Bevinding

Slechts tweemaal komen we in onze Bijbelvertaling het woord 'bevinding' tegen, beide keren in één tekst, waar Paulus sprekend over de aspecten van het leven van het rechtvaardigende geloof zegt: 'En de lijdzaamheid (werkt) bevinding, en de bevinding hoop' (Rom. 5 : 4). Voor ons is het een begrip geworden dat een ruimere inhoud heeft gekregen dan het in de Schrift eigenlijk heeft. Wij bedoelen met bevinding vaak het geheel van Gods genadewerk in het hart, de beleving van het geloof, de doorleving van de zaken die ons in Gods Woord worden betuigd, van zonde en genade. Maar wat betekent het op die ene plaats waar de apostel het gebruikt? Het Griekse woord 'dokimè', wordt op alle  andere plaatsen waar het te vinden is vertaald met 'beproeving'. Daarbij moeten we dan denken aan een test, een uitproberen van iets, dat mits met goed gevolg, beproefd mag worden genoemd. In het vuur van de verdrukking, blijkt de lijdzaamheid, het geduld als vrucht van de genade, de volharding in het geloof, en daarmee blijkt dat de zaligheid echt is, geen schijn. Het geloof wordt door vele verdrukkingen in de omgeving waarin de gelovigen verkeren op de proef gesteld, maar komt daar sterker en heerlijker uit tevoorschijn. Deze beproefdheid geeft hoop voor de toekomst, wie in het vuur van de strijd op aarde mag geloven en ervaren hoe 'vuurvast' de zaligheid in Christus is, die zal niet vrezen voor de Grote Dag die komt, waarin het vuur ieders werk zal beproeven (1 Kor. 3 : 13). De beproefde bevinding, waarmee de gelovige de laatste test zal kunnen doorstaan is te vinden 'in Christus' (Rom. 16 : 10), in de verbondenheid met de Zaligmaker en het leven uit Hem alleen. En Petrus looft de 'bevinding' van het zaligende werk van de Drieënige God, dat door de strijd en aanvechtingen heen moet gaan. 'Opdat de beproeving (dokimion) uws geloofs, die veel kostelijker is dan van goud, hetwelk vergaat en door vuur beproefd (dokimazomenou) wordt, bevonden (hier staat in het Grieks het woord 'vinden') worde te zijn tot lof en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus' (1 Petr. 1 : 7).
De heilzame bevinding, beproefheid, van het geloof werkt zich ook uit in het leven van de gelovige, die geroepen wordt om naar bevind van zaken te handelen. 'Beproeft alle dingen, behoudt het goed' (1 Thess. 5 : 21) luidt het devies. We worden geroepen om alle dingen tegen het licht van Gods heilige wil te houden om te zien of het de toets van Zijn kritiek kan doorstaan. De gelovigen worden geroepen om als kinderen des lichts te wandelen. 'Beproevende wat den HEERE welbehagelijk zij' (Ef. 5 : 4). Johannes roept er ook toe op als hij schrijft: 'beproeft de geesten of ze uit God zijn' (1 Joh. 4 : 1 ).
Deze beproeving beperkt zich niet tot de dingen buiten ons hart, maar strekt zich ook naar het eigen geloofsleven uit. 'Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven' (2 Kor. 13 : 5). En ook bij het Avondmaal klinkt het de gemeente toe: 'Maar de mens beproeve zichzelf' (1 Kor. 11 : 28). Christus kan niet worden benaderd op een zorgeloze en onordelijke wijze. Ook in die beproeving moet en mag het duidelijk aan het licht komen dat de zaligheid en het leven voor de gelovige geheel en al buiten zichzelf, in Christus alleen te vinden is.

M. A. van den Berg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen