Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zo lief had God de wereld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo lief had God de wereld

6 minuten leestijd

'Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.' Johannes 3:16

Dit is een onuitputtelijk woord.

Een uiterst diep woord.

Ook een uiterst kwetsbaar woord.

Want de bewijzen tegen de waarheid ervan lijken voor het oprapen.

Wij horen het smalen tegen de liefde van God links en rechts om ons heen.

Misschien vindt dit weerklank in ons eigen hart.

Misschien leeft het verzet tegen dit woord daar wel, breed en sterk.

Liefde van God...?

Het mocht wat! Kijk eens in de wereld rond, kijk eens naar al dat onrecht en geweld, naar al die gemeenheid en liefdeloosheid, al die honger en ellende, naar al die vluchtelingen en daklozen, naar...

Maar de evangelist Johannes, die dit woord uit de mond van Jezus tot Nicodemus aan ons doorgeeft, wil zeggen: ja, maar dat is nu juist de wereld.

Zo gaat het in haar toe, zo is zij: wereld.

In het Grieks wordt hier het woord 'kosmos' gebruikt.

Dat heeft een meervoudige betekenis. Het betekent niet alleen wereld, maar ook 'sieraad' en 'orde'.

De wereld was een sieraad.

Zo is zij door God geschapen.

Maar dit sieraad is in de modder gevallen. Er heerste orde, Gods scheppingsorde.

Maar tegen deze orde is opstand uitgebroken.

De mensen, u en ik, willen deze goddelijke orde niet, maar willen zelf beslissen wat goed en niet goed is.

Daardoor is alles in de war, loopt alles vast. Daardoor is de kosmos weg en heerst de chaos.

Naarmate de diepte en ernst van de val vergeten wordt, wordt het lijden in de wereld een probleem.

Zo groot is de boosheid van de mens, dat hij zelfs het door de mens veroorzaakt lijden hanteert als verwijt aan Gods adres, als wapen tegen Gods 'bestaan' en almacht.

En toch, en toch - God heeft deze hoogmoedige, opstandige chaos niet losgelaten. Door de chaos heen ziet Hij de kosmos en deze chaos-kosmos wil Hij redden.

Met kerstfeest zet Zijn eeuwenlang voorbereide reddingsactie in: Gods Zoon komt in de wereld.

Hij komt in deze onze bedorven, verdwaasde, tot stikkens toe benauwde wereld.

Niet even, niet vluchtig, niet verschijnend als een engel.

Hij wordt hier geboren.

Hij door Wie alles is geschapen, door Wie alles is, komt om hier als mens te leven, als mens van vlees en bloed, met alle strijd en lijden die aan het menselijk leven zijn verbonden.

Ja, niemand zal daar méér mee te maken krijgen dan Hij, die komt om als Israels verworpen Koning de weg naar het kruis te gaan.

De weg naar de glorie loopt over Golgotha.

Naar wij mogen aannemen heeft Johannes het Evangelie te boek gesteld aan het einde van zijn leven, wellicht na de visioenen op Patmos te hebben ontvangen.

In zijn ballingschap is hem in hemelse heerlijkheid zijn Meester verschenen. De hem verblindende heerlijkheid die de Zoon bij de Vader had, heeft Hij afgelegd, om als mens geboren te worden, om als mens te leven, te lijden, te sterven.

In ondoorgrondelijke liefde voor onze gevallen, opstandige wereld.

De Zoon kwam, geheel vrijwillig. De Vader gaf Hem, geheel vrijwillig. Wat moet dat de Vader gekost hebben Zijn Zoon, Zijn enige. Zijn alles te geven.

Te geven in deze boze, vijandige wereld! Zó groot is de goddelijke liefde.

Liever geeft Hij Zijn Zoon, dan dat de wereld blijft in het verderf.

Alzo lief had God de wereld...

Alzo - dat houdt tevens in: op déze wijze heeft God de wereld lief, zó, en niet anders. Niet zoals de wereld dat wel zou willen, zoals wij dat zouden willen, maar zoals God het wil en doet: Hij geeft Zijn Zoon. Hij komt in Zijn Zoon, Zijn enige. Zijn alles.

Hij gééft Hem. Hij geeft Hem over aan de wereld zoals zij is.

Maar anders dan de mens, anders dan elk mens, blijft deze Mens, blijft de Zoon aan de Vader trouw.

In de chaos houdt Hij vast aan de kosmos, aan Gods heilzame orde, Gods heilzame wet, aan Zijn God en Vader.

In de chaos die deze wereld is, in deze baaierd van ongeloof, zonde en ongerechtigheid blijft Hij in het geloof, bewaart Hij zich rein en smetteloos.

Hij gelooft zich door miskenning en aanvechting heen, om te worden de overste Leidsman en Voleinder van het geloof voor allen die Hij in Zijn navolging trekt. Aldus herstelt Hij de gemeenschap tussen hemel en aarde, tussen de heilige God en de gevallen mens, zo ontsluit Hij het eeuwige leven.

Wanneer wij de wereld liefhebben, blijven wij verloren.

Omdat God de wereld liefheeft, kunnen wij, als zondaren behouden worden. Wanneer wij de wereld liefhebben, gaan wij in de chaos eeuwig ten onder. Omdat God de wereld liefheeft, is er hoop en licht in Christus een nieuwe kosmos op.

'Waarom zegt onze Heere niet: Alzo lief heeft God Zijn volk gehad? Daarom niet, omdat dit voor Nicodemus geen troost zou zijn geweest, wanneer hij later tot de erkenning van zijn verlorenheid zou gekomen zijn. Want wie een arm zondaar geworden is, kan zich niets meer aanmatigen, is met de wereld op één hoop geworpen.' (Dr. H. F. Kohlbrugge)

Nu komt het erop aan Gods liefde te zien waar zij is: in Zijn Zoon, in de kribbe van Bethlehem, aan het kruis van Golgotha, in de paasheerlijkheid van de Opgestane. Daar, in Jezus Christus, daar is Gods zoe­ kende, verzoenende, reddende liefde. Ook voor u.

In Hem en nergens anders.

Wie zich voor dit brandpunt van de hemelse liefde afsluit in ongeloof, blijft in de chaosmachten van boosheid en zonde, van haat en verwildering verloren. Erger, droeviger is niet denkbaar. Verloren.

Maar wie dit mysterie van Gods liefde in Jezus Christus innerlijk ziet en in geloof zich aan deze onbegrijpelijke liefde overgeeft, is overgeplaatst in een nieuw, in het eeuwige leven.

'Wie in de dood ligt, kan zich niet troosten met een toekomst. Hij moet het hebben, het leven, dat uit God is, het eeuwige.' (Dr. H. F Kohlbrugge)

Wie door genade de smalle, aangevochten weg van het geloof gaat, mag leven uit dit diepe, ontuitputtelijke woord. Het verdiende oordeel ligt achter.

De heerlijkheid wacht.

Het geloven wordt aanschouwen.

Hem aanschouwen van Hem in wie Gods liefde is verschenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1996

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Zo lief had God de wereld

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1996

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's