het verbond geworden. Amen. Zo zij het. En laat het verbond dat ik op aarde gemaakt heb, bevestigd worden in de hemel'.
Alleine raadt tenslotte aan dit verbond niet alleen met het hart en ook niet alleen mondeling, maar vooral schriftelijk te sluiten. Verwijzend naar koning Hizkia, die de brieven van Sanherib in de tempel uitspreidde voor Gods aangezicht (2 Kon. 19 : 14), besluit hij: 'Als u het hebt opgeschreven, leg het dan voor de Heere neer. Zet er vervolgens uw handtekening onder en bewaar het als een herinnering aan deze plechtige onderhandelingen tussen God en u. Zodat u erop terug kunt vallen in twijfel en verzoeking.'

P. van der Kraan, Bleskensgraaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's