Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Om de leer of om de sfeer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om de leer of om de sfeer

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Perforatie van gemeentegrenzen

Een uit de hand genomen synodebesluit, zo kan men de beslissing van de hervormde synode voor perforatie van gemeentegrenzen wel noemen. Sinds bepaald werd dat leden van de gemeente in een andere gemeente als lid mochten worden ingeschreven, om redenen van pastorale of modalitaire aard, zijn de aanvragen niet van de lucht geweest. Op de bureaus van de Provinciale Kerkvergaderingen heeft men het er druk mee. Zo zelfs, dat de mogelijkheid van een eenvoudiger regeling onder ogen moet worden gezien.

Kort na de invoering van de perforatieregeling moet nu geconcludeerd worden, dat 'de modalitaire onderscheidingen' erdoor zijn versterkt en dat de modaliteitsverschillen tussen (wijk)gemeenten worden 'geaccentueerd en bevestigd'. Bovendien staat nu de vraag recht overeind of het in alle gevallen van aanvrage en toekenning van perforatie wel echt om pastorale of modalitaire motieven gaat.

Hervormd gereformeerden voorop

De heryormde synode buigt zich deze week nog eens over de kwestie van de perforatie. De synode gaf met het oog daarop de christelijke hogeschool De Vijverberg-Felua de opdracht een onderzoeksrapport op te stellen. Daaruit blijkt, dat hervormd gereformeerden — in het rapport gerubriceerd onder 'Gereformeerde Bond' — voorop lopen als het gaat om perforatie naar andere gemeenten.

Uit de hiernaast opgenomen tabel blijkt, dat liefst 43,2 procent van de perforaties plaats vindt vanuit G.B. gemeenten, terwijl 48,7 procent van de perforaties plaats vindt naar Gereformeerde Bondsgemeenten. Feitelijk bezien ligt dit voor de hand, omdat nu eenmaal de hervormd gereformeerde sector in de praktijk de meest geprofileerde modaliteit is en getalsmatig een vierde tot een derde van de hervormde gemeenten omvat. Maar wie de tabel goed bekijkt ziet, dat er méér aan de hand is. In niet minder dan 26, 3 procent van de gevallen vindt perforatie namelijk plaats tussen hervormd gereformeerde gemeenten onderling. Mede daarom staan de provincies Gelderland (met 3000 aanvragen), Overijssel-Flevoland (2600) en Zuid-Holland (2750) het hoogst genoteerd. Noord-Brabant-Limburg heeft slechts 222 aanvragen. Ook daar kan men overigens gevoeglijk aannemen, dat het hoofdzakelijk om Gereformeerde Bondsgemeenten in het Brabantse gaat.

'De gemeenten die zich rekenen tot de modaliteit van de Gereformeerde Bond scoren zowel als vertrekgemeente dan wel als ontvangende gemeente het hoogste percentage perforaties', zegt het rapport. In sommige gevallen lijken hierdoor 'gekrookte riet'-(wijk)gemeenten te ontstaan, zo wordt ter verduidelijking toegevoegd.

Gemeente

Het is niet mijn bedoeling hier nog eens alle bezwaren tegen perforatie, die we al eerder verwoordden, op te voeren. Het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond zond recent een nota 'Opzicht en tucht binnen hervormde gemeenten onder spanning' naar alle hervormd gereformeerde kerkeraden (zie ook de Waarheidsvriend d.d. 26 oktober 1995). De perforatiemogelijkheid ondergraaft het principe van de (wijk)gemeente. De gemeente wordt een elk-wat-wils aangelegenheid, met alle consequenties van dien voor 'opzicht en tucht'.

De vraag is nu of perforatie de uitweg was inzake het verlangen van mensen om in een andere gemeente dan waar zij wonen mee te leven. Het probleem van de modaliteiten speelt in de Hervormde Kerk immers al langer dan vandaag. Daarvoor zijn in het verleden ook regelingen getroffen. In zogenaamde gemengde gemeenten werd soms bij plaatselijke regelement de verhouding van de modaliteiten geregeld. In stadssituaties werden centraal afspraken gemaakt voor modalitair bepaalde wijkgemeenten.

En verder kon per dispensatie geregeld worden, dat mensen, om modalitaire of pastorale redenen, mee konden leven in een andere (wijk)gemeente dan waar zij woonden. Wat dit betreft was er overigens binnen de onderscheiden PKV's wel sprake van ongelijkheid in beleid. Wanneer nu dan ook de mogelijkheden voor dispensatie zouden zijn verruimd of gelijk gesteld, zouden veel knelsituaties soepel te regelen zijn geweest. Maar nu de synode tot perforatie heeft besloten, heeft zich een proces in gang gezet, dat onbeheersbaar en voor de gemeente uiterst schadelijk moet heten. Wanneer perforatie tot principe wordt, gebaseerd op de gedachte van 'pluriformiteit' en vrije keuze voor de gemeenteleden, raken we het principe van de gemeente in bijbelse zin kwijt. De kerk wordt hotelkerk. De gemeente wordt een duiventil. En welke reden zou er nog zijn om kritisch te zijn op de uitwijk van leden der gemeente naar gemeenten in andere kerken?

Leer

Nu de synode de mogelijkheid van perforatie heeft geopend, hebben de laatste jaren zich ook metterdaad mensen laten overschrijven naar gemeenten, waar ze om redenen van modalitaire aard, met name vanwege de prediking, al lang meeleefden. Zij raken nu (begrijpelijkerwijs) enigszins in verwarring wanneer vooral van hervormd gereformeerde zijde principiële bezwaren tegen de perforatie worden ingebracht.

Wij zullen de laatsten zijn, die willen zeggen, dat er geen fundamentele redenen kunnen zijn om mee te leven in een andere gemeente dan waar men woont. Binnen de Hervormde Kerk zijn er nu eenmaal dermate ingrijpende verschillen inzake de heilige leer — recht verstaan: het fundament van apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste hoeksteen is — dat er ook ingrijpende verschillen in de prediking zijn. Dat mensen dan met hun gezin uitwijken naar gemeenten, waar de rechte leer zich doorvertaalt naar de rechte prediking, is begrijpelijk. Het gaat ook om het geestelijk welzijn van de gezinnen. Moet men zich dan echter ook altijd laten overschrijven? Ds. W. L. Tukker placht vroeger te zeggen: 'ga elders (op z'n tijd) eten, maar je bent er niet thuis'. Met andere woorden: men blijve verantwoordelijk voor de gemeente waar men thuis hóórt. Moeten we niet eerlijk zeggen, dat gemeenten, soms ook hele streken, weer tot de rechte leer zijn teruggekeerd, omdat mensen ook in magere of moeilijke tijden op hun post zijn gebleven? Dat element schijnt echter in de overwegingen van mensen vandaag steeds minder een rol te spelen.

Langzaam maar zeker is individualisme, ook bij de keuze voor de gemeente, méér een rol gaan spelen dan verantwoordelijkheidsbesef voor de gemeenschap, dus voor de gemeente.

Het rapport maakt melding van een gemeente, waaruit 867 mensen zijn vertrokken. Zo'n gemeente moet daardoor wel onherkenbaar veranderd en onherstelbaar kapot gemaakt zijn.

Sfeer

En dan nu de kwestie van de perforatie tussen hervormd gereformeerde (wijk)gemeenten onderling. Hier gaat het niet om redenen van modalitaire aard, hoewel er soms wel redenen van pastorale aard kunnen zijn, die nopen tot een regeling. Hoewel het rapport melding maakt van weinig 'collectieve perforaties', worden hier en daar wèl pogingen gedaan voor om zulk een collectieve perforatie tot stand te brengen, om zo een wat het rapport noemt 'gekrookte riet-wijkgemeente' in het leven te roepen. Bepaalde (wijk)gemeenten voeren in deze helaas ook een uitnodigend of aanmoedigend beleid. Bij toekenning van zulke perforatieaanvragen voltrekt zich een ontwikkeling, die voor hervormd gereformeerde gemeenten onzes inziens fnuikend is en ook niet gepraktiseerd zou moeten wórden, dispensaties van pastorale aard daar gelaten.

Het rapport zegt intussen, dat mensen vooral willen perforeren naar (wijk)gemeenten 'waar men zich thuis voelt'. Zou dat nu een criterium mogen zijn om de gemeente te verlaten?

In dit verband ontvingen we, na verschijning van de nota van het hoofdbestuur over 'Opzicht en tucht', een brief van een predikant, die het begrip 'sfeer' introduceerde. Het gaat lang niet altijd, of niet alléén, om de leer maar ook om de sfeer, schreef hij. Hij ging daarbij nog een stap verder en stelde, dat er missionair gezien iets te zeggen te zeggen is voor de stelling: niet alleen de leer, maar ook de sfeer. 'De Heilige Geest heeft blijkbaar veel pijlen op de boog, ook de pijl van de sfeer', zegt hij.

Op zich is wat deze predikant zegt herkenbaar, niet alleen binnen de Hervormde Kerk en de hervormd gereformeerde kring daarin, maar ook in andere kerken, ook die van gereformeerde signatuur. De 'sfeer' kan in allerlei (wijk)gemeenten heel verschillend zijn. Daarbij kan zelfs het kerkgebouw een rol spelen. Maar verder ook een keur van uiterlijke kenmerken, traditioneel of modern.

Het moet worden toegegeven, dat niet elke gemeente voor rand-of buitenkerkelijken even laagdrempelig is als het gaat om de sfeer, die in de samenkomsten van de gemeente wordt opgeroepen. Dat dus de vraag wordt gesteld of er niet redenen van missionaire aard kunnen zijn om perforatie toe te passen, is niet vreemd. En dat er daarom met name in grote gemeenten ook sprake is (en mag zijn) van een zekere verscheidenheid, binnen de grenzen van de rechte leer, ligt voor de hand. Maar ligt anderzijds niet het gevaar op de loer dat we een variant op het adagium, dat in de vorige eeuw opgeld deed, namelijk 'niet de leer maar de Heer', een oneigenlijke verscheidenheid gaan introduceren?

Bij de vraag of er missionair gesproken vandaag niet behoefte is aan gemeenten met een zo groot mogelijke verscheidenheid, zoals de predikant-briefschrijver opmerkt, rijst de tegenvraag of 'behoefte' hier de doorslag mag geven. De inrichting van het gemeentelijke leven is immers ook een zaak van bijbelse opdracht en daarin van geestelijk samen-leven!

Luxe

Als de 'sfeer' doorslaggevend wordt, wordt toch wel een wissel omgehaald. We kunnen ons toch niet voorstellen, dat tijdens de om wandeling van Jezus op aarde de sféér bepalend was voor de schare, die zich om Hem verzamelde? We kunnen ons toch ook niet voorstellen, dat dat voor de eerste christengemeente gold?

Maar wie rondziet in de wereld, waar de gemeente van Christus vaak onder armelijke of moeilijke omstandigheden' moet samenkomen, komt ook zelden tegen, dat de sfeer bepalend is voor de samenkomsten. Men komt samen, door de nood gedrongen, door het Woord verbonden. In alle jaren, waarin ik bijvoorbeeld gemeenten in Oost-Europa mocht bezoeken, heb ik geconstateerd, dat de 'sfeer' vrijwel overal dezelfde was. Men is als gemeente in moeilijke jaren blijven samenkomen. Dat heeft mede de kerk gered.

Is het als zodanig is niet een kwestie van luxe, dat vandaag het element 'sfeer' een motief kan zijn voor mensen om van gemeente te veranderen? Leden 'der gemeente hebben de mogelijkheid om te gaan en staan waar men wil. 'Sfeervolle' kerkgebouwen staan tot onze beschikking, met keuzemogelijkheden van imponerende, oude gebouwen, tot fraaie, moderne bedehuizen. De 'schuurtjes', waarin men vroeger wel samenkwam (ook met hun eigen 'sfeer' trouwens), zijn vrijwel verdwenen.

De kwestie van de perforatie, zoals die nu op zo grote schaal wordt toegepast, is, nogmaals gezegd, een luxeverschijnsel. Het mag met name ook een zorg zijn, dat binnen hervormd gereformeerde gemeenten het element 'sfeer' mede een rol gaat spelen. Dat kan niet altijd vanuit missionaire motieven worden gedekt. Kunnen we dat in het licht van 'Schrift en belijdenis' verantwoorden? Want sfeer duurt zolang het duurt. Altijd weer bleken in het geheel van de kerk vernieuwingen, die met sfeer samenhangen, kortstondig aantrekkingskracht te hebben. Was men weer aan één en ander gewend, dan moesten er weer nieuwe prikkels komen. Daarmee wil niet ontkend zijn, dat soms ook sfeerverandering kan plaatsvinden door de klok in de tijd terug te zetten, zodat ook dan mensen zich in hun gemeente minder gaan thuis voelen.

De nota, die het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond opstelde, mede in verband met de perforatie, is zeker ook opgesteld vanwege een groeiende, zorgelijke praktijk in hervormd gereformeerde gemeenten. Wanneer de gemeente een soort duiventil wordt, waar alleen graantjes worden meegepikt, zijn we ver verwijderd van het bijbelse beeld van de gemeente, waar men zich immers ook voor elkaar verantwoordelijk zal weten.

Het gaat hier derhalve niet aan alleen de synode voor een in onze ogen kwalijk besluit verantwoordelijk te stellen. Dat toepassing ervan voor een niet gering deel in hervormd gereformeerde gemeenten plaatsvindt, mag minstens zoveel te denken geven.

We houden intussen ons hart vast wanneer de synode de procedure in deze zou gaan versoepelen. Vanwege de weerbarstige praktijk zijn regelingen nodig, maar geen algemene bepalingen.

(Zie voor tabel perforatie-stroom de oorspronkelijke tekst)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Om de leer of om de sfeer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 december 1995

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's