Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lam Gods dat zo onschuldig...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lam Gods dat zo onschuldig...

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de St. Janskerk te Gouda is in één van de gebrandschilderde ramen Johannes de Doper afgebeeld. Een blikvanger in een kerk die naar hem is genoemd. Zijn lange vinger wijst voortdurend naar een lam dat hij in zijn arm draagt. Over de schouder van dat lam een kruis. 'Zie, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt' (Joh. 1 : 29).

Het is de korte samenvatting van de prediking van de Doper: Jezus, het 'Lam dat ter slachting wordt geleid' (Jes. 53 : 7). Jezus, het door God aangewezen en aangeprezen ware Paaslam dat in alles herinnert aan de lammeren die geslacht zijn, toen Israël uittoog uit Egypte.

Het Paaslam is Hij

Zo ziet ook de apostel Johannes het in zijn evangelie, wanneer hij Jezus als het ware Paaslam op Gabbatha ziet staan, voor Pontius Pilatus: gegeseld en bebloed, de doornenkroon op het hoofd, een soldatenjas om Zijn schouder.

Johannes schrijft: En het was de voorbereiding van het Pascha...'(Joh. 19 : 14). Niet op een willekeurige dag dus, nee juist op die dag waarop de lammeren voor het Pascha der joden (door de priesterpartij) geslacht werden in de tempel. Voorbereiding voor het feest ter herinnering aan de uittocht uit Egypte. Juist op die dag was Jezus bij uitstek Lam van God dat de zonde der wereld wegneemt.

Zo heeft de apostel Johannes Jezus gezien. En later, verbannen op Patmos, heeft hij Hem zo nog vele malen gezien. Maar dan in de hemel. Hij schrijft er niet minder dan vijfentwintig keer over in het boek der Openbaring. Het Lam in heerlijkheid.

Lam Gods dat zo onschuldig,

Zo stil en zo geduldig

Aan 't schand'lijk kruishout lijdt,

Verdienden niet mijn zonden

Die striemen en die wonden ?

Ja, 'k weet, dat Gij onschuldig zijt.

Zijn verzoenend bloed

Wie zich de diepe betekenis van het paasfeest wil inleven, kan terecht in de rijke geschiedenis van Gods heilshandelen met Zijn volk Israël. Zie, hoe die God indertijd naar Zijn volk omzag, toen Hij dit volk ophaalde uit het slavenhuis van Egypte. Elk jaar - op de seder avond - zitten de joodse gezinnen bijeen om dat als het ware opnieuw te beleven, naar Gods bevel.

'En het zal geschieden, wanneer uw kinderen tot u zullen zeggen: Wat hebt gij daar voor een dienst? " Zo zult gij zeggen: Dit is de Heere een Paasoffer, Die voor de huizen der kinderen Israels voorbijging in Egypte, toen Hij de Egyptenaars sloeg en onze huizen bevrijdde"!' (Ex. 12 : 27).

Hoe was 't ook weer? De kinderen Israels hadden het bloed van een lam gestreken aan de deurposten van hun woningen. En achter dat bloed waren zij veilig, toen de engel van het verderf in de laatste nacht van hun verblijf in Egypte voorbijkwam.

Er kon immers geen bevrijding voor Israël zijn, los van verzoening. Er is geen ontkoming aan het verderf, als ons doodschuldig bestaan niet bedekt ligt onder het bloed van dat Lam dat God in onze plaats wil geven.

Pascha is het voorbijgaan van een God Die toornt over alle ongerechtigheid. En die God kan ons alleen sparend voorbijgaan, als het bloed van het Lam, door Hem Zelf besteld, op onze zielen is gesprenkeld.

De diepe zin van dit joodse Pascha hebben de apostelen vervuld gezien in Christus. Daarom schrijft Paulus aan de Korinthiërs: Want ook ons Paaslam is voor ons geslacht, nl. Christus' (1 Kor. 5 : 7). Zo ook de apostel Petrus in 1 Petrus 1 : 19: Wetende, dat gij verlost zijt... door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam'.

Jezus is het ware Paaslam. En Hij is levensnoodzakelijk. Zoekt dekking achter Zijn bloed om behouden te worden van de toekomende toorn! Wie is veilig, als dit Lam Zich straks openbaart als een verscheurende Leeuw? Wie kan zich dan uitredden met zijn vroomheid, zijn tranen, zijn bidden, zijn zoeken? Niemand. Alleen hij wordt gered, die 'zijn lange klederen wit gemaakt heeft in het bloed van dit Lam' (Openb. 7 : 14).

Ervaar de kracht van Zijn reinigend bloed.

Zijn intieme gemeenschap

Maar er is nog een tweede ding dat ons opvalt in het paasgebeuren. Het paaslam dat de Israëlieten vóór hun vertrek uit Egypte, staande en in aller ijl aten, moest een eenjarig lam zijn, gaaf en in zijn geheel gebraden. Zij aten ervan als gezin of - als een gezin te klein was - met andere gezinnen samen. Het werd opgediend met bittere saus en ongezuurde koeken.

Pascha is het feest van de gemeenschap. Zo was het ook bij Jezus Zelf, toen Hij in de nacht waarin Hij verraden werd, met Zijn discipelen in de opperzaal de paasmaaltijd gebruikte. Hoe intiem beleefde Hij Zelf die gemeenschap. Zijn lichaam en Zijn bloed gaf Hij hen tot spijs en drank.

'Ik heb grotelijks begeerd dit Pascha met u te eten, eerdat ik lijd' (Luk. 22 : 15). Een volkomen Offerlam, gaaf en voor eeuwig genoeg om te kunnen bestaan voor God.

Elke keer, als mijn vrouw en ik onze maaltijd aan tafel gebruiken, zitten wij daar een enkele meter verwijderd van een borduurwerk aan de wand dat Leonardo da Vinci's laatste avondmaal van Jezus en Zijn discipelen voorstelt. Onze maaltijd is er één in het verlengde van die maaltijd. Zo kan het een geheiligde tafelgemeenschap zijn.

Als het ware Paaslam in ons midden is, ervaren wij een intieme gemeenschap met Hem en daardoor ook een hechte eenheid onderling. We zijn even weg uit de drukte van het leven. We worden gehecht aan elkaar. Onze gesprekken worden geheiligd met Hem als de stille Gastheer. Zijn liefde mag worden ervaren. Wij wekken elkaar op om het Lam te volgen, waar het ook heengaat, als wij de Schriften lezen.

Intussen maken wij ons gereed om te vertrekken. En dat is een haastzaak. Intussen zijn daar ook de bittere kruiden die ons herinneren aan onze vreemdelingschap op aarde. Intussen trekken we de schoenen aan en nemen de staf in de hand.

Straks is daar de bruiloft des Lams. Zalig die daartoe geroepen zijn. Zalig dat volk dat zichzelf als Zijn vrouw daartoe heeft bereid (Openb. 19:7).

Zijn reine bruid

En dan het laatste. Oud-Israël kon geen Pascha vieren, als het niet ook het oude zuurdeeg, alles wat aan het vroegere bestaan herinnerde, de deur had uitgedaan. Pascha is verbonden met het feest van de ongezuurde broden, zeven dagen lang.

Als Paulus aan Korinthe schrijft, dat ons Paaslam Christus voor ons geslacht is, voegt hij er daarom ook meteen aan toe: Zuivert dan de oude zuurdesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt' (1 Kor. 5 : 7). Pasen is het feest van het nieuwe leven, met Christus' opstanding uit de doden ons verworven. Maar dat feest is niet te vieren, als wij intussen het zuurdeeg van het oude zondeleven niet het huis uit bezemen.

Dat moest het gemeentelid in Korinthe's gemeente die het met zijn stiefmoeder hield, goed weten. En wij moeten dat ook goed weten. De Levensvorst van Pasen zorgt voor een nieuw leven.

Maar dat houdt ook in, dat er radicaal gebroken zal moeten zijn met ons hartstochtelijke, eigengerechtigde en hoogmoedige bestaan.

Pascha is ook het feest van de grote schoonmaak. De zonde moet niet slechts worden verzoend, ze moet ook worden gebannen. In aller ijl. Zo kan Pascha het feest zijn van het nieuwe en bevrijde leven. Zij die gewend zijn om hun paastafel met al of niet beschilderde eieren te versieren, moeten daar nog maar eens over doordenken.

Het leven begint weer. Ja, maar dan niet en nooit meer dat lieve leven van altijd. Laat de Levensvorst van Pasen Zijn intrek nemen in mijn gemoed. Dan kan en mag ik een ongezuurd brood zijn. Anders dan tevoren, geheiligd door Zijn Geest.

Met een diep heimwee in het hart naar de volmaaktheid boven. 'Kom herwaarts, ik zal u tonen de Bruid, de Vrouw des Lams (Openb. 21 : 9). Alleen met dat Lam zijn wij meer dan overwinnaar.

O Godslam, nooit volprezen,

Leer mij de zonde vrezen.

Waarvoor Gij stierft aan 't kruis.

Deel mij Uw zaal'ge vrede.

Ja, Uwe hemel mede.

En leid mij eens in 't Vaderhuis.

(Agnus Dei, ± 1526)

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1997

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Lam Gods dat zo onschuldig...

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1997

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's