Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naomi of Mara

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naomi of Mara

(Over omgaan met verdriet, 2)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe was het afscheid

Dietrich Bonhoeffer was 39 Jaar. Op de dag van zijn terechtstelling preekte hij in de gevangenis over Jes. 53 : 5. en 1 Petr. 1 : 3. Zijn afscheidstekst. Het hart op Christus gericht, door Wiens striemen ons genezing wordt geschonken. Het oog - samen met Petrus - op de Opstanding. Na de preek komt een bewaker de zaal in. 'Gevangene Bonhoeffer klaarmaken!' Een laatste groet aan de medegevangenen 'dit is het einde, voor mij het begin van Het Leven'. Onvergetelijke woorden. Voor zijn verloofde. Voor zijn familie. Voor de kerk toen en nu.

Om welk verdriet het ook gaat, het maakt natuurlijk een groot verschil uit of we het zagen aankomen of dat het ons plotseling overviel. Konden we er al een beetje naar toe leven? Gaf de Heere ons de tijd om er naar toe te groeien? Een prae-rouwfase dus. Bij een ernstige ziekte, of als de ouderdom versneld onze krachten doet afnemen.

Of, heeft het ons totaal overvallen? Hebben we voor elkaar verstoppertje gespeeld, of kónden we er niet over spreken, omdat het afscheid zo overrompelend snel genomen moest worden?

'Sinds ik het weet...'

Het is een bekend gedicht. Eén van de mooiste van Jacqueline E. van der Waals. De dokter had haar het 'onvermijdelijke bericht' gebracht. Haar (lichamelijk) moeilijke levensweg loopt ten einde. Als zij door de eerste persoonlijke storm heen is, schrijft ze het gedicht. 'Sinds ik het weet.' Je hoort er de worsteling in. Met zichzelf. Met de mensen om haar heen. Maar ze maakt ons ook deelgenoot van haar uitzicht. Wat een zegen als een ziekenbezoek zó troostvol mag zijn. Wat een geschenk van God, als er 'geen verstoppertje' gespeeld wordt. Wat een genade als je zó naar het komende afscheid kunt toeleven.

Sinds ik het weet - ik weet het wel, ofschoon
nog onder ons angstvallig wordt ontweken,
het boze woord te noemen, dat bij 't spreken
licht ruw en onzuiver klinkt van toon -

Sinds ik het weet, werd mij de overvloed,
de schoonheid en de zoetheid aller dingen,
die mij alom omgeuren en omringen,
nog wél zo liefelijk en wél zo zoet,

Sinds ik het weet, schijnt mij de atmosfeer
doorwasemd en doorgeurd van zoele togen,
het is of ieder zintuig en vermogen
nog fijner werd en scherper dan weleer.

Sinds ik het weet, treed ik, wien ik ontmoet,
de vreemden en de vrienden op mijn wegen,
ontroerder en vertrouwelijker tegen,
en ik groet ze met een vriendelijker groet.

Sinds ik het weet is God mij meer nabij
en vaak, in d'ernst van 't aardse spel verloren,
zo ernstig en zo diep als ooit te voren,
gevoel ik plots Gods glimlach over mij.

Neem er de tijd voor

De grote Schepper van alle dingen gaf aan het menselijk lichaam een bijzondere gave. Als er bij een ongeluk ernstige verwondingen zijn, dan lijkt het lichaam zelf in die eerste fase voor een 'natuurlijke' verdoving te zorgen. 'In het begin voelde ik niets.' Traumateams kunnen daar opmerkelijke dingen over vertellen. Spoedoperaties zonder zorgvuldige anaesthesie. Mensen, die 'geen kik' gaven bij de pijnlijkste behandeling. Wat blijkt een mens dan veel aan te kunnen.

Later gaat de pijn pas echt komen en zijn injecties nodig. En zoals het is met het lichaam van de mens, zo is het ook met zijn geest. Bij een plotseling sterven lijkt de naaste familie 'verdoofd'. 'Dringt het niet tot ze door? ' 'Beseffen ze "niet wat er gebeurd is? ' 'Ze blijven zo rustig.'

Ook daarom: neem er de tijd voor. De volle draagwijdte van een verlies dringt in het begin niet of nauwelijks tot ons door. Alle consequenties, het onherroepelijke, en soms ook het bittere. In het begin overzien we niet alles. En dat is maar gelukkig ook.

De Heere geeft ons de tijd om naar de volle omvang van een verdriet toe te groeien en alle gevolgen ervan te gaan zien. Het gebeurt geluldig maar zelden, dat de rampen in een mensenleven zich zo snel voltrekken als in het leven van Job, bij wie de bode van de ene ramp nog spreekt, terwijl de andere er al staat. In Zijn genade leidt de Heere ons daarin van stap tot stap. Als Abraham in Gen. 22 geroepen wordt tot het grootste verdriet van zijn leven krijgt hij eerst een drie-daagse reis om er naar toe te groeien.

Tijd en tijden

Dat vind ik altijd weer het mooie in Psalm 31. Vaak vallen we op deze Psalm terug in tijden van ziekte en rouw. Dat gouden vers zestien. 'Mijn tijden zijn in Uw Hand.' Let vooral op het meervoud. Tijden. Dat is niet alleen de 'eindtijd van ons leven', onze laatste dag of nacht. Maar dat zijn ook de tijden, die er aan voorafgaan én die er op volgen. Dus ook de rouwfase, als je voor het eerst 'weduwe' of 'weduwnaar' wordt genoemd. Wat kunnen mensen (ook voorgangers!) dat woord gemakkelijk uitspreken of op een schriftelijke condoleance vermelden.

En wat snijdt het door je heen als je voor het eerst openlijk zo wordt genoemd. Vergeet ook niet mensen, die 'gescheiden' zijn en waaraan evenzeer een rouw-periode is verbonden. Trouwens, er zijn heel wat meer ingrijpende momenten in een mensenleven, waarvoor een tijd van leren aanvaarden en gewennen nodig is. Zeg niet te gauw 'daar wen ik nooit aan'. Zeg ook niet te gauw 'daar kan ik echt wel mee leven'. Neem er de tijd voor. En weet dat alle tijden in Gods Hand zijn.

De Falasja's

Het meest ingrijpend is uiteraard als ons geliefden door de dood ontvallen. Hoe belangrijk is het om in het toeleven naar een naderend afscheid en het verwerken ervan niet te vluchten in ontkennen of bagatelliseren. U herinnert zich hen misschien nog wel. De Falasja's. Joden uit Ethiopië. Mensen, die eeuwenlang onder zeer primitieve omstandigheden hebben geleefd in een Afrikaans land, totdat onverwachts de terugkeer naar Israël voor hen open ging. Operatie Vliegend Tapijt. Na een barre woestijntocht moesten zij eerst zelf het vliegveld zien te vinden. Tijdens die tocht kwamen nogal wat ouderen om. Zij stierven midden in de woestijn. Er was geen tijd om ze op gepaste wijze te begraven. Eenmaal in Israël liet dit de jongeren niet los. 'Geen tijd nemen voor de begrafenis van je vader, je moeder...? ' Neen, dat kan niet. Een aantal pleegde zelfmoord. Anderen gingen terug. Rouwverwerking is een 'binnenbrand'. Het kan lang zitten broeien en smeulen, voordat het uitslaat. Wie er geen of onvoldoende aandacht aan schenkt, komt zichzelf tegen. Rouwgebruiken, waarvoor vroeger maanden of zelfs een jaar stond, waren zo gek nog niet. Ze markeerden de weg 'door de woestijn' en gaven daardoor ook een aantal noodzakelijke halteplaatsen.

Verdriet in fasen

De Amerikaanse mevr. Kübler-Ross is er mee begonnen. In de zeventiger jaren. Haar boeken 'Lessen voor levenden' (gesprekken met stervenden) hebben heel wat losgemaakt. Zij onderscheidt in het omgaan met (komend) verdriet een aantal fasen. Hoewel zij dat niet doet vanuit het christelijk geloof, maar uit puur psychologische overwegingen vanuit een humanistische mensvisie, is er toch wel het nodige in te herkennen. Ook al zullen de verschillende fasen niet bij iedereen in dezelfde volgorde zich voordoen, herkenbaar is het wel. Zij onderscheidt de volgende fasen:

1. Ontkenning en isolering.

We hebben de neiging om het verdriet buiten ons gezichtsveld te houden. Bij een plotseling sterven: de eerste maanden er na denk je altijd nog, dat hij of zij zó thuis kan komen. Een bezoek aan de begraafplaats wordt telkens uitgesteld. Geen foto van de overledene in de kamer, want 'dat maakt het zo concreet'.

2. Woede en opstand.

In zijn boek 'Liever langer leven' stelt Okke Jager, dat een 'rouwproces' eigenlijk zou moeten heten 'rouwprotest' en dat een begrafenis eigenlijk een 'protestbijeenkomst' moet zijn, en dat nabestaanden de 'verliezers' zijn en dat zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus 'zo niet bedoeld kan zijn'. Kortom, Okke Jager geeft aan deze fase ook nog een theologische fundering. Zover zou ik zeker niet willen gaan. Maar dat het zondige menselijke hart niet zomaar 'nederig en stil, zich kan voegen naar Gods Wil' valt niet te ontkennen.

3. Marchanderen.

De neiging om het op een 'verstandelijk akkoordje' te gooien met het verlies. 'Het moest toch eens komen.' 'Voor hoeveel lijden is hij zó bewaard gebleven.' 'Zijn klompen heb ik wel binnengezet, maar zijn jas hangt nog wel aan de kapstok.'

4. Depressie.

Dit is de moeilijkste en de diepste fase. We zien dat (uitvergroot) het missen van die éne en hebben geen of nauwelijks meer oog voor allen, die God ons nog heeft gelaten. 'Waar leef ik nog voor? ' 'We hadden beter allebei gelijk kunnen gaan.' 'Bij elke nieuwe dag denk ik: hoe kom ik hem door.' 'Voor mezelf alleen koken, waarom zou ik dat doen? '

5. Aanvaarding.

Als eind-fase in de rouwverwerking (en mevr. Kübler heeft daarvoor de zegenende Handen van de hemelse Vader niet nodig) geeft zij de aanvaarding aan. Het gemis gaat niet over, rouw dus eigenlijk ook niet, maar er komt een tijd, waarin het verdriet niet meer overheersend is.

Samen met anderen

Er is de afgelopen jaren heel wat gepubliceerd over het onderwerp 'rouwverwerking'. Daarbii heeft het werk van dr. W. ter Horst 'Over troosten en verdriet' terecht veel aandacht gekregen. Er zijn ook een aantal kleinere handzame boekjes, die zich goed laten gebruiken in dit specifieke deel van het pastoraat door gemeenteleden, die niet gewend zijn veel te lezen. Zo verschenen bij Novapress in Apeldoorn in Nederlandse Vertaling een aantal handzame pastorale boekjes, waarvan er één tot titel draagt 'Omgaan met verdriet'. Ook in dit boekje wordt over 'rouwfasen' gesproken, zelfs nog één fase meer dan bij mevr. Kübler. Bauman onderscheidt er zes.

1. De schok.

2. De verdoving.

3. Fantasieën en schuldgevoelens.

4. Het verdriet ontlaadt zich.

5. Pijnlijke herinneringen.

6. Opnieuw leren leven.

Aan elke fase worden enkele bladzijden besteed, die heel concreet zijn en ook heenwijzen naar de 'God aller vertroosting'. Het is goed om zulke boekjes bij bezoeken in de gemeente achter te laten en bij een herhaald bezoek aan de hand van één van de meditaties met elkaar door te praten. Ook al vloeien de fasen in elkaar over of lopen we ook weleens dwars door elkaar heen, ze geven wel een duidelijk handvat voor gericht pastoraat.

Van de hand van ds. C. A. Korevaar is een mooi boekje, dat ik graag aan rouwdragenden doorgeef, onder de titel 'Rouw - maar er is meer' (uitgave Echo, Amersfoort). In dit boekje, verlevendigd met een aantal mooie gedichten (en een dichter zegt met weinig woorden, waar een ander er veel voor nodig heeft), wordt over een aantal concrete aanleidingen tot verdriet gesproken. Van ds. L. M. Vreugdenhil verscheen bij het Boekencentrum 'Eens zul je niet meer huilen' (over het verwerken van verdriet en rouw), waarin ook een overzicht is te vinden van andere boeken over dit onderwerp. Hoewel ik zijn theologische keuzen (bv. rond zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus en de eeuwige verlorenheid) niet deel, is daarin toch ook veel te vinden dat wél Bijbelgetrouw is en ook aanspreekt. Verder zijn er de boekjes en gedichten van Joke Verweerd, die je regelmatig als bronnen van troost bij gemeenteleden vinden kunt. !

Omgaan of omheenlopen

In het voorgaande stelden we vast, dat er tegenwoordig weer meer aandacht komt voor het niet om een verdriet heenlopen, maar er mee geconfronteerd worden en zo er mee leren omgaan. Daarom wordt er ook weer meer aandacht gegeven aan gebruiken en rituelen rond het sterven en begraven worden. Misschien kan het goed zijn om bij deze markeringspunten, die als 'kilometerpaaltjes' langs de levensweg staan, eens wat uitgebreider stil te staan. In volgende artikelen willen we dat bij een aantal hiervan doen, zoals bij: het opbaren, de rouwkaart, de dagen boven aarde, het condoleren, de dag van begraven, de advertentie (ook na 1, 2 of 3 jaar? ), liever toch bezoek. Ditmaal vroegen we vooral aandacht voor het 'neem er de tijd voor'. Ook uit de levensloop van Naomi valt dat af te leiden. Voordat zij haar rouw-naam Mara weer kon verwisselen voor haar andere naam Naomi is er heel wat gebeurd. Niet alleen de verre reis van Moab terug naar Israël, maar ook de jaren tussen het sterven van haar man en de vreugde om het eerste kleinkind. Een lange weg met heel wat markeringspunten. Maar aan het slot van het boekje Ruth komen we Naomi (die weduwe is gebleven!) toch anders tegen dan aan het begin. God heeft haar 'weeklacht en geschrei veranderd in een blijde rei' en ook al bleef de lege plaats, de Heere gaf haar weer veel terug. En... ze ging het ook weer zien. Joke van Sliedregt heeft dat in een persoonlijk gedicht over 'rouwverwerking' heel mooi verwoord:

'Dag vader', heb ik vandaag gezegd,
na zeven lange jaren
van eenzaamheid en van gevecht
omdat ik hem na bleef staren.

'Dag vader', zei ik nu vandaag,
een afscheid van 't verleden..
aarzelend, misschien nog vaag,
keer ik mij naar het heden.

Géén vader heb ik meer vandaag,
'o God, wees Gij mijn Vader...'
en op Uw wenken kom ik graag
eerbiedig tot U nader.

'Mijn Vader', zeg ik blij vandaag,
ik voel U héél dichtbij...
en alle liefde die ik draag,
wekt Gij alleen in mij!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1995

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Naomi of Mara

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1995

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's