Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verkondiging en communicatie (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verkondiging en communicatie (2)

Prediking

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

3. Prediking en communicatie

Ik heb het gevoel, dat we nu enkele principiële uitgangspunten van de prediking op een rij hebben gezet. Nu zou ik graag verder willen gaan en wel met het zoeken naar de wijze waarop de prediking als verkondiging naar inhoud en vorm in onze tijd gestalte kan krijgen. En dan zijn we bij het tweede trefwoord in de titel: communicatie. Het is een woord dat tegenwoordig door iedereen gebruikt wordt. Denk alleen maar aan de term: moderne communicatiemiddelen. Iedereen weet wat je bedoelt. Bij communicatie gaat het er in het gewone spraakgebruik om dat mensen contact met elkaar hebben, dat ze met elkaar omgaan en elkaar verstaan. Als iemand goed met andere mensen om kan gaan, zeggen we: die is communicatief goed. En als mensen uit elkaar gaan om een of ander conflict, dan zeggen we: de communicatie is tussen hen verbroken.

Communicatie kun je op allerlei niveaus beoefenen. Het kan heel oppervlakkig gebeuren, maar ook diepgaand. Bij dat laatste gaat het om echte communicatie. Dan gaat het om een ontmoeting van persoon tot persoon, waarbij ervaringen worden gedeeld, de gemeenschap van hart tot hart wordt beleefd.

Als we de prediking in verband brengen met communicatie, dan gaat het als het goed is daar ook om. Er staat iemand op de preekstoel die tot mensen spreekt. Dan communiceren de prediker en de hoorders met elkaar. Het middel is het gesproken woord. Tegelijk geloven we dat het in de prediking gaat om nog een diepere communicatie. Namelijk die tussen God en mensen. God communiceert met mensen door middel van de prediking. Zo bezien is de prediking Gods communicatiemiddel bij uitstek. Terwijl God communiceert, schept Hij ook het antwoord, de communicatie van de andere kant. In de liturgie krijgt dat antwoord o.a. gestalte. Ook werkt deze verticale communicatie door in het horizontale vlak. Mensen communiceren met elkaar door de communicatie met God. Daar hebt u het geheim van de gemeente. De prediking is de bron van de communicatie van de gemeente. Het wordt dus duidelijk dat de prediking zoals wij die iedere zondag in de kerkdienst meemaken alles met communicatie te maken heeft. Het is daarom niet verwonderlijk dat daar in studies over de prediking zoveel aandacht aan besteed wordt.

Toch is dat laatste ook opvallend. Het zou wel eens een bepaalde reden kunnen hebben dat er zoveel geschreven en gesproken wordt over de communicatie in de prediking. Daar kon wel eens iets mee aan de hand zijn. Nu, dat is volgens mij inderdaad het geval. De prediking is er op uit om de boodschap van God aan mensen over te brengen. Dat ging al nooit vanzelf Maar dat gaat vandaag helemaal niet vanzelf. De vraag dringt zich op: landt de boodschap van de prediking ook bij de hoorders in de kerk? Bereik je de mensen in de kerk, jongeren en ouderen? Of is het zo dat de boodschap van de prediking op weg naar de hoorders zoveel aan kracht verliest dat die niet meer overkomt?

Laten we maar eerlijk zeggen dat we de vrees hebben dat dat inderdaad vandaag aan de dag het geval is. De vrees besluipt je als je preekt: raakt mijn woord, raakt de boodschap in mijn woorden, de mensen die daar zitten echt, zodat hun leven erdoor vernieuwd wordt? Nu kunnen we dit probleem oplossen met de opmerking: ja, maar dat is niet zo verwonderlijk, want het is nooit anders geweest. De Bijbel laat toch duidelijk zien dat mensen van nature het Woord niet verstaan. Als dan vandaag de boodschap van de prediking mensen niet bereikt, dan gebeurt gewoon wat altijd al is gebeurd. Dan blijkt gewoon hoezeer de mens van God vervreemd is. Dat zit hem niet in de prediking, maar dat zit hem in de mens.

Nu is het helaas waar dat de natuurlijke mens de dingen die des Geestes zijn niet verstaat (zoals Paulus dat al zei in 1 Kor. 2 ; 14), maar daarmee mogen we ons niet van het probleem afmaken. De Heilige Geest is het die de boodschap van het Woord in de harten van de mensen brengt. Maar de Geest werkt wel middellijk. Dat zie je aan het taalwonder op het Pinksterfeest. De Heilige Geest werkt gewoonlijk met gebruikmaking van de natuurlijke gegevenheden. Ook in de prediking. Ik wil dit graag wat meer verduidelijken door iets meer te zeggen over de communicatie.

4. Communicatie

Bij communicatie tussen mensen in zijn meest eenvoudige vorm is er allereerst sprake van iemand, die een bericht of boodschap uitzendt naar anderen. Dat is de zender. Om zijn boodschap uit te zenden gebruikt hij een bepaald middel. Aan de andere kant van de lijn bevindt zich de ontvanger. Voor hem is de boodschap bestemd. Als die boodschap hem bereikt, gaat hij aan die boodschap een bepaalde betekenis geven. Hij interpreteert die boodschap. Als voorbeeld zou je aan het weerbericht kunnen denken. Je zit in je auto op weg naar huis. Je zet de radio aan en je hoort het weerbericht. In het westen van het land: kans op ijzel. Onmiddellijk ga je dat bericht betekenis verlenen. Ik rijd hier in het westen van het land, dus ik moet heel goed uitkijken. Het kan glad worden en ik moet oppassen dat ik niet ga slippen. Welnu, een dergelijk proces voltrekt zich ook in de prediking. Er is een zender, de prediker. Die zendt een boodschap, een bericht uit naar de hoorders. Het is de boodschap die hij in de Schrift verstaan heeft. Het middel waarvan hij zich bedient is de preek. Een samenhangend geheel van woorden in de vorm van een gestructureerde toespraak. De ontvangers zijn de mensen in de kerk. Het bericht bereikt hen en zij geven er een bepaalde betekenis aan.

Dat proces van de zender naar de ontvanger is een ingewikkeld proces. Het is wat dat betreft net als met een auto. Zolang hij goed rijdt, behoeven we ons geen zorgen te maken over wat er nu precies gebeurt in het verborgen mechanisme. Maar als er storing optreedt, moeten we gaan zoeken. Waar zou dat in zitten? De oorzaak van de storing moet worden opgezocht.

In de communicatieleer spreekt men dan van 'ruis'. Zoals je dat wel eens hebt met een microfoon. Wordt de ruis te erg, dan kun je de woorden van de spreker niet meer verstaan. Zo is het dan ook in de prediking. De boodschap komt niet over. Nu kan die ruis in de prediking verschillende oorzaken hebben. Het kan bijvoor­ beeld liggen aan het taalgebruik van de prediker. Dat taalgebruik wijkt zo af van het gewone taalgebruik dat de hoorders het niet begrijpen. Maar - en dat heeft er vaak alles mee te maken - het kan ook dieper liggende oorzaken hebben. Namelijk dat de inhoud van wat in de prediking gezegd wordt voor de hoorders vreemd is. Zij weten eigenlijk niet waar de prediker het over heeft. Het is hen vreemd. Het valt buiten hun belevingswereld. Het raakt hen niet in hun eigen dagelijkse bestaan.

Nu moeten we zeggen dat hier vandaag werkelijk een probleem ligt als het gaat om de prediking. Je kunt je ogen er wel voor sluiten, maar dat helpt natuurlijk niet. Dat is onverantwoord. Hier gebeurt iets wat in strijd is met het wezen en de bedoeling van de prediking, namelijk dat mensen in aanraking komen met God. Hoe vaak gebeurt het niet dat iemand na de kerkdienst zegt; ik kan er niets van navertellen en een dag later weten anderen echt niet meer waarover gepreekt is.

Ik zou het zo willen zeggen: als je er veel waarde aan hecht dat de prediking verkondiging van Gods Woord is, dan juist is het je een grote zorg dat de boodschap de hoorder bereikt. En om de hoorder te bereiken, moet je hem kennen. Anders gebruik je misschien wel woorden die buiten de verstaanshorizon van de hoorder vallen. Op deze wijze raakt de prediking in een isolement. Ze raakt los van het leven van elke dag. Er zijn geen verbindingslijnen meer. Een prediker dient voor alles een pastor te zijn. Het kenmerk van een pastor is dat hij zijn schapen kent. Zoals Jezus zei: Ik ken de mijnen en Ik word door de mijnen gekend. Het gaat een herder erom dat de mensen door zijn prediking geraakt worden. In verband gebracht worden met God en Zijn Woord. Zijn geboden en beloften. Dat zij er op antwoorden. Dat dat gebeurt is van zo veel belang, dat je er als prediker van wakker kunt liggen, als je voelt dat dat niet of maar zo weinig gebeurt. Het gaat er toch om dat de mensen om me heen door het Woord worden aangeraakt! En als dat niet gebeurt? !

5. Verkondiging en communicatie

Laten we eens wat dieper ingaan op de verhouding tussen verkondiging en communicatie in de preek. Je kunt die twee als een tegenstelling zien. Bij verkondiging predik je het Woord en of dat nu overkomt of niet, dat is jouw zaak niet. Dat behoort tot het werk van de H. Geest. En bij communicatie ben je bezig met de vraag of je en hoe je mensen bereikt met de preek. Met als uiterste consequentie de mening dat de prediking geen goed middel meer is om mensen te bereiken. Of andersom de conclusie: weg met alle gepraat over communicatie. Werp het Woord er maar in.

Denken in zo'n tegenstelling is volgens mij onjuist. Verkondiging en communicatie hebben juist alles met elkaar te maken. Als God wil dat Zijn Woord aan mensen wordt gebracht, dan doet Hij dat opdat die mensen Zijn Woord zouden horen. Het gaat Hem om die mensen. Dat zie je weer zo duidelijk in die preek van Petrus op het pinksterfeest. Petrus' prediking is een en al verkondiging. Maar ze is ook een en al communicatie. Hij zoekt echt contact met de hoorders. Er zit een wisselwerking tussen hem en zijn hoorders in zijn prediking. Op een gegeven moment vragen ze: wat zullen we doen mannenbroeders? En dan antwoordt Petrus: bekeert u en een ieder van u worde gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van zonden. Zo communiceren Petrus en zijn hoorders. De hoorders zijn niet maar passief, maar doen actief mee in het gebeuren van de prediking. De vonk springt over en weer.

Dat is prediking als verkondiging én communicatie. Prediking is nooit verkondiging zonder adres, maar gericht aan concrete mensen die daar in de kerk zitten. Niet aan tijdloze, abstracte wezens, maar aan mensen van vlees en bloed. Het viel me in de dissertatie van Dr. Moehn over de preken van Calvijn over Handelingen op, hoe concreet Calvijn preekte. Hij sprak de hoorders aan in hun concrete levensomstandigheden. Hedtke sprak hier van accommodatie bij Calvijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Verkondiging en communicatie (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juni 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's