Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Reformatie en de zondag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Reformatie en de zondag

De zondag – principe en praktijk (2)

12 minuten leestijd

De serie artikelen over 'De zondag – principe en praktijk', waarvan vorige week het eerste werd geplaatst, is de globale weergave van de tekst zoals die uitgesproken werd op de regionale ambtsdragersvergaderingen van de Gereformeerde Bond op 2 en 9 september l.l. in respectievelijk Delft en Woerden.Red.

Hoe is in de Reformatie over de zondag gedacht?
Luther en Zwingli noemden het sabbatsgebod 'een uiterlijk ding'. Luther legt heel sterk de nadruk op de zondag vanwege het sociale motief. De zondag is dan ook, zegt hij, voor 'de knechten en de meiden', als al het werk stil ligt. Daar ligt bij hem sterk de nadruk op. De zondag is er om de viering, is er voor de kerkdienst en voor de huisgodsdienstoefening. Men kan niet zeggen, dat Luther een puriteinse zondag aanhing.
Wie dan ook de praktijk van de zondagsviering in de Lutherse landen ziet, moet tot de conclusie komen, dat daar toch wel vaak sprake is van slechts een halve zondag. Luther heeft niet zo'n duidelijke zondagsethiek nagelaten voor de hele zondag.


Calvijn had enerzijds dezelfde motieven als Luther. Hij wijst op het aspect van de geestelijke rust. Hij wijst op het aspect van de kerkelijke orde. Hij wijst ook op het aspect van de verlichting voor het dienstpersoneel. Er moet ook een dag zijn voor sociale rust.
In zijn Institutie zegt Calvijn, dat hij niet wil veroordelen diegenen, die andere dagen dan de zondag bestemmen voor de godsdienst. Zelf pleit hij er eigenlijk voor, dat er twee dagen per week zijn voor het houden van kerkdiensten. Hij schakelt daar ook de zaterdag bij in. Hij zegt dan: 'Christus is niet meer tevreden met één dag, maar slechts met de hele loop van ons leven. Dus moeten de christenen wars zijn van een bijgelovige onderhouding van dagen.' Hij zegt verder: 'Och, dat ons dat gegeven werd!' Het paste immers bij de geestelijke wijsheid om er dagelijks een deeltje van de tijd voor te reserveren. Maar als het wegens de zwakheid van velen niet haalbaar is dagelijkse bijeenkomsten te houden, en de liefde niet toestaat van hen meer te eisen – waarom zouden wij dan niet gehoorzamen aan de regeling die ons door Gods wil is opgelegd?'
Calvijn wil eigenlijk zeggen: alle dagen gelijk, alle dagen in dienst van de religie, van de godsdienst. Als het echter niet anders kan, dan alleen maar op die éne dag, de zondag.
Douma heeft – en ik meen ook terecht – wel wat kritiek op deze benadering van Calvijn. Douma zegt, dat hij met het woordje 'zwakheid' moeite heeft. Calvijn gebruikt dat woord vaker wanneer hij over de zondag spreekt: vanwege de zwakheid van ons vlees heeft God de zondag ons gegeven. 'Dat we in ieder geval één dag hebben waarop we ons aan de dienst van God wijden,' zo schrijft hij in zijn Catechismus van 1545. 'Vanwege onze zwakheid heeft God slechts één dag bestemd voor de overdenking van Zijn werken.' Eigenlijk hadden het er dus meer moeten zijn, maar vanwege onze zwakheid, en vooral vanwege de zwakheid van de massa moet het dan toch in ieder geval die ene dag zijn. Douma zegt hier, dat, wanneer je zo de zondag er uittilt vanwege onze zwakheid en de zondag dus eigenlijk ook op het vlak van de andere dagen zet, men geen principiële weerstand heeft om op die zondag geen andere dingen te doen, die men namelijk ook op de andere dagen gewend is om te doen. Waarom zou men aan die dag dan ook niet een bepaalde vrije bestemming geven, zoals ook op andere dagen? Douma zegt echter: Er is een duidelijk Schriftberoep ten aanzien van de zondag en niet alleen maar een beroep vanwege onze zwakheid.

Puriteinen en Nadere Reformatie
Wij staan in het Nederlandse gereformeerde protestantisme in de traditie van de Puriteinen en de Nadere Reformatie. Binnen die stromingen werd een veel strengere opvatting van de zondag bepleit dan de Reformatoren hebben gedaan. In de traditie van de Puriteinen en de Nadere Reformatie is veel meer het verband gelegd met de oudtestamentische sabbat. De categorieën van de sabbat werden weer ingevoerd. In de zondagsstrijd in de Anglicaanse Kerk hebben de Anglicanen zich tegenover de Puriteinen derhalve vaak op Calvijn beroepen. Als men niet die strenge zondagsviering wilde meemaken, beriep men zich op Calvijn.
De synode van Dordt heeft ten aanzien van de sabbat uitgesproken, dat deze deels moreel is en dus blijvend om de inzettingen Gods te onderhouden; maar deels ook cermonieel (schaduwachtig.).
Later hebben de Voetianen dat morele aspect weliswaar ook sterk benadrukt, maar ze hebben daarbij heel veel elementen van de oudtestamentische sabbat overgenomen.


Staande in de gereformeerde traditie hebben wij in Nederland als gezegd een puriteinse zondag, al zijn er gradaties.
Een joodse mevrouw, die nogal eens in aanraking komt met mensen binnen de Gereformeerde Gezindte in engere zin, zei me eens: 'Ik vind in de zogeheten Gereformeerde Gezindte alle gradaties ten aanzien van de zondag terug, die ik ook onder het joodse volk tegenkom. Alle gradaties, die men in de joodse orthodoxie heeft ten aanzien van de sabbat, vindt men in de Gereforineerde Gezindte terug als het gaat om de inrichting van de zondag.' Ik denk, dat dat juist is. Er zijn wat geoorloofd is op zondag en wat niet geoorloofd is op zondag, wat je wel en wat je niet doet. Anderzijds moeten we zeggen, dat we behalve de erfenis van Voetius in onze kerken ook hebben de erfenis van Coccejus, die veel vrijer met de zondag omging. Dat vinden we ook in allerlei gradaties terug in kerkelijk Nederland. De zondag is dan vaak een halve dag (of minder) voor de eredienst.

De Schrift en de belijdenis
We kunnen over het karakter van de zondag theologisch nadenken en er ook over discussiëren. Maar wat zegt de Schrift en wat zegt de belijdenis nu, als het gaat om het invullen van de zondag?
Als we het nieuwtestamentisch getuigenis erop nalezen, moeten we allereerst zeggen, dat wij niet wettisch zullen omgaan met de zondag. Jezus genas op de sabbat een blindgeborene. Hij genas een lamme te Bethesda (Johannes 5), Hij genas een lamme vrouw. En elke keer kwam Hem dat op kritiek te staan van de Farizeeën. Dat werk der genezing mocht Jezus op de sabbat niet doen. Daarover zegt Jezus echter in Johannes 7 : 23: 'Indien een mens de besnijdenis ontvangt op de sabbat, opdat de wet van Mozes niet gebroken worde; zijt gij toornig op Mij, dat ik een gehele mens gezond gemaakt heb op de sabbat?'
Verder lezen we het bekende gedeelte van Jezus en de sabbat, namelijk als hij door het gezaaide ging en de aren plukte. Ook dat komt Hem op de kritiek van de Farizeeën te staan. 'En het geschiedde, dat Hij op een sabbatdag door het gezaaide ging, en Zijn discipelen begonnen, al gaande, aren te plukken. En de Farizeeën zeiden tot Hem: Zie, waarom doen zij op de sabbatdag, wat niet geoorloofd is? En Hij zeide tot hen: Hebt gij nooit gelezen, wat David gedaan heeft, als hij nood had, en hem hongerde, en degenen, die met hem waren? Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, ten tijde van Abjathar, de hogepriester, en de toonbroden gegeten heeft, die niemand geoorloofd zijn te eten dan de priesters, en ook gegeven heeft dengenen, die met hem waren? En Hij zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om de mens, niet de mens om de sabbat. Zo is dan de Zoon des mensen een Heere ook van de sabbat.'


Jezus heeft de wettische categorieën van de zondag telkens in woord en daad doorbroken. Dat maakt toch, dat de nieuwtestamentische zondag onderscheiden is van de oudtestamentische sabbat. En zo kom ik bij wat Zondag 38 van de Heidelberger zegt: 'Wat gebiedt God in het vierde gebod?' Het valt op, dat dan enkele keren gesproken wordt over 'rust'. 'Eerstelijk, dat de kerkedienst of het predikambt, en de scholen onderhouden worden, en dat ik, inzonderheid op den Sabbat, dat is, op de rustdag, tot de gemeente Gods naarstig kome, om Gods Woord te horen, de Scacramenten te gebruiken, God de Heere openlijk aan te roepen, en de armen christelijke handreiking te doen;
ten andere, dat ik al de dagen mijns levens van mijn boze werken ruste, de Heere door Zijn Geest in mij werken late, en alzo den eeuwigen sabbat in dit leven aanvange.'


Positief
Deze hele benadering van de sabbat is positief. Het is een rustdag om naar de gemeente Gods te komen, om het Woord te horen, om de Heilige Geest in mij te laten werken. Hoe zal dat anders gaan dan via het Woord? En als de catechismus dan negatief is, is ze tegelijkertijd hoogst positief: 'te rusten van onze boze werken'. Al onze werken, die we in de week bezig zijn te doen, zijn met boosheid bevlekt. Daar rust ook de zonde op. Van die werken rusten we een dag.
Zondag 38 stelt de zondag dus wel helemaal in het teken van de rust in pósitieve zin, een afschaduwing van de eeuwige rust, die komt. Als zodanig valt ook te verwijzen naar Hebreeën 4, waar gesproken wordt over de rust, die overblijft voor het volk van God. 'Want die ingegaan is in Zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne. Laten we ons dan benaarstigen om in die rust in te gaan.'

Dag van toegewijde rust
In dat teken staat ook de rust van de zondag. De Heilige Geest mogen we in ons laten werken om zo de voorsmaak te hebben van de eeuwige rust, die komt. De rust wordt ons geschonken en gegarandeerd in Christus.
Op deze wijze is de zondag een rustdag, maar dan een dag van rust als toegewijde rust. Die rust is geen doel in zichzelf Die rust is er niet alleen om wat uit te rusten van de vermoeienissen van het werk. Dat mag ook. Het is een groot geschenk, dat God ons elke week weer die rustdag geeft om echt op adem te komen en uit te rusten. Het is tegelijkertijd echter toegewijde rust. Dat zou ik heiliging willen noemen. Heiliging: apart zetten, om zo toegewijd te rusten, om de rust ook te wijden aan God. In dat verband denk ik, dat het goed is om de uitdrukking 'zondagsheiliging' ook te gebruiken. Wat wordt er dan geheiligd? Dan wordt allereerst de Naam geheiligd. De Naam van God! Om die heiliging gaat het toch, juist ook op de zondag. De eredienst op zondag, de dienst van Woord en sacrament is er toch allereerst vanwege God. Er zijn nog gemeenten, waar massale opkomsten zijn op de zondag. Er zijn ook plaatsen waar slechts enkelen in de dienst komen. Die dienst is er echter allereerst vanwege het feit, dat er een roepende God is. Die dienst is er omdat er een zondag is, waarop de gemeente wordt samengeroepen. Al zijn het er dan op de ene plaats duizend en al zijn het er op een andere plaats slechts tien, het zal eenmaal die schare zijn, die niemand tellen kan. Dan is er geen onderscheid meer tussen die tien en die duizend. Het gaat niet om het aantal mensen, dat op zondag bijeen is, maar het gaat om het karakter van die dag, die bepaald wordt door het feit, dat de Heere God Zijn gemeente bijeen roept, ook als een teken in deze wereld. Gods Naam wordt uitgezegd en de gemeente zal die Naam heiligen. Dat maakt de heiliging van de zondag uit. De zondagse samenkomst is een heenwijzing naar God, die in Christus de ware rust wil aanbrengen. Zo is de zondag een heiligdom in de tijd om rust te vinden in God. Dat was eigenlijk ook het diepste van de oudtestamentische sabbat, dat was de morele betekenis van de sabbat, die in Christus vervuld is en waarvan de Heidelberger zegt: 'de eeuwige sabbat vangt hier aan'. Dat karakter is gegeven met de heiliging.

Heschel
Ik las een indrukwekkend boek over de Oudtestamentische sabbat van de jood Abraham Joshua Heschel, een boek getiteld: 'De sabbat en zijn betekenis voor de moderne mens'. Uit dat boek kan men veel halen als het gaat om die morele betekenis, om de heiliging van de dag, de afzondering van de dag om je helemaal te wijden aan God. Heschel zegt:
'De betekenis van de sabbat is om de tijd te vieren en niet de ruimte. Zes dagen per week leven wij onder de dwingelandij van de dingen van de ruimte; op de sabbat proberen wij ons af te stemmen op heiligheid in de tijd. Het is een dag, waarop wij worden opgeroepen om te delen in hetgeen eeuwig is in de tijd, om ons te wenden van de resultaten van de schepping tot het mysterie van de schepping; van de wereld van de schepping tot de schepping van de wereld.'
Verder zegt Heschel:
'Wat werd op de zevende dag geschapen? Kalmte, klaarheid, vrede en rust. Voor het bijbelse gemoed is menuha hetzelfde als geluk en stilte, als vrede en harmonie. Het woord, waarmee Job het hiernamaals beschreef waar hij zo naar verlangde, is afgeleid van dezelfde wortel als menuha. Het is de toestand waarin de mens terneder ligt, waarin de goddelozen ophouden met woelen en de uitgeputten rusten. Het is de toestand waarin geen twist is en geen strijd, geen vrees en geen wantrouwen. Het wezen van het goede leven is menuha. De Heere is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij nederliggen in grazige weiden; Hij voert mij aan rustige wateren (de wateren van menuhot). Later werd menuha een synoniem voor het leven in de komende wereld, voor het eeuwige leven.'
Heschel zegt tenslotte:
'Drie daden van God gaven de zevende dag zijn betekenis: Hij rustte, Hij zegende en Hij heiligde de zevende dag (Gen. 2 : 2-3). Aan het verbod van arbeid worden daarom de zegen van de vreugde en het accent op de heiligheid toegevoegd. Niet alleen vieren de handen van de mens de dag, ook de tong en de ziel houden sabbat. Men spreekt dan niet op dezelfde manier als waarop men op weekdagen spreekt. Zelfs denken over zaken of arbeid dient vermeden te worden.'
Dat is wat wij leren kunnen uit het Oudtestamentisch getuigenis ten aanzien van het Nieuwetestamentisch getuigenis.

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De Reformatie en de zondag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's