Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Stipendium Bernardinum (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Stipendium Bernardinum (3)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III HONGAARSE STIPENDIATEN
De aanvragen

De aanvragen

In 1911 waren er vijftien Hongaarse aanvragen. In de periode 1911-1945 is dit aantal niet meer geëvenaard. De oorzaak zal de belangstelling voor het 150-jarig bestaan in de media zijn geweest van deze 'rijke' Utrechtse academiebeurs. Maar ondanks de belangstelling voor het Bernardinum in 1911 was het aantal Hongaarse aanvragen een jaar later al beduidend minder.

Vergeleken met de Paltische aanvragen is de geringe omvang van de Hongaarse aanvragen opvallend. Op een enkele uitzondering na bestaan ze uit slechts twee tot vier vel, dit in tegenstelling tot de Paltische, die soms twintig tot dertig vel tellen. Wordt de omvang van de aanvragen vergeleken met de toewijzing van een stipendium, dan blijkt dat Hongaarse studenten met de omvangrijkste aanvragen de meeste kans maakten op een stipendium. Niet de kwantiteit, maar de kwaliteit zal daarbij doorslaggevend zijn geweest. De meegezonden testimonia en aanbevelingsbrieven gaven de curatoren een beter beeld van iemands prestaties. Dit was in het voordeel van de aanvragen

De Hongaarse aanvragen kwamen vooral uit Budapest, Papa en Sarospatak. Slechts een enkele aanvraag kwam uit Debrecen, Kolozsvar (Cluj) of Pozsony (Bratislava).

Tot de Eerste Wereldoorlog lag de leeftijd van de aanvragers voornamelijk tussen de 19 en 26 jaar. Doordat veel studenten tijdens de oorlog dienst moesten doen in het leger, liep de studie vertraging op en lag de gemiddelde leeftijd in de jaren direct na de oorlog iets hoger. Uit niets blijkt dat de curatoren in het toekennen van een stipendium de voorkeur gaven aan jongere of juist oudere studenten.

Slechts indicenteel vermeldden Hongaren het beroep van hun vader Enige beroepen die genoemd worden zijn boer, schoolmeester en predikant. Op zich is het natuurlijk niet belangrijk om dit te weten, maar het zou een aanwijzing kunnen zijn voor iemands levensstijl. Opvallend genoeg wordt het beroep van de vader alleen genoemd om aan te tonen hoe arm men was.

De curatoren hebben een aanvraag nooit beoordeeld op de netheid van het handschrift. Voor veel aanvragers was dat maar gelukkig. De aanvragen moesten volgens de Bepalingen van 1893 in het Latijn worden ingediend. Velen schreven echter alleen hun testimonium scholasticum en/of curriculum vitae in deze taal. Het verzoek volgde dan in het Duits, Engels of Frans. Hier maakten de curatoren geen punt van. Zij maakten wel een punt van het Duitse schrift. Soms werd een aanvraag in het Nederlands ingediend. Maar gezien een opmerking in een aanvraag was dit geen garantie voor de curatoren dat de aanvrager het Nederlands werkelijk beheerste. 'Volgens uwe vriendelijke raad heb ik dagelijksch de Hollandsche Bijbel gelezen en hoop, dat ik, indien ik in Utrecht kon terugkomen, de taal in korten tijd beheerschen zou.' Zijn aanvraag twee jaar eerder was in bijna foutloos Nederlands geschreven. Hij kon deze dus onmogelijk zelf opgesteld hebben.

Hoewel een bepaalde stijl van schrijven verwacht kan worden, is de overeenkomst tussen sommige aanvragen in een bepaald jaar wel heel erg groot. De aanvragers konden de toewijzing van een stipendium dan wel vergeten. Een nagenoeg identieke aanvraag van iemand die enkele jaren eerder een aanvraag indiende kon echter wel succesvol zijn.

Het motief voor de aanvraag van een stipendium was voor Hongaren vaak financieel. Niet onbegrijpelijk, want in deze periode was de armoede groot in Hongarije. Vermoedelijk zou bij een keuze tussen het Bernardinum en een gelijkwaardige academiebeurs in een van de buurlanden van Hongarije de voorkeur naar de laatste zijn uitgegaan. Er waren studenten die in het buitenland wilden studeren. Het maakte hen niet zo veel uit in welk land. Voor Nederland pleitte de neutraliteit. Tevens was een beurs uit het Bernardinum financieel erg aantrekkelijk. Verreweg te meeste studenten waren volgens eigen zeggen geïnteresseerd in de Nederlandse theologie en klopten daarom aan bij het Bernardinum. Er waren ook opmerkelijke motivaties. Een student schreeft dat hij nader kennis wilde maken met de Hollandse theologie en de kerkelijke toestanden. Een ander schreef dat hij graag twee zo diep religieuze en liberaal democratische volken als het Zwitserse en Hollandse wilde leren kennen. Om hun aanvraag kracht bij te zetten waren sommige studenten zeer vindingrijk. Zo schreef een Hongaarse student dat hij aan de wereldberoemde ref. Utrechtse Universiteit wilde studeren.

Voor de curatoren speelden al deze motieven geen rol; waar men studeerde daarentegen wel. Aanbevelingen werden door de curatoren altijd meegenomen in een beslissing. Een 'gewichtige' aanbeveling kon van doorslaggevende betekenis zijn.

In de periode 1921-1930 deed zich in 1927 de uitzonderlijke situatie voor dat er meer Hongaarse dan Paltische aanvragen werden ingediend. Voor de Hongaren betekende dit een grotere kans op een stipendium. Uit de herkomst van de Hongaarse aanvragen ontstaat de indmk dat per faculteit onderling werd uitgemaakt wie een stipendium mocht aanvragen. Of de hoogleraren of studenten dat regelden, valt niet te zeggen. In ieder geval voorkwam men, dat er een te grote onderlinge concurrentie zou ontstaan. Eigenlijk werkten de curatoren dit verschijnsel zelf in de hand doordat per faculteit slechts één student een stipendium genoot.

Nog steeds werd in de aanvragen veelal op het gebrek aan geld gewezen, maar minder nadrakkelijk. Om de curatoren duidelijk te maken dat hij een serieuze, hardwerkende student was, liet een Hongaar weten dat hij te Utrecht met het grootste plichtgevoel zou arbeiden.

Hoewel iedere aanvrager zich natuurlijk zo goed mogelijk probeerde te presenteren waren er ook in deze periode enkele aanvragers die veelbelovende kwaliteiten bezaten. Zo zou I. Czeglédy later hoogleraar bijbelwetenschappen worden en L. Bakos bisschop.

In de aanvragen na 1930 zijn die van twee studenten uit Zevenburgen opmerkelijk. In een nagenoeg identieke aanvraag beriepen zij zich op de Bepalingen. Zij verzochten om een stipendium 'met de door de stichter bedoelde en ook door de Bepalingen van het Curatorium voor Zevenburgers bestemde plaats'. Omdat één van beiden het jaar ervoor op zijn aanvraag geen stipendium was toegekend, probeerde hij waarschijnlijk op deze wijze de curatoren onder druk te zetten. Het was het proberen waard, maar hen werd geen stipendium toegekend.

Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog waren er onder de Hongaarse aanvragers twee wezen. Een van hen ontving een stipendium. Dat hij een onbemiddelde wees was, die zijn ouders, een broer en een zus had verloren heeft, zal geen doorslaggevende rol hebben gespeeld; evenmin dat hij het voornemen had in Utrecht te willen promoveren. Wel zal een zeer warme aanbeveling van een Hongaarse hoogleraar, die bij de curatoren hoog stond aangeschreven, een rol hebben gespeeld. Een andere Hongaarse student, eveneens door deze hoogleraar aanbevolen, gaf als motief voor zijn aanvraag dat de zeelucht in Utrecht zeer zeker bevorderlijk voor zijn gezondheid zou zijn. Niet dit motief zal doorslaggevend zijn geweest om hem een stipendium toe te wijzen, maar de aanbeveling. Het ging de curatoren vooral om iemands kwaliteiten op het theologische vlak en niet om de vraag hoe zielig iemand was.

De stipendiaten

In de periode 1911-1945 heeft het Bernardinum veel stipendiaten zien komen en gaan, nl. 93 Paltsers en 40 Hongaren. De curatoren waren meestal tevreden over hun studieresultaten, in een aantal gevallen niet.

Gewoonlijk kwamen de stipendiaten in september in Utrecht aan. Na zich bij de administrateur gemeld te hebben, schreven zij zich voor de colleges begonnen in bij de Universiteit. Vaak deden zij dit gezamenlijk. Later werd het een taak van de senior der Bernardiners. Deze senior of mentor was de langst in Utrecht verblijvende Bernardiner met leidinggevende capaciteiten. Een belangrijke taak van de senior was het helpen zoeken naar een kamer. Hij werd door de curatoren aangewezen. Het ene jaar trad een Paltser als senior op, het andere jaar een Hongaar.

De Bernardiners waren aanvankelijk verplicht om lid te zijn van Voetius, een in 1899 opgerichte gereformeerde theologen studentenvereniging. Maar toen de ethische orthodoxe prof. H, Th. Obbink administrateur was, werd dit voorschrift aangepast. Hij stelde: 'Het is voorgeschreven, dat zij lid zijn van een theologisch gezelschap en volstrekt niet de bedoeling, dat allen in Voetius gaan. Het is zelfs beter, dat zij zich in verschillende disputen verspreiden'. Een andere vereniging waar de Bernardiners lid van waren was 'Der Convent der deutschen und ungarischen Studenten zu Utrecht'.

Een regelmatig terugkerend verschijnsel was dat stipendiaten niet veel moeite deden om de Nederlandse taal te leren. Dat het ook anders kon, toonde I. Zügor. Gedurende zijn verblijf te Utrecht maakte hij een Nederlands-Hongaars woordenboek. In 1968 werd dit woordenboek voor het eerst uitgegeven; zijn Hongaars-Nederlands woordenboek voor het eerst in 1979. Onder de stipendiaten waren verschillende veelbelovende studenten. In het bijzonder moet de naam van L. J. Pap uit Debrecen genoemd worden. In februari 1931 werd hem alsnog een stipendium toegekend. Hij werkte zeer hard en behaalde uitstekende resultaten. In juni 1932 legde hij het doctoraalexamen af. Reeds in 1933 (!) promoveerde bij. Voor zo'n begaafde student had het curatorium dan ook zeer veel over. Het Bernardinum droeg de promotiekosten en hem werd tevens een stumdiereis naar Palestina en Egypte aangeboden. Pap was echter niet de enige Bernardiner die in de periode 1911-1945 promoveerde, wel de enige die in Utrecht promoveerde. Verschillende andere Bernardiners deden in Utrecht doctoraalexamen.

Soms moesten stipendiaten vanwege ziekte hun studie in Utrecht afbreken en weer naar huis gaan. In 1912 was er een Paltische stipendiaat die een aantal maanden niet in staat was om te studeren omdat hij onder de Stichtse tram ten val kwam en zijn been ernstig bezeerde. Minder goed liep het in 1933 af met een andere Paltische student. Hij overleed ten huize van zijn ouders. Hij werd 23 jaar oud. Twee jaar later overleed een Paltische student als gevolg van een tragisch ongeluk. Hij werd vlak bij het ouderlijk huis op een spoorwegovergang overreden door een sneltrein.

Slot

Wat kwam er terecht van al de mooie beloften in de aanvragen? Over het algemeen kan gezegd worden dat de Hongaarse stipendiaten zich naar behoren gedroegen. Geld bleek weleens voor problemen te zorgen, maar dat gebeurde ook bij Paltische en Nederlandse studenten. Omdat Hongaarse studenten vaak arm tot zeer ami waren konden zij er niet altijd verantwoord mee omgaan. De curatoren hadden over de studie van de Hongaren in de periode 1911-1945 geen klachten. Sommige van deze Bernardiners zouden later zelfs een hoge functie bekleden in de kerk of aan een universiteit. Daniel Bernard, de stichter van het Stipendium Bernardinum, had op zijn wijze een grote bijdrage geleverd aan de band tussen gereformeerde Nederlandse, Hongaarse en Paltische theologiestudenten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Het Stipendium Bernardinum (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 november 1997

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's