Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ervaring in de gereformeerde traditie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ervaring in de gereformeerde traditie

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 16 mei 1.1. hield ondergetekende aan de Gaspar Karoli Universiteit te Boedapest voor docenten en studenten een lezingover het thema 'Ervaring in de gereformeerde traditie', dit tegenover moderne mystiek vandaag. Een samenvatting van deze lezing wordt in vertaling weergegeven in het orgaan van de Gaspar Karoli niversiteit. Hoewel deze lezing een aantalmomenten bevat, die in deze kolommen eerder aan de orde waren, geven we ook hier deze samenvatting weer.

A. Inleiding

Dankbaar ben ik vandaag hier voor u te mogen spreken. Vanaf het begin heb ik de ontwikkelingen van de Gaspar Karoli Universiteit mogen volgen. Vanuit Nederland zijn we sterk betrokken geweest bij de opbouw ervan. Die betrokkenheid was er niet alleen in materieel opzicht, maar ook inhoudelijk, gegeven lezingen, die van tijd tot tijd zijn gehouden. Als zodanig willen we samen delen, wat we samen van onze goede God hebben ontvangen.

Vandaag wil ik dan graag met u nadenken over de ervaring van het geloof in de traditie van de gereformeerde theologie, ook wel aangeduid met het woord  ''bevinding'.

Ervaring is vandaag een trefwoord. Het wordt ook wel aangeduid als spiritualiteit. We treffen vandaag een herleving van de mystiek van allerlei soort.

In New Age gaat het dan om geestelijke vereniging met het Al, met de schepping, met de natuur.

In maatschappijkritische kringen gaat het om mystieke solidariteit met armen, verdrukten, marginalen, gediscrimineerden in de wereld. Ik herinner aan het woord van Descartes, die ooit zei: 'Ik denk, dus ben ik'. Vandaag zou men kunnen zeggen: Ik ervaar, dus geloof ik, ervaar ik niet dan geloof ik niet'. Zo valt vandaag het woord Godsverduistering, door de Joodse denker Martin Buber ooit aangeduid als 'Gottesfinsternis'. Buber bedoelde ermee, dat God in de praktijk van het leven afwezig is. Hij wordt niet aangetroffen in handel en techniek, in onderwijs en wetenschap, in economie en bedrijf. God is teruggedrongen naar de persoonlijke ervaring, naar de binnenkamer. Ervaring van God is 'Privatsache' geworden.

Ook in de situatie van de Godsverduistering klinkt de vraag óf God wel ervaren wordt. Wanneer God niet wordt ervaren, dan is Hij er niet. Alleen wanneer er sprake is van mystieke ervaring, mag de conclusie worden getrokken, dat God bestaat.

B. Ervaring in de gereformeerde theologie

Ervaring in de gereformeerde traditie is echter sterk onderscheiden van mystiek. In mystiek van welke aard dan ook klimt de mens op tot God. Hij zoekt God in zichzelf. Bij ervaring in de gereformeerde traditie daalt God van boven af naar ons mensen en neemt door de Heilige Geest bezit van de mens in diens hart. Deze bevinding is geen locus in de dogmatiek. Zodra ervaring, bevinding wordt beschreven, wordt het al rationeel, verstandelijk.

Nochtans moeten we zeggen, dat geloof en belijden in de gereformeerde traditie méér zijn dan louter orthodoxie. Orthodoxie is leerstelligheid. In de orthodoxie heeft men een vast omlijnde leer. Zulk een orthodoxie kan verstrakken tot verstandelijk aanvaarden van dogma's. Orthodoxie kan zelfs juridisch van aard worden: al wat niet is naar onze maatstaven wordt afgesneden, onder andere via de kerkelijke tucht.

Ervaring heeft echter te maken met het werk van de Heilige Geest in ons mensen.

Het gaat dan om het in-werk van de Heilige Geest. Als zodanig zijn er altijd stromingen geweest in de gereformeerde theologie, die op deze ervaring sterke nadruk hebben gelegd. Te denken valt aan het piëtisme, in Nederland aan de Nadere Reformatie. Behalve het hoofd doet ook het hart mee. Bevinden is dan zoveel als 'kennen' of ook wel be-kennen, zoals er bekennen plaats vindt tussen mensen in liefde.

C. De gereformeerde belijdenis

Ervaring in de gereformeerde traditie wil ik illustreren aan de hand van de Heidelbergse Catechismus, maar ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. In Hongarije zijn slechts de Heidelberger en de Confessio Helvetica bekend. Maar het lijkt mij goed om hier ook momenten te noemen uit de Confessio Belgica en de Leerregels van Dordt. Vooral in de Confessio Belgica wordt telkens gesteld: 'Wij geloven met het hart en belijden met de mond'.

Het hart gaat voorop. Dat duidt erop, dat geloof niet een kwestie is van orthodoxie, zeker niet van dode orthodoxie. Belijdenis in de gereformeerde traditie is geloofsbelijdenis. De Heilige Schrift zelf zegt: met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, met de mond belijdt men ter zaligheid' (Rom. 10 : 10). Ook hier gaat het hart voorop.

Wanneer in de Heidelbergse Catechismus in zondag 7 het geloof wordt omschreven, wordt allereerst gezegd, dat geloof is een zeker weten en kennen en voor waar houden van wat God in Zijn Woord heeft geopenbaard. Vervolgens wordt gesteld, dat geloof ook is een vast vertrouwen, door de Heilige Geest in mijn hart gewerkt, dat niet alleen aan anderen, maar ook aan mij vergeven van zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken zijn uit louter genade om de verdienste van Christus. Uit deze formulering zien we dat het geloof, het hart en de mond bijeen horen.

Maar het geloof is het enige, dat zich in de mens voltrekt. Daarom heeft Luther gezegd: 'Glaubst du, so hast du, glaubst du nicht, so hast du nicht'. (Gelooft u dan hebt u, gelooft u niet, dan hebt u niet).

Buiten het geloof, geschonken door de Heilige Geest, is er niets in de ervaring, dat betekenis heeft voor het heil. Ervaring is geloofservaring. Bevinding is gelóófsbevinding. Daarom gaat het in de gereformeerde traditie en in de gereformeerde theologie om de rechte volgorde. Het belangrijkst is datgene, wat God vóór ons deed, wat Christus vóór ons mensen deed in 'Kruis en Opstanding'. Dan gaat het er vervolgens ook om, wat God in ons doet. Vanuit Christus werkt de Heilige Geest in het hart van Boven naar beneden. De Heilige Geest is neergedaald uit de hemel en maakt inwoning in de harten van mensen.Zo kan een mens ook zeggen: Hoort wat mij God deed ondervinden. (Psalm 56).

De Schrift

De vraag is dan welke plaats de Schrift in de ervaring innneeemt. De Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt ten aanzien van het gezag van de Heilige Schrift, dat we de Boeken van de Bijbel als heilig en canoniek aanvaarden, om ons geloof daarop te funderen. We geloven alles wat in de Schrift staat; maar niet zozéér omdat de kerk de Schriften van het Oude Testament voor waar houdt, maar vooral omdat de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten, dat ze van God zijn. De Schrift is door de inspiratie van de Geest ontstaan is als zodanig gezaghebbend en betrouwbaar. Maar door de Geest wordt ook het vertrouwen in het hart van mensen gewekt, dat de Schrift waar en betrouwbaar is.

In Nederland maakt op dit moment een boek van professor dr. H. M. Kuitert opgang, getiteld: 'Het algemeen betwijfeld christelijk geloof. Wanneer het over de Bijbel gaat wordt in dit boek gezegd, dat de Bijbel een boek is 'van onderop'. Mensen zijn op zoek naar God. Vanuit de ervaring met God is de Bijbel ontstaan, van onderop opgetekend. In de gereformeerde theologie, en als zodanig ook in de gereformeerde confessie, wordt de Bijbel beleden als een boek van Bovenaf, geïnspireerd door de Heilige Geest en dan ook als waarheid ervaren in het hart door diezelfde Geest. De Bijbel is Gods waarheid, maar wordt ook als waarheid ervaren.

In Romeinen 15 : 4 lezen we: Want al wat tevoren geschreven is, dat is tot onze lering tevoren geschreven, opdat wij door de lijdzaamheid en vertroosting der Schriften hoop zouden hebben'. De Schrift geeft vertroosting en hoop. De Bijbel is geen notariële akte.

Luther zegt:

Wanneer ge vraagt, wat is dat Woord toch dat zulke grote genade verleent en op welke wijze moet ik ermee omgaan? Dan luidt het antwoord: Het is het Woord van Gods Openbaring in Christus, van genade en vergeving. Het komt tot allen die aan zichzelf vertwijfelen vanwege hun schuld en die begeren van zichzelf, dat is van hun verderf verlost te worden. God plaatst Zijn geliefde Zoon voor hen en laat hen door Zijn levend, vertroostend Woord zeggen, dat ze zich aan Hem moeten overgeven. Wie in Hem gelooft heeft vergeving, hij is vol vrede en gerechtvaardigd, want alle geboden zijn in Christus vervuld. Hij is vrij van alle dingen. Christus prediken, dat is: aan de ziel een weide geven, haar vroom en zalig maken, wanneer zij aan die prediking gehoor schenkt. Want het geloof is het enige heilzame en doeltreffende gebruik van het Woord Gods.'

Een formeel Schriftgezag kan uiteindelijk leiden tot dode orthodoxie en tot formalistisch belijden. Maar ervaren waarheid maakt het gezag van de Schriften ook levend in de harten van mensen.

D. Momenten uit de gereformeerde belijdenis

De Heidelbergse Catechismus kent drie stukken: ellende, verlossing en dankbaarheid. Maar de rode draad door de Heidelberger is, dat deze stukken worden 'gekend' en ook dan dient het woord be-kennen te worden gehanteerd. Kennen is kennen door de Geest in het hart, is ook kennen in de liefde.

Als de Heidelberger in vraag 4 de vraag aan de orde stelt: Wat vraagt de wet van God van ons? ', is het antwoord: Gij zult liefhebben God en de naaste. Dit met een beroep op Matttheüs 22 : 37-40. Maar ook in dit liefhebben gaat het hart voorop: van ganser harte'.

Het kennen van de drie stukken krijgt intussen een plaats in het hart van mensen in de weg van wedergeboorte enn geloof.

Door een nieuwe geboorte wordt de band met God en met de naaste gelegd en wordt de liefde gewekt. De leerregels van Dordt zijn in Hongarije, als gezegd, minder bekend. Maar als daarin de wedergeboorte wordt behandeld, wordt gezegd, dat deze is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderbare, verborgen en onuitsprekelijke werking, welke naar het getuigenis van de Schrift niet minder of geringer is dan de schepping of de opwekking der doden.

Evenwel, wanneer deze over elkaar tuimelende woorden zijn neergeschreven, waarin tot uitdrukking komt, dat de volheid van de wedergeboorte nauwelijks kan worden beschreven, wordt heel eenvoudig afgesloten met de opmerking, dat de gelovigen de wijze van deze werking in dit leven niet volkomen begrijpen. Intussen stellen ze zich daarin gerust, dat ze weten en gevoelen, dat ze door de genade van God met het hart geloven en hun Zaligmaker liefhebben. Ook hier wil ik weer wijzen op de woorden gevoel, hart en liefhebben. Deze momenten hebben een plaats in het geloof, in de wedergeboorte en zo ook in de ervaring in het hart.

liefde

Als de Confessio Belgica over de rechtvaar­ diging door het geloof spreekt, wordt gezegd: 'Wij geloven, dat om ware kennis van deze verborgenheid te krijgen, de Heilige Geest in onze harten ontsteekt een waar geloof, dat Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst'. En: 'het geloof is een instrument, dat ons met Hem in de gemeenschap van al zijn goederen houdt'. Ook hier vallen weer worden als omhelzing en gemeenschap. Ervaring, tot in het stuk van de rechtvaardiging door het geloof toe, wordt uitgebeeld met momenten uit de liefdesomgang. Daarom mag het woord mystiek ook.worden gebruikt. Maar dan als unio mystica: de mystieke gemeenschap met Christus, die een gemeenschap is in liefde. Het gaat om de liefde van Christus en de liefde tot Christus.

Wanneer het woord bevinding in de Heilige Schrift valt, namelijk in Romeinen 5 : 4, dan is dit overigens allereerst beproefdheid in de lijdzaamheid. Dan wordt gezegd: De lijdzaamheid (wekt) bevinding en de bevinding hoop, en de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten is uitgestort door de Heilige Geest die ons is gegeven.

Hier worden alle noties van de ervaring wel in één greep bijeen gehouden. Bevinding is verbonden met: hoop, liefde, het hart, de Geest en ook met de genade, die ons is gegeven.

E. Ter afsluiting

Ter afsluiting wil ik zeggen, dat er dus een heel duidelijk onderscheid is tussen moderne spiritualiteit, moderne mystiek ook, en de ervaring in de gereformeerde traditie. Moderne spiritualiteit blijft vaak steken in of komt op uit de mens. Maar al wat in de mens gevonden wordt is drassige bodem.

Daarop is geen vastheid. Daarop kunnen we niet staande blijven. Gereformeerde mystiek, als we dat woord dan al willen gebruiken, is geloofservaring, want geloof en ervaring horen bijeen.

Als de Heidelbergse Catechismus over de persoon van de Heilige Geest spreekt, wordt gezegd, dat deze samen met de Vader en de Zoon waarachtig en enig God is. Maar ook, dat hij mij is gegeven, om mij 'door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig te maken, me te troosten en eeuwig bij me te blijven'. Dat is ervaring van de Geest. De Geest is allereerst God. God daalt af in de persoon van de Heilige Geest, Diezelfde Geest schept in mij troost en verwachting van het eeuwige leven.

In de zeventiger jaren deed zich in de wereld de revolutietheologie voor. Alles was grootschalig. Het ging om de grote problemen in de wereld, om de grote Wenden, die er zouden moeten komen. Nu is van de weeromstuit opeens alles kleinschalig. Mensen hebben een beetje troost nodig. Troost zoekt men nu in moderne spiritualiteit, in moderne mystiek, waarin de mens in zichzelf of in de ander zoekt naar God.

De Heidelberger zegt: Wat is uw enige troost, beide in leven èn in stervend Dan is het antwoord: 'dat ik niet mijns maar mijns getrouwe Zaligmaker Jezus Christus eigen ben'. Dat is de troost in leven en in sterven. Ervaring van die troost schept de Heilige Geest. Daarom zei de bekende theoloog dr. H. F. Kohlbrugge: 'De Heidelberger, de eenvoudige Heidelberger, houd daaraan vast kinderen'.

De troost van de Heidelberger is niet alleen troost voor het sterfbed, maar ook voor het leven. Want Jezus is Heere over het persoonlijke leven, maar hij heeft ook de machten in de wereld overwonnen. Ook dit laatste wordt in het geloof ervaren. En die ervaring geeft hoop.

In de gereformeerde traditie staan we dan ook niet met lege handen als het gaat om geloofservaring en om hoop, ook in het aangezicht van de machten van de tijd. Ervaring is ervaren waarheid, die het hele leven omvat.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ervaring in de gereformeerde traditie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's