Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (8)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (8)

Over het maken van een verbond met God

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bevordering van geloofszekerheid
Geloofszekerheid is een aangevochten zekerheid. Zo'n uitspraak lijkt met zichzelf in tegenspraak, maar tekent intussen de werkelijkheid van het geloofsleven zoals dat zich vanuit de Bijbel aan ons voordoet. Een werkelijkheid die nog steeds wáár bevonden wordt als het geloof tenminste niet is gestold tot gestalten of inbeelding, maar in het leven van alledag gestalte krijgt tussen voorsmaken van hemelse vreugde en aanvechtingen vanuit de hel.
Geloofszekerheid is een aangevochten zekerheid. Maar in de stormwinden die het geloofsleven met wortel en tak pogen uit te roeien, raakt het geloof door alles heen steeds meer verworteld in de enige zekerheid die blijft: het rotsvaste Woord van God. Zo'n uiteenzetting lijkt nodig in een tijd dat veel 'geloof' onaantastbaar schijnt. Naast zo'n stormcentrum vol aanvechtingen dat in de hel ontstaat en zomaar ineens het geloof wegstormen wil, kan er een stormcentrum in eigen hart ontstaan. De storm van de twijfel aan eigen genadestaat. Ben ik wel het eigendom des Heeren? Is Jezus mijn deel en is Zijn bloed aan de deurpost van mijn leven gestreken?
Erger nog dan de plotseling opstekende stormen van twijfel is de immer waaiende passaat: een wind die steeds uit één overheersende richting waait en de bomen in zo'n gebied hun groeirichting geeft. Om het beeld voor de werkelijkheid in te ruilen: erger nog dan de plotseling in- en aanvallende twijfel, die zomaar ineens levensgroot voor een gelovige kan staan, is de chronische twijfel, het geloofsleven in zijn bekommernis. Waardoor de zekerheden die God heeft gelegd systematisch ondermijnd dreigen te worden en zo'n tobber op den duur op drijfzand meent te staan. God zal er aan te pas moeten komen om daaruit te bevrijden.
Toch is daarmee niet het laatste gezegd. Zouden wij de goede raad van mensen die de verbondssluiting hebben aanbevolen als een gezegend middel, dat zeker niet zonder vrucht zal blijven, niet opvolgen als wij met veel twijfel en onzekerheid te kampen hebben rond de vraag, of wij wel door een waar geloof met Christus verbonden zijn? Of ook als de verleiding van de zonde, soms van een bepaalde karakter- of boezemzonde, keer op keer bij ons binnensluipt en op zwakke momenten toeslaat?
In zijn algemeenheid gesteld, is een belangrijk gemis in het geestelijk leven van onze dagen een vaste gang langs een rechte lijn. Wij kunnen dat niet maken. En toch is daarmee niet alles gezegd. Er zijn ook middelen die de Heere ons in handen wil geven om onder Zijn zegen te mogen toenemen in de kennis en de genade van de Heere Jezus Christus. Daar hebt u de vastheid en de rechte lijn. In de voorgaande artikelen hebben we zo'n middel van dichtbij mogen zien; de verbondssluiting met God als keerzijde van het eeuwig verbond der genade dat van God uitgaat. Het wortelt in de Schriften en heeft zich in het verleden bewezen een oorzaak van veel zegen voor gelovigen, ja voor kerk en volk in zijn geheel te zijn. We hebben de indruk dat het in onze tijd grotendeels in onbruik is geraakt, op een enkele uitzondering na. Daarom wilden we het opdiepen om aan te tonen dat het een uitstekend middel is om de geloofszekerheid te bevorderen. Of om sterker te staan in de strijd tegen de zonde en de duivel en niet te vergeten ons eigen boze hart. Die God, die dit middel in vroeger tijden gezegend heeft, leeft nog!

Worstelingen
Dat de verbondssluiting niet op zichzelf staat, maar wil ingebed zijn in een leven dat voor Gods aangezicht geleefd wordt in een afkeer van de zonde en een toekeren naar God, is ons uit het voorgaande gebleken. Met name Teellinck bond dat de nog onbekeerde mens op het hart. Dat we op deze weg met tegenslagen te maken krijgen, is iets wat we elkaar willen voorhouden om niet moedeloos te worden vóór het doel bereikt is. Ons eigen hart komt er maar slecht in mee, hoe overtuigd we ook zijn van de noodzaak. De 'wereldse duivel' zal zijn uiterste best doen om de verleidingen van de wereld zo verlokkelijk mogelijk uit te stallen. Terwijl de 'vrome duivel' op ons inpraat dat we remonstrants lijken door met God een verbond te willen sluiten. Maar dan hebben we nog niet alles gehad. Want het kan ook gebeuren dat we in onze toewending tot God geen toewending van God naar ons bespeuren. Soms verbergt God Zich. Dan kan er zo'n donkerheid over ons vallen dat het op het eind donkerder is dan toen we ermee begonnen. En we houden, moedeloos, op. Wat helpt het? Niets! En toch kunnen we het ook niet laten om weer voor God neer te vallen en de nood van ons leven uit te schreien en soms uit te schreeuwen vanuit ons diepste binnenste in woorden die een beroep doen op Gods hulp voor hulpelozen, op Zijn genade voor rechtelozen. We herinneren Hem aan Zijn belofte die we bij moeder op schoot al leerden '… doe uw mond wijd open en Ik zal hem vervullen.' (Ps.81 : 11). Zijn dat geen verbondsonderhandelingen? Hoe meer onze onmacht blijkt, hoe meer we op Gods macht een beroep doen, hoe vaster wij verworteld raken in het Woord en werk van God. Daar wil de echte verbondsonderhandeling ons brengen.

Geen grond, maar middel
We dienen de verbondssluiting te zien als middel om te komen tot het heil, òf om vaster gegrond te worden in het heil in de Heere Jezus Christus. Een garantie van dat heil is de verbondssluiting niet. Die garantie is uitsluitend in Christus Jezus. Maar als heilsmiddel is het een plicht die van ons mag worden geëist. Want ze is tot eer van God, maar niet minder tot onze troost, zo hoorden we Guthrie zeggen en zo zegt ook Thomas Boston (Schotland, 1677-1732) het in een preek over Ps. 50 : 5 over het verbond maken (opgenomen in 'Verbondsweldaden' Gorinchem z.j.). Voor velen, zegt hij, is die verbondssluiting zeer nuttig geweest in hun leven. En nabestaanden werden zeer getroost als zij in de nalatenschap van één die hen lief was een schriftelijke verklaring vonden dat hij of zij de aanbiedingen van het verbond van Gods genade op Zijn voorwaarden had aanvaard en plechtig beloofd had door Zijn kracht en genade naar Zijn bevelen te leven. Zouden wij iets beters kunnen nalaten?

Alleen in geestelijke bloei?
Het kan best zijn dat iemand nog bedenkingen heeft. Blazen we niet te hoog van de toren? Is dit gebruik niet voorbehouden aan perioden dat de kerk er beter voor stond dan nu? Toen sprake was van een krachtige doorwerking van de Heilige Geest, zoals soms in perioden van verbondssluiting te zien was? De vraag is maar wat eierder was: verbondsworsteling en -sluiting of geestelijke bloei? Zijn beide niet met elkaar verstrengeld? Toch kunnen we zulke vragen begrijpen. Als we enigszins weten wie we zelf zijn en als we meer dan eens ondervonden hebben dat onze plechtigste beloften na een uur in scherven lagen… wie zijn wij dan om zo'n stap te durven maken?
De vraag is maar of Ruth zo hoog stond en zo ver gevorderd was toen zij op de grens van Moab en Israël onder ede haar keus maakte '… alzo doe mij de HEERE en alzo doe Hij daartoe, zo niet de dood alleen zal scheiding maken tussen mij en u.' (Ruth 1 : 17)
Inderdaad, het is nogal wat om zo'n eed, zo'n gelofte te doen. Om je op deze manier aan de Heere en Zijn volk te verbinden. Dat mag zeker niet lichtvaardig gebeuren. Toch heeft Ruth er op dat ogenblik behoefte aan gehad om Gods straffen over zich in te roepen als zij ontrouw zou worden aan haar eens gegeven woord. Dat is geen grootspraak. Dat is een beroep op de allerhoogste instantie!

Een heilige drang
Zo kan het ook. Er kunnen omstandigheden zijn dat men zich gedrongen voelt heilige verplichtingen op zich te nemen. Net als Ruth door de zachte, maar zekere drang der liefde werd gedrongen, nemen we het vaste besluit om voor de Heere te leven. 'Dan wil de gelovige als een vrijwilliger zijn of haar naam zetten op de monsterrol van Koning Jezus. Ze steken de vinger op als de vraag klinkt: 'Wie heeft lust de HEERE te vrezen?' Ze schrijven met hun hand: ik ben des HEEREN (Jes.44 : 5)' (J. Hoek, Geref. Weekblad 1986, p. 432).

Rondom de sacramenten
Bij Guthrie, maar ook bij Teellinck werd de verbondssluiting nauw betrokken op de viering van het Heilig Avondmaal. Maar ook bij de bediening van de Heilige Doop en ook los van beide sacramenten kan en mag vernieuwd worden wat plechtig aan de Heere werd toegezegd. Toch brengt heel bijzonder de viering van het Heilig Avondmaal ons onder de verplichting om in een nieuwe gehoorzaamheid te leven. Dat wij het Heilig Avondmaal met vrucht hebben gebruikt, zal o.a. hieruit blijken, dat we onszelf verplicht hebben om met inzet van alle krachten de goede strijd des geloofs te strijden. In tijden dat het geloof mat òf als de verzoeking springlevend is, herinneren we ons wat wij de Heere aan Zijn verbondstafel hebben beloofd. Van de belofte die in gelovige afhankelijkheid van de Heere bij brood en beker werd afgelegd, gaat een machtige impuls uit tot heiligmaking. Zo blijkt de vrucht van het waar geloof en zo ook krijgt de wederkerigheid in het verbond gestalte. Zonder dat er ook maar iets op onze rekening valt te schrijven. Want niet mijn trouw aan het verbond, maar Gods verbondstrouw is de eeuwige vastheid van alle werken Gods. Niet mijn, maar Gods eedzwering is alleen vast tot in alle eeuwigheid naar Zijn belofte (Ps. 89 : 34, 35 en Jes. 54 : 8vv).

Verbondssluiting: een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? Het ligt aan u en mij om dit hoofdstuk uit de vergetelheid te halen. Als we opwekking in de kerk en van het geestelijk leven verlangen, zou o.a. hier wel eens een begin kunnen zijn.

P. van der Kraan, Bleskensgraaf

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Een vergeten hoofdstuk uit het geloofsleven? (8)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1994

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's