Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijke vervuiling vraagt om innerlijke reiniging

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijke vervuiling vraagt om innerlijke reiniging

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn leugens, grote leugens en statistieken. Met een variant daarop kan men zeggen dat er pessimisme, doemdenken en prognose is.

Met de regelmaat van de klok komen we prognoses tegen met betrekking tot de ontwikkeling van het godsdienstig leven in ons land in de nabije toekomst. Het Sociaal Cultureel Planbureau kwam dezer dagen opnieuw met een prognose, die zich uitstrekte tot het jaar 2020. Islam zou dan 'de tweede godsdienst' zijn. Dat is de islam natuurlijk nu al. Islam volgt immers op christendom. Maar bedoeld wordt dat de islam dan, met acht procent van de bevolking, de hervormden (zes procent) en de gereformeerden (drie procent) zal zijn voorbijgestreefd. In 1995 was nog slechts vijf procent van de bevolking moslim, tegen negen procent hervormd en zes procent 'gereformeerd.'

Het zijn slechts prognoses. Het is eigenlijk wetenschappelijke overmoed om godsdienstige ontwikkelingen van een aantal voorbijgegane jaren, die men meten kan, rechtlijnig door te trekken naar het jaar 2020. Van 1980 tot 1995 steeg het percentage van de bevolking, dat 'geen kerklid' is, van vijftig tot 62 procent, en daalde het percentage rooms katholieken van vijf en twintig tot negentien procent, hervormden van veertien tot negen procent en gereformeerden van negen tot zes procent. Die daling zet zich volgens de sociologen tot 2020 gewoon door. Nu zijn dit zeker ernstig te nemen cijfers. Maar kan men zo de lijn doortrekken tot 2020? Sociologen zijn geen profeten en hebben geen boodschap. Hun prognoses werken intussen versomberend.

In 1935 verscheen van de hand van de historicus/cultuurcriticus J. Huizinga een boek, getiteld 'In de schaduwen van morgen', 'een diagnose van het geestelijk lijden van onze tijd'. Daarin gaf hij uiting aan zijn grote zorg omtrent het verval van zedelijke normen en waarden in onze samenleving. Hij gaf tevens uiting aan zijn sterker wordende affiniteit met 'de christelijke zedenleer.' Nadat Huizinga in dat boek allerlei aspecten heeft behandeld van het geestelijk verval in zijn dagen, zoals 'verzaking van het kennisideaal', 'verval der morele normen' en 'stijlverlies', zegt hij over de prognose: 'Geen drie passen reikt de blik vooruit. Het uitzicht is in nevelen gehuld. Het enige wat overblijft is een afwegen van zekere kansen, het veronderstellen van zekere mogelijkheden'.

Ruim zestig jaar zijn intussen na het verschijnen van Huizinga's boek verlopen. De Tweede Wereldoorlog betekende een versnelling van de geestelijke ontreddering. En de geestelijk ontbindende uitwerking van het informatietijdperk, dat wij nu beleven, was door Huizinga nog niet te vermoeden. Huizinga kende nog slechts de radio als modern communicatiemiddel. Hij noemt de radio 'een voorbeeld van een buitengewoon hoge technische prestatie ... die niettemin door nevenwerkingen het gehalte der cultuur met verzwakking bedreigt.' Hij zegt zelfs: 'het zal een geweldige stap naar de barbarie zijn'.

Wat hiervan te denken wanneer men zich realiseert wat vandaag 'een buitengewoon hoge technische prestatie' mag heten - televisie, internet - en welke uitwerking dit alles heeft op de mensen.

Religieus

In bovengenoemde prognose wordt ook gemeld, dat er steeds meer 'religiositeit' buiten de kerken bestaat. Van de buitenkerkelijken beschouwt ruim éénderde zich als 'zeer' of 'enigszins' religieus. Slechts acht en dertig procent van de buitenkerkelijken beschouwt zich als niet-religieus.

Het kan niet mijn bedoeling zijn deze cijfers nader te analyseren.

'God bestaat nog in Nederland' kopte het dagblad Trouw bij deze cijfers. Op zich al een merkwaardige kop. Alsof het bestaan van de Eeuwige God afhankelijk is van wat wij in ons kleine landje van Hem believen te geloven.

'Godsdienst mag weer' liet enige tijd geleden NRC/Handelsblad, dat lange tijd nauwelijks een boodschap had aan godsdienst, weten. Alsof zulk een medium dat elitair zal uitmaken.

En 'mijn God' wordt het thema van de boekenweek. Zou het niet vooral gaan om mijn God, de God die mensen zelf ontwerpen?

De vraag is maar om welke religie het gaat en welke God 'nog bestaat.' Er is geen andere God dan de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, die heeft betuigd, dat niemand tot de Vader komt dan door Hem. Pas wanneer de nieuwe religiositeit van vandaag zich zou richten op Hem, zoals Hij ons in de Schriften is geopenbaard, is er Hoop, nieuwe Hoop in de geestelijke ontreddering van onze tijd.

Maar religiositeit op zich, buiten de kerk van Christus, mag geen Naam hebben.

Vervuiling

Met de secularisatie, de voortschrijdende ontkerstening en ontkerkelijking, is ook de slijtage inzake normen en waarden voortgeschreden. De geestelijke crisis in de tijd van Huizinga was kinderspel bij wat nu openbaar komt.

Dat de tweede tafel van de tien geboden heil-zaam is voor mens en samenleving, omdat deze geboden (mede) de rechte menselijkheid beogen, raakt steeds meer uit het blikveld.

De mensen schreien hete tranen bij de (afschuwelijke!) kindermoorden in België. Maar intussen wordt dagelijks brandstof aangedragen, middels de media en de reclame, om het vuur van ongezonde en vergroeide begeerten in onze samenleving te voeden.

Sex en geweld zijn aan de orde van de dag. Pulpprogramma's beheersen het beeldscherm. Als Huizinga in zijn dagen over de radio al moest spreken van 'barbarij', wat moeten we vandaag dan nog zeggen van televisie en aanverwante communicatie. Schone zenders zijn er niet. Er is zelfs sprake van sprongsgewijze progressie van de vervuiling, gegeven met elke uitbreiding van het netaanbod. En dan gaat het niet alleen om zedeloze programma's. Lege programma's voeden geestelijke leegte.

Het vuil overspoelt de samenleving. Niet alleen middels televisie, niet minder ook door krant en folder, door boek en periodiek, maar niet in het minst door de door de media gevoede communis opinio onder het volk en de daarmee gepaard gaande leefstijl van mensen.

Kern

In zijn boek pleit Huizinga in het laatste hoofdstuk voor 'inwendige loutering'. Hij noemt dat met een vreemd woord 'katharsis': 'de zuivering van het gemoed, die voortspruit uit het begrepen hebben van een diepere grond der dingen'. Daarvoor is een nieuwe ascese, een nieuwe onthouding nodig zegt hij, die hij omschrijft als 'zelfbeheersing en getemperde schatting van macht en genot.' Huizinga, die geen Christgelovige was, pleit voor overgave aan het hoogste wat te denken valt en zegt dan: 'Gelukkig zij, voor wie dat beginsel slechts de naam kan dragen van Hem die sprak: "Ik ben de weg, en de waarheid, en het leven".'

Hier zijn we bij de kern. Met nieuwe reHgiositeit zal onze samenleving niet gered zijn. De 'god die weer mag' is niet méér dan projectie van de menselijke geest. Ooit zei een dichter 'ik ben een god in het diepst van mijn gedachten'. Zulk een god kan niet redden. Die 'god' mag vandaag weer en de mens leeft zijn eigen leventje verder. Maar Jezus zei: 'niemand heeft ooit God gezien, de eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, heeft Hem ons geopenbaard.' Bij mensen is er altijd nog wel enig gevoel van Godsbestaan. Men gelooft, dat er 'iets' is en dat noemt men dan God. Welnu, die goden, die mensen zelf bedenken en die opkomen uit hun eigen innerlijke roerselen, wisselen met de mode van de tijd. De mens blijft er intussen straatarm bij. En het leven krijgt er geen richting door.

Wat de mens en daarin de samenleving nodig heeft is innerlijke reiniging, innerlijke loutering. Die kan slechts Christus geven. Een samenleving, die ooit gekerstend werd en als zodanig weet heeft gehad van Zijn gezegende werk, wordt straatarm wanneer de kennis van Hem verdwijnt. Zeker, die kennis is allereerst een persoonlijke kennis. Maar de samenleving ondervindt er de zegen van wanneer mensen samen leven uit Zijn heilbrengend werk en leven naar Zijn heilzame geboden en inzettingen.

Mensen vandaag weten niet meer van innerlijke reiniging. De vervuiling grijpt steeds meer om zich heen en er is geen weerstand tegen. Ze neemt inneriijk bezit van de mens. En wat zich innerlijk nestelt krijgt ook een uitweg naar buiten. Alles moet kunnen! Maar intussen: 'die vuil is, dat hij nog vuil worde', zegt het boek Openbaring (22 vers 11). Waar dan tegenover staat: 'die heilig is dat hij nog geheiligd worde'.

Ascese

De kerk en dus de kerkelijke mens staan niet buiten deze ontwikkeling. Kinderen groeien op in een geestelijk en zedelijk meer en meer vervuilde samenleving en raken al vroeg gewend aan de 'vrijheden' en het 'genot' van deze tijd. Wat men eventueel op de televisie niet ziet, ziet men gewoon op straat, in het openbare leven, waar het ene na het andere taboe is afgebroken.

Het proces van geestelijke vervuiling houdt geen halt bij de grenzen van de kerk. Alom is er de zorg, dat jongeren vandaag ook meegezogen worden in dit proces. Hoeveel jongeren worden vandaag ook niet van hun ankers los geslagen. Velen verdwijnen geruisloos in de wereld. Maar ook waar men de band met de kerk nog onderhoudt, nemen jongeren deel aan de genotscultuur vandaag. Zelfs het refocafé (zonder muziek) moet als pure leegte aangemerkt worden (A. van Hartingsveldt in Daniël, d.d. 13 sept. 1.1.)

Welke weg zullen we gaan? Enerzijds vindt men binnen de kerk een verregaande tolerantie als het gaat om de cultuuruitingen van onze tijd. Anderzijds wordt de wet te hulp geroepen om het tij te keren. De wet op zich is hier echter geen remedie. Wezenlijk is de innerlijke reiniging, die alleen gelegen is in de kennis van Christus. Mozes richtte de slang in de woestijn hoog op en het volk, dat er naar opzag, werd genezen. Christus moet worden verhoogd. Zijn kruis moet hoog opgericht staan in het midden van de gemeente. Zo alleen, in de weg van de verzoening met God, wordt innerlijke loutering geschonken. En zo ontstaat ook de rechte ascese, de zelfbeheersing, het zich onthouden van dingen, die vandaag allemaal moeten, mogen en kunnen.

De vrijheid in Christus kent zijn eigen beperkingen. Daar hoeft de zweep van de wet niet bij te komen. Dat wordt een nieuwe slavendrijver. Wie Christus kent mag leven uit de vreugde van de wet, als leefregel de dankbaarheid. Geen last maar een lust.

Blijdschap

Van tijd tot tijd schrijven mij mensen, dat ze in de loop der tijd in hun gemeente een verschuiving hebben zien optreden in de prediking. Het is allemaal wettischer geworden. De blijdschap des gelóofs ging meer en meer ontbreken. Zou dan het Kruis van Christus nog wel hoog opgericht staan in de gemeente? Zou dan het Open Graf nog worden getoond? Zou dan de (jonge) gemeente nog jaloers worden op geloof?

Het zou kunnen zijn, dat de wereld aan ons alleen nog de wet afleest en niet Christus. De echte en rechte ascese, als zelfbeheersing, komt voort uit de innerlijke vernieuwing, de innerlijke reiniging door het bloed van Christus.

Nu de samenleving meer en meer ontzonken is aan de kennis van Christus, zoals Hij ons in het Woord is geopenbaard, zijn christenen nog de enige brieven van Hem, die de wereld onder ogen krijgt.

De brieven worden voor de wereld onleesbaar wanneer leer en leven niet met elkaar overeenstemmen.

De brieven worden echter óók onleesbaar wanneer de blijdschap, de innerlijke overtuiging, de liefde en de hartstocht niet worden uitgestraald maar het christelijke leven slechts uit voorschriften lijkt te bestaan.

De brieven worden ook onleesbaar wanneer niets mag, behalve luxe en weelde. Zou er in dit verband juist ook binnen het rechtzinnige deel der kerken niet innerlijke reiniging nodig zijn. Waar enerzijds vele schrikhekken om het leven worden geplaatst, wordt de luxe soms verregaand uitgestraald en geadverteerd. Zou de wereld dit nog begrijpen?

Prognose

Prognoses inzake godsdienstigheid in Nederland tot het jaar 2020 zullen wel telkens weer bijgesteld moeten worden. Religiositeit zal er wel blijven. Godsbeelden zullen daarbij wisselen. De vraag is echter of er nog innerlijke loutering zal zijn. Daartoe zal het Kruis van Christus hoog opgericht moeten staan. Allereerst in de prediking binnen de kerken maar vandaar uit ook in het getuigenis naar buiten. Alleen innerlijke reiniging, door de verlossing die in Christus is, biedt weerstand tegen de barbarij.

God geve dat zo ook in de samenleving nog weer de rechte ascese geleerd wordt, de zelfbeheersing, waardoor de vuilstroom wordt ingedamd. Dan zouden alle prognoses nog weer verrassend kunnen worden doorbroken. Omdat God zich weer zou (kunnen) wenden tot ons.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geestelijke vervuiling vraagt om innerlijke reiniging

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 1996

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's